Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[terbeschikkinggestelde],
Het onderzoek van de zaak.
De beoordeling.
DE BESLISSING.
met ingang van 25 april 2015.
27 maart 2015.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 maart 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die in 1994 ter beschikking was gesteld na het plegen van brandstichting met gemeen gevaar voor personen en goederen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, maar tegelijkertijd de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd. Dit besluit is genomen op basis van adviezen van de kliniek en de reclassering, die hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling en dat er voldoende waarborgen zijn voor zijn terugkeer in de maatschappij.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis en zwakbegaafdheid, blijvend afhankelijk is van professionele begeleiding. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde in staat is om te functioneren in een minder gesloten setting, mits er voldoende structuur en begeleiding is. De rechtbank heeft de voorwaarden voor de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging vastgesteld, waaronder het onderhouden van contact met de reclassering en het naleven van afspraken rondom medicatiegebruik en dagbesteding.
De beslissing van de rechtbank is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen, zoals vereist door de wet. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven bereid te zijn om de voorwaarden na te leven en kijkt uit naar zijn terugkeer naar de maatschappij. De rechtbank heeft de Reclassering Nederland opdracht gegeven om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen bij de naleving van de voorwaarden.