ECLI:NL:RBOBR:2014:972

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 maart 2014
Publicatiedatum
3 maart 2014
Zaaknummer
01/865003-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor overval op juwelier en andere misdrijven in Brabant

Op 4 maart 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van meerdere misdrijven, waaronder een overval op een juwelier in de Brabanthallen te 's-Hertogenbosch op 15 maart 2013. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten een grote hoeveelheid sieraden ter waarde van ongeveer € 650.000,- had gestolen, waarbij geweld en bedreiging met een vuurwapen werd gebruikt tegen de beveiliger, [slachtoffer 1]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overval goed was voorbereid en dat de verdachten zich niet bekommerden om de gevolgen voor de slachtoffers.

Naast de overval werd de verdachte ook veroordeeld voor andere misdrijven, waaronder diefstal van voertuigen, brandstichting en inbraken. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor enkele van de ten laste gelegde feiten, maar dat de betrokkenheid van de verdachte bij de overval en andere misdrijven overtuigend was aangetoond door onder andere stemherkenning in afgeluisterde gesprekken en observaties.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 5 jaar en 6 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij de misdrijven had gepleegd tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling. De rechtbank wees ook de vorderingen van benadeelde partijen af, omdat deze niet ontvankelijk waren verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/865003-13 en 01/860058-13 (ter terechtzitting gevoegd)
V.I. zaaknummer: 99-000056-28
Datum uitspraak: 04 maart 2014
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1970],
wonende te [adres 1],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 juni 2013, 13 september 2013, 22 november 2013 en 18 februari 2014.
Op de zitting van 22 november 2013 heeft de rechtbank de tegen verdachte/veroordeelde, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 10 juni 2013 en 19 november 2013.
Nadat de tenlastelegging met parketnummer 01/865003-13 op de terechtzitting van 18 februari 2014 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 15 maart 2013 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden (te weten onder andere horloges en/of ringen) en/of diamanten (allen in totaal ten bedrage van ongeveer 650.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij (verdachte) en/of zijn mededader(s) hun gezicht(en) heeft/hebben bedekt met een bivakmuts, althans gezichtsbedekkende kleding, en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp ter hand heeft genomen en/of gehouden en/of daarbij/vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal heeft/hebben toegeroepen "Ga op je buik liggen en niet kijken", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
(incident 2)
hij op of omstreeks 8 maart 2013 te Sint-Michielsgestel, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto, merk Seat, type Leon,kenteken [kenteken 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels;
(incident 3)
hij op of omstreeks 17 maart 2013 in de gemeente Nuenen, gemeente Nuenen Ca, althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur een personenauto,Seat Leon met het kenteken [kenteken 1], in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
(incident 3)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 maart 2013 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto. Seat Leon met kenteken [kenteken 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door deze personenauto door middel van open vuur in brand te steken);
(art. 350 WvSr)
(incident 3)
hij op of omstreeks 28 januari 2013 te Den Dungen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een bestelauto, merk Volkswagen Caddy SDI, kenteken [kenteken 2], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of valse sleutels;
(incident 5 feit 1)
hij op of omstreeks 21 maart 2013 in de gemeente Vlijmen, althans in het arrondissement 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur een personenauto, Volkswagen Caddy (waarvoor het kenteken [kenteken 2] is afgegeven), in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
(incident 5)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 maart 2013 te Vlijmen, gemeente Heusden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, Volkswagen Caddy (waarvoor het kenteken [kenteken 2] is afgegeven), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (door deze personenauto door middel van open vuur in brand te steken);
(art. 350 WvSr)
(incident 5)
hij op of omstreeks 09 maart 2013 te Son en Breugel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning gelegen aan [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid geld ten bedrage van 20.000 euro, in ieder geval enige hoeveelheid geld, en/of een horloge en/of een armband, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming te weten door het openbreken van een toegangspoort naar de tuin van voormelde woning en/of het openbreken van een raam van die woning;
(incident 4)
hij op of omstreeks 28 januari 2013 te 's-Hertogenbosch, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bestelauto, Volkswagen Caddy, kenteken [kenteken 3], geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die auto te verschaffen en/of die/dat weg te nemen auto onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een portierslot van die
auto heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 5 feit 2)
hij op of omstreeks 28 december 2012 te Uden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een aan [adres 3]gelegen pand ([bedrijf 3]) heeft weggenomen een hoeveelheid van 3160,72 kilo vuurwerk, althans enige hoeveelheid vuurwerk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming, te weten door het forceren van een poort van het (bedrijfs)terrein van voormeld pand en/of het maken van een gat in de buitenmuur van dat pand;
(incident 6)
hij op of omstreeks 21 maart 2013 te Maaskantje, gemeente Sint-Michielsgestel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een bestelauto, Volkswagen Caddy SDI, kenteken [kenteken 4], geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die auto te verschaffen en/of die/dat weg te nemen auto onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een portierslot van die auto heeft opengebroken en/of de auto heeft verplaatst, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(incident 5 feit 3)
hij op of omstreeks 11 januari 2013 te Wijchen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in/uit een bedrijf gelegen aan [adres 4]) een CV ketel en een thermostaat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
(incident 10)
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 08 maart 2013 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een bedrijfspand (gelegen aan [adres 5])heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid (te weten ongeveer 35 dozen) parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming;
(incident 9)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling.

De zaak met v.i.-zaaknummer 99-000056-28 is aangebracht bij vordering van 23 april 2013.
Deze vordering heeft betrekking op de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling van 613 dagen van de gevangenisstraf van 5 jaar, opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 31 mei 2010 en van de hechtenis van 2 weken, opgelegd bij vonnis van de kantonrechter van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch van 2 november 2009.
De veroordeelde is op 22 juni 2012 voorwaardelijk in vrijheid gesteld onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Bronnen.
  • Een einddossier van het onderzoek 22TG120007 (Doolhof) van de Politie Oost-Brabant, Divisie Recherche, afgesloten d.d. 9 augustus 2013, aantal doorgenummerde bladzijden 1760;
  • Een (los) proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt op 5 februari 2014.
Het standpunt van de officier van justitie.Op de in het op schrift gesteld requisitoir aangevoerde gronden acht de officier van justitie onder parketnummer 01/865003-13 het onder feit 1, feit 2, feit 3 subsidiair, feit 4, feit 5 subsidiair, feit 6, feit 7, feit 8, feit 9, feit 10 en onder parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
Op de in de pleitnota aangevoerde gronden heeft de raadsvrouwe geconcludeerd tot vrijspraak van het (onder parketnummer 01/865003-13) onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6, feit 7, feit 9 en van het onder parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het (onder parketnummer 01/865003-13) onder feit 8 en feit 10 ten laste gelegde refereert de raadsvrouwe zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van feit 2.

De rechtbank is van oordeel dat in het procesdossier onvoldoende wettig bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte op of omstreeks 8 maart 2013 in Sint-Michielsgestel een Seat Leon met het kenteken [kenteken 1] heeft weggenomen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het onder feit 2 ten laste gelegde vrijspreken.

Ten aanzien van feit 4.

De rechtbank is van oordeel dat in het procesdossier onvoldoende wettig bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte op of omstreeks 28 januari 2013 te Den Dungen een Volkswagen Caddy SDI met het kenteken [kenteken 2] heeft weggenomen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het onder feit 4 ten laste gelegde vrijspreken.

Ten aanzien van feit 6.

De rechtbank is van oordeel dat in het procesdossier onvoldoende wettig bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte op of omstreeks 9 maart 2013 te Son en Breugel heeft ingebroken in een woning aan [adres 2].
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het onder feit 6 ten laste gelegde vrijspreken.

Ten aanzien van feit 7.

De rechtbank is van oordeel dat in het procesdossier onvoldoende wettig bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte op of omstreeks 28 januari 2013 te ’s-Hertogenbosch heeft gepoogd een Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 3] weg te nemen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het onder feit 7 ten laste gelegde vrijspreken.

Ten aanzien van feit 9.De rechtbank is van oordeel dat in het procesdossier onvoldoende wettig bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte op of omstreeks 21 maart 2013 te Maaskantje heeft gepoogd een Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 4] weg te nemen.

Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het onder feit 9 ten laste gelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder parketnummer 01/865003-13 onder feit 1, feit 3 primair en subsidiair, feit 5 primair en subsidiair, feit 8, feit 10 en het onder parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegde.
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis, wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze is gevoegd als bijlage A (pag. 23 tot en met 38) bij dit vonnis en dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot de feiten waarop deze in het bijzonder betrekking hebben.
Nadere bewijsoverwegingen en de bewijsbeoordeling.

Inzet bijzondere opsporingsbevoegdheden.

De raadsvrouwe heeft in haar pleitnotitie - kort gezegd - aangevoerd dat het bevel stelselmatige observatie dat op 11 januari 2013 is afgegeven - en de verlenging daarvan op 5 april 2013 - onrechtmatig is geweest. Zij stelt daartoe dat verdachte geen verdachte was van het betreffende misdrijf ter zake waarvan dat bevel was afgegeven. Een verweer van gelijke strekking is door haar gevoerd ten aanzien van de door de rechter-commissaris verleende machtigingen van 28 januari 2013 voor het opnemen van vertrouwelijke communicatie (OVC) in twee Volkswagens Caddy. Voorts is betoogd dat het opnemen van vertrouwelijke communicatie gebruikt is ter versterking van de informatiepositie van de politie, hetgeen niet een strafvorderlijk belang is. Om die redenen dient volgens de raadsvrouwe het bewijs dat voortvloeit uit de observaties in combinatie met bakengegevens en de OVC-gesprekken van het bewijs te worden uitgesloten.
Uit het bepaalde in de artikelen 126g Wetboek van strafvordering (stelselmatige observatie) en 126l Wetboek van strafvordering (opnemen van vertrouwelijke communicatie) volgt dat de inzet van deze bijzondere opsporingsbevoegdheden niet beperkt is tot een verdachte of tot communicatie waaraan een verdachte deelneemt. Deze bevoegdheden kunnen ook tegen derden worden ingezet, zolang het belang van het onderzoek dit vordert, dan wel dringend vordert in geval het de bevoegdheid tot het opnemen van vertrouwelijke communicatie betreft. Voorts heeft naar het oordeel van de rechtbank het opnemen van vertrouwelijke communicatie (slechts) tot doel gehad informatie in te winnen in het kader van het lopende opsporingsonderzoek en diende dit derhalve een strafvorderlijk doel. Op grond hiervan verwerpt de rechtbank het verweer van de verdediging.

Stemherkenning.

