ECLI:NL:RBOBR:2015:1549

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
23 maart 2015
Zaaknummer
01/025109-04
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 maart 2015 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren op 8 oktober 1985. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na een veroordeling voor verkrachting. De officier van justitie had op 12 februari 2015 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, welke op 10 maart 2015 ter openbare terechtzitting werd behandeld. Tijdens deze zitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft verschillende rapporten in overweging genomen, waaronder een verlengingsadvies van Reclassering Nederland en een psychiatrisch rapport van psychiater L.H.W.M. Kaiser.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde tijdens zijn behandeling geen seksueel deviant gedrag of fysieke agressie heeft vertoond. Het recidiverisico werd door de reclassering ingeschat als laag/gemiddeld, maar er waren zorgen over zijn impulsiviteit en de gevolgen van zijn aandoeningen. De rechtbank heeft de belangen van de terbeschikkinggestelde afgewogen tegen de veiligheid van anderen. Ondanks de zorgelijke signalen en de houding van de terbeschikkinggestelde, oordeelde de rechtbank dat de risico's niet voldoende zwaar wogen om een verlenging van de terbeschikkingstelling te rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025109-04
Uitspraakdatum: 24 maart 2015

Beslissing afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te Eindhoven op 08 oktober 1985,
[woonplaats], [adres]

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 april 2005 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 4 maart 2014, met één jaar verlengd. De verpleging van overheidswege is bij beslissing van 18 oktober 2013 door de rechtbank voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 februari 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 maart 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een rapport (verlengingsadvies) van Reclassering Nederland d.d. 11 februari 2015;
- een psychiatrisch rapport van L.H.W.M. Kaiser, psychiater, d.d. 9 februari 2015;
- een voortgangsverslag van Reclassering Nederland d.d. 6 februari 2015, ter terechtzitting van 10 maart 2015 overgelegd door H.J.G.P. Vloet, reclasseringswerker.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd verlengingsadvies van de reclassering is onder meer het navolgende gesteldRecidiverisico
Betrokkene heeft tijdens zijn behandeling geen seksueel deviant gedrag laten zien of fysieke agressie getoond. In de seksuele anamnese bleek geen afwijkend gedrag te worden waargenomen. Betrokkene is een man met beperkingen op sociaal en cognitief gebied.
Gekozen is voor een pragmatische insteek en indien betrokkene ondersteuning krijgt op sociale en cognitieve gebieden is het professionele eindoordeel ten aanzien van het recidiverisico als laag gemiddeld te beschouwen. Als deze ondersteuning weg zou vallen, zou dat risico kunnen toenemen tot een hoog gemiddeld risico. Er is een laag gemiddeld risico op onttrekking van de voorwaarden. Betrokkene heeft zich ten tijde van de voorwaardelijke beëindiging van de TBS zo goed mogelijk binnen zijn kunnen aan de voorwaarden gehouden (hierbij gerekend dat hij zich nog al eens vergiste in de tijdsafspraken met reclassering en begeleider van[instelling] of de diabetesverpleegkundige). Bij te late ontdekking daarvan nam hij meestal zelf initiatief om een nieuwe afspraak te realiseren. Als betrokkene zelf het nut er niet van inziet dan lukt hem dat niet en is hij afhankelijk van de inzet van anderen. Het toezicht van [terbeschikkinggestelde] heeft wel extra inzet nodig van toezichthouder en begeleider van[instelling] om de continuïteit vast te houden. Er is op dit moment geen actueel risico op letselschade voor personen.
Advies reclassering
Het huidige toezicht heeft tot op heden laten zien dat er sprake is van een resocialisatietraject waarbij de kans op vermindering van de kans op recidive niet geheel duidelijk is geworden. [terbeschikkinggestelde] laat zien hier de nodige aansturing nodig te hebben (welke hijzelf vorig jaar trachtte aan te kunnen door o.a. een boekhoudbureau in te schakelen). Woonbegeleiding (bijvoorbeeld via begeleid wonen of bewindvoering) wijst betrokkene resoluut af, er valt niet over te praten. Zelf kunnen beslissen is voor betrokkene erg belangrijk. Zijn vloerenbedrijf is heilig en zorgt ervoor dat betrokkene bij dreigend faillissement dreigt zichzelf te suïcideren. Er heeft onlangs overleg plaatsgevonden met de buurtcoördinator van politie te[wijk], [buurtcoordinator], over de alarmerende signalen betreffende betrokkenes gedrag.
De verwachting is dat betrokkene nog geruime tijd ondersteunende begeleiding nodig zal hebben om hem een 'zachte' landing te kunnen laten maken in de maatschappij.
