AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Verkoop van cocaïne vanuit woning door verdachte en haar kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verkopen van cocaïne vanuit haar woning in Eindhoven. De verdachte, geboren in 1961, werd samen met haar zoon en dochter beschuldigd van het opzettelijk verkopen van cocaïne gedurende een periode van anderhalf jaar, van 1 maart 2012 tot en met 10 september 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met haar kinderen actief betrokken was bij de verkoop van cocaïne aan verschillende klanten, waarbij getuigen verklaarden dat zij regelmatig cocaïne kochten op het adres van de verdachte.
De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding bevestigd en de bevoegdheid van de rechtbank om de zaak te behandelen erkend. De officier van justitie heeft de verdachte beschuldigd van het opzettelijk verkopen van cocaïne, wat door de rechtbank als wettig en overtuigend bewezen werd beschouwd. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat zij onder druk van haar dochter handelde, maar deze verklaring werd door de rechtbank niet als aannemelijk beschouwd.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van de tijd die zij in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook het in beslag genomen geldbedrag van € 1.920,80 verbeurd verklaard, omdat dit bedrag vermoedelijk verkregen is door middel van het strafbare feit. De uitspraak is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet, en de rechtbank heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het gepleegd is in overweging genomen bij het bepalen van de straf.
Voetnoten
1.In de voetnoten wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost,
2.Het relaas van verbalisant [verbalisant 2], pag. 142
3.Het relaas van verbalisant [verbalisant 1], pag. 138
4.Het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], pag. 140
5.De verklaring van [getuige 1] op 13 februari 2014 aan de rechter-commissaris afgelegd
6.De verklaring van [getuige 2], pag. 221 t/m 223 en zijn verklaring bij de rechter-commissaris afgelegd op 12 februari 2014
7.Het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3], pag. 224
8.De verklaring van [getuige 4], pag. 226 en zijn verklaring aan de rechter-commissaris op 12 februari 2014
9.De verklaring van [getuige 5], pag. 232
10.De verklaring van [getuige 6] op 9 september 2013 afgelegd, pag. 234
11.De verklaring van [persoon 1] op 28 augustus 2013 afgelegd, pag. 240
12.De verklaring van [getuige 7] op 15 oktober 2013 afgelegd, pag. 262
13.De verklaring van verdachte [verdachte] op 10 september 2013 afgelegd, pag. 266
14.De verklaring van verdachte [verdachte] op 11 september 2013 afgelegd, pag. 270, 271 en 272
15.De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 18 februari 2014 afgelegd
16.De verklaring van [persoon 2] op 19 september 2013 afgelegd, pag. 288 en 289