De verdediging betwist de stemherkenning van verdachte in de OCV gesprekken van 13 en 14 maart 2013 en daarmee de betrokkenheid van verdachte bij het eerste ten laste gelegde feit. Dit wordt onderbouwd met een verwijzing naar incident nummer 5 (de beweerdelijke (poging) diefstal/brandstichting van VW Caddy’s) waarbij zoals blijkt uit het dossier stemmen door elkaar zijn gehaald.
De rechtbank oordeelt als volgt. De rechtbank stelt voorop dat ten aanzien van stemherkenningen behoedzaamheid op zijn plaats is. De betrokkenheid van verdachte bij feit 1 is - naast andere bewijsmiddelen - gebaseerd op herkenning van de stem van verdachte door verbalisanten bij de volgende OVC gesprekken:
1.
gesprek in VW Caddy [kenteken 5], 13 maart 2013; proces-verbaal stemherkenning, p. 433;
2.
gesprek in Mercedes [kenteken 6], 13 maart 2013; proces-verbaal stemherkenning, p. 435, juncto p. 710.
3.
gesprek in VW Caddy, [kenteken 5], 14 maart; proces-verbaal stemherkenning, p. 436
4.
gesprek in VW Caddy, [kenteken 5], 16 maart; proces-verbaal stemherkenning, p. 433 juncto p. 742.
De verbalisanten die de stem van verdachte hebben herkend, geven concreet aan wanneer zij verdachte hebben verhoord en dat zij de stem van verdachte herkennen:
- gesprek 1 en 2: verbalisant [verbalisant 2]; eerder verhoor op 11 juni 2013
- gesprek 3: verbalisant [verbalisant 3]; eerdere verhoren op 12 en 13 april 2013
- gesprek 4: verbalisant [verbalisant 2]; eerder verhoor op 11 juni 2013.
Het oordeel van verbalisanten dat de stem van verdachte wordt herkend vindt bevestiging in het feit dat drie van de vier OVC gesprekken hebben plaatsgevonden in de VW Caddy [kenteken 5] waarvan verdachte de gebruiker is. Niet is aangevoerd en ook niet anderszins aannemelijk geworden dat op de betreffende tijdstippen een ander persoon dan verdachte de VW Caddy gebruikte. Voorts weegt de rechtbank mee dat verdachte ter zitting een verklaring heeft afgelegd ten aanzien van OVC gesprek nummer 4 waarbij hij aangaf welke interpretatie volgens hem aan het betreffende gesprek moet worden gegeven. Aldus erkende verdachte dat hij in de auto zat en blijkt de stemherkenning ten aanzien van OVC gesprek 4 door verbalisant [verbalisant 2] juist te zijn. De betrokkenheid van verdachte bij het OVC gesprek nummer 3 wordt bevestigd door de camerabeelden van 14 maart 2013 waarop te zien is dat verdachte [verdachte] samen met verdachte [medeverdachte 1] om 13.42 uur in een witte Volkswagen stapt, waarbij verdachte [verdachte] achter het stuur plaatsneemt. De rechtbank komt alles afwegend tot de slotsom dat de stemherkenningen voldoende betrouwbaar zijn en oordeelt dat er geen reden is te twijfelen aan de herkenning van de stem van verdachte tijdens de OVC gesprekken van 13 en 14 maart 2013. Het verweer wordt verworpen.

Ten aanzien van feit 1.

Uit de in de bijlage weergegeven bewijsmiddelen blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] samen betrokken zijn geweest bij de overval op de stand van [bedrijf 1] op 15 maart 2013.
Uit de bewijsmiddelen blijkt namelijk dat zij in de dagen voorafgaande aan de overval hierover hebben gesproken met elkaar. Voorts blijkt hieruit dat zij bezig zijn geweest met het voorbereiden van de overval en dat zij in de nacht dat de overval plaatsvond alle drie aantoonbaar actief zijn geweest. Ook blijkt hieruit dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] rond het tijdstip van de overval in de nabijheid waren van de Brabanthallen, de plaats waar de overval plaatsvond.
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden en de omstandigheden die in de weergegeven bewijsmiddelen zijn vervat, is de rechtbank voorts van oordeel dat de samenwerking tussen [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zo nauw en volledig is geweest, dat de rechtbank bewezen acht dat alle drie de verdachten als medepleger op 15 maart 2013 betrokken zijn bij de diefstal van een grote hoeveelheid sieraden die toebehoorde aan [bedrijf 1].
Dat één van de daders daarbij de heer [slachtoffer 1] heeft bedreigd met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, kan aan alle daders ([verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]) worden toegerekend. Van tevoren is immers door hen onderling gesproken over het feit dat de stand bewaakt zou zijn en dat er een wapen meegenomen moest worden. Het feit dat de rechtbank niet kan vaststellen wie van de verdachten de overval feitelijk hebben uitgevoerd en of hierbij nog anderen dan [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betrokken waren, staat aan het aannemen van medeplegen niet in de weg.
De overtuiging van de rechtbank dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de daders van de overval op de stand van [bedrijf 1] zijn, wordt verder versterkt door het beroep van voornoemde personen op hun zwijgrecht. De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf, maar zeker in samenhang bezien, wijzen zodanig sterk in de richting van [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat deze in beginsel vragen om een redelijke verklaring van de zijde van deze verdachten. [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben deze verklaring echter niet willen geven.
Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer dat geen sprake is van medeplegen en acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] het onder feit 1 ten laste gelegde hebben begaan zoals bewezen is verklaard.

Ten aanzien van feit 3 primair en subsidiair.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 2] en [verdachte] als medeplegers zijn betrokken bij het in brand steken van de op 8 maart 2013 weggenomen Seat Leon met kenteken [kenteken 1]. Zij overweegt als volgt.
Op 17 maart 2013 rond 23:00 uur werd deze Seat Leon brandend aangetroffen in een weiland bij de openbare weg [adres 6] te Nuenen. De kentekenplaten waren verwijderd, maar via het chassisnummer werd het originele kenteken achterhaald.
De rechtbank acht [medeverdachte 2] schuldig aan de diefstal van de Seat. De Seat is gebruikt bij de overval op de Brabanthallen, gepleegd op 15 maart 2013. In de Seat lag een breekijzer waarmee bij de overval aangetroffen werktuigsporen waarschijnlijk zijn veroorzaakt. [medeverdachte 2] en [verdachte] waren beiden als medepleger betrokken bij deze overval. Een niet ongebruikelijke manier om bij het plegen van een dergelijk feit de kans op ontdekking te verkleinen, is het zich ontdoen van de hierbij gebruikte hulpmiddelen op een manier dat zo min mogelijk sporen achterblijven. In dit geval is de bij de overval gebruikte Seat met hierin het bovengenoemde breekijzer binnen twee dagen na de overval in brand gestoken. [medeverdachte 2] had in ieder geval op 15 maart 2013 feitelijk nog de beschikking over de Seat. Dit blijkt uit de camerabeelden die zijn opgenomen rond de woning van [medeverdachte 2] aan het [adres 7] te Eindhoven. Uit de bakengegevens blijkt dat de Mercedes met kenteken [kenteken 6], in gebruik bij [medeverdachte 2], op 17 maart 2013 omstreeks 22:33 uur uitpeilt op [adres 8] in Nuenen. Deze locatie ligt in de directe omgeving van de plek waar de brandende Seat is aangetroffen. Uit de afgeluisterde OVC-gesprekken blijkt dat [medeverdachte 2] en [verdachte] rond dat tijdstip beiden in de Mercedes zitten. Uit de camerabeelden van [adres 7] blijkt dat [medeverdachte 2] en [verdachte] op 17 maart 2013 om 22:44 uur en vervolgens weer om 23:10 uur samen aanwezig zijn bij de woning van [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] en [verdachte] hebben geen verklaring gegeven voor het feit dat zij op 17 maart 2013 laat in de avond, kort voor het moment dat de Seat brandend werd aangetroffen, in de directe omgeving aanwezig waren. Hierbij acht de rechtbank van belang dat het gaat om een afgelegen locatie waar je niet gemakkelijk ‘toevallig’ langsrijdt. Ook hebben zij niet verklaard hoe het kan dat de Seat, die kort tevoren aantoonbaar bij [medeverdachte 2] in gebruik was, in Nuenen is terechtgekomen en wat zij, [medeverdachte 2] en [verdachte], samen aan het doen waren op 17 maart 2013 tussen 22:44 uur en 23:10 uur, dus rond het moment van de brandstichting.
Hoewel de rechtbank niet kan vaststellen wie de Seat feitelijk in brand heeft gestoken en of hierbij mogelijk nog anderen dan [medeverdachte 2] en [verdachte] betrokken waren, volgt uit de hierboven genoemde feiten en omstandigheden een zodanige betrokkenheid van [medeverdachte 2] en [verdachte], dat zij beiden als medepleger van dit feit kunnen worden aangemerkt. Nu uit het dossier niet blijkt dat het in brand steken van de Seat tot gemeen gevaar voor (andere) goederen heeft geleid, dient vrijspraak te volgen voor de primair ten laste gelegde brandstichting. De rechtbank zal de subsidiair ten laste gelegde vernieling bewezen verklaren.

Ten aanzien van feit 5 primair en subsidiair.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] als medeplegers zijn betrokken bij het in brand steken van de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 2]. Zij overweegt als volgt.
Op vrijdag 21 maart 2013 te 21:57 uur werd na melding van een autobrand een Volkswagen Caddy brandend aangetroffen op de Moerputtenweg te Vlijmen, gemeente Heusden. Op deze Caddy zaten op dat moment geen kentekenplaten. Uit nader onderzoek van het chassisnummer is gebleken dat het voertuig een Volkswagen Caddy betrof met het kenteken [kenteken 2] en dat deze in de nacht van 28 januari op 29 januari 2013 was gestolen op [adres 31] te Den Dungen. Uit onder meer diverse observaties is gebleken dat [verdachte] een aantal weken gebruik heeft gemaakt van een Volkswagen Caddy met hierop de valse kentekenplaten [kenteken 5]. Het in dit voertuig aangebrachte peilbaken peilt op 21 maart om 02:22 uur voor het laatst uit ter hoogte van het woonadres van [verdachte] op de [adres 1] te Den Bosch. Diezelfde dag om 21:57 uur peilt het voertuig uit op de Moerputtenweg te Vlijmen. Omdat het tijdstip en de locatie exact overeenkomen met het tijdstip en de locatie waarop de brandende Caddy zonder kentekenplaten is aangetroffen, stelt de rechtbank vast dat de Caddy met de valse kentekenplaten waarvan [verdachte] gebruik heeft gemaakt hetzelfde voertuig betreft als de gestolen en later uitgebrande Caddy met kenteken [kenteken 2]. Uit afgeluisterde OVC-gesprekken blijkt dat op de avond van 21 maart 2013 [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [verdachte] in de Golf met kenteken [kenteken 8] (in gebruik bij [medeverdachte 3]) zitten. Tussen 21.40 uur en 21.52 uur wordt onder andere het volgende gezegd:
21:40 uur:
[medeverdachte 3]: dat ze het kanneke niet moeten vergeten.
[verdachte]: deze kan weet je wel.
[medeverdachte 3]: ja.
21:52 uur:
[medeverdachte 2]: geeft aan dat [naam 1] eigenlijk geen handschoenen nodig heeft en dat die van hem zo stinken.
[medeverdachte 2]: geeft aan dat hij even de handschoenen van [naam 2] draagt.
[medeverdachte 3]: ik zag je ineens een zwieper maken.
[medeverdachte 2]: even die platen weggooien.
[verdachte]: ja.
[verdachte] heeft niet verklaard hoe het kan dat de tot de dag van de brandstichting bij hem in gebruik zijnde Caddy in Vlijmen terecht is gekomen. Geen van de verdachten heeft verklaard wat zij samen aan het doen waren rond het moment van de brandstichting.
Gezien het feit dat [verdachte] tot kort voor het moment dat de Caddy in brand werd gestoken de feitelijke macht had over dit voertuig en het feit dat [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] rond het moment van de brandstichting in elkaars aanwezigheid uitlatingen doen die kunnen passen bij het in brand steken van een auto, acht de rechtbank voldoende bewijs aanwezig om alle drie de verdachten als medepleger aan te merken. De rechtbank betrekt hierbij de opvallende omstandigheid dat het uitgebrande voertuig niet voorzien was van kentekenplaten en dat [medeverdachte 2] het enkele minuten voor de melding van de brand heeft over ‘het even weggooien van die platen’. Het feit dat de rechtbank niet kan vaststellen wie de Caddy feitelijk in brand heeft gestoken en of er mogelijk nog anderen bij betrokken zijn, staat aan het aannemen van medeplegen niet in de weg.
Nu uit het dossier niet blijkt dat het in brand steken van de Caddy tot gemeen gevaar voor (andere) goederen heeft geleid, dient vrijspraak te volgen voor de primair ten laste gelegde brandstichting. De rechtbank zal de subsidiair ten laste gelegde vernieling bewezen verklaren.

