ECLI:NL:RBOBR:2015:1759

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 april 2015
Publicatiedatum
31 maart 2015
Zaaknummer
01/845718-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van poging tot afpersing en diefstal met geweld in vereniging

Op 1 april 2015 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot afpersing en poging tot diefstal met geweld in vereniging. De zaak was aanhangig gemaakt na een dagvaarding op 12 november 2013, en de rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 28 augustus 2013 te Oss, waarbij de verdachte samen met anderen zou hebben geprobeerd een woning binnen te dringen met het oogmerk om geld en goederen te stelen, en daarbij geweld of bedreiging met geweld zou hebben gebruikt tegen het slachtoffer.

Tijdens de zittingen op 10 december 2013, 19 november 2014 en 18 maart 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen, en vroeg om vrijspraak. De verdediging steunde dit standpunt en verzocht eveneens om vrijspraak.

De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sterke aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte, het bewijs niet wettig en overtuigend was. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van de tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten van de benadeelde partij werden op nihil begroot. Dit vonnis is uitgesproken door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845718-13
Datum uitspraak: 01 april 2015
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1992],
wonende te [woonplaats], [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 december 2013, 19 november 2014 en 18 maart 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 november 2013.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 28 augustus 2013 te Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld en/of (een) goed(eren), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zich naar die woning heeft/hebben begeven en/of over een schutting is/zijn geklommen en/of een raam heeft/hebben geforceerd en/of die woning is/zijn binnengegaan en/of (daarbij) (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd(en) heeft/hebben getrokken en/of een mes met zich mee heeft/hebben gevoerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
EN/OF
hij op of omstreeks 28 augustus 2013 te Oss ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld en/of (een) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen zich naar die woning heeft/hebben begeven en/of over een schutting is/zijn geklommen en/of een raam heeft/hebben geforceerd en/of die woning is/zijn binnengegaan en/of (daarbij) (een) bivakmuts(en) over zijn/hun hoofd(en) heeft/hebben getrokken en/of een mes met zich mee heeft/hebben gevoerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 augustus 2013 te Oss ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning, gelegen aan de [adres slachtoffer] aldaar weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een raam van voornoemde woning heeft geforceerd en/of (vervolgens) die woning is binnen gegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en verzoekt de rechtbank om verdachte integraal vrij te spreken.

Het standpunt van de verdediging.

De verdediging stelt zich op het standpunt dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het ten laste heeft begaan en verzoekt de rechtbank derhalve om verdachte integraal vrij te spreken.

Vrijspraak.

Op 28 augustus 2013 omstreeks 08:45 uur heeft op de [adres slachtoffer] te Oss een poging tot woningbraak plaatsgevonden. Diverse getuigen zagen drie mannen die bivakmutsen droegen over de schutting van voornoemde woning klimmen.
De auto van verdachte, een [merk auto] voorzien van [kenteken], stond volgens getuigen op 28 augustus 2013 omstreeks 08:30 uur geparkeerd op de [adres slachtoffer] te Oss. Na de poging tot inbraak heeft een getuige gezien dat de bestuurder van die [merk auto] een walkie talkie voor zijn mond hield en vervolgens wegreed. De bestuurder betrof, volgens de beschrijving van die getuige, een persoon van ongeveer 40 tot 50 jaar oud en had beginnend grijs haar. Verdachte was ten tijde van het feit één en twintig jaar oud. In het dossier bevindt zich een foto (pag. 147) van de vermoedelijke daders. Die foto is gemaakt door een getuige. Een verbalisant heeft aan de hand van die foto verdachte [verdachte] ambtshalve herkend als zijnde één van de daders. De rechtbank kan echter aan de hand van voornoemde foto niet uit eigen waarneming vaststellen dat één van de mannen op die foto verdachte [verdachte] is. Verdachte is omstreeks 09:25 uur aangehouden op de [adres aanhouding] te Oss, hetgeen niet in de onmiddellijke nabijheid van de plaats delict is.
Ofschoon uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting sterke aanwijzingen voor betrokkenheid van verdachte bij het ten laste gelegde naar voren zijn gekomen, schiet het bewijs hiervoor te kort. Gelet op vorenstaande acht de rechtbank, met de officier van justitie en de verdediging, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan integraal behoort te worden vrijgesproken.

De vordering van de benadeelde partij.

Nu verdachte integraal van het hem ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij zal worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde onder primair en subsidiair niet bewezen en spreekt verdachte daarvan
vrij.

Ten aanzien van primair, subsidiair:Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer] in de vordering.

Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. E.M.J. Raeijmaekers en mr. J.M.J. Denie, leden,
in tegenwoordigheid van J. Kapteijns, griffier,
en is uitgesproken op 1 april 2015.
Mr. J.M.J. Denie is buiten staat om dit vonnis (mede) te ondertekenen.