ECLI:NL:RBOBR:2015:1679

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 maart 2015
Publicatiedatum
26 maart 2015
Zaaknummer
01/845253-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. M.L.W.M. Viering
  • mr. S.J.W. Hermans
  • mr. B. Damen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf wegens niet-naleving van bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde, die in 2013 een gevangenisstraf van 14 maanden kreeg opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden, zoals het zich houden aan aanwijzingen van de reclassering en het ondergaan van behandeling voor haar borderline problematiek en verslaving. De reclassering heeft in een rapport van 8 januari 2015 aangegeven dat de kans van slagen nihil is, gezien de stelselmatige overtredingen van de voorwaarden door de veroordeelde.

Tijdens de openbare terechtzitting op 12 maart 2015 is de vordering van de officier van justitie behandeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsrapport en de verklaringen van de reclasseringsmedewerker. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd en heeft besloten tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. De rechtbank heeft bepaald dat zes maanden van de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd, terwijl het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. M.L.W.M. Viering als voorzitter fungeerde, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845253-13
Uitspraakdatum: 26 maart 2015

Beslissing na voorwaardelijke veroordeling

Beslissing op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank betreffende veroordeelde:

[veroordeelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1982],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd te: PI Zuid Oost - HvB Ter Peel.

Het onderzoek van de zaak.

Bij onherroepelijk geworden vonnis van 17 juni 2013 onder bovengenoemd parketnummer is aan veroordeelde onder meer opgelegd:
een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
De rechtbank heeft als algemene voorwaarden gesteld dat de veroordeelde
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De rechtbank heeft als bijzondere voorwaarden gesteld:
-dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering;
- dat veroordeelde zich (uiterlijk) op 20 juni 2013 te 9.00 uur meldt bij de reclassering van het Leger des Heils, Dr. Cuyperslaan 80, 5623 BB Eindhoven. Hierna moet zij zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de reclassering nodig acht;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen voor haar borderline problematiek in combinatie met haar verslaving bij afdeling Clinical Casemanagement van de GGzE of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ten beoordeling van de reclassering;
- dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van verdovende middelen en alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek en/of urineonderzoek, waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
De rechtbank heeft bepaald dat de op grond van artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d Sr. uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
De vordering van de officier van justitie strekt tot de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf.
De vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van 12 maart 2015, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport van Leger des Heils d.d. 8 januari 2015. Uit dit advies blijkt dat betrokkene onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden.
Het Leger des Heils vermeldt in dit advies onder andere:
De reclassering is van mening dat betrokkene, gelet op een aantal in het advies vermelde overtredingen, een toezicht op dit moment onvoldoende bewerkstelligt. Betrokkene blijft zich niet conformeren aan regels, afspraken, aanwijzingen en bijzondere voorwaarden. Betrokkene overtreedt deze stelselmatig en laat zich daar niet op aanspreken. De reclassering is dan ook van mening dat op deze basis de kans van slagen nihil is. De reclassering is van mening dat [veroordeelde] onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden. Wij adviseren om over te gaan tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk strafdeel.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van de door [reclasseringsmedewerker], werkzaam bij het Leger des Heils, per e-mail aan de officier van justitie verstrekte nadere informatie
Namens het Leger des Heils heeft[reclasseringsmedewerker] ter terechtzitting verklaard te persisteren bij de inhoud van het reclasseringsrapport van 8 januari 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en hetgeen
van de zijde van veroordeelde naar voren is gebracht.

De beoordeling.

Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
In hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen en in de persoon van veroordeelde, ziet de rechtbank aanleiding te gelasten dat slechts een -hieronder te bepalen- gedeelte van de straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd. Bijzondere omstandigheden die aan de tenuitvoerlegging van dat gedeelte in de weg zouden staan zijn niet gebleken.

DE BESLISSING

De rechtbank:
Beveelt de tenuitvoerlegging van een deel, te weten zes maanden, van de straf die voorwaardelijk is opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer in het arrondissement Oost-Brabant van 17 juni 2013 en wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beslissing is genomen door:
mr. M.L.W.M. Viering, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. B. Damen, leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken op 26 maart 2015,
zijnde mr. Damen buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.