Dankzij de flexibiliteit van behandelaar en reclassering is het resocialisatietraject voortgezet, ondanks het feit dat betrokkene zich niet altijd heeft geconformeerd aan de afspraken. De verwachting is dat de risico's niet onmiddellijk zullen stijgen, maar wel op termijn als de structuur wegvalt. Bij verlenging is het wenselijk om de voorwaarden aan te houden, waarmee de risico's beperkt blijven. Mogelijk kunnen we de contacten in het kader van het toezicht in frequentie geleidelijk verminderen om te bekijken of betrokkene desondanks de gewenste gedragsverandering kan vasthouden. De reclassering geeft de rechtbank in overweging om de tbs te verlengen met een jaar en de voorwaardelijke beëindiging te continueren.
Voornoemd voortgangsverslag toezicht van de reclassering houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Laatste risicotaxatie
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag/gemiddeld. Betrokkene heeft tijdens zijn behandeling geen seksueel deviant gedrag laten zien of fysieke agressie getoond. Betrokkene is een man met beperkingen op cognitief en sociaal gebied. Een pragmatische insteek met ondersteuning op sociale en cognitieve gebieden zou een laag gemiddelde kans op recidive met zich meebrengen. Daar betrokkene trouw is in het nakomen van afspraken wordt ingeschat dat er een laag/gemiddeld risico is op onttrekken aan de voorwaarden.
Ook wordt ingeschat dat er geen actueel risico op letselschade is. Betrokkene heeft geen wraakgevoelens naar de slachtoffers, die hem in zijn ogen ten onrechte hebben beschuldigd.
Conclusie:
Het toezicht heeft in een rumoerige tijd wel doorgang kunnen vinden. De andere afspraken met betrokkene (ziekenhuis, behandelaar) verliepen moeizaam. Betrokkene is naar toezichthouder open over zaken die hem bezighouden, in die zin lijkt het redelijk te gaan met het risicomanagement van betrokkene. Echter de signalen van de laatste maanden (problematische einde van relatie, het over en weer stalken en bedreigen van die ex en haar vriend met betrokkene, de verwaarloosde controle over zijn diabetes en schildklierfunctieen de belabberde financiële kanten, de boetes en ongelukken) laten zien dat het advies van de reclassering voor verlenging van de maatregel niet onterecht is. De heer [terbeschikkinggestelde] laat zich onvoldoende aansturen op zijn impulsieve gedrag en heeft weinig oog voor de risico's die hij loopt door zijn keuzes en gedrag. Het reclasseringstoezicht in het kader van voorwaardelijke beëindiging wordt op dezelfde wijze voortgezet en volgens voorschrift wordt over drie maanden opnieuw een voortgangsverslag uitgebracht.
Voornoemd rapport van de psychiater L.H.W.M. Kaiser, houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Conclusie
De kans op herhaling van het indexdelict wordt als laag ingeschat. Hij heeft belastende
factoren in zijn huidige leefwijze en hij geeft kennelijk problemen. Maar ondanks dat zijn er
geen pre-delictfactoren bekend en is er geen recidive. Er is onvoldoende zicht te krijgen op
zijn leefwijze nu en zijn seksualiteitsbeleven, zodat onderzoeker geen uitspraak kan doen over het gevaar van herhaling als hij nu zonder TBS-kader zou zijn. Er is geen reden om te
veronderstellen dat hij in herhaling zal vervallen als hij zonder TBS zou zijn, maar het kan niet uitgesloten worden. Onderzoeker heeft onvoldoende zicht op zijn leefsituatie en seksuele beleven. Het risico is aanwezig dat er dermate problemen zijn dat hij het niet redt als hij de huidige hulp niet meer krijgt. De behandeling in de TBS is mogelijk ondersteunend en mogelijk gaat er enige meerwaarde vanuit dat hij herinnerd wordt aan het verboden zijn van de indexdelicten en dat hij daardoor nog enigszins begrensd kan worden. Maar het is ook mogelijk dat de huidige begeleiding geen toegevoegde waarde heeft boven algemene maatschappelijke opvang.
Er is sprake van zwakbegaafdheid. Onderzoeker kan geen uitspraak doen over zijn
persoonlijkheid.
De kans op herhaling van de indexdelicten wordt als mogelijk laag ingeschat uitgaande van de huidige voorhanden zijnde informatie. Betrokkene zelf ontkent de delicten. Er is in de klinische fase van de TBS geen seksuele stoornis aangetoond. Er zijn nu geen predelictsignalen bekend ondanks problematische levensomstandigheden.
