Ten aanzien van subsidiair:maatregel van schadevergoeding van € 300,00 subsidiair 6 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer], van een bedrag van € 300,-- (zegge: driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding. Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op. Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 300,-- (zegge: driehonderd euro). Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding. Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 10 december 2013 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. J.M.J. Denie, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken op 1 april 2015.
Mr. J.M.J. Denie is buiten staat dit vonnis (mede) te ondertekenen.
Bijlage A – de bewijsmiddelen (verkort en zakelijk weergegeven).
Een eindproces-verbaal van de politieregio Brabant-Noord, District Maasland registratienummer PL21YO 2012090111, opgemaakt en afgesloten d.d. 2 oktober 2013, in totaal 181 doorgenummerde bladzijden.
p. 122, 123 proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer], aangeefster, d.d. 28 augustus 2013.
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:45 uur was ik in mijn woning aan [adres 2] te Oss. (..) Rondom onze tuin is een schutting. Ik hoorde aan de achterzijde, vanuit de tuin, breekgeluiden en een klap. Het leek mij alsof er iets kapot ging. Ik hoorde echt kraken en breekgeluiden. Ik wachtte heel even af en even later hoorde ik een geluid op de trap, alsof er iemand de trap op kwam. (..) Even later zag ik dat de slaapkamerdeur openging. Ik zag dat een persoon met een bivakmuts op binnen kwam. (..) De bivakmuts was donker van kleur. Hij droeg iets met lange mouwen. Dat kledingstuk zat strak om zijn lichaam. Het was geen dik persoon. Het kledingstuk was donker van kleur met aan de voorkant op borsthoogte iets lichters van kleur. (..) Ik had niet de indruk dat die persoon schrok van mij. Ik zag dat die persoon meteen weer omdraaide en de deur dichtdeed. (..) Mijn eerste reactie toen die persoon wegliep, was gillen. Ik was echt bang. Mijn slaapkamerraam stond open. Ik ben keihard gaan gillen en heb vervolgens een keer ‘help’ geroepen. Volgens mij is er niets uit de woning weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
p. 155 proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2013
In de verklaring van aangeefster in het proces-verbaal van aangifte staat vermeld dat zij kraak- en breekgeluiden aan de achterzijde van haar woning hoorde. Abusievelijk staat daarbij niet vermeld dat zij gezien had dat het raam opengebroken was. (..) Ik verbalisant zag dat het draairaam met kennelijk een breekvoorwerp opengebroken was.
p. 125, 125 proces-verbaal verhoor [getuige 4] d.d. 28 augustus 2013.
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 09:00 uur was ik in mijn woning, [adres 3] te Oss. (..) Ik had goed zicht op de woning, [adres 4]
(de rechtbank begrijpt de vermelding van dit huisnummer hier en later in de verklaring als een kennelijke vergissing van de getuige, gelet op de overige stukken in het dossier. Kennelijk worden door de getuige de nummers [adres 4] en [adres 2] verwisseld)te Oss en de aldaar gelegen brandgang. Ik zag dat er drie manspersonen aan de overkant van de weg stonden. Ik zag dat ze achter elkaar de brandgang inliepen deze is gelegen tussen huisnummer [adres 4] en huisnummer [adres 2] van [adres 2]. Ik zag dat ze aan het eind van de brandgang alle drie linksaf sloegen. Ik zag dat ze achter een schuurtje liepen. Ik dat de tuin van huisnummer [adres 4] achter in een punt uitliep. Ik zag dat ze meteen terugliepen. Ik zag dat twee personen met een vingers richting het hekwerk / schutting van huisnummer [adres 4] wezen. Ik zag dat ze allerlei handgebaren maakten. Ik zag dat ze alle drie een zwarte muts uit hun jaszak of broekzak haalden. Ik zag dat het zwarte mutsen betrof met een groot gat rond hun ogen en een kleiner gat bij de mond. Ik herkende deze mutsen als zijnde bivakmutsen. Ik zag dat ze deze alle drie over hun hoofd trokken. Ik zag dat ze alle drie over het hekwerk / schutting van huisnummer [adres 4], de tuin in, klommen. (..) Ik belde meteen 112. Ik bleef al die tijd in de berging staan, maar had continu goed zicht op de woning en de brandgang. Ik zag dat de drie personen weer over dezelfde hekwerk klommen, zodat ze weer in de brandgang stonden. Ik schat dat hooguit 3 à 4 minuten tussen het moment dat ze voor het eerst over de schutting klommen en dat ze weer terug klommen zat. Ik zag dat ze nog steeds hun bivakmutsen droegen. Ik zag dat ze deze afzetten. Ik zag dat een persoon een lang, dun voorwerp van ongeveer 50 centimeter lang, vasthield. (..) Ik zag dat ze alle drie terug, vanuit de brandgang, richting de openbare weg, [adres 2] inliepen. Ik zag dat een van de drie rechtsaf richting [adres 5] te Oss liep. Ik zag dat de andere twee personen overstaken en richting mijn woning liepen. Daar bevindt zich een brandgang die op [adres 6] uitkomt. Ik rende naar boven. Ik keek uit het raam aan de achterzijde van mijn woning. Ik zag dat dezelfde twee personen nog in de brandgang liepen. (..) Ik zag dat ze [adres 6] overstaken. Ik zag dat ze over een hegje, langs de sloot, het grasveld over liepen in de richting van [adres 7]. (..)