Ten aanzien van de overige feiten.

De voor het overige aangevoerde bewijsverweren geven geen aanleiding tot een afzonderlijke bespreking daarvan. Zij vinden hun weerlegging in de uitgewerkte bewijsmiddelen. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en de betrouwbaarheid van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Gelet op de in de bijlage uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 01/865003-13 onder feit 1, feit 3 subsidiair, feit 5 subsidiair, feit 8, feit 10 en onder parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegde heeft begaan zoals bewezen is verklaard.

De bewezenverklaring.Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de uitgewerkte bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte

op 15 maart 2013 te 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een grote hoeveelheid sieraden (onder andere horloges en ringen en diamanten), in totaal ten bedrage van ongeveer 650.000 euro, toebehorende aan [bedrijf 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) hun gezicht hebben bedekt met een bivakmuts, en één van hen een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft vastgehouden en daarbij vervolgens voornoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft toegeroepen "Ga op je buik liggen en niet kijken";
3.
subsidiair
op 17 maart 2013 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto Seat Leon met kenteken [kenteken 1], toebehorende aan [slachtoffer 2], heeft vernield door deze personenauto door middel van open vuur in brand te steken;
5.
subsidiair
op 21 maart 2013 te Vlijmen, gemeente Heusden, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk een personenauto, Volkswagen Caddy waarvoor het kenteken [kenteken 2] is afgegeven, toebehorende aan [slachtoffer 3], heeft vernield door deze personenauto door middel van open vuur in brand te steken;
omstreeks 28 december 2012 te Uden tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan [adres 3]gelegen pand ([bedrijf 3]) heeft weggenomen een hoeveelheid van 3160 kilo vuurwerk, toebehorende aan de [bedrijf 3], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, te weten door het forceren van een poort van het bedrijfsterrein van voormeld pand en het maken van een gat in de buitenmuur van dat pand;
op 11 januari 2013 te Wijchen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een bedrijf gelegen aan [adres 4] een CV ketel en een thermostaat, toebehorende aan [slachtoffer 6].
01/860058-13:
op 08 maart 2013 te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand gelegen aan de [adres 5] heeft weggenomen een grote hoeveelheid, te weten ongeveer 35 dozen, parfum, toebehorende aan [bedrijf 4], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en maatregelen.

De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van het onder feit 1, feit 2, feit 3 subsidiair, feit 4, feit 5 subsidiair, feit 6, feit 7, feit 8, feit 9 en feit 10 onder parketnummer 01/865003-13 ten laste gelegde en ten aanzien van het onder parketnummer 01/860058-13 ten laste gelegde eist de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren met aftrek van voorarrest.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
Mocht de rechtbank tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten komen, stelt de raadsvrouwe zich op het standpunt dat de door de officier van justitie geëiste straf heel fors is. Een overval maakt weliswaar deel uit van de feiten, maar dit is geen brute overval geweest. In dit verband wijst de raadsvrouwe de rechtbank op de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten (twee à drie jaar voor een overval op een winkel) en op straffen die in vergelijkbare zaken in de praktijk worden opgelegd.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte in het verleden veelvuldig is veroordeeld voor vermogens- en geweldsdelicten. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte de onderhavige strafbare feiten heeft gepleegd tijdens de proeftijd van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling en dat verdachte kennelijk niet bereid is zijn criminele gedrag te veranderen.
De rechtbank heeft bij de keuze voor het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende in strafverzwarende zin laten meewegen.
Verdachte heeft samen met zijn mededaders in de nachtelijke uren een overval gepleegd op een stand van [bedrijf 1] in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch. Daarbij hebben zij een beveiliger overmeesterd met een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp en hem toegeroepen dat hij op zijn buik moest gaan liggen en niet mocht kijken.
Verdachte en zijn mededaders zijn er aldus niet voor teruggeschrokken de bewaker [slachtoffer 1] met een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp te bedreigen. Verdachte en zijn mededaders hebben zich om de gevolgen van hun handelen voor het slachtoffer kennelijk niet bekommerd.
Bij deze overval heeft verdachte samen met zijn mededaders een grote hoeveelheid sieraden buit gemaakt met een inkoopwaarde van ongeveer € 650.000,-.
Voorts hebben verdachte en zijn mededaders gestolen auto’s die zij voor, tijdens en/of na de overval gebruikt hebben in brand gestoken.
Ook heeft verdachte zich al dan niet samen met een ander of anderen schuldig gemaakt aan een diefstal waarbij een cv-ketel met thermostaat werd weggenomen en twee bedrijfsinbraken waarbij een grote hoeveelheid vuurwerk en een grote hoeveelheid parfum werd weggenomen. Bij de bedrijfsinbraken is behoorlijke schade toegebracht door onder andere een deur te vernielen en een gat in de muur te zagen.
Uit voornoemde bewezen verklaarde feiten volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en zijn mededaders planmatig te werk zijn gegaan, de door hen gepleegde strafbare feiten hebben begaan nadat ze deze zorgvuldig hadden voorbereid en zich er kennelijk niets aan gelegen laten liggen dat hun handelen zorgt voor een grote materiële schade en voor veel hinder en overlast bij de directe slachtoffers en derden. Het handelen van verdachten was puur gericht op eigen gewin ten koste van anderen.
De rechtbank zal ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde feit rekening houden met de omstandigheid dat door verdachte en zijn mededaders bij de overval aan de bewaker geen lichamelijk letsel is toegebracht. Het door de officier gehanteerde uitgangspunt dat voor feit 1 als uitgangpunt een gevangenisstraf van vijf jaren heeft te gelden, wordt met name om deze reden niet gevolgd. Gelet hierop en gezien het feit dat verdachte van een aantal door de officier bewezen geachte feiten wordt vrijgesproken, komt de rechtbank tot oplegging van een lichtere straf dan de door de officier van justitie gevorderde.
Uit het oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij acht de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking nemend, een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden passend en geboden.

Het verzoek tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

De raadsvrouwe heeft de rechtbank verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen.
De rechtbank wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van verdachte af omdat de rechtbank gelet op het voorgaande van oordeel is dat de ernstige bezwaren en de gronden waarop de voorlopige hechtenis van verdachte is gebaseerd ook thans nog aanwezig zijn en gelet op de opgelegde straf de situatie als bedoeld in artikel 67a lid 3 Sv niet aan de orde is.
De vordering van de benadeelde partijen [bedrijf 5], [bedrijf 6], [bedrijf 7], [bedrijf 8], [bedrijf 9], [bedrijf 10] en [bedrijf 11] en de vordering van de benadeelde partij [bedrijf 12].
Het standpunt van de officier van justitie.De officier van justitie acht beide vorderingen voor toewijzing vatbaar met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de totale schade.
Het standpunt van de verdediging.
Primair is de raadsvrouwe van mening dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk moeten worden verklaard in verband met haar verzoek tot vrijspraak. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard dienen te worden in hun vorderingen, nu de benadeelde partijen verzekeringsmaatschappijen betreffen die door het gepleegde feit geen rechtstreekse schade hebben geleden.
Beoordeling.
De rechtbank is van oordeel dat degene die uit kracht van de wet door subrogatie in alle rechten op schadevergoeding van het slachtoffer is getreden, zich niet in diens plaats als benadeelde partij in het strafgeding kan voegen, nu niet kan worden aangenomen dat iemand anders als benadeelde partij kan optreden dan degene die door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering. Overigens ontbreken bij beide vorderingen de juiste stukken met betrekking tot de machtiging.
De rechtbank zal, nu de vorderingen niet worden toegewezen, de benadeelde partijen veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

De vordering van de benadeelde partij [bedrijf 13]

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de gehele vordering voor toewijzing vatbaar met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering, nu niet duidelijk is of de benadeelde partij haar eigen risico voor deze schade heeft moeten aanwenden of dat zij dit al eerder heeft aangewend.
Beoordeling.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, nu de rechtbank op basis van het dossier van oordeel is dat het aannemelijk is dat de benadeelde partij deze materiële schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7].

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de gehele vordering voor toewijzing vatbaar met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke aansprakelijkheid voor de totale schade.
Het standpunt van de verdediging.
Primair is de raadsvrouwe van mening dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in verband met haar verzoek tot vrijspraak. Subsidiair heeft zij aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering, nu de benadeelde partij de vordering in het geheel niet heeft onderbouwd.
Beoordeling.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, nu de rechtbank op basis van het dossier van oordeel is dat het aannemelijk is dat de benadeelde partij deze materiële schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

Motivering van de hoofdelijkheid.De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.

Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

Beslag.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert dat het alarmpistool en 64 patronen worden onttrokken aan het verkeer.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsvrouwe heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het inbeslaggenomen alarmpistool en de inbeslaggenomen patronen.
De beoordeling.De rechtbank is van oordeel dat het alarmpistool en de patronen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Motivering van de beslissing tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling 99-000056-28.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.
Door de verdediging is aangevoerd dat de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling afgewezen dient te worden omdat de vordering niet aan veroordeelde is betekend. De rechtbank kan op basis van de stukken niet vaststellen of de vordering aan veroordeelde is betekend. Wel blijkt uit de stukken dat deze vordering op de terechtzitting van 21 juni 2013 in bijzijn van veroordeelde aanhangig is gemaakt en dat veroordeelde aldus op de hoogte is geraakt van de vordering. Nu de betekening enkel tot doel heeft veroordeelde op de hoogte te stellen van de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling en is gebleken dat veroordeelde sinds 21 juni 2013 op de hoogte is van de vordering, zal de rechtbank aan het ontbreken van de betekeningsstukken geen consequentie verbinden. De rechtbank ziet in hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen en in de persoon van de veroordeelde, geen aanleiding om niet tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling over te gaan.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 47, 57, 60a, 310, 311, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

T.a.v. 01/865003-13 feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 primair, feit 6, feit 7, feit 9:
Vrijspraak
De rechtbank verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder feit 2, feit 3 primair, feit 4, feit 5 primair, feit 6, feit 7 en feit 9 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/865003-13 feit 1:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
T.a.v. 01/865003-13 feit 3 subsidiair:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
T.a.v. 01/865003-13 feit 5 subsidiair:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
T.a.v. 01/865003-13 feit 8:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. 01/865003-13 feit 10:
diefstal
T.a.v. 01/860058-13:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen.
T.a.v. 01/865003-13 feit 1, feit 3 subsidiair, feit 5 subsidiair, feit 8, feit 10, 01/860058-13:
Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar en 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
Onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen goederen, te weten: een alarmpistool en 64 patronen.
T.a.v. 01/865003-13 feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partijen [bedrijf 5], [bedrijf 6], [bedrijf 7], [bedrijf 8], [bedrijf 9], [bedrijf 10] en [bedrijf 11] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. 01/865003-13 feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [bedrijf 12] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. 01/865003-13 feit 10:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 950,00 subsidiair 19 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf 13] van een bedrag van EUR 950,- (zegge: negenhonderdvijftig euro) aan materiële schadevergoeding, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 19 dagen hechtenis.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [bedrijf 13] van een
bedrag van EUR 950,- (zegge: negenhonderdvijftig euro) aan materiële
schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/860058-13:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7], van een bedrag van EUR 500,- (zegge: vijfhonderd euro) aan materiële schadevergoeding, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door een van zijn mededaders is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] van een bedrag van EUR 500,- (zegge: vijfhonderd euro) aan materiële schadevergoeding.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door een van zijn mededaders is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling met

v.i.-zaaknummer 99-000056-28.
Wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling toe. Gelast dat de vrijheidsstraf die als gevolg van de toepassing van de regeling voorwaardelijke invrijheidsstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog moet worden ondergaan en wel voor de duur van 613 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.L.W.M. Viering, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken op 4 maart 2014.