Onderzoeker is het eens met het begeleidingsplan van de reclassering. Het is wel de vraag
welk probleemgedrag delictgerelateerd is bij hem en of hij begeleiding nodig heeft in een TBS-kader. Onderzoeker heeft de indruk dat er voor betrokkene een corrigerende invloed uitgaat van de reclassering daar hij zelf de indexdelicten ontkent. Hij laat wel blijken dat hij zich bewust is van de gevolgen als bij de indexdelicten gepleegd zou hebben en heeft in die zin mogelijk geleerd vanuit het strafprincipe. Maar onderzoeker kan niet inschatten in hoeverre dit leereffect overschaduwd wordt door de gebrekkige gewetensfunctie en impulscontroleproblematiek. De begeleiding van de reclassering kan er betekenis in hebben om hem met name bewust te laten zijn van mogelijke consequenties van overschrijding van de voorwaarden. Onderzoeker kan door de beperkingen in het onderzoek niet beoordelen welk gewicht daaraan gegeven moet worden.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het incident met het politiewapen komt er in feite op neer dat de politie met acht mensen bij mij thuis is binnengevallen enkel en alleen omdat die vriend van mij met dat wapen heeft staan zwaaien. Dat wapen was van hem. Er is geen wapen bij mij thuis aangetroffen.
Ten aanzien van de heling van een scooter ben ik al veroordeeld. Ik heb een boete gekregen.
Vanwege mijn suikerziekte ging het op gegeven moment minder met de zaak. Nu gaat het beter en heb ik niet te klagen over het werk. Ten gevolge van stress speelt de suikerziekte op en dat heeft weer een slechte uitwerking op mijn ogen.
Het is niet juist dat ik mensen gebruik voor mijn eigen doeleinden. Ik ben niet bereid om een discussie te voeren over mijn vermeende zwakbegaafdheid. Ook over mijn copingvaardigheden ga ik niets melden. Ik hoor het wel of de TBS al of niet wordt verlengd. Ik heb niets geleerd vanuit het strafprincipe. Ik ben onschuldig. De vriend van mijn ex komt aan de beurt, ik timmer hem op z’n bek. Aan het rapport van de psychiater heb ik geen moer toe te voegen. Ik heb nog contact met[instelling]. Ik doe braaf mee aan het programma. Ik woon bij mijn vader. Dat gaat wel goed. Ik bepaal zelf wat ik wil. Soms zijn er conflicten. Ik ben bezig een B.V. op te richten. Ik herken mij niet in de stelling dat ik impulsief ben. Ik doe alles met voorbedachten rade. In 9 van de 10 gevallen als ik iets doe, ben ik stoned. Ik ben dan juist rustig door de wiet en niet impulsief. Ik heb boetes van in totaal tussen 3.000 en 3.500 euro. Ik doe niet stoer en leuk. Ik zeg normaal niet dat ik zelfmoord wil plegen. Misschien wel als mijn suikerspiegel hoog is. Het boeit mij eigenlijk allemaal geen reet. Verder heb ik niets te klagen. Ik zal niet meewerken aan een regulier traject. Ik krijg geen afbetalingsregeling voor wat betreft de boetes. Mijn compagnon wil graag de epoxywereld in. Als de rechtbank beslist om de TBS te verlengen dan ga ik in beroep.
De deskundige[reclasseringswerker], reclasseringswerker, optredend namens Reclassering Nederland, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De contacten met betrokkene zijn stabiel. Hij is trouw. Zijn copingvaardigheden zijn beperkt. Verder is hij zwakbegaafd. Er zijn forse bedreigingen geweest aan het adres van betrokkene. Er is een ruit ingegooid. Er is ook een brandbom gegooid. Het gevaar is zijn impulsiviteit. Dat is een zorgpunt. Ten gevolge van zijn aandoeningen (diabetes en schildklierziekte) heeft betrokkene een angst ontwikkeld voor het ziekenhuis. Hij probeert vaak onder afspraken of behandeling uit te komen. Dat leidt tot problemen. Hij heeft 2 auto-ongelukken gehad. Een van die auto-ongelukken was het gevolg van zijn suikerziekte.
In de wijk maakt men zich de laatste weken ook zorgen over betrokkene gelet op zijn gedrag. De behandelaar en ik hebben betrokkene toegestaan om beperkt wiet te roken. Daardoor worden zijn angsten afgeremd.
Op pagina 7 van het verlengingsadvies staat als advies:
Het huidige toezicht heeft tot op heden laten zien dat er sprake is van een resocialisatietraject waarbij de kans op vermindering van de kans op recidive niet geheel duidelijk is geworden.
