ECLI:NL:RBOBR:2015:1232

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 februari 2015
Publicatiedatum
6 maart 2015
Zaaknummer
01/849507-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en dwangverpleging in een strafzaak met ernstige delicten

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 februari 2015 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een man die ter beschikking was gesteld na meerdere ernstige delicten, waaronder verkrachting, ontucht met minderjarigen en het bezit en vervaardigen van kinderporno. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 28 februari 2013 en de officier van justitie heeft op 9 januari 2015 verzocht om een verlenging van twee jaar. Tijdens de zitting zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ter beschikking gestelde aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling, maar dat er nog steeds een hoog recidiverisico aanwezig is. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen, gezien de ernst van de delicten en de nog niet afgeronde behandeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist en heeft de termijn met twee jaar verlengd. De rechtbank heeft daarbij de motivatie van de ter beschikking gestelde en de voortgang in zijn behandeling in overweging genomen, maar oordeelt dat de fase van de behandeling nog niet geschikt is voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/849507-06
Uitspraakdatum: 23 februari 2015

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1965],
verblijvende in [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 10 december 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 28 februari 2013 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 9 januari 2015 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 februari 2015.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige, de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het rapport van [kliniek] d.d. 12 december 2014, ondertekend door
J. Jellema, behandelcoördinator, en H.J. Beintema, psychiater, directeur behandelzaken, plaatsvervangend hoofd van de inrichting;
  • de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van vijfmaal “verkrachting, meermalen gepleegd”, voorts ter zake van het “met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd”, het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno, meermalen gepleegd, “het plegen van ontucht door zijn minderjarig pleegkind met een derde
opzettelijk teweegbrengen, meermalen gepleegd” en ter zake van “mishandeling, meermalen gepleegd”, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:


(…) Betrokkene is een thans 49-jarige man waarbij er sprake is van een autisme spectrumstoornis, te weten de stoornis van Asperger. De omgeving wist hierbij niet goed op betrokkenes ontwikkelingsproblematiek af te stemmen en hij ontwikkelde op jonge leeftijd al problemen op verschillende terreinen zoals op sociaal-emotioneel gebied en in de agressiehuishouding. (…) Er is sprake van pedofilie van het exclusieve type, seksueel
aangetrokken tot mannen. Daarnaast is er sprake van seksueel sadisme en voyeurisme. Verder is er sprake van narcistische trekken in de persoonlijkheid, zo maakt hij bijvoorbeeld misbruik van anderen om zijn eigen doeleinden te bereiken. Tevens heeft hij een obsessief-compulsieve stoornis ontwikkeld, die momenteel in gedeeltelijke remissie lijkt te zijn onder invloed van medicatie. (…)
In de behandeling van de delictgerelateerde factoren wordt een zekere groei waargenomen; betrokkene doet actief mee aan de verschillende therapieën en modules en lijkt erg gemotiveerd. Betrokkene lijkt hierdoor steeds meer ziekte-inzicht en ziektebesef te hebben. Echter, de vraag is of er sprake is van interne motivatie of schijnaanpassing. (…)
Betrokkene staat aan het begin van begeleid verlof, de machtiging is eind april 2014 binnengekomen. (…)Er is sprake van ernstige problematiek die, hoewel betrokkene zijn inzet toont, momenteel nog onvoldoende behandeld is. Er is een goede start gemaakt met een delictgerelateerde behandeling, maar deze moet nog een vervolg krijgen. Het is van belang dat er eerst duidelijk(er) in beeld komt wat het in de maatschappij zijn teweegbrengt bij hem middels het praktiseren van begeleid verlof, alvorens er tot een aanvraag onbegeleid verlof overgegaan kan worden. Betrokkene heeft genoeg vaardigheden voor een zelfstandig leven, maar de vraag is of hij hier adequaat in kan handelen. De verwachting is dat er langdurig sprake dient te zijn van toezicht en externe structurering.
Uit de huidige fase van de behandeling, in combinatie met de aard en omvang van de problematiek, volgt dat het risico op recidive als hoog wordt beoordeeld in het geval de TBS met dwangverpleging zou worden opgeheven. De uitgevoerde risicotaxatie bevestigt deze indruk. (…)
Gezien betrokkenes ernstige verleden wat betreft delicten wordt er rekening mee gehouden dat de behandeling geruime tijd in beslag zal nemen en de termijn van twee jaar ruimschoots zal overschrijden. (…)
Wij adviserende de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar. (…)
Ten aanzien van het recidiverisico en het behandelverloop heeft
de inrichting in het adviesnog het volgende gesteld:
“(…) Recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging: hoog. Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel: hoog. (…)”
“(…) Op dit moment schatten wij in dat voor betrokkene na zes tot negen maanden onbegeleid verlof geïndiceerd zal zijn. De totale behandelduur tot en met transmuraal verlof voor betrokkene schatten wij, bij positief verloop, op vier jaar.(…)”