Bijlage A.

De bewijsmiddelen.

(Voor zover hierna wordt verwezen naar een paginanummer betreft dit het einddossier, tenzij anders is vermeld)
Ten aanzien van feit 1 en feit 3 subsidiair:
Proces-verbaal relaas gekwalificeerde diefstal met geweld, juwelier [bedrijf 1] [p. 509]
Op vrijdag, 15 maart 2013, omstreeks 03.26 uur, werd door [slachtoffer 1] bij de regionale meldkamer van de Regiopolitie Oost Brabant, de telefonische melding gedaan dat hij zojuist was overvallen door 3 gemaskerde personen. Een van de daders zou hem daarbij bedreigd hebben met een pistool. Binnen 3 minuten hadden de daders een grote hoeveelheid sieraden, Rolex horloges en ringen weggenomen uit een stand van een diamantair in de 1e hal van de Brabanthallen waar op dat moment het evenement "Indoor Brabant" plaatsvond.
Proces-verbaal van bevindingen [p. 599-600]
Naar aanleiding van deze melding is personeel van de Regio Politie Oost-Brabant direct ter plaatse gegaan. Bij het ter plaatse komen, die dag omstreeks 03.30 uur zagen de politiemensen onder meer dat het toegangshek deels geopend was waardoor zij vrij het terrein van de Brabanthallen konden oprijden. Binnen zagen zij dat enkele glazen vitrine kasten van juwelier [bedrijf 1] vernield waren. Ter plaatse werden zij aangesproken door de beveiliger van de promotiestand van juwelier [bedrijf 1], de heer [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] verklaarde in het kort die nacht als beveiliger gewerkt te hebben bij de stand van juwelier [bedrijf 1]. Hij had gemorrel gehoord aan een van de toegangsdeuren waarbij hij dacht dat met een sleutel de deur geopend werd. Hierop zag hij drie personen op hem af komen lopen welke allen een zwarte bivakmuts droegen. De voorste persoon hield een zwart vuistvuurwapen in zijn hand wat hij in de richting van [slachtoffer 1] hield. [slachtoffer 1] verklaarde dat de persoon met het vuurwapen hem sommeerde op zijn buik te gaan liggen en dat hij niet mocht opkijken. Vervolgens hoorde hij dat de vitrinekasten ingeslagen werden.
Proces-verbaal van aangifte [p. 621-622]
[slachtoffer 8] deed aangifte namens de benadeelde [bedrijf 1] te Amsterdam ter zake diefstal met geweld gepleegd op het adres [adres 9] te ’s-Hertogenbosch op 15 maart 2013 te 03:25 uur. Het bedrijf “[bedrijf 1]” had een stand staan op het evenement "Indoor Brabant" in de Brabanthallen te 's-Hertogenbosch.
Hij was die nacht omstreeks 03.33 uur door de beveiliger van de stand, [slachtoffer 1], gebeld waarbij deze aangaf te zijn overvallen. Hem bleek dat er diverse vitrines van de stand vernield waren en dat er een grote hoeveelheid horloges en sieraden vanuit de vitrines waren weggenomen met een totale inkoopwaarde van rond de € 650.000,-. De buit betrof onder meer een grote hoeveelheid horloges van het merk Rolex en diverse ringen en colliers met diamanten.
De verklaring van [slachtoffer 1] [p. 680-682]Hij verklaarde die nacht als beveiliger werkzaam te zijn geweest bij het evenement "Indoor Brabant" in de Brabanthallen te 's-Hertogenbosch. Hij was ingehuurd door het bedrijf [bedrijf 1] om hun stand te beveiligen. Die nacht, omstreeks 03.00 uur was hij alleen in de stand. Hij zat aan een tafeltje. [slachtoffer 1] hoorde van rechts schuin voor hem een deur open gaan. Hierop was hij in die richting gelopen. Op dat moment zag hij drie personen snel naderen
.[slachtoffer 1] hoorde dat één persoon op dat moment riep: 'Ga op je buik liggen'. Hij zag dat de voorste persoon een vuurwapen in zijn rechterhand hield en een koevoet in de linker hand. Hij hoorde dat de voorste man al rennend bleef roepen: 'Ga op je buik liggen, ga op je buik liggen en niet kijken'. [slachtoffer 1] was toen onmiddellijk op zijn buik gaan liggen. Op het moment dat hij lag, hoorde hij dat de zelfde persoon zei: 'Sla de ramen in van die twee kasten'. Hij hoorde dat er weer werd geroepen: 'Niet kijken, niet kijken'. [slachtoffer 1] hoorde op dat moment de ramen van de kasten achter hem sneuvelen. Hij hoorde dat er weer tegen hem werd geroepen: 'Niet kijken, niet kijken'. Vervolgens hoorde hij weer glasgerinkel van de volgende kasten. Wederom werd er geroepen 'Niet kijken, niet kijken, blijf liggen'. [slachtoffer 1] hoorde dat er toen werd gezegd: 'alles pakken, wegwezen'. Op dat moment hoorde hij dat er weer werd geroepen: 'niet kijken, we hebben alles'. Hij hoorde dat de personen weg renden waarbij weer geroepen werd dat hij niet moest kijken. Na een paar seconden had hij toch gekeken en zag hij dat de drie personen dezelfde kant op liepen als waar ze vandaan kwamen.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie met proces-verbaalnummer 20130404.0800.60113 [p. 699, p. 702-704]
OVC in de Volkswagen Caddy [kenteken 5] op woensdag 13 maart 2013 18.25.05 uur. [naam 1]: Straks gaan we het er over hebben en morgen gaan we het doen. [naam 3]: Ja toch? [naam 1]: Ja, als het, als het onv. Hannessen of vervelend gewoon doen, wel of niet, klaar. [naam 3]: (onverstaanbaar) [naam 1]: Kijk maar. Daar kunde gij gewoon altijd op. [naam 1]: nee daar zit niemand binnen jongen. Nou moeten we ook effe kijken hoe we ongezien met de auto der op komen. Dan wordt het weer even onverstaanbaar (er zijn woorden te verstaan als ‘dit hekske’en ‘openmaken’). Dan [naam 1]: Dat kunnen we openbreken of niet. Dit hek moet wel open.
18.30.00 uur. [naam 1]: Nee hier zit geen camera. [naam 1]: Dat wit lint toch. [naam 3]: ja nou maar die sla je toch mee kapot die kasten, of hoe zit dat. [naam 1]: Maar wel met een autoke in de buurt dat we weg kennen.
18.35.00 uur. [naam 1]: Hè, echt veul, echt veul. Ik denk in elke zuil een stuk of 20. Drie zuilen vol. En dan hedde nog een zuil met sieraden.
PV van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie in de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 5] van verbalisant [verbalisant 2] [p. 708]
13 maart 2013 18.30.00 uur. [verdachte]: ja das gewoon showvitrines van die winkel. (...) [medeverdachte 2]: Hier allemaal camera's allemaal en alles. [verdachte]: Nou dan gaan we aan de andere kant af.
Proces-verbaal stemherkenning van verbalisant van Boxel Stemherkenning [p. 390-391]
Op 12 en 13 april en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij [medeverdachte 2] gehoord. Door mij werden geluidsopnamen beluisterd, welke op 13 maart 2013 tussen 18.25 uur en 18.40 uur waren opgenomen in de Volkswagen met kenteken [kenteken 5], tussen 23.44 uur en 23.59 uur in de Mercedes met het kenteken [kenteken 6] en op 15 maart 2013 tussen 05.16 uur en 05.21 uur in de Mercedes [kenteken 6]. In de geluidsbestanden van 13 maart 2013 zijn de stemmen van twee personen te horen. Ik herken in beide geluidsbestanden van één van deze personen de stem van [medeverdachte 2]. In het aangehaalde geluidsbestand van 15 maart 2013 zijn drie stemmen te horen. De stem van één van deze personen lijkt sterk op de stem van [medeverdachte 2].
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] [p. 433]Op 11 juni 2013 nam ik van de verdachte [verdachte], geboren [1970] te [geboorteplaats] en wonende [adres 1] een verklaring op. Ik herkende de stem van de verdachte [verdachte] als de stem van de man die in de processen-verbaal 20130404.0800.60113, 20130402.1600.260 en 20130804.11.05.30006 als [verdachte] werd benoemd.
Proces-verbaal bevindingen baken witte Volkswagen Caddy [kenteken 5] [p. 771-772] en bijbehorende bakengegevens [p. 777]
Baken Witte Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 5] peilt gedurende het voornoemde OVC gesprek d.d. 13 maart 2013 in de periode vanaf 18.25 uur tot 18.35 uur uit vanaf het woonadres van [verdachte] aan de [adres 1] naar [adres 10] te 's-Hertogenbosch, zijnde een zijstraat van [adres 11] alwaar de Brabanthallen zijn gelegen.
Later op 13 maart 20.07 uur peilt de Volkswagen Caddy [kenteken 5] uit op [adres 12] ter hoogte van perceel 41. Aldaar is een vestiging van de [bedrijf 14].
Proces-verbaal bevindingen onderzoek [bedrijf 14] te ’s-Hertogenbosch [p. 831C]
Op een camera, gericht op het parkeerterrein van de [bedrijf 14] zagen wij, verbalisanten, op 13 maart 2013 omstreeks 20.09.27 uur een Volkswagen Caddy het parkeerterrein van de [bedrijf 14] op komen rijden. Omstreeks 20.09.51 uur zagen wij genoemde [verdachte] de [bedrijf 14] inlopen. Omstreeks 20.10.53 uur zagen wij genoemde [verdachte] bij de kassa waar hij kennelijk een betonschaar afrekende. Wij herkenden de persoon op de video als de ons in het onderzoek Doolhof bekend geworden [verdachte]. Door de bedrijfsleider van de [bedrijf 14] werd ons een afdruk kopie kassabon overhandigd met daarop de aankoop van genoemde [verdachte], namelijk een betonijzerschaar 620 mm.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie met proces-verbaalnummer 20130322.1032.20261 [p. 710, p. 715-716]
OVC Mercedes Benz met kenteken [kenteken 6] d.d. woensdag 13 maart 2013
23.44.00 uur. [naam 1]: ge kent misschien beter zeg maar euh, daar eentje afzetten die hem open gooit en voep mee der in.
23.54.16 uur. [naam 1]: Ik ga morgen met hem nog een keer kijken en dan sms ik jouw .. moete die kant op komen .. moete we goed afspreken alles dat er euh helemaal niet meer twijfelen is. [naam 1]: ge kent niet als een maf die dingen kapot slaan ... onverstaanbaar... da gaat niet . [naam 3]: Nee, nee .. onverstaanbaar .. [naam 1]: Dan moete gij iets hebben ... toch de mensen weg blijven ... hoeft maar 2 minuten. [naam 1]: das de hele week jonge ..volgens mij.. die... euh .. paardenbeurs. [naam 1]: Ja .. hij zal der wel zitten op zijn stoeleke ... [naam 3]: ja ... of met zijn tweeën.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] [p. 435]Op 11 juni 2013 nam ik van de verdachte [verdachte], geboren [1970] te ’[geboorteplaats] en wonende [adres 1] een verklaring op. Ik herkende de stem van de verdachte [verdachte] als de stem van de man die in het proces-verbaal 20130322.1032.20261 als[verdachte] werd benoemd.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie met proces-verbaalnummer 20130402.1600.20260 [p. 726 en p. 728-730]
OVC Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 5] op 14 maart 2013
13.41.14 uur. NN man: Hij moet ook zijn ding meenemen daar hè als we te laat komen dat ie ze op afstand kan houden. (…) NN man: Dan moeten m maar een keer s-nachts pakken, dan is er wel beveiliging hoor. [naam 1]: ja die vent die daar zit, die zit er de hele dag natuurlijk. (…) [naam 1]: nee in dat hokje, waar die dingen liggen, die zitten daar de hele dag. NN man: denk je? [naam 1]: ja dat schat ik van wel jongen. NN man: zou die niet met zo’n ding erbij liggen? [naam 1]: nee. NN man: ja dat weet je niet, hij heeft n vergunning he?