De reclassering heeft daarmee bedoeld te zeggen dat er geen seksueel deviant gedrag is, maar wel ander deviant gedrag dat kan leiden tot ongelukken. Dat is de zorg van de reclassering.
Op pagina 8 van het verlengingsadvies wordt vermeld:
De verwachting is dat de risico’s niet onmiddellijk zullen stijgen, maar wel op termijn als de structuur wegvalt.
Ik voeg daaraan toe dat begeleiding door het FACT-team mogelijk is, maar als dat wegvalt gaat hij zijn eigen gang, zegt betrokkene zelf. Ik zie het somber in als de TBS wegvalt.
Elke week bespreken we de week daaraan voorafgaand in de hoop dat er iets beklijft. Het werkt regulerend. Betrokkene heeft weinig inzicht. Het is een langdurig proces. Betrokkene staat open voor adviezen, maar daar hebben we wel veel tijd voor nodig, meerdere jarenWe gaan op dezelfde manier door. Het FACT-team geeft persoonlijke begeleiding. De compagnon van betrokkene heb ik slechts één keer gezien. De compagnon gaat het zakelijke werk doen en betrokkene enkel het vloerenleggen, want daar is hij goed in. De compagnon zal betrokkene helpen bij het regelen van een afbetalingsregeling in verband met de opgelegde boetes. Qua zorg voelt de inzet van de compagnon goed aan. Betrokkene is bereid om naar België te verhuizen om aldus dichter in de buurt te wonen van zijn compagnon. Het belang van de compagnon is uitbreiding van zijn zaak in België.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De vraag dient te worden beantwoord of er gevaar is voor de maatschappij. Betrokkene heeft altijd de gronddelicten ontkend.
Betrokkene is het resocialisatietraject ingegaan. De reclassering stelt dat als het kader wegvalt, op termijn de risico’s stijgen. Betrokkene bevestigt dit beeld als hij zelf zegt dat hij de vriend van zijn ex-vriendin op zijn bek zal timmeren na afloop van de TBS. Hij doet agressieve uitlatingen. Uit zijn houding blijkt ook dat hij niet mee wil werken. Als het kader van de TBS wegvalt dan ontstaan er grote risico’s. Ik persisteer dan ook bij de vordering tot verlenging van de TBS met één jaar en met continuering van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt zegt wat hij denkt, maar hij maakt niet waar wat hij zegt. Het is niet zo dat hij in 7 sloten tegelijk loopt. Hij houdt van zijn werk. Op het moment dat hij ziek wordt, krijgt hij last van onmachtgevoelens en gaat het met het werk steeds minder goed. Ondanks het feit dat hij een lastige periode meemaakt, heeft hij zich niet ingelaten met criminele activiteiten. Cliënt zegt met betrekking tot de vriend van zijn ex-vriendin: “hij komt wel een keer aan de beurt”. Hij heeft dat wel gezegd, maar dat zal allemaal wel niet zo’n vaart lopen. Betrokkene toont geen seksueel deviant gedrag. De reclassering is van mening dat het gevaar voor herhaling wel meevalt. De compagnon van betrokkene neemt de financiële perikelen op zich. Dat is goed voor cliënt. Cliënt wil dat de maatregel eindigt. Ik verzoek derhalve de rechtbank om de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS af te wijzen.
De rechtbank overweegt als volgt.
De verpleging van overheidswege is bij beslissing van 18 oktober 2013 door de rechtbank voorwaardelijk beëindigd. Van cruciaal belang is het antwoord op de vraag of de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Uit de rapporten van de reclassering als voornoemd en het rapport van de psychiater komt naar voren dat betrokkene tijdens zijn behandeling geen seksueel deviant gedrag of fysieke agressie heeft getoond. Het gevaarsrisico wordt als laag-gemiddeld ingeschat.
De door de reclassering aangehaalde incidenten en de door de psychiater genoemde belastende factoren voor probleemgedrag zijn zorgelijk te noemen, evenals de houding van betrokkene ter terechtzitting, maar in de afweging tussen enerzijds het risico voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en anderzijds het belang van betrokkene in verband met de voortzetting dan wel beëindiging van de terbeschikkingstelling, wegen deze aspecten naar het oordeel van de rechtbank - ook bezien in relatie tot de indexdelicten - onvoldoende zwaar om opnieuw een verlenging van de terbeschikkingstelling te rechtvaardigen.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een verlenging van de terbeschikkingstelling niet meer gerechtvaardigd is, om welke reden de rechtbank de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zal afwijzen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.T. Heblij, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. C.J. Sangers-De Jong, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 24 maart 2015.
Mr. Heblij is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.