ECLI:NL:RBOBR:2015:1236

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 februari 2015
Publicatiedatum
6 maart 2015
Zaaknummer
01/825047-08
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar in verband met poging tot doodslag en psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 februari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die ter beschikking was gesteld na een poging tot doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De betrokkene, geboren in 1974 en verblijvende bij een kliniek, heeft in het verleden te maken gehad met een chronisch psychotische stoornis en middelenmisbruik. De rechtbank heeft de rapporten van verschillende deskundigen in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de betrokkene goed meewerkt aan zijn behandeling en dat er een laag risico op recidive is binnen de huidige behandelstructuur. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen om de continuïteit van zorg te waarborgen en de kans op terugval in delictgedrag te minimaliseren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en heeft de officier van justitie in overweging gegeven om voor de volgende zitting een rapport op te laten maken over de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden unaniem hebben ingestemd met de verlenging van de maatregel.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825047-08
Uitspraakdatum: 23 februari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1974],
verblijvende bij [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 18 maart 2014, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 27 januari 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 februari 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het rapport van [kliniek] d.d. 11 december 2014, ondertekend door
R.A. Jaarsma, GZ psycholoog, behandelcoördinator Transmuraal Team, en
H.J. Beintema, psychiater, directeur behandelzaken, plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
- het rapport d.d. 8 januari 2015, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater;
  • het rapport d.d. 10 januari 2015, opgemaakt door A.J. de Groot, psycholoog;
  • de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In
voornoemd advies van de inrichtingis onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Er is sprake van een chronisch psychotische stoornis in het kader van een schizo-affectieve stoornis (bipolaire type). Daarnaast is er sprake van een gegeneraliseerde angststoornis. In de voorgeschiedenis is er sprake van fors middelenmisbruik, hetgeen waarschijnlijk luxerend en aggraverend heeft gewerkt ten aanzien van de psychosen. (…)
Om het resocialisatietraject en verdere inbedding in de maatschappij goed te laten verlopen, is het belangrijk dat wordt getoetst welke mate van toezicht, zorg en ondersteuning nodig is om niet terug te vallen in delictgerelateerde gedragingen.
Betrokkene onderkent dat er sprake is van een chronisch psychotische stoornis, neemt trouw zijn medicatie en werkt over het algemeen goed mee aan de behandeling. Hij gedijt goed binnen de huidige structuur en begeleiding. De kliniek beschikt sinds oktober 2013 over een machtiging voor transmuraal verlof. Dit biedt de mogelijkheid om betrokkene verder te toetsen op vaardigheden en het nemen van verantwoordelijkheden. Op dit moment achten wij het huidige tbs-kader nog van groot belang voor het beperken van het risico op delictgedrag. Het blijft gezien de kwetsbaarheid van betrokkene van belang het resocialisatietraject geleidelijk vorm te geven, om op die manier zijn draagkracht niet te overschrijden. Momenteel wordt onderzocht welke vervolgvoorziening het beste aansluit bij betrokkene, wat naar verwachting richting beschermd wonen zal gaan in de buurt van zijn ouders. Hier is ook overeenstemming met betrokkene over bereikt. De inschatting is dat
betrokkene bij te grote stappen in het resocialisatietraject of zonder adequate zorg en begeleiding het overzicht verliest en verminderd in staat is om verhoogd risico situaties te hanteren. Zonder juridische maatregel wordt de kans op een terugval in delictgerelateerd gedrag op de lange termijn als ‘matig-hoog’ ingeschat.
Toezicht, controle en duidelijke afspraken en (juridische, verlof-) kaders blijven naar mening van FPC van essentieel belang om inbedding in de maatschappij geleidelijk en op gedegen en verantwoorde wijze te kunnen vormgeven. Vooralsnog kunnen deze factoren enkel in voldoende mate worden geborgd binnen een tbs-kader met dwangverpleging.
Om de continuïteit van de zorg te kunnen blijven waarborgen en de kans op recidive te beperken achten wij het nodig dat de maatregel tbs met dwangverpleging van kracht blijft gedurende het aankomende jaar. (…)
Betrokkene bevindt zich nu in de resocialisatiefase en er wordt momenteel toegewerkt naar een passende vervolgsetting, wat gepaard gaat met meer blootstelling aan verhoogd risicosituaties (zoals hoge mate van stress, eventuele tegenslagen). De mogelijkheid tot snel en dwingend ingrijpen tijdens deze stappen in de resocialisatie zijn noodzakelijk en kan enkel voldoende geborgd worden binnen een tbs-kader met dwangverpleging. Na één jaar kan worden bezien welke vorderingen betrokkene in zijn traject heeft gemaakt en of voortzetting van de dwangverpleging nog gewenst en noodzakelijk wordt geacht. (…)
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met één jaar. (…)
In
voornoemd psychiatrisch rapport(zesjaars-rapportage van externe gedragsdeskundige) is onder meer het navolgende gesteld:

(…) Er is bij betrokkene sprake van een schizo-affectieve stoornis, middels medicatie grotendeels in remissie en een afhankelijkheid van verschillende middelen, nu in remissie. (…) Binnen de huidige behandelstructuur met toezicht en begeleiding wordt de kans op herhaling van strafbare feiten als het indexdelict als laag geschat. Wanneer de tbs wordt beëindigd en toezicht en begeleiding wegvallen, is de kans op herhaling hoog. (…) Zoals (…) aangegeven wordt geadviseerd om de huidige resocialisatie met een uitplaatsing naar een begeleide woonvorm (RIBW) of begeleid (zelfstandig) wonen voort te zetten met voldoende controle-elementen zodat kan worden getoetst in welke mate begeleiding en controle nodig blijven voor betrokkene om stabiel te blijven functioneren. (…)
Op grond van het bovenstaande wordt geadviseerd de TBS maatregel te verlengen met één jaar. Een verlenging van één jaar zou voor betrokkene als een beloning kunnen fungeren voor zijn al jarenlange goede gedrag en een stimulans voort te gaan met zichzelf te bewijzen in de maatschappij. Wanneer betrokkene stabiel blijft functioneren in een vervolgsetting, valt een voorwaardelijke beëindiging te overwegen. (…) Geadviseerd wordt de verpleging te continueren. (…)
In
voornoemd psychologisch rapport(zesjaars-rapportage van externe gedragsdeskundige) is onder meer het navolgende gesteld:

(…) Er is bij betrokkene sprake van een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type en afhankelijkheid van diverse middelen, volledig in remissie. Tevens is er sprake van een gegeneraliseerde angststoornis. (…)
Hoe is het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag gestructureerd in te schatten?
Laag risico op geweldsdelicten binnen het huidige risicomanagement (transmuraal verblijf in de nabijheid van [kliniek]).
Laag tot matig risico op geweldsdelicten in de vrije maatschappij zonder maatregelkader. (…)
Wordt klinisch taxerend bezien of- en in hoeverre er sprake is van een verhoogde kans op delictrecidivering in engere zin zonder tbs kader, dan is de kans hierop klein, zolang er een beschermde omgeving is die kan bufferen tegen te veel sociale en/of maatschappelijke blootstelling. De opbouw van recidivegevaar verloopt via psychische ontregeling in het kader van zijn schizo-affectieve stoornis.(…)
Betrokkene zal gelet op de structurele kwetsbaarheid, inherent aan zijn stoornis, duurzaam een vorm van bescherming en/of zorg nodig hebben. Hierbinnen is het van belang dat betrokkene zoveel mogelijk autonomie als verantwoord is kreeg toebedeeld. Betrokkene is verder gebaat bij een voorspelbare, vertrouwde omgeving en vertrouwde professionals. Dit omdat hij snel angstig raakt als situaties nieuw, onoverzichtelijk of ambigu zijn.
Tevens is binnen het zorg- en risicomanagement van belang dat de stemming van betrokkene goed wordt gemonitord dat bij toenemende somberheid dan wel toenemende enthousiaste verkokering van het denken rondom een thema (doorschieten) interventies, hier aandacht voor is. (…)
Te adviseren valt de maatregel tbs te verlengen met een jaar. (…) Geadviseerd wordt om het bevel tot verpleging hierbij te continueren. (…)