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Het gaat gelukkig heel goed. Ik heb de laatste jaren veel progressie geboekt.
Ik zie geen reden om manipulatief te zijn.
Ik wilde de voor- en nadelen van de libidoremmende medicatie tegen elkaar afgewogen hebben. De psychiater heeft mij daarvan een goed beeld gegeven. Ik heb daarna besloten om deze medicatie te gaan gebruiken.
De
deskundige mevrouw Jellema, optredend namens voormelde inrichting, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het begeleid verlof gaat goed.
Betrokkene is in december 2014 begonnen met het gebruik van hormonale libidoremmers.
Hij krijgt binnenkort zijn derde depot.
We evalueren om de drie maanden of we onbegeleid verlof kunnen aanvragen. Aan de motivatie van betrokkene zal het niet liggen.
We hebben de afgelopen twee jaren naar het begeleid verlof toegewerkt en betrokkene heeft hard aan zijn problematiek gewerkt.
Betrokkene voelt zich geaccepteerd en gewaardeerd binnen de groep. De komende twee jaren moeten we bekijken wat voor een uitstroomtraject zal worden gevolgd.
Betrokkene heeft zijn financiën op orde. Hij kan zelfstandig wonen. Hoewel betrokkene qua vaardigheden alleen zal kunnen wonen, heeft hij wel begeleiding nodig. De zorg zit hem er in of hij eenzaam zal zijn en of hij aansluiting bij anderen zal kunnen vinden. Betrokkene denkt hierover ook actief mee.
Met betrekking tot de uitstroom wil ik opmerken dat betrokkene in een bepaalde comfortzone is terechtgekomen. Het is van belang dat hij daar wat uit wordt gehaald, zodat hij kan daar ook mee kan leren omgaan.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Het gaat goed met betrokkene. Hij heeft de laatste jaren veel progressie geboekt. Het begeleid verlof gaat goed. De volgende stap die in zicht is, is het onbegeleid verlof. De kliniek zegt dat dit de nodige tijd met zich zal brengen.
Aan alle formele vereisten voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Gezien het advies van de kliniek en de daarop gegeven toelichting door de deskundige, verzoek ik u de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging met twee jaar te verlengen.
De
raadsman van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van de formaliteiten heb ik geen opmerkingen. Mijn cliënt vindt het rapport realistisch. Mijn cliënt heeft nu bijna een jaar begeleid verlof en is daar heel blij mee. Hij houdt zich aan de afspraken die met hem worden gemaakt. Het is voor hem vervelend dat hij geen netwerk meer heeft en dat hij geen bezoek krijgt. Hij heeft geen gelijkgestemden binnen de groep. Het zou voor betrokkene prettig zijn wat meer gesprekken op niveau te kunnen voeren en wat meer aansluiting bij anderen te kunnen vinden. Mijn cliënt is 20 uur per week bij de bibliotheek betrokken. Hij wordt als een waardevolle medewerker gezien. Waardering is een nieuw fenomeen voor mijn cliënt. Mijn cliënt heeft ook een computerprogramma voor de uitleen geschreven.
Het is goed om te lezen dat mijn cliënt grote inzet toont en dat hij meewerkt.
Mijn cliënt begrijpt dat zorg en toezicht is geïndiceerd. Mijn cliënt baalt wel van de speculaties over de schijnaanpassing.
Mijn cliënt vindt dat hij stappen in de resocialisatie moet maken. Mijn cliënt vindt dat dit traag gaat. Ten aanzien van versnelling van verloven moet in het algemeen een slag worden gemaakt. Ik denk dat gezien de onderhavige situatie ook voortvarend zou kunnen worden gehandeld. Ik verwacht dat de dwangverpleging op termijn niet meer geïndiceerd zal zijn en dat er een ander vangnet zal kunnen zijn.
Met een van de slachtoffers is een schaderegeling getroffen. Ik lees dat in de stukken niet terug.
Mijn cliënt wil dat de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd. Mijn cliënt begrijpt dat de terbeschikkingstelling dan niet over een jaar eindigt. Het is echter wel een prikkel voor hem om hetgeen waar hij mee bezig is voort te zetten. We kunnen dan over een jaar zien wat voor een stappen mijn cliënt heeft gemaakt en wat de kliniek heeft gedaan. Wellicht dat over een jaar over andere modaliteiten dan over de dwangverpleging kan worden nagedacht.
Ik denk dat een verlenging met één jaar passend is.

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik ben het met mijn raadsman eens.
De meeste behandelingen bevinden zich in een afrondende fase. Ik heb meer dan de helft van het terugvalpreventieplan al gedaan. De verwachting is dat het TVP binnen een halfjaar klaar is. Op het gebied van de behandeling zijn dat de laatste dingen. Ik wil graag dat over een jaar wordt gekeken hoe ver ik dan ben.

De rechtbank.

De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal, anders dan door en namens de ter beschikking gestelde is bepleit, de terbeschikkingstelling verlengen met twee jaar. De rechtbank overweegt in dat verband het volgende.
De ter beschikking gestelde praktiseert thans nog geen jaar begeleide verloven. De onbegeleide verloven moeten nog worden opgestart en het is nog niet bekend wanneer hiermee een aanvang zal worden gemaakt.
Voor zover door en namens de ter beschikking gestelde om een verlenging met één jaar is verzocht om volgend jaar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te kunnen bezien, is de rechtbank van oordeel dat dit, gezien de fase waarin de behandeling zich thans nog bevindt, te prematuur is.
Voorts ziet de rechtbank geen aanleiding om de maatregel met slechts één jaar te verlengen, uitsluitend om een vinger aan de pols te kunnen houden. Uit het rapport leidt de rechtbank immers af dat de kliniek tot op heden voortvarend te werk gaat en ook dat in de behandeling vorderingen worden geboekt. De rechtbank ziet geen enkele reden om te veronderstellen dat de kliniek de komende twee jaren niet ook voortvarend te werk zal gaan. Bovendien is de ter beschikking gestelde gemotiveerd voor zijn behandeling en ook daarin ziet de rechtbank geen aanleiding om – ter motivatie van de ter beschikking gestelde – tot een verlenging met één jaar over te gaan.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengtde termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.W. van den Heuvel, voorzitter,
mr. M. Lammers en mr. N.I.B.M. Buljevic, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 februari 2015.