ECLI:NL:RBOBR:2015:1297
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor drugshandel en deelname aan een criminele organisatie in 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van drugshandel en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 mei 2014 in 's-Hertogenbosch, samen met anderen, meermalen cocaïne en heroïne heeft bereid, verkocht en vervoerd. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte onder andere werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en heroïne en deelname aan een organisatie die zich bezighield met drugshandel. Tijdens de zittingen op 10 september 2014, 4 december 2014 en 25 februari 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte gehoord. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de resultaten van politieonderzoeken in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het handelen in cocaïne en heroïne, maar sprak hem vrij van deelname aan de criminele organisatie, omdat dit niet bewezen kon worden. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en stelde voorwaarden aan het voorwaardelijke deel van de straf, waaronder toezicht van de reclassering en deelname aan gedragsinterventies. Daarnaast werden er beslissingen genomen over inbeslaggenomen goederen, waarbij sommige goederen werden teruggegeven en andere verbeurd verklaard.