ECLI:NL:RBOBR:2015:1679
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. M.L.W.M. Viering
- mr. S.J.W. Hermans
- mr. B. Damen
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf wegens niet-naleving van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 maart 2015 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De veroordeelde, die in 2013 een gevangenisstraf van 14 maanden kreeg opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden, zoals het zich houden aan aanwijzingen van de reclassering en het ondergaan van behandeling voor haar borderline problematiek en verslaving. De reclassering heeft in een rapport van 8 januari 2015 aangegeven dat de kans van slagen nihil is, gezien de stelselmatige overtredingen van de voorwaarden door de veroordeelde.
Tijdens de openbare terechtzitting op 12 maart 2015 is de vordering van de officier van justitie behandeld. De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsrapport en de verklaringen van de reclasseringsmedewerker. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd en heeft besloten tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. De rechtbank heeft bepaald dat zes maanden van de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer zal worden gelegd, terwijl het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. M.L.W.M. Viering als voorzitter fungeerde, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.