[naam 1]: nee man. NN man:' ja zeker wel jongen, die heb je ook in Nederland?' [naam 1]: 'ja je kunt wel n vergunning, maar dan mag je m nog niet bij je hebben buiten jongen' NN man: ' ja zeker wel als je die spullen moet bewaken, ja zeker wel' ... stukje onverstaanbaar ...... NN man:' gelijk neerleggen en ná voelen. (…) NN man: nee, je moet alles pakken, niet het halve werk, alles leeg laaien. (…) NN man: Dat moet je ook niet kapot slaan, gewoon koevoet je pakken ... tets" - "ik denk dat het tóch kapot breekt of niet? - "nou ik denk het niet .... En anders moet het maar kapot gaan. Kijk uit dat ze niet beschadigen he.
13.46.00 uur. [naam 1]: eentje loopt langs .. pats pats slaat ze alle 4 kapot .. ieder eentje pakken, .. wéér eentje pakken en weg, en ééntje houdt alles op afstand. [naam 1]: je hoeft maar hamertje mee te nemen…[naam 1]: Is maar één keer per jaar, die beurs, die paardenbeurs.
14.55.00 uur. [naam 1]: ja 3 zuiltjes, ik denk dat je in een minuut of twee klaar bent. (…) NN man: je moet die pakken, die zo staan, daar zit t meest waardevolle in. [naam 1] zegt de eerste 3. NN man zegt dat ze de prijzen niet lieten zien. [naam 1] zegt dat die er onder gedouwd zitten. [naam 1] zegt woorden als: die ik er uit koos zeg maar ... 50 rooien. NN man zegt: 40 (of 20%) % korting dus dan .. 30 rooien ... en dan krijg je 12 en een halve rug .. onv .... per 4 man (…) NN man: het alarm uitzetten, moet je even zo’n blokker regelen. [naam 1]: daar kan ik wel aan komen, een blokker.
Proces-verbaal van bevindingen [p. 733-735]OVC Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 5] op 14 maart 2013
13.46.00 uur. [verdachte]: ik denk dat ge, ik zeg denk dat je een andere auto moet kopen en de witte ergens wegzetten. Gewoon ergens een oud Golfje 4 weghalen. Daar mee erop dan recht naar die witte en naar huis.
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 436]Op 12 en 13 april 2013 werden door mij verbalisant [verbalisant 3] zowel verdachte [verdachte] als verdachte [medeverdachte 1] gehoord. Door mij werden de geluidsopnamen beluisterd welke op 14 maart 2013 waren opgenomen in de personenauto voorzien van kenteken [kenteken 5]. Op de opnamen tussen de tijdstippen 13.41.14 uur en 15.34.00 uur is een gesprek tussen twee personen te horen. De stemmen van deze twee personen herken ik als de stemmen van verdachte [medeverdachte 1] en [verdachte].
Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant Bouman [p. 688]
Op donderdag 14 maart 2013, omstreeks 15.00 uur was ik in privé tijd werkzaam in de Brabanthallen te 's-Hertogenbosch. In de Langstraat hal zag ik twee personen welke interesse toonden in een Mercedes Benz die in de hal stond. Ik herkende een van hen als zijnde de hem ambtshalve bekende [medeverdachte 1]. Even later zag ik dat [medeverdachte 1] en de hem onbekende man bij de stand van '[bedrijf 1]' stonden waarbij men de vitrines aan het bekijken was. De afstand tussen ons was toen ongeveer tien meter.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] [p. 845-847]
Door [verbalisant 3] werden verdachte [medeverdachte 1] en [verdachte] op 12 en 13 april 2013 verhoord. Hij heeft de bewakingsbeelden van de Brabanthallen bekeken en daarbij het navolgende bevonden. Op de beelden van de Brabanthallen is te zien dat er op 14 maart 2013 omstreeks 14.02 uur twee mannen de Brabanthallen binnen komen. Beide mannen komen meermaals in beeld en verlaten die dag uiteindelijk te 14.47 uur de Brabanthallen. Beide mannen worden door hem herkend als de verdachten [verdachte] en [medeverdachte 1].
Proces-verbaal van bevindingen [p. 857-858]
Door mij werden de beelden van [adres 13] te ’s-Hertogenbosch bekeken. Ik zag dat op 14 maart 2013 omstreeks 13.42 uur twee mannen de woning uit kwamen. Ik herkende de mannen als zijnde [verdachte] en [medeverdachte 1]. Ik zag dat beide personen in de witte Volkswagen bestelauto stapten. Ik zag dat [verdachte] als bestuurder plaats nam en [medeverdachte 1] als bijrijder. Ik zag dat ze wegreden.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie met proces-verbaalnummer 20130403.0841.81628 [p. 737 en p. 739]
OVC Mercedes Benz met kenteken [kenteken 6] op woensdag 15 maart 2013.
05.16.12 uur. NN man 1: Je kunt nou toch binnendoor rijden [naam 4]? NN man 2: De snelweg op. NN man 1: Ja maar jij moet toch naar jouw auto? NN man 2: ja, je moet de snelweg op. (…) NN man 2: De spullen moeten wel weg daar he ... NN man 1: Zal ze gewoon goed wegleggen hè ...
Proces-verbaal van stemvergelijking [p. 441-442]
In het voertuig met kenteken [kenteken 6] werd communicatie opgenomen. Op 15 maart 2013 om 05.16.12 uur vond een gesprek plaats tussen meerdere personen. Een van de personen wordt in het gesprek ‘[naam 4]’ genoemd. In het voertuig met kenteken [kenteken 5] werd communicatie opgenomen. Op 14 maart 2013 om 13.41.14 uur vond een gesprek plaats tussen [verdachte] en een onbekende man. De stem van de onbekende man werd door collega [verbalisant 4] herkend als zijnde de stem van [medeverdachte 1].
Door ons verbalisanten zijn de hierboven genoemde gesprekken met elkaar vergeleken. Hieruit is gebleken dat beide stemmen veel overeenkomsten hebben, waarbij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aangenomen mag worden dat NN man 2, welke ‘[naam 4]’ wordt genoemd [medeverdachte 1] betreft.
Proces-verbaal bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie met proces-verbaalnummer 20130804.11.05.30006 [p. 742 en p. 745]
OVC VW Caddy [kenteken 5] op zaterdag 16 maart 2013
16.41.00 uur. [verdachte] zegt door het telefoongesprek heen of ze de laatste twee dagen op het nieuws gehoord hebben en zegt dat hij ([naam 1]) wereldnieuws was.
Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 februari 2014 ten aanzien van het OVC gesprek in de Volkswagen Caddy [kenteken 5] op 16 maart 2013 om 16.41.00 uurIk had ruzie met mijn vriendin en werd daarover gebeld terwijl ik in de auto zat. Ik zei toen: “Is het weer zover, zijn we weer wereldnieuws?”
Proces-verbaal baken zwarte Mercedes [kenteken 6] icm overval Brabanthallen [p. 747 en p. 749] en baken Mercedes [kenteken 6] ([medeverdachte 2]) [p. 751, p. 756-758]
14 maart 2013 van 17.19 en 17.47 uur peilt de Mercedes [kenteken 6] uit op de locatie [adres 13] ter hoogte van nummer [adres 13] te 's-Hertogenbosch. (verblijfadres [medeverdachte 1]).
14 maart 23.26 uur en 23.29 uur peilt de Mercedes [kenteken 6] uit op [adres 14] te Eindhoven. De Mercedes peilt hierna aansluitend uit op [adres 15] ([adres 7] - woonadres [medeverdachte 2]) tot 15 maart 2013 4:01 en vervolgens te 15 maart 2013 04.26 uur op de [adres 1] te 's-Hertogenbosch, alwaar [verdachte] verblijft.
15 maart 2013 van 05.24 uur [adres 16] tot 05.58 uur peilt de Mercedes uit op de [adres 15] ([adres 7]).
De Mercedes [kenteken 6] peilt aansluitend aan tot aan [adres 16] te ’s-Hertogenbosch om 05.24 uur alwaar blijkens OVC twee personen uitstappen waaronder [medeverdachte 1]. De Mercedes peilt nadien te 05.58 uur uit op het woonadres van [medeverdachte 2] aan [adres 15] ([adres 7] in Eindhoven).
Proces-verbaal van bevindingen [p. 870-872 en p. 875]
Uit de opgenomen beelden van de camera geplaatst op [adres 7] te Eindhoven van vrijdag 15 maart 2013 blijkt dat omstreeks 03.46 uur een witte Seat aan komt rijden en geparkeerd wordt. Te zien is dat [medeverdachte 2] uit het voertuig stapt. Korte tijd later, omstreeks 03.47 uur komt[medeverdachte 2] weer terug en stap wederom als bestuurder in de Seat. Te zien is dat verdachte [medeverdachte 2] met de Witte Seat Leon weg rijdt.
Die nacht, omstreeks 03.55 uur is te zien dat de Mercedes Benz aan de achterzijde van het erf van [adres 7] de carport in rijdt.
Omstreeks 03.59 uur is te zien dat de Mercedes weer weg rijdt.
Op vrijdag 15 maart 2013 te 05.55 uur is te zien dat de Mercedes Benz wederom voornoemde carport in rijdt.
Proces-verbaal van bevindingen [p. 788-790]
Om het beeld van het kenteken, dat op de bovengenoemde witte Seat Leon gemonteerd zat te optimaliseren, zijn deze camerabeelden van [adres 7] te Eindhoven op 15 maart 2013 naar DSRT gebracht. Na enige dagen hebben wij, verbalisanten, deze beelden na te zijn geoptimaliseerd terug ontvangen. Wij, verbalisanten kunnen zeggen dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, het kenteken van de witte Seat (die omstreeks 03.46 uur aan komt rijden en stopt) [kenteken 7] betreft.
PV sporenonderzoek van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] [p. 791-792]
Op zondag 17 maart 2013 te 23:06 uur werd een Seat Leon uitvoering Cupra met kenteken [kenteken 1] brandend aangetroffen in een weiland op de openbare weg [adres 6] te Nuenen. Voor ons was het niet mogelijk vast te stellen op welke wijze het voertuig was ontvreemd. De portiersloten en de stuurkolom waren geheel door brand vernield. In het uitgebrande voertuig werd een breekijzer aangetroffen en veiliggesteld met SIN AAEL2524NL. Uit nader onderzoek kwam vast te staan dat dit breekijzer ten tijde van de brand in het voertuig had gelegen.
Proces-verbaal sporenonderzoek van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] [p. 604 en p. 608]
Door de medewerkers van de afdeling Forensisch Technisch Ondersteuning ( FTO ) van de regiopolitie Brabant-Noord werd op/aan de plaats delict in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch op 15 maart 2013 omstreeks 04.45 uur een uitgebreid onderzoek verricht. Hierbij werden onder meer werktuigsporen veiliggesteld van een kras (van) een breekijzer aan de poort/hek voor de parkeerplaats (SIN AABO6548NL) en een kras (van) een breekijzer aan een nooddeur (SIN AAFG6245NL).
Proces-verbaal betreffende een vergelijkend werktuigsporenonderzoek n.a.v. diefstal met geweld uit promotiestand, Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch 15 maart 2013 van deskundige [deskundige] [p. 798-802]
Bij een vergelijkingsonderzoek werd geconcludeerd dat de werktuigsporen SIN AAB06548NL (kras poort/hek voor parkeerplaats met breekijzer) en SIN AAFG6245NL (kras nooddeur met breekijzer) waarschijnlijk veroorzaakt zijn met het in de Seat Leon aangetroffen breekijzer met SIN AAEL2524NL.
Proces-verbaal bevindingen ARS kenteken [kenteken 1] / [kenteken 7] [p. 812, p. 814, p. 817]
Analyse ARS gegevens 7 en 8 maart 2013 (diefstal Seat Leon)
Het kenteken [kenteken 1] wordt op 8 maart 2013 te 01:00 uur door ARS-apparatuur geregistreerd op de Hoogstraat te Sint Michielsgestel zijnde ARS paal 617HOOG-A. De Seat Leon is dan zeer vermoedelijk enkele minuten eerder weggehaald op [adres 17] te Sint Michielsgestel. Het kenteken [kenteken 1] wordt hierna door diverse ARS palen geregistreerd namelijk: 1:11 uur A2 knooppunt Ekkerswijer Eindhoven, 1:13, 1:14, 1:15, 1:16 uur [adres 18] Eindhoven, 1:17 uur [adres 19] Eindhoven en 1:18 uur [adres 20]) Eindhoven.