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik heb de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt. Ik kan me vinden in het verlengingsadvies. Ik blijf mijn beste beentje voorzetten.
Ik wil graag naar een RIBW gaan.
U vraagt mij hoe ik de oriëntatiegesprekken in Utrecht en Rotterdam heb ervaren. Ik neig meer naar [instelling 1]. Dit komt door het gevoel dat het mij gaf en door de omgeving. De oriëntatiegesprekken zijn puur informatief.
De
deskundige mevrouw Jellema, optredend namens voormelde inrichting, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het komende jaar zal naar een vervolgvoorziening worden gekeken. Betrokkene heeft zelf de wens zich in een RIBW te vestigen. Wij hebben daar vertrouwen in. Er hebben twee oriënterende gesprekken plaatsgevonden, één bij [instelling 1] in Rotterdam en één bij [instelling 2]in Utrecht. Er zullen ook nog oriëntatiegesprekken met andere instellingen gaan plaatsvinden. Betrokkene zal samen met de uitstroomcoördinator diverse instellingen bezoeken. Het is belangrijk om een goed gevoel bij een plek te hebben. Betrokkene wil zo dicht mogelijk bij zijn familie in[gemeente] in de buurt wonen.
We hebben dit jaar nog nodig. Het is de bedoeling dat de overplaatsing naar de RIBW binnen dat jaar wordt gerealiseerd. Daarna kunnen we kijken of proefverlof aan de orde kan zijn.
Er kan een intakegesprek bij [instelling 1] in Rotterdam plaatsvinden. De verwachting is dat betrokkene daar ook terecht kan. Ik ben niet bekend met de wachtlijst daar.
Betrokkene zoekt in toenemende mate hulp op. Hij heeft de coördinator een keer een brief geschreven toen hij zich niet mondeling kon uiten.
Een verandering kan een hoop spanningen met zich brengen. Rotterdam is anders dan het rustige Groningen. Gekeken moet worden wat voor spanningen het oplevert.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Betrokkene heeft de positieve lijn voortgezet. De kliniek geeft aangegeven dat het gevaar op herhaling op de lange termijn als matig tot hoog wordt ingeschat. Daarmee is aan het gevaarscriterium voldaan. De kliniek heeft aangegeven dat het goed gaat, maar dat het van belang is de weg van de geleidelijkheid te blijven volgen. De kliniek verwacht dat de plaatsing in de RIBW dit jaar verder vorm zal worden gegeven. De kliniek is er actief mee bezig. De kliniek geeft aan dat het afwachten is hoe betrokkene binnen die setting zal functioneren.
Ik verzoek u de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging met één jaar te verlengen.
De
raadsman van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Alle formaliteiten zijn in acht genomen.
De neuzen staan dezelfde kant op. Mijn cliënt heeft mij vorige week op mijn kantoor bezocht. Hij mailt mij regelmatig over een aantal vraagpunten. Mijn cliënt is tevreden. Zijn resocialisatie verloopt prima, zoals hij aangaf. Hij heeft transmuraal verlof met twee overnachtingen. Mijn cliënt is blij dat hij die ontwikkeling heeft doorgemaakt. Ik vind het goed dat de kliniek concreet inzet op een vervolginstelling.
Mijn cliënt verricht op afstand administratiewerk voor zijn broer.
Mijn cliënt is in overleg met de psychiater zijn medicatie aan het afbouwen.
Mijn cliënt wil het komende jaar naar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging toewerken. Mijn cliënt heeft van de behandeling geprofiteerd. Mijn cliënt verenigt zich met advies van de kliniek en met de vordering van de officier van justitie.
Ik verzoek u te bepalen dat voor de volgende zitting een maatregelenrapport is opgemaakt.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

De inschatting is dat betrokkene dit jaar naar een RIBW kan doorstromen. Ik refereer me ten aanzien van het verzoek van de raadsman om een maatregelenrapport voor de volgende zitting aan uw oordeel, maar ik ben van mening dat het te prematuur is om dan al een maatregelenrapport gereed te hebben.
De
raadsman van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik wil het graag onderzocht hebben.

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik ben blij dat het zo gegaan is.

De rechtbank.

De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met één jaar verlengen.
De rechtbank geeft - ervan uitgaande dat de ter beschikking gestelde het komende jaar naar een RIBW zal uitstromen - de officier van justitie in overweging om voor de volgende verlengingszitting door de reclassering een rapport te laten opmaken, waarin wordt gerapporteerd of het mogelijk is om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen en, indien dat mogelijk is, onder welke voorwaarden dit zou kunnen geschieden. De rechtbank acht het wenselijk om daarover bij gelegenheid van een volgende verlengingszitting te worden geïnformeerd.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. E. Sikkema, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 februari 2015.
Mr. E. Sikkema is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.