3.1.FNV vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Van den Bosch B.V. te veroordelen tot naleving van de CAO GN, in het bijzonder de artikelen 44 en 48a, met name door ten behoeve van chauffeurs die in dienst zijn bij buitenlandse ondernemingen, waaronder maar niet beperkt tot Van den Bosch Transporte GmhH en Silo-tank Kft, aan wie Van den Bosch een transportopdracht verstrekt, te bedingen dat aan die chauffeurs de basisarbeidsvoorwaarden van deze CAO zullen worden toegekend, alsook de betreffende chauffeurs schriftelijk in te lichten over de op hun werkzaamheden van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden, behoudens het geval dat verklaard wordt dat niet de Detacheringsrichtlijn maar EVO en/of Rome 1 van toepassing is en (door Van den Bosch Transporte GmbH en/of Silo-tank Kft tank Kft) toegepast zal worden, beide binnen zeven dagen na het in deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan FNV te betalen dwangsom van € 5.000,- per dag en per keer dat Van den Bosch B.V. daaraan geen gevolg geeft;
II a. Van den Bosch B.V. en Van den Bosch Transporte GmbH (hoofdelijk) te veroordelen om in de gevallen waarin Van den Bosch B.V. direct en/of indirect aan Van den Bosch Transporte GmbH een transportopdracht heeft gegeven en sprake is van collegiale inleen, cabotage of terreinwerkzaamheden, er zorg voor te dragen dat de basisvoorwaarden van de CAO GN worden nageleefd, binnen zeven dagen van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan FNV te betalen dwangsom van € 5.000,-- per dag en per keer dat
noch Van den Bosch B.V. noch Van den Bosch Transporte GmbH daaraan gevolg geeft;
II b. Van den Bosch B.V. en Silo-tank Kft, (hoofdelijk) te veroordelen om in de gevallen waarin Van den Bosch B.V. direct en/of indirect aan Silo-tank Kft een transportopdracht heeft gegeven en sprake is van collegiale inleen, cabotage of terreinwerkzaamheden, er zorg
voor te dragen dat de basisvoorwaarden van de CAO GN worden nageleefd, binnen zeven
dagen van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan FNV te
betalen dwangsom van € 5.000,-- per dag en per keer dat noch Van den Bosch noch
Silo-tank Kft daaraan gevolg geeft;
III a. Van den Bosch Transporte GmbH te gebieden dat, in andere gevallen dan onder II a.
genoemd waarbij Van den Bosch B.V. direct en/of indirect aan Van den Bosch Transporte
GmbH een transportopdracht heeft verstrekt, de transportopdracht nakomt dan wel het
bepaalde in EVO en/of Rome 1 naleeft en (aldus) de basisvoorwaarden van de CAO GN
aan haar chauffeurs toekent, binnen zeven dagen van het in deze te wijzen vonnis, op
straffe van verbeurte van een aan FNV te betalen dwangsom van € 5.000,-- per dag en
per keer dat Van den Bosch Transporte GmbH daaraan geen gevolg geeft;
III b. Silo-tank Kft te gebieden dat, in andere gevallen dan onder II b. genoemd waarbij Van
den Bosch B.V. direct en/of indirect aan Silo-tank Kft een transportopdracht heeft verstrekt,
de transportopdracht nakomt dan wel het bepaalde in EVO en/of Rome 1 naleeft en
(aldus) de basisvoorwaarden van de CAO GN aan haar chauffeurs toekent, binnen zeven
dagen van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan FNV te
betalen dwangsom van € 5.000,-- per dag en per keer dat Silo-tank Kft daaraan geen
gevolg geeft;
IV. Van den Bosch B.V. te veroordelen tot het -op grond van artikel 4 lid 13a CAO GN –aantonen dat de CAO correct is nageleefd, met name ten aanzien van buitenlandse chauffeurs die op basis van collegiale inleen dan wel als werknemer van een buitenlandse
ondernemingen aan wie Van den Bosch B.V. een transportopdracht heeft verstrekt,
werkzaam zijn geweest, binnen zeven dagen na het in deze te wijzen vonnis, op straffe
van verbeurte van een aan FNV te betalen dwangsom van € 5.000,- per dag en per keer
dat Van den Bosch B.V. daaraan geen gevolg geeft;
V. Van den Bosch B.V. te verbieden gebruik te (blijven) maken van een buitenlandse
vennootschap indien Van den Bosch B.V. er kennis van heeft dat die buitenlandse
vennootschap, in strijd met de transportopdracht en (aldus) in strijd met het beding dat
de buitenlandse vennootschap de Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden aan haar
chauffeurs toekent dan wel in strijd met het bepaalde in EVO en/of Rome I, geen
Nederlandse basisarbeidsvoorwaarden aan haar chauffeurs toekent, binnen zeven
dagen na het in deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een aan FNV te
betalen dwangsom van € 5.000,- per dag en per keer dat Van den Bosch B.V. daaraan geen
gevolg geeft;
VI. Van den Bosch B.V. te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 17.500,-- aan
schadevergoeding zoals bedoeld in artikel 4 lid l0b CAO GN juncto artikel 15 van de Wet
CAO, te voldoen aan FNV Bondgenoten binnen zeven dagen na het in deze te wijzen
vonnis;
VII. Van den Bosch B.V. te veroordelen tot betaling aan FNV van een bedrag van € 2.625,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, samenhangend met het onder VI gevorderde;
VIII. Van den Bosch c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.