Analyse ARS gegevens 14 en 15 maart 2013 (overval Brabanthallen)

Uit analyse van de ARS gegevens met betrekking tot 14 en 15 maart 2013 blijkt dat het
kenteken [kenteken 7] op 15 maart 2013 omstreeks 01.12 uur geregistreerd werd op [adres 21]
te Eindhoven en vervolgens meermaals geregistreerd werd in de rijrichting van
's-Hertogenbosch, waarbij omstreeks 02.26 uur het kenteken [kenteken 7] werd geregistreerd op de A59 Maasroute ter hoogte van Vlijmen.
Op 15 maart 2013 omstreeks 03.40 uur werd het kenteken [kenteken 7] geregistreerd rijdend via de [adres 18] terug via [adres 20] ( 03.44 uur) richting de Eindhovense wijk Tongelre.
Proces-verbaal van aangifte gedaan door [slachtoffer 2] [p. 1026-1028]Tussen 7 maart 2013 te 23.15 uur en 8 maart 2013 te 08.00 uur werd in de [adres 17] ter hoogte van perceel 29 te Sint-Michielsgestel, binnen de gemeente Sint-Michielsgestel een witte personenauto, merk Seat Type Leon Cupra limited edition voorzien van het kenteken [kenteken 1] gestolen. Betreffend voertuig was voorzien van een wit spoilerpakket. In Nederland zijn slechts tien van deze auto’s geleverd met dit spoilerpakket.
Bijlage weggenomen goederen: personenauto Seat Leon, kleur Wit, kenteken [kenteken 1], chassisnummer [nummer], bouwjaar 2009.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1051-1053 en p. 1055]
OVC Mercedes Benz [kenteken 6] van [medeverdachte 2] op 8 maart 2013
00.10.00 uur. [naam 1]: doe de gij hem starten.
01.28.00 uur. [naam 5]: Zou je niet even deze spulletjes wegleggen jongen? Bij jou? [naam 3]: Onverstaanbaar. [naam 5]: alleen die jas met die handschoenen, bivakmuts, kastjes. Zonde om af te laten pakken hè.
01.33.00 uur. [naam 1]: Hij is nog niet gechipt hè?
01.38.00 uur. [naam 1]: het is gewoon een vies tering wit autoke. [naam 3]: ..onv... [naam 1]: waar ga je hem neer zetten? [naam 1]: die Leon staat er meer dan een week.[naam 5]: wel kut met die platen.
01.43.00 uur. [naam 1]: je kunt hem een andere kleur maken, snap je?
02.13.00 uur. [naam 3]: kom zo snel mogelijk met die platen.
Proces-verbaal bevindingen baken zwarte Mercedes [kenteken 6] [p. 1044] en bijbehorende bakengegevens [p. 1047]
De Mercedes [kenteken 6] peilt omstreeks 00:16 uur op het woonwagencentrum [adres 22] te Sint-Michielsgestel uit. Omstreeks 01:01 uur peilt de Mercedes uit op de A2 en is deze vertrokken vanaf [adres 22].
Proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] [p. 996][adres 22] te Sint-Michielsgestel ligt op loopafstand (500 mtr) van de plaats delict aan [adres 17] te Sint-Michielsgestel.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1066]
OVC Volkswagen Caddy [kenteken 5] op 9 maart 2013
08.28.00 uur. [naam 3] zegt: Limited Edition 310 pk
08.33.00 uur. Limited Edition 310 is het. NN man: Golfje? [naam 3]: Nee dat kleine Seatje. NN man: Die jullie al hadden of nog iets? [naam 3]: Nee die we al hadden. Origineel Limited Edition 310, das de uitvoering ja weet ik het. Staat ook op de papieren en alles.
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 392-393]Op 12 en 13 april en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 2] gehoord. Door mij werden de geluidsopnamen beluisterd welke op 8 maart 2013 tussen 01.28 uur en 01.48 uur in de Mercedes [kenteken 6] en op 9 maart 2013 tussen 08.28 uur en 08.38 uur in de Volkswagen Caddy [kenteken 5] waren opgenomen. Op de geluidsopnamen van 8 maart 2013 zijn stemmen van drie personen te horen. Van 2 van deze personen herken ik de stemmen van [medeverdachte 3] en[medeverdachte 2]. Op de geluidsopnamen van 9 maart 2013 zijn stemmen van twee personen te horen. Eén ervan herken ik als de stem van [medeverdachte 2].
Proces-verbaal bevindingen camerabeelden [adres 7] te Eindhoven [p. 1071-1074]
In belang van het onderzoek "Doolhof' werden onder meer een drietal camera's geplaatst, gericht op het woonwagencentrum [adres 7] ter hoogte van perceel 3, zijnde de woning van [medeverdachte 2].
Uit de opgenomen beelden van donderdag 7 op vrijdag 8 maart 2013 blijkt het volgende. De zwarte Mercedes Benz met kenteken [kenteken 6] vertrekt om 23.17 uur vanaf de achterplaats van [adres 7] te Eindhoven. De Mercedes met het kenteken [kenteken 6] komt om 01.24 uur terug waarbij herkenning plaatsvindt op [medeverdachte 2] als de inzittende van de Mercedes.
Volgens de RDW gegevens van de Mercedes Benz met het kenteken [kenteken 6] is deze te naam gesteld van [naam 6], [adres 7] te Eindhoven en in gebruik bij [medeverdachte 2].
Proces-verbaal bevindingen camerabeelden [adres 7] te Eindhoven [p. 1076]Ik heb de opgenomen beelden bekeken. Ik zie dat op 8 maart om 15.45 uur een Seat Leon de carport aan de achterzijde van perceel [adres 7] te Eindhoven binnen rijdt. Ik zie dat de witte Seat is voorzien van een spoiler body kit met dubbele uitlaat.
Mutatierapport van verbalisant [verbalisant 11] [p. 1103-1105]Op zondag 17 maart 2013 te 23:06 uur werd na melding van een autobrand, een witte Seat Leon Cupra brandend aangetroffen in een weiland op [adres 6] te Nuenen, binnen de gemeente Nuenen Ca. zonder kentekenplaten. Naar aanleiding van het chassisnummer werd het kenteken van de Seat Leon bekend, namelijk [kenteken 1].
Proces-verbaal bevindingen baken zwarte Mercedes [kenteken 6] icm Seat-HRV-9 van verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 13] [p. 1043, p. 1045] en baken Mercedes [kenteken 6] [p. 1048]
Op 15 november 2012 werd de zwarte Mercedes Benz C320 CDI met het kenteken [kenteken 6] voorzien van registrerend plaatsbepalingsapparatuur zijnde een GPS peilbaken. Deze zwarte Mercedes voorzien van het kenteken [kenteken 6] is in gebruik bij [medeverdachte 2] en zijn vrouw [naam 6].
Uit de bakengegevens blijkt dat deze op 17 maart 2013 omstreeks 22:33 uur uitpeilt op [adres 8] in Nuenen. [adres 8] in Nuenen betreft in direct omgeving van [adres 6] in Nuenen alwaar de brandende Seat Leon [kenteken 1] werd aangetroffen.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1113-1114, p. 1116]
OVC in Mercedes Benz [kenteken 6] (van [medeverdachte 2]) op 17 maart 2013
22.14.00 uur. Te horen is dat de verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] met elkaar praten.
22.35.00 uur. [naam 1] zegt dat er een blok op de grond op zat.
Proces-verbaal bevindingen camerabeelden [adres 7] te Eindhoven [p. 785-786]Wij verbalisanten hebben de opgenomen beelden bekeken. Door ons werd – samengevat- het navolgende waargenomen:
Zondag 17 maart 2013
22.44 uur: Twee mannelijke personen lopen vanaf [adres 7] richting voorzijde van woonwagencentrum Orgelplein. Herkenning verbalisant Verkuijlen op [medeverdachte 2] en [verdachte].
23.10 uur: [medeverdachte 2] en [verdachte] (beide herkenning [verbalisant 12]) lopen van de voorzijde van het woonwagencentrum [adres 7] naar woonwagen [adres 7].
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 392-393]
Op 12 en 13 april 2013 en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 2] gehoord. Door mij werden de geluidsopnamen beluisterd welke op 17 maart 2013 tussen 21.49 uur en 23.38 uur waren opgenomen in de Mercedes met het kenteken [kenteken 6]. In de geluidsbestanden zijn de stemmen van twee personen te horen. Eén van deze stemmen herken ik als de stem van [medeverdachte 2].
Proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt op 5 februari 2014 [los proces-verbaal dat geen onderdeel uitmaakt van het einddossier]
Op 16 mei en 11 juni 2013 werd door onder andere mij verdachte [verdachte] gehoord. Door mij werden de geluidsbestanden uit de Mercedes [kenteken 6] op 17 maart 2013 tussen 22.30 uur en 22.40 uur beluisterd. In de geluidsbestanden van de Mercedes [kenteken 6] zijn de stemmen van personen te horen. Van één van deze personen herken ik de stem van [verdachte].
Ten aanzien van feit 5 subsidiair:
Mutatierapport van verbalisanten [verbalisant 14] en [verbalisant 15] [p. 1304-1309]
Op vrijdag 21 maart 2013 te 21:57 uur werd na melding van een autobrand een Volkswagen Caddy brandend aangetroffen op [adres 23] te Vlijmen, gemeente Heusden. Bij de auto werden geen kentekenplaten gevonden. Uit nader onderzoek is uit het VIN-nummer gebleken dat het voertuig een Volkswagen Caddy betrof voorzien van het kenteken [kenteken 2].
Proces-verbaal van aangifte gedaan door [slachtoffer 3] [p. 1221-1222]
Tussen 28 januari 2013 te 17:00 uur en 29 januari 2013 te 17:30 uur werd in de [adres 24] te Den Dungen, binnen de gemeente Sint-Michielsgestel een witte Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 2], type SDI bestel gestolen. De auto is geheel mijn eigendom.
Proces-verbaal observeren [p. 1263]
Op 5 februari 2013 omstreeks 10.23 uur zag ik dat een man die ik herkende als [verdachte], geboren op [1970], alleen als bestuurder instapte in de Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 5] en vertrok.
Proces-verbaal observeren [p. 1265]
Op 8 februari 2013, omstreeks 15.15 uur zag ik [verdachte] als bestuurder van een witte Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 5] rijden op de kruising van [adres 25] en [adres 26] te ’s-Hertogenbosch.
Proces-verbaal observeren [p. 1267]
Op 20 februari 2013 zag ik dat [verdachte] op [adres 26] te ’s-Hertogenbosch ter hoogte van perceel 9, instapte in een witte Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 5] en daarmee wegreed.
Proces-verbaal observeren [p. 1270-1272]
Op 6 maart 2013 zien verschillende verbalisanten op vijf momenten dat [verdachte] als bestuurder in de Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 5] reed.
Proces-verbaal van observeren [p. 1274-1277]Op 7 maart 2013 zien verschillende verbalisanten op zeven momenten dat [verdachte] als bestuurder in de Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 5] reed.
