Op 5 mei 2014 omstreeks 03.10 uur heeft een ladingdiefstal plaatsgevonden uit een vrachtauto met oplegger, welke vrachtauto stond geparkeerd op het industrieterrein Sciencepark te Son. Uit verstrekte gegevens van de aangever blijkt dat er 97 dozen gevuld met computeronderdelen, moederborden en videokaarten zijn ontvreemd.
Voorafgaande aan de diefstal.
Op camerabeelden, afkomstig van het Sciencepark te Eindhoven, is te zien dat die bewuste nacht een grijze Fiat Marea achter de vrachtwagen staat, waaruit later die nacht computeronderdelen zijn gestolen. Twee personen stapt uit deze auto en breken de deur van de oplegger open. De achterklep van de Fiat Marea staat dan open. Na enige tijd gaat de Fiat Marea weg en na ongeveer een uur komt er een gele bestelbus.
Het vermoeden bestaat dat het de Fiat Marea betreft met kenteken [kenteken], aangezien op de camerabeelden is te zien dat de voorste velgen van voornoemd voertuig zwart zijn en de achterste velgen grijs van kleur, precies als bij de Fiat Marea met kenteken [kenteken]. Gedurende het onderzoek is [verdachte] meerdere keren in wisselende samenstellingen met de medeverdachten betrokken geweest bij ladingdiefstallen of pogingen daartoe, waarbij hij een Fiat Marea met voornoemd kenteken bestuurde.
Tijdens en/of (kort) na de diefstal.
Een medewerker van een beveiligingsbedrijf zag omstreeks 03.00 uur op camerabeelden dat op de Ekkersrijt 5700 te Son een bestelbus stond met een afgeplakt kenteken. Deze bestelbus stond nabij een geparkeerde vrachtwagen. Hij zag dat er mannen in de vrachtwagen bezig waren. Hierop is de medewerker naar deze locatie gereden. Toen hij nabij de plaats van het delict was, zag hij dat voornoemde bestelbus hem tegemoet kwam rijden. Hij is achter de bestelbus aangegaan en zag dat de bestelbus tot aan het woonwagenkamp op de Castilliëlaan reed. Hij zag ook dat twee motorrijders van politie de Castilliëlaan in reden in de richting van de bestelbus.
Op 5 mei 2014 omstreeks 03.09 uur kregen verbalisanten de opdracht naar de Castilliëlaan te gaan. Ter plaatse werd de gele Renault Master met draaiende motor door de politie aangetroffen, zonder inzittenden. In de bus werden 91 dozen met computerapparatuur, afkomstig van de diefstal, aangetroffen.
Een ter plaatse aanwezige speurhond nam direct vanaf het aangetroffen voertuig een spoor van verse menselijke lucht waar. De speurhond volgde een spoor van enige minuten tot nabij een waterpartij. Op dat moment zag verbalisant een man hard wegrennen. Deze man sprong in een gracht en zwom deze over. Deze man is ter plaatse aangehouden en bleek verdachte [medeverdachte 2] te zijn. Hij had naast zich een ontstoken zaklantaarn liggen. Ongeveer 30 meter verder is met behulp van de diensthond een jas nabij de gracht aangetroffen. Twee meter vanaf deze jas lag een witte gsm. Verbalisanten hadden het vermoeden dat andere verdachten ook de gracht overgestoken waren omdat zij verse sporen in de modder zagen.
