ECLI:NL:RBOBR:2014:950
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na zware mishandeling van ambtenaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 12 september 2013 in Helmond twee verbalisanten heeft mishandeld. De verdachte heeft een van de verbalisanten, een brigadier van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost, een vingerkootje afgebeten en de andere verbalisant met kracht in het gezicht geslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een psychotische stoornis, waardoor de feiten hem niet kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en hem geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de rechtbank een schadevergoeding heeft vastgesteld van € 10.040 voor de eerste benadeelde partij en € 1.000 voor de tweede benadeelde partij. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld in de kosten van de benadeelde partijen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 24c, 36f, 37, 56, 57, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.