Proces-verbaal baken Volkswagen Caddy [kenteken 5] [p. 1279-1280] en bijbehorende baken gegevens [p. 1281-1302]
De Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 5] is in de periode van 7 maart 2013 tot en met 21 maart 2013 voorzien van een peilbaken. Uit de gegevens van dit peilbaken blijkt dat [verdachte] zeer vermoedelijk de gebruiker is geweest van deze Volkswagen Caddy doordat de Volkswagen Caddy diverse malen (ook diverse nachten) uitpeilt op de [adres 1] te ’s-Hertogenbosch voornamelijk ter hoogte van nummer 18. Op dit adres is de vader van [verdachte] woonachtig en tevens verblijft [verdachte] regelmatig op dit adres. De Volkswagen Caddy peilt ook diverse malen (ook diverse nachten) uit op de [adres 32] te ’s-Hertogenbosch voornamelijk ter hoogte van nummer 9. Op dat adres is de vriendin van [verdachte] woonachtig namelijk [persoon 1], geboren op [1971].
Op 21 maart 2013 te 21:58 uur wordt de Volkswagen Caddy brandend aangetroffen ter hoogte van de [adres 23] in Vlijmen. De auto is dan afkomstig van het adres [adres 1] te ’s-Hertogenbosch waar de Caddy om 2.22 uur uitpeilde.
Proces-verbaal van aangifte valselijk gebruik kenteken [kenteken 5] [p. 1257-1268]Op 3 april 2013 deed [slachtoffer 9] aangifte van het feit dat iemand zonder haar toestemming rondrijdt met een auto welke voorzien is van hetzelfde kenteken als mijn auto. Ik ben in het bezit van een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 5]. Ik ben de enige gebruiker van dit voertuig. Ik leen hem nooit uit. Inmiddels ben ik in het bezit van elf verkeersovertredingen welke met een Volkswagen Caddy voorzien van kenteken [kenteken 5] in de periode van 10 februari 2013 tot en met 17 maart 2013 gepleegd zijn in de omgeving van ’s-Hertogenbosch. Ik heb deze overtredingen niet gepleegd.
Proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 16] [p. 1207]
Op 21 maart 2013 omstreeks 21:47 uur peilt de Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 5] uit op [adres 27] te Vlijmen. Dit betreft enkele minuten voorafgaand aan de melding van de autobrand van de Volkswagen Caddy. Omstreeks 21:52 uur op diezelfde avond peilt de Caddy uit op [adres 28] te Vlijmen. Omstreeks 21:57 uur op diezelfde avond peilt de Caddy uit op [adres 23] te Vlijmen.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1315]
OVC Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 8] op 21 maart 2013 (in de auto van [medeverdachte 3])
21.40.00 uur. [naam 5] zegt dat ze het kanneke niet moeten vergeten. [naam 1]: deze kan weet je wel. [naam 5] zegt ja.
21.52.20 uur. [naam 3] geeft aan dat [naam 1] eigenlijk geen handschoenen nodig heeft en dat die van hem zo stinken. [naam 3] geeft vervolgens aan dat hij even de handschoenen van [naam 2] draagt... [naam 5]: Ik zag je ineens een zwieper maken. [naam 3]: Even die platen weggooien. [naam 1]: Ja.
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 396-397]Op 12 en 13 april 2013 en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 2] gehoord. Op 26, 27 en 28 maart 2013, 4, 5, 11, 24 en 25 april 2013 en 27 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 3] gehoord.
Door mij werden de geluidsopnamen van 28 januari 2013 tussen 21.55 uur en 23.45 uur, van 29 januari 2013 tussen 00.10 uur en 00.15 uur en van 21 maart 2013 tussen 21.35 uur en 21.57 uur welke waren opgenomen in de Volkswagen met kenteken [kenteken 8] beluisterd. Er zijn steeds drie personen te horen. Van twee van deze personen herken ik de stemmen te weten van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2].
Proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt op 5 februari 2014 [los proces-verbaal dat geen onderdeel uitmaakt van het einddossier]
Op 16 mei en 11 juni 2013 werd door onder andere mij verdachte [verdachte] gehoord. Door mij werden de geluidsbestanden uit de Volkswagen Golf [kenteken 8] op 21 maart 2013 beluisterd. In de geluidsbestanden van de Golf [kenteken 8] zijn meerdere personen te horen. In alle bestanden herken ik de stem van[verdachte]. Tevens wordt er in het geluidsfragment van 21 maart 2013 ook door iemand de naam [naam 2] gezegd waarop [verdachte] reageert.
Ten aanzien van feit 8:
Proces-verbaal van aangifte gedaan namens de benadeelde [bedrijf 3] te Uden [p. 1370-1371]
Tussen 28 december 2012 te 21.15 uur en 29 december 2012 te 08:30 uur werd in de [bedrijf 3] welke gelegen is aan [adres 3]te Uden een inbraak gepleegd waarbij een partij van 3160,68 kilogram aan vuurwerk werd weggenomen met een inkoopwaarde van € 15.349,- en een verkoopwaarde van over de € 25.000,-. Het vuurwerk lag opgeslagen in twee vuurwerkbunkers. De toegang had men verschaft door de toegangspoort naast het pand te forceren. Hierna heeft men een gat gemaakt in de buitenmuur van het pand waardoor toegang werd verkregen tot de vuurwerkbunkers.
Proces-verbaal van bevindingen [p. 1395-1396]Op 15 mei 2013 werden mij camerabeelden ter beschikking gesteld betreffende een diefstal door middel van braak, gepleegd tussen 28 december 2012 te 21.15 uur en 29 december 2012 te 08.30 uur aan [adres 3]te Uden, zijnde de winkel van de [bedrijf 3]. De beelden zijn gemaakt door de bewakingscamera’s van een naast de [bedrijf 3] gelegen bouwmarkt, de Formido. Op de beelden zijn twee personenauto’s te zien. Daarbij kan worden vastgesteld dat de personenauto van het merk Volkswagen, type Golf is en licht van kleur is. Het andere voertuig betreft een klein model bestelauto, licht van kleur.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1406, p. 1409-1410, p. 1413- 1417]
OVC Opel Combo [kenteken 9] of [kenteken 10] op 28 december 2012 13.58.38 uur. [naam 1] heeft het over een vuurwerk dingentje. [naam 1] geeft aan dat ze even naar binnen moeten lopen.
14.06.18 uur. [naam 1] heeft het over een roldeur. [naam 1] zegt hier zagen we gewoon een gat in. Het woord ‘[bedrijf 3]’ valt.
14.13.18 uur. [naam 3] en [naam 1] stappen in het voertuig. [naam 1] zegt dat het mooie spulletjes zijn. [naam 1] zegt dat ze even tussendoor moeten kijken. [naam 3] zegt dat ze dan een gang moeten maken. Kan ook naar binnen rijden zegt [naam 3]. [naam 1]: Als je deze deur gaat een meter of twee drie begint die muur. [naam 1] zegt dat het een mooi plekje op links om te werken. [naam 3] zegt ja. [naam 1] geeft aan dat ze ook nog naar [naam 7] kunnen rijden. Wat [naam 1] betreft is het deze of niets. [naam 1] zet dat de schrobzaag mee gaat. De woorden ‘Combo vol gooien’ zijn te verstaan. [naam 3] geeft aan dat ze naar [naam 1] kunnen rijden. [naam 1] zegt: Ja kunnen we volgooien. [naam 3] geeft aan dat ze de ... onverstaanbaar ... en de combo vol gooien en ze zijn weg.
14.17.08 uur. [naam 1] zegt dat er wel een goede sensor zal zijn. [naam 3] denkt van ook. [naam 3] denkt dat die kringloop vanavond ook mogelijk open is. [naam 1] denkt van niet. [naam 1] zegt dat het juist misschien fijn is als er wat auto’s meerijden. [naam 1] zegt dat het 10 seconden werk is.
14.23.03 uur. [naam 1] zegt dat het achter dicht gebouwd is. Er zal via de voorkant geladen moeten worden.
22.28.35 uur. NN man: ik geef ze gewoon aan en dan moet gij. [naam 1]: ik doe stapelen. [naam 1]: Hoe lang zou het duren om hem vol te gooien, 5 of 10 minuten? [naam 1]: Het beste is met z’n drie, alles eruit en iedereen weg, snap de? NN man: Dat is wel het beste Dan is ook dat autooke eerder weg. [naam 1] Even alles weer netjes dicht...
22.32.25 uur. [naam 1] is even stil en zegt vervolgens dat de poort opengegaan was.
22.36.16 uur. Geluid van inladen. [naam 1]: Ja, hij is vol jongen. Deuren gaan dicht. [naam 1]: Is er al veel weg, nee he? NN man: He? Ja hier helemaal vol, alles. [naam 1]: Oh, dat valt mee. Twee keer rijden nog denk ik of niet? NN man: ja, twee keer met z’n twee. [naam 1]: Rijd ik hem er af, sluit jij de poort gelijk dicht ja.
22.40.06 uur. [naam 3] zegt: Combo weg en dan naar binnen.
22.43.56 uur. NN man: Is dit het bijna of niet? [naam 1]: Nog een doosje of tien. [naam 1]: Dit was ie he.
22.50.45 uur. [naam 1]: Hoeveel keer rijden is het nog denk je? Twee keer? NN man: ik denk twee keer. [naam 1]: ...onv... of net. NN man: Ik denk net zo. Eentje is denk ik euh. Ja en dan een bietje nog en dan kende .... [naam 1]: ik gooi die pakket nog even bij. NN man: Ja, blijf de gij gewoon staan. NN man: Dan gooi ik even die pakketten in de auto, [naam 1]: Ja kunnen we ook doen ja.
22.58.26 uur. [naam 1]: We kunnen er een paar kleintjes op gooien maar we moeten toch terug he? NN man: ja. [naam 1]: ja, kom maar. NN man: we kunnen er effe een paar bij douwen. [naam 1]: Dadelijk gauw een bietje pakketten er bij. NN man: Dat bietje ligt er nog maar, vier dozen of vijf. NN man: De meeste daar waar allemaal kanonslagen. [naam 1] zegt hierop dat kinderen tegenwoordig nitraat willen. NN man zegt dat er straks plek zat is en dan er een paar bij doen.
23.04.11 uur. [naam 3]: Auw kut, dat krijg ik er niet uit. [naam 1]: ja vol is vol. Snap de. Nog één bakske, moet toch een pakket er bij anders krijg je de laatste bak. Dus je hoeft niet meer zo voorzichtig te stapelen. [naam 3]: je hoeft niet meer voorzichtig te stapelen? [naam 1] heeft het over pakketten en mooie potten.
23.08.01 uur. [naam 1] zegt dat het eigenlijk veel te veel is, kan je heel de dag stoken met de kinderen. Ze hebben het over wat het wel niet zou kosten allemaal. [naam 1] denkt 10.000 euro’s. NN man denkt van ook. [naam 1] geeft aan dat hij vier/vijf tassen en twee potten had en toen al 1000 euro kwijt was. NN man zegt dat hier al potten bijzitten van ‘weet ik veel euro’s’.
