ECLI:NL:RBOBR:2015:1547

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
23 maart 2015
Zaaknummer
01/860172-14
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van straf voor bezit van kinderporno en ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno en het laten verrichten van ontuchtige handelingen door een minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 2 november 2013 in Eindhoven en Alblasserdam meermalen ontuchtige handelingen heeft laten verrichten door een 13-jarig meisje, en dat hij in het bezit was van kinderpornografisch materiaal. De verdachte had een grote hoeveelheid zelfgebrande cd's en dvd's met pornografische afbeeldingen, en hij heeft bewust de kans aanvaard dat hij ook afbeeldingen van kinderen zou downloaden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en legde een taakstraf van 180 uren op, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een gevangenisstraf van één dag. Daarnaast werd de verdachte onderworpen aan bijzondere voorwaarden, waaronder toezicht van de reclassering. De rechtbank overwoog dat de verdachte blijk gaf van berouw en dat hij hulp had gezocht voor zijn problematiek. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, en de beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/860172-14
Datum uitspraak: 24 maart 2015
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1967],
wonende te [woonplaats], [adres verdachte].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 maart 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 januari 2015.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, meermalen althans eenmaal,
in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 02 november 2013,
te Eindhoven, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een hoeveelheid afbeeldingen, te
weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
en/of
(telkens) (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) hoeveelheid
afbeelding(en) te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een)
film(s), te weten (een) CD/DVD's (beslagcodes 178-07-43 en/of 178-07-45) en/of een harde schijf (afkomstig uit een computer merk Aragorn met beslagcode 178-06)
- in bezit heeft gehad en/of - zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft (te weten: Whatsapp),
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong en/of) van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft
bereikt
en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft
bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong en/of
en/of
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
welke foto('s) en/of video('s) en/of film(s) (deels) zijn beschreven in het aanvullend proces-verbaal d.d. 31 juli 2014 en pagina 198 van het proces-verbaal met als sluitingsdatum 16 april 2014;
2.
hij, meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2012 tot en met 02 november 2013 te Eindhoven en/of Alblasserdam, in elk geval in Nederland, (telkens) [Slachtoffer 1] (geboren op: [geboortedatum slachtoffer 1]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft laten verrichten gepleegd, te weten (telkens):
- het zich geheel of gedeeltelijk ontkleden en/of
- het tonen en/of betasten van de (blote) borsten en/of (ontbloot) onderlichaam en/of vagina en/of (vervolgens) plassen en/of
- het inbrengen van (een) vinger(s) in de vagina,
terwijl voornoemde [Slachtoffer 1] van deze ontuchtige handelingen (een) foto('s) en/of film(s) heeft gemaakt, in elk geval deze ontuchtige handelingen aan/voor hem, verdachte, zichtbaar heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1. in de periode van 01 augustus 2012 tot en met 02 november 2013 te Eindhoven,
gegevensdragers, te weten CD/DVD's (beslagcodes 178-07-43 en 178-07-45) en een harde schijf (afkomstig uit een computer merk Aragorn met beslagcode 178-06), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en films,
- in bezit heeft gehad en/of - zich daartoe met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
(te weten: Whatsapp),
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het vaginaal penetreren met de vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de vinger(s)/hand
en
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
welke foto's en films zijn beschreven in het aanvullend proces-verbaal d.d. 31 juli 2014 en pagina 198 van het proces-verbaal met als sluitingsdatum 16 april 2014;
2. in de periode van 01 augustus 2012 tot en met 23 februari 2013 te Eindhoven en/of Alblasserdam, telkens [Slachtoffer 1] (geboren op: [geboortedatum slachtoffer 1]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft laten verrichten, te weten:
- het zich gedeeltelijk ontkleden en
- het tonen en betasten van de blote borsten en ontbloot onderlichaam en vagina en vervolgens plassen en
- het inbrengen van vingers in de vagina,
terwijl voornoemde [Slachtoffer 1] van deze ontuchtige handelingen foto’s en films heeft gemaakt, in elk geval deze ontuchtige handelingen aan hem, verdachte, zichtbaar heeft gemaakt.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1.De rechtbank stelt vast dat op de CD’s/DVD’s in totaal 2 kinderpornografische foto’s zijn aangetroffen. Verder stelt de rechtbank vast dat op de harde schijf in totaal 4 (unieke) kinderpornografische films zijn aangetroffen, aangezien de 2 andere aangetroffen films duplicaten betreffen.