Op het moment dat de verbalisanten op weg naar het hoofdbureau waren, zagen zij dat er werd gebeld op de aangetroffen gsm. De naam ‘[verdachte]’ kwam daarbij op het scherm. Bij deze naam in de contactenlijst hoort het nummer [telefoonnummer]. Gelet op de plaats waar en de omstandigheden waaronder de telefoon is aangetroffen, gaat de rechtbank ervan uit dat de aangetroffen de telefoon van één van de daders is. De aangetroffen Renault Master staat op naam van [betrokkene 1], zijnde de broer van [verdachte]. Op 5 mei 2014 omstreeks 06.00 uur zag de politie twee personen staan op de Bisschop Bekkerslaan te Eindhoven.. Deze personen renden bij het zien van de politie een steegje in, maar werden staande gehouden. Deze twee personen bleken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] te zijn. Het door [medeverdachte 6] overhandigde paspoort voelde nat aan. Op het moment dat de verbalisant zei dat [medeverdachte 1] was aangehouden, rende [medeverdachte 6] weg. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] bleken tot boven hun middel nat en doorweekt te zijn. De schoenen van [medeverdachte 1] waren nat en zaten onder de modder.
De aangetroffen witte gsm.
De aangetroffen witte gsm is onderzocht. Deze telefoon heeft een sim-kaart met nummer [telefoonnummer]. Dit nummer straalde tijden het plegen van het feit een zendmast in de nabijheid van de plaats van het delict op het Science Park te Son aan.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] van ‘[verdachte]’.
In de contactenlijst van deze telefoon is onder de naam ‘[verdachte]’ het nummer [telefoonnummer] vermeld. Omstreeks 03.23 uur, net na de diefstal, werd met de witte telefoon vijf keer uitgebeld naar ‘[verdachte]’. Omstreeks 03.24 uur belde ‘[verdachte]’ in en was er 5 seconden contact. Omstreeks 03.31 uur belde ‘[verdachte]’ twee keer in.
In de nacht van de diefstal heeft deze ‘[verdachte]’ veelvuldig contact met vier telefoonnummers, die dan alle vier zendmasten aanstralen in de buurt van de plaats delict. Deze contacten vonden plaats voorafgaande aan, tijdens en na de diefstal. Alle nummers, inclusief het nummer van ‘[verdachte]’, zijn na 5 mei 2014 niet meer gebruikt.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] ten aanzien van [medeverdachte 1].
In de nacht van 5 mei 2014 heeft nummer [telefoonnummer] vier keer contact met het nummer van ‘[verdachte]’. Op 25 april 2014 is [medeverdachte 1] aangehouden in Venray. Hij had toen een telefoon bij zich. Uit een opgevraagde histo-print van dit toestel blijkt dat het nummer [telefoonnummer] in dit toestel werd gebruikt. Dit nummer is gelet hierop direct aan [medeverdachte 1] te koppelen.
In de nacht van 5 mei 2014 straalt het nummer [telefoonnummer] ([medeverdachte 1]) veelal een zendmast aan op het Science Park te Son (eerst om 02.19, 02.20 en 02.23 uur en vervolgens weer om 03.12 uur), terwijl er telefonisch contact is met ‘[verdachte]’.
De historische- en zendmastgegevens van voormelde nummers in combinatie met de Fiat Marea.
Omstreeks 02.47 uur op 5 mei 2014 vindt een gesprek van 21 minuten plaats tussen het nummer van [medeverdachte 1] en het nummer van ‘[verdachte]’. Beide toestellen bevinden zich op dat moment niet op het Science park te Son. Uit de hiervoor vermelde camerabeelden blijkt dat op dat moment de Fiat Marea reeds was vertrokken vanaf de plaats delict en ook dat de Renault Master nog ter plaatse moest verschijnen (er zat immers ongeveer een uur tussen het vertrek van de Fiat Marea en de komst van de Renault Master-bus). Omstreeks 03.12 uur is er weer contact tussen ‘[verdachte]’ en [medeverdachte 1], waarbij de telefoon [telefoonnummer] ([medeverdachte 1]) een zendmast op het Science Park in Son aanstraalt. De bus is op dat moment, volgens [getuige 1], rond die tijd net weg van de plaats delict. Om 05.27 uur belt het nummer van [verdachte] nogmaals in op het nummer van [medeverdachte 1], waarbij het vermoeden bestaat dat op dat moment de telefoon van [medeverdachte 1] uit staat.