p. 128 proces-verbaal verhoor [getuige 5] d.d. 28 augustus 2013.
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:40 uur, 08:45 uur was ik op mijn slaapkamer welke zich bevind aan de achterzijde van onze woning. Op dat moment maakte ik het raam open en op datzelfde moment hoorde ik een gil. Vervolgens zag ik 3 personen over de schutting klimmen. Ik zag dat ze vanuit de tuin van [adres 2] het gangpad in vluchtten. (..) Ik zag dat ze alle drie een bivakmuts op hadden. Ik zag dat ze alle drie donkere bovenkleding aan hadden. (..)
p. 142 proces-verbaal verhoor [getuige 6] d.d. 28 augustus 2013.
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:30 uur was ik als schilder aan het werk bij een woning gelegen aan [adres 8] te Oss. (..) Ik hoorde ineens een vrouw hard schreeuwen. Ik keek richting de overzijde van de straat en zag op de hoek twee mannen met bivakmutsen wegrennen vanuit de richting [adres 2]. Ik zag dat deze mannen de brandgang links naast de [adres 3] in renden richting [adres 6]. (..) Ik zag alleen nog wel dat één van deze twee personen iets in zijn hand had. (..) Vervolgens zag ik aan de overzijde van de straat nog een man rustig lopen. Deze liep in de richting van [adres 5].
p. 151, 152 proces-verbaal verhoor [getuige 2] d.d. 28 augustus 2013.
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:30 uur stond ik in de keuken van mijn woning. (..) Vandaag omstreeks 08:30 uur keek ik naar buiten. Ik zag dat voor onze woning een bestelbus werd geparkeerd. Ik zag dat deze bus groen van kleur was. (..) ben vervolgens naar de voordeur van mijn woning gelopen. Vanuit deze positie had ik redelijk zicht op de beide personen die uit de bus waren gestapt. Ik zag dat het hier twee mannen betroffen.
p. 136, 137 proces-verbaal verhoor [getuige 3] d.d. 28 augustus 2013.
Ik woon op [adres 9] te Oss. Vanmorgen omstreeks 08:40 uur was ik aan het wandelen met de hond. (..) Ik zag dat er komende vanaf [adres 6] te Oss over een stenen paadje langs het water, drie mannen aan kwamen lopen.
Omschrijving verdachte 1:
Geslacht : man
Lengte : 1.74 à 1.75 m lang
Kleding : zwart kort model jas, van nylonachtige stof met een embleem op de
linkerborst, met oranje en wit in het embleem.
Haar : zwart/grijs achterover gekampt
Zwart rugzakje met touwtjes, van nylon. Daarin zag ik een lang voorwerp zitten.
Omschrijving verdachte 2:
Geslacht : man
Lengte : 1.80 – 1.90 m lang
Haar : kort donkerblond haar
Leeftijd : 25 – 35 jr oud
Omschrijving verdachte 3:
Geslacht : man
Lengte : 1.75 – 1.85 m lang
Haar : kort haar met gel erin
Kleding : kort model jas, donker van kleur
p. 157 proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2013
Op 28 augustus 2013 waren wij verbalisanten belast met de algemene surveillance in district Maasland. (..) Op deze dag omstreeks 08:46 uur werden wij opgeroepen met het verzoek om met spoed naar het adres [adres 2] te Oss te gaan, alwaar een inbraak in een woning gaande zou zijn en waarbij 3 personen met bivakmutsen over de schutting zouden klimmen.
