In de zaak van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1967, die ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 16 november 2004, heeft de rechtbank Oost-Brabant op 18 februari 2014 uitspraak gedaan. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 8 maart 2013. De officier van justitie heeft op 9 januari 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Deze vordering werd behandeld tijdens een openbare zitting op 18 februari 2014, waar de officier van justitie, deskundige De Vos, de betrokkene en zijn raadsman aanwezig waren.
De rechtbank heeft de rapporten van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en het reclasseringsadvies van Novadic-Kentron in overweging genomen. Dr. Kaiser concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire II stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis, maar dat hij verbeteringen heeft laten zien en ziektebesef heeft ontwikkeld. De reclassering meldde dat de betrokkene zich aan de voorwaarden houdt en dat er een laag recidive- en gevaarrisico is. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de officier van justitie gevolgd en geconcludeerd dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar afgewezen, en deze beslissing is genomen door mr. J.W.H. Renneberg als voorzitter, samen met mr. W. Schoorlemmer en mr. M.Th. van Vliet als leden, in aanwezigheid van griffier H.A. van Neerven. De uitspraak vond plaats op 18 februari 2014.