ECLI:NL:RBOBR:2015:2040
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling en dwangverpleging met twee jaar in verband met ernstige psychische problematiek en recidivegevaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1978 en verblijvende in een kliniek. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaar op basis van een vordering van de officier van justitie, die op 11 februari 2015 was ingediend. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld op 23 januari 2013, na een vonnis van de rechtbank, vanwege bedreiging met zware mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Tijdens de openbare terechtzitting op 27 maart 2015 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben een advies uitgebracht waarin zij de verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging aanbevelen, gezien de ernstige psychische problematiek van de terbeschikkinggestelde, waaronder schizofrenie en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde zich nog in een beginstadium bevindt en dat er een verhoogd recidiverisico is. De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman, die pleitte voor een kortere verlenging, niet gevolgd en heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank heeft in haar beslissing artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht toegepast en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, gezien de ernst van de problematiek en het recidivegevaar. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig, en is openbaar uitgesproken.