23.15.42 uur. [naam 1]: en die grote potten chef, staan die er niet veel. [naam 1]: Niet pakken? NN man: Wel pakken. [naam 1]: zwaar zeker, das mooi spul voor oe eigen. [naam 1]: ik weet het jongen... we moeten weg jongen. [naam 1]: En vuurpijlen..onverstaanbaar. NN man: Die ga ik nou pakken. [naam 1]: Is vol jongen denk ik, ken alleen een paar vuurpijlen bij als het moet.
23.19.32 uur. NN man: Er is nog één pakket met vuurpijlen.
23.19.32 uur. NN man: Al de mooie pakketten. [naam 1]: Al de mooie vuurpijlen. NN man: Ja, die potten die elke keer eentje had. Die waren zwaar. Die hebben denk ik twee of drie.
Proces-verbaal bevindingen baken Opel Combo [kenteken 9] [p. 1423-1424] en bijbehorende bakengegevens [p. 1428-1429]De Opel Combo met het kenteken [kenteken 9] peilt op 28 december 2012 tussen 22.02.30 uur en 22.38.52 uur uit op [adres 3] te Uden ter hoogte van nummer 17 en/of directe omgeving hiervan. De auto peilt omstreeks 22.53.52 uur tot 22.58.52 uur wederom uit op [adres 3] Uden ter hoogte van nummer 17. Hierna peilt de auto omstreeks 23.13.12 uur tot 23.22.02 uur wederom uit op [adres 3] te Uden ter hoogte van nummer 17.
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 398-399]Op 12 en 13 april 2013 en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 2] gehoord. Door mij werden geluidsopnamen beluisterd die op 28 december 2012 waren opgenomen in een Opel Combo met kenteken [kenteken 11] of [kenteken 12]. Er waren stemmen van drie personen te horen. Van één van de personen herken ik de stem van [naam 3] [medeverdachte 2].
Proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt op 5 februari 2014 [los proces-verbaal dat geen onderdeel uitmaakt van het einddossier]
Op 16 mei en 11 juni 2013 werd door andere mij verdachte [verdachte] gehoord. Door mij werden de geluidsbestanden uit de Opel Combo [kenteken 9] of [kenteken 12] op 28 december 2012 om 14.06 en 14.10 uur en 23.23 uur en 23.27 uur. In de aangehaalde geluidsbestanden van de Opel Combo zijn de stemmen van drie personen te horen. Van één van deze personen herken ik de stem van [verdachte].
Ten aanzien van feit 10:
Proces-verbaal van aangifte gedaan namens [bedrijf 13] [p. 1487-1488]Op 11 januari 2013 tussen 09.52 uur en 09.54 uur werd uit een bedrijf op [adres 4] te Wijchen een CV ketel met thermostaat weggenomen. Hetgeen is weggenomen behoort het bedrijf [bedrijf 13] in eigendom toe.
De diefstal vond als volgt plaats: Omstreeks 09.50 uur was ik aan het werk bij bedrijf [bedrijf 13] aan [adres 4] te Wijchen. Op de camerabeelden die het terrein van [bedrijf 13] weergeven zag ik dat er omstreeks 09.52 uur een witte bestelbus, een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 13], het terrein van [bedrijf 13] op kwam rijden. Ik zag dat een man het bedrijf via de achterzijde binnen liep. Ik zag dat de man rechtstreeks naar een CV ketel en thermostraat liep die daar stond. Ik zag dat de man de CV ketel en thermostaat welke was verpakt in een doos, oppakte en meenam naar de achterzijde van het bedrijf. Ik zag dat de man het bedrijf verliet.
Proces-verbaal herkenning [verdachte] diefstal [adres 4] te Wijchen [p. 1496-1500]
Op 13 februari 2013 zijn de camberabeelden van bedrijf [bedrijf 13] uitgekeken en beschreven. Ik, verbalisant [verbalisant 12], heb tevens de beelden uitgekeken en verder uitgewerkt. Om 09.52.58 uur wordt de deur naast de roldeur geopend. Een man komt het pand binnen lopen. De man komt voorzichtig binnen, hij kijkt goed om zich heen en loopt dan verder de loods in. Ik herken deze man als zijnde de mij ambtshalve bekende verdachte [verdachte]. Om 09.53.10 uur komt [verdachte] in beeld lopen. Hij loopt naar een grote doos en op de doos staat een klein doosje. [verdachte] kijkt nog een keer goed om zich heen en pakt met beide handen de dozen vast. Hij loopt snel met de dozen in zijn handen richting de uitgang.
Proces-verbaal observeren [p. 1515-1516]
Op 10 januari 2013 zien verschillende verbalisanten op vier momenten dat [verdachte] als bestuurder in de Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 13]reed.
Proces-verbaal observeren [p. 1521-1522]Op 16 januari 2013 omstreeks 15.22 uur zag ik dat er een Volkswagen Caddy voorzien van het kenteken [kenteken 13]werd geparkeerd op het parkeerterrein gelegen aan [adres 29] te Nieuwkuijk. Omstreeks 15.24 uur zag ik dat de bestuurder van de Volkswagen uitstapte. Ik herkende de bestuurder als [verdachte].
Proces-verbaal observeren [p. 1525]
Op 31 januari 2013 omstreeks 16.04 uur zag ik dat [verdachte] als bestuurder in de Volkswagen Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken 13]stapte en daarmee wegreed van de [adres 33]te Uden.
Ten aanzien van 01/860058-13:
Proces-verbaal van aangifte gedaan door [slachtoffer 7] namens zichzelf en benadeelde [bedrijf 4] [p. 1600-1601]
Op 8 maart 2013 te 20.53 uur werden uit een bedrijf gelegen aan [adres 30] te Nuenen, binnen de gemeente Nuenen Ca. 35 dozen met 24 stuks parfum per doos weggenomen (in totaal dus 840 stuks). Op 8 maart 2013 tussen 15.00 uur en 18.00 uur heb ik de deuren afgesloten. Om 20.52 uur kreeg ik van de alarmmaatschappij de melding dat er bij mijn bedrijfspand het alarm afging. Toen ik 5 minuten later ter plaatse kwam zag ik dat de roldeur open stond. Er was niemand in het pand. Ik zag dat er parfum weg was genomen. Op de videobeelden van de bewakingscamera was te zien dat er drie personen met bivakmutsen op binnen kwamen. Verder was te zien dat het een lichtkleurige kleine auto was met een dubbele uitlaat.
Proces-verbaal van bevindingen uitluisteren opgenomen vertrouwelijke communicatie [p. 1615, p. 1618-1619]
OVC Volkswagen Golf [kenteken 8] (in gebruik bij [medeverdachte 3]) op 8 maart 2013
16.26.00 uur. [naam 1] zegt dat ze het anders morgen wel doen die parfum. [naam 1] zegt dat hij ook wel naar die doosjes wil kijken, maar dat als [naam 3] het te druk heeft vandaag, ze het ook morgen kunnen doen. [naam 5]: Moet ik iets doen of regelen. [naam 3]: Ik zou het niet weten jongen. Dat doosjes wil wel even bekijken rond een uur of 8. Waar is dat? [naam 1]: [naam 8]. [naam 3]: Zorg dat je rond een uur of 8 hier bent straks. [naam 5]: is goed, is goed. [naam 3]: Dan gaan we even met dat autootje daar naartoe. Trekken we hem open zo. Ik zou een stootijzer meenemen. [naam 1]: een stootijzer meenemen. [naam 1] vraagt of indien het niet lukt ze de deur wel of niet open moeten breken. [naam 3]: Welke? [naam 1]: Die voordeur. Als de roldeur goed dicht is kan je het wel door heen zien. Als er een paar goede sloten op zit heb je mee open. Stukje onverstaanbaar. [naam 3] zegt dat [naam 1] de deur gewoon open moet maken, omdat ze moeten weten wat er staat.
16.31.00 uur. [naam 3] zegt dat ze hem vanavond open trekken, maar dat ze wel proberen dat het niet zien, omdat ze hem ergens anders weer ergens neer moeten zetten.
20.32.00 uur. Auto stopt.
20.35.17 uur. Hoorbaar dat er een zwaar metalen voorwerp uit de auto getrokken wordt. Je hoort dit voorwerp op steen vallen.
21.01.57 uur. [naam 5] zegt tegen [naam 1] dat hij stinkt er naar stinkt. [naam 1] zegt niets te hebben opgespoten. [naam 1] heeft het over een paar euro per flesje. Ze rijden. [naam 5] vraagt om hoeveel geld het gaat. [naam 1] zegt dat het al om tonnen gaat. [naam 5] zegt hierop dat hij bedoelde met wat ze nu hebben. [naam 1] zegt dat hij aan van de week zit te denken.
21.06.00 uur. [naam 5] zegt dat het allemaal via via via gaat en dat iedereen er 5 euro bovenop doet en dat ze aan het eind 37,50 euro opleveren. [naam 1] zegt dat ze dat in de winkel toch ook kosten. [naam 5] zegt dat dat niet zo is en dat ze in de winkel meer als 80 euro kosten. [naam 5] noemt [naam 9].
[naam 5]: heb je hem achterom gedraaid. [naam 3]: Nee, er was geen plek. [naam 5]: Ooh nee, maar nu staat die om het hoekje. [naam 3]: Ja. Daar staat die goed.
21.11.00 uur. [naam 1] zegt dat hij een tasje van die dingen, van die doosjes mee zal nemen en dan een paar mensen langs gaat morgen. [naam 3] zegt dat die originele 60 euro voor heren kost. [naam 1] vraagt hoeveel het er waren. [naam 3] zegt 800. [naam 3] zegt dat hij er ook blij mee is maar dat ze verder moeten denken aan dat grote verhaal. [naam 1] zegt dat hij liever niets geladen had en de roldeur dicht had gedaan, maar de roldeur ging niet meer dicht, dus dacht hij dan gooi ik de auto maar vol.
21.18.13 uur. [naam 5] zegt dat [naam 1] naar het huis van [naam 5] moet omdat daar een briefje van zijn schoonmoeder ligt met de inkoopprijs. [naam 1] zegt dat [naam 5] moet zeggen, hier een monster en we hebben een bakwagen vol. [naam 5] zegt dat dit er 800 zijn.
Proces-verbaal bevindingen camerabeelden [adres 7] te Eindhoven van 8 maart 2013 [p. 1628-1629]
20.31.54 uur. Ik zie dat dat de Volkswagen Golf voorzien van het kenteken [kenteken 8] aan de voorzijde van het [adres 7] komt aangereden.
Proces-verbaal van stemherkenning [p. 400-401]Op 12 en 13 april 2013 en op 21 en 22 mei 2013 werd door mij verdachte [naam 3] [medeverdachte 2] gehoord. Op 26, 27 en 28 maart 2013, 4, 5, 11, 24 en 25 april 2013 en 27 mei 2013 werd door mij verdachte [medeverdachte 3] gehoord. Door mij werden geluidsopnamen beluisterd die op 8 maart 2013 waren opgenomen in een Volkswagen met kenteken [kenteken 8]. Er zijn afwisselend stemmen van drie personen te horen. Van twee personen herken ik de stemmen te weten van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3].
Proces-verbaal van stemherkenning van verbalisant [verbalisant 1] opgemaakt op 5 februari 2014 [los proces-verbaal dat geen onderdeel uitmaakt van het einddossier]
Op 16 mei en 11 juni 2013 werd door andere mij verdachte [verdachte] gehoord. Door mij werden de geluidsbestanden uit de Volkswagen Golf [kenteken 8] op 8 maart 2013 beluisterd. In de geluidsbestanden zijn meerdere personen te horen. In alle bestanden herken ik de stem van [verdachte].