De rechtbank overweegt dat voor het bezit van kinderpornografisch materiaal als bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht opzet, tot uitdrukking komend in een zekere beschikkingsmacht, is vereist. Op de 49 zelfgebrande CD’s/DVD’s van verdachte zijn veelal (niet strafbare) pornografische afbeeldingen van jonge vrouwen aangetroffen. Verdachte heeft ter terechtzitting ten aanzien van deze afbeeldingen verklaard slechts de intentie te hebben gehad om pornografische afbeeldingen van jonge vrouwen te downloaden en op zijn gegevensdragers op te slaan. De rechtbank is van oordeel dat verdachte bij het downloaden van dergelijke grote hoeveelheden pornografische afbeeldingen, waarbij hij gebruik maakte van risicovolle zoektermen gerelateerd aan sekspagina’s met jeugdige/jonge meisjes, bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij daarmee ook afbeeldingen van kinderen van een nog jongere leeftijdscategorie zou downloaden. Daarmee is aan het (voorwaardelijk) opzetvereiste voldaan. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte ook de 2 kinderpornografische foto’s – die hij zelf bestempelt als “bijvangst” – in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

Een werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis.
Daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan de volgende bijzondere voorwaarden gekoppeld: toezicht van de reclassering ook als dat inhoudt een ambulante behandeling in verband met zijn problematiek op seksueel gebied.
Voorts onttrekking aan het verkeer van 1 computer, merk Aragorn, kleur zwart (goednr. 178-06) en 2 CD-rom's (goednr.178-07-43 en 178-07-45, opslagmedia).
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft een 13-jarig meisje ertoe bewogen ontuchtige handelingen met zichzelf te verrichten, daarvan foto’s en films te maken en dit beeldmateriaal vervolgens naar verdachte te sturen. Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met een minderjarig meisje. Daarbij heeft verdachte niet stilgestaan bij de gevoelens van dit meisje en de mogelijke gevolgen voor haar. Hij heeft slechts gehandeld ter bevrediging van zijn eigen behoeften. Verdachte heeft daarbij inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het meisje en haar lichamelijke integriteit aangetast.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van twee kinderpornografische foto’s en vier filmpjes betreffende het hiervoor bedoelde meisje.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij – naast de 4 filmpjes van het minderjarige meisje – slechts 2 kinderpornografische foto’s in zijn bezit heeft gehad. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte op zoek was naar legaal (volwassenen-) pornografisch materiaal, maar door het niet nemen van afdoende maatregelen ook in beperkte mate kinderpornografisch materiaal heeft binnengehaald.
Daarnaast weegt de rechtbank mee dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen en er sinds het plegen van de feiten een aanzienlijke periode is verstreken. Verdachte heeft er blijk van gegeven dat hij de ernst van het door hem aan zijn slachtoffer aangedane leed inziet en hij heeft oprecht berouw getoond. Verder is verdachte op eigen initiatief op zoek gegaan naar een behandeling voor zijn problematiek in samenhang met de gepleegde delicten. Hij heeft hulp gezocht bij een seksuoloog en is daar gedurende acht maanden onder behandeling geweest.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving en gelet op de toepasselijke wetgeving, niet kan worden volstaan met het (uitsluitend) opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van één dag. De rechtbank geeft de voorkeur aan deze strafmodaliteit, teneinde het opleggen van een taakstraf, welke zij geïndiceerd acht, mogelijk te maken. Gelet op de behandeling die verdachte reeds heeft ondergaan, acht de rechtbank reclasseringstoezicht niet geboden.

Beslag.De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp waarvan de feiten zijn begaan en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 22b, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b, 247.

DE UITSPRAAK

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1: een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
T.a.v. feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd. Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
T.a.v. feit 1, feit 2: Gevangenisstraf voor de duur van 1 dag.
T.a.v. feit 1, feit 2: Werkstraf voor de duur van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis.
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen, te weten: 1 computer, merk Aragorn, kleur zwart (goednr. 178-06) en 2 CD-rom's (goednr.178-07-43 en 178-07-45, opslagmedia).
Dit vonnis is gewezen door:
Mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter,
Mr. J.H.P.G. Wielders en mr. P.T. Heblij, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken op 24 maart 2015.
Mr. Heblij is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.