Hierop zijn wij ten spoedigste naar het opgegeven adres gereden. Op het moment dat wij in de [adres 2] kwamen, werden wij gewenkt door een aantal personen. Hierop zijn wij uitgestapt en kregen direct te horen dat de personen waren weggerend. Daarbij werd een richting gewezen. Hierop heb ik verbalisant [verbalisant 1], direct te voet de achtervolging ingezet. Hierop ben ik via een gang in de [adres 2] [adres 6] overgerend [adres 10] in. Heel in de verte zag ik enkele personen. Direct daarop zag ik een opvallend dienstvoertuig. De collega’s van dit voertuig zagen 2 personen waarvan er 1 wegrende.
p. 158 proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2013
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:46 uur kregen wij portofonisch te horen dat op [adres 2] drie mannen met bivakmutsen over een schutting zouden zijn geklommen. (..) Ter hoogte van de [adres 11] op het fietspad die gelegen is naast [adres 10] zagen wij verbalisanten twee manspersonen, in het donker gekleed door het park lopen. (..) Ik, [verbalisant 3], ben meteen het voertuig uitgesprongen en heb de twee personen aangeroepen met de woorden: “Staan blijven”. Wij zagen vervolgens dat 1 van de personen hard begon weg te rennen door het park in de richting van [adres 12]. Wij zagen dat de andere persoon bleef staan. Ik, [verbalisant 4], ben naar de man gelopen die in het park bleef staan. Ik sprak de man aan en zag dat hij licht bezweet was in zijn gezicht. Ik zag dat hij donkere kleding droeg. Ik vroeg hem hoe hij heette. Hij antwoordde dat hij [verdachte] heette. (..) In de bossages naast het fietspad waar de verdachte werd aangehouden, trof ik een zwart rugzakje aan met daarop een wit logo. In deze tas zag ik gereedschap zitten. (..) Ik, [verbalisant 3], ben achter de persoon aangerend die na het aanroepen, wegrende. Ik zag dat dit een man betrof. Ik schat dat hij tussen de 1.70 en 1.75 m lang was. Ik zag dat hij een zwarte jas en broek aanhad. Ik zag dat hij kort zwart haar had. Ik zag dat voornoemd persoon gezien vanaf het fietspad op de [adres 11] te Oss schuin het grasveld aldaar overstak. Dit grasveld ligt tussen de [adres 11] en [adres 10] in. Ik volgde de man te voet. (..) ik zag dat de man [adres 13] te Oss in rende en vervolgens gelijk rechts de brandgang in rende. Op dat moment zat ik ongeveer 3 meter achter de verdachte. De brandgang komt uit op [adres 14] te Oss. Op het moment dat ik de brandgang uitkwam, zag ik verdachte nergens meer. Ik, [verbalisant 3] had het vermoeden dat, gezien de afstand tussen ons beiden, verdachte nooit ver weg zou kunnen zijn en dat verdachte zich ergens verschuilde. Ik, [verbalisant 3], gaf mijn locatie door aan andere collega’s. (..) [verbalisant 5] en [verbalisant 6] zagen een manspersoon, die voldeed aan mijn eerder opgegeven signalement, in de tuin zitten bij adres [adres 14] te Oss. Na aanroepen werd de verdachte aangehouden. Ik herkende verdachte als zijnde de verdachte waar ik eerder achter aanrende.
p. 160 proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 augustus 2013
Op woensdag 28 augustus 2013 omstreeks 08:46 uur hoorden wij dat een melding werd uitgegeven. (..) Daarop hebben wij ons begeven in de richting van [adres 2] te Oss. (..) Vervolgens keek ik, [verbalisant 5], door de bossages die de voortuinen van de woningen [adres 15] en [adres 14] te Oss scheiden, in de voortuin van de woning [adres 14] te Oss en zag daar een persoon in donkere kleding op zijn hurken achter een struik zitten. (..) Op de plaats van aanhouding is verdachte gefouilleerd waarbij er een mes onder verdachte werd aangetroffen. (..) Wij hoorden van collega [verbalisant 7] dat er bij de insluiting van de door ons aangehouden verdachte een bivakmuts en handschoentjes werden aangetroffen.
p. 96 proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 29 augustus 2013
(..) [medeverdachte 1] is een broer van mijn vader.