In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 april 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die ter beschikking is gesteld na een veroordeling voor verkrachting. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie en adviezen van deskundigen. De terbeschikkinggestelde is eerder voorwaardelijk vrijgelaten, maar heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden, wat leidde tot nieuwe verdenkingen van strafbare feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven aan de reclassering en dat er problemen zijn met zijn financiën en dagbesteding. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden gewijzigd, zodat de terbeschikkinggestelde zich moet onthouden van alcohol- en drugsgebruik en moet meewerken aan controles hierop. De beslissing over de hervatting van de dwangverpleging is aangehouden in afwachting van de uitkomst van een nieuwe strafzaak tegen de terbeschikkinggestelde, die door de rechtbank Den Haag zal worden behandeld.