ECLI:NL:RBOBR:2014:988

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2014
Publicatiedatum
4 maart 2014
Zaaknummer
01/045169-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling

In de zaak van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1967, die ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 16 november 2004, heeft de rechtbank Oost-Brabant op 18 februari 2014 uitspraak gedaan. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 8 maart 2013. De officier van justitie heeft op 9 januari 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Deze vordering werd behandeld tijdens een openbare zitting op 18 februari 2014, waar de officier van justitie, deskundige De Vos, de betrokkene en zijn raadsman aanwezig waren.

De rechtbank heeft de rapporten van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en het reclasseringsadvies van Novadic-Kentron in overweging genomen. Dr. Kaiser concludeerde dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire II stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis, maar dat hij verbeteringen heeft laten zien en ziektebesef heeft ontwikkeld. De reclassering meldde dat de betrokkene zich aan de voorwaarden houdt en dat er een laag recidive- en gevaarrisico is. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de officier van justitie gevolgd en geconcludeerd dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar afgewezen, en deze beslissing is genomen door mr. J.W.H. Renneberg als voorzitter, samen met mr. W. Schoorlemmer en mr. M.Th. van Vliet als leden, in aanwezigheid van griffier H.A. van Neerven. De uitspraak vond plaats op 18 februari 2014.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/045169-03
Uitspraakdatum: 18 februari 2014

Beslissing afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op[1967],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen: betrokkene.

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 16 november 2004 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 8 maart 2013 met één jaar verlengd. Bij beslissing van 30 mei 2013 is de verpleging van overheidsweg voorwaardelijk beëindigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 9 januari 2014, strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 februari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige De Vos, betrokkene en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het rapport van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser van 18 november 2013;
  • het reclasseringsadvies van Novadic-Kentron van 21 november 2013;
  • het persoonsdossier van betrokkene.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast terzake mishandeling van zijn echtgenote, poging tot doodslag en wederrechtelijke vrijheidsberoving, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
Op 18 november 2013 heeft psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser een rapport over de betrokkene uitgebracht. Dit rapport houdt zakelijk weergegeven onder meer in.
Bij betrokkene is sprake van een stemmingsstoornis, namelijk een bipolaire II stoornis met vooral manieën. In een manie is hij druk, snel geïrriteerd en heeft een slaapstoornis. Het cocaïnemisbruik is langdurig in remissie. Betrokkene heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis nu grotendeels in remissie terwijl die vooral samenhing met zijn bestaan vroeger van drugsgebruik. In periodes van manie raakt hij zijn remming kwijt en zou de antisociale leefwijze met drugsgebruik weer naar boven kunnen komen. Onderzoeker heeft de indruk dat een deel van de antisociale persoonlijkheidsstoornis die in het verleden gediagnosticeerd werd, samenhangt met het drugsmisbruik en de manische toestand, wat elkaar wederzijds versterkt heeft.
In de terbeschikkingstelling is betrokkene verbeterd en heeft hij ziektebesef ontwikkeld wat betreft de bipolaire stoornis en heeft hij geleerd om met zijn impulsiviteit om te gaan. Betrokkene kent zijn decompensatiesignalen en delictpreventieplan. Hij heeft aangetoond dat hij die toepast. De kans op herhaling van een vergelijkbaar delict als het indexdelict wordt daarom als laag ingeschat. Betrokkene woont vanaf maart 2011 in zijn gezin. De resocialisatie daar naar toe is goed verlopen en is langdurig geweest.
Op grond van zijn rapportage acht onderzoeker voortzetting van de terbeschikkingstelling niet aangewezen. Het is echter wel wenselijk dat betrokkene na afloop van de terbeschikkingstelling bij Kairos in begeleiding kan blijven.
Op 21 november 2013 heeft GGZ ERW Novadic-Kentron Den Bosch een adviesrapportage ten behoeve van de verlenging van de terbeschikkingstelling uitgebracht. Dit rapport houdt zakelijk weergegeven onder meer in.
Betrokkene houdt zich doorgaans aan de voorwaarden en aanwijzingen die aan het reclasseringstoezicht zijn gesteld. De reclassering concludeert gezien de huidige voortgang tijdens het reclasseringstoezicht dat er sprake is van een laag recidive- en gevaarrisico ten gevolge van de huidige contextuele factoren. Er is sprake van een stabiele woon- en leefomgeving en diens middelengebruik is [behoudens een recentelijke uitglijder] onder controle. De arbeidssituatie is nog niet stabiel, echter hierin worden vorderingen gemaakt en doorgaans worden spanningen goed geventileerd. Voorts is betrokkene ontvankelijk voor ondersteuning en begeleiding.
Primair wordt geadviseerd om betrokkene in aanmerking te laten komen voor een onvoorwaardelijke beëindiging van de TBS-maatregel met dwangverpleging.
De rechtbank verenigt zich met de hiervoor genoemde adviezen en de gronden waarop die zijn gebaseerd.
Ter zitting van 18 februari 2014 heeft de officier van justitie haar vordering gewijzigd. Gelet op de over verdachte uitgebrachte rapporten vordert zij afwijzing van haar vordering tot verlening van de terbeschikkingstelling van betrokkene. Ook de ter terechtzitting aanwezige deskundige M. de Vos, medewerkster bij Novadic-Kentron, betrokkene en zijn raadsman hebben geconcludeerd tot afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
Gelet op de inhoud van de hiervoor genoemde over betrokkene uitgebrachte rapporten, is de rechtbank evenals de officier van justitie, de deskundige De Vos, betrokkene en zijn raadsman van oordeel dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling moet worden afgewezen.

DE BESLISSING

WIJST AF de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar van [betrokkene].
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.W.H. Renneberg, voorzitter,
mr. W. Schoorlemmer en mr. M.Th. van Vliet, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 18 februari 2014.