ECLI:NL:RBOBR:2014:94

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 januari 2014
Publicatiedatum
9 januari 2014
Zaaknummer
01/025131-98
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling van Nicolaas Rudolf

Op 7 januari 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van Nicolaas Rudolf, die ter beschikking was gesteld na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 18 januari 2000. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 29 augustus 2012. De officier van justitie heeft op 23 augustus 2013 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor een jaar. Tijdens de openbare terechtzitting op 7 januari 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundige I.J.G. Hoegen-Brinkman gehoord.

De terbeschikkinggestelde heeft verklaard dat hij al anderhalf jaar zelfstandig woont en dat het goed met hem gaat. Hij heeft geen behoefte aan een relatie en heeft aangegeven dat hij hulp zal zoeken als er problemen optreden. De deskundige heeft in haar advies aangegeven dat er twijfels zijn over de noodzaak van verlenging van de tbs-maatregel, gezien het feit dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert in de maatschappij en er geen incidenten zijn geweest in de afgelopen periode. De officier van justitie heeft zich aangesloten bij het advies van de deskundige en heeft de vordering tot verlenging ingetrokken.

De rechtbank heeft, na het horen van alle partijen en het in overweging nemen van de adviezen, geconcludeerd dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank heeft daarom de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen. Deze beslissing is genomen door de rechters M.T. van Vliet, N.M. Spelt en R.J. Bokhorst, en is uitgesproken in de openbare zitting op 7 januari 2014.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: 01/025131-98Nicolaas Rudolf [terbeschikkinggestelde]
Strafrecht
Parketnummer: 01/025131-98
Uitspraakdatum: 7 januari 2014.

Beslissing afwijzing vordering verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1952],
verblijvende [adres].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 18 januari 2000 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank ’s-Hertogenbosch van 29 augustus 2012 met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 23 augustus 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 januari 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige I.J.G. Hoegen-Brinkman en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van Reclassering IrisZorg Arnhem-Nijmegen d.d. 22 juli 2013;
  • het advies van psychiater Van Oosteren d.d. 27 juni 2013
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van moord en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
De terbeschikkinggesteldeheeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik woon ongeveer anderhalf jaar zelfstandig op het adres [adres]. Ik ben al vele jaren met onbegeleid verlof. Het gaat goed met mij. Het afgelopen half jaar hebben er geen vermeldenswaardige gebeurtenissen plaatsgevonden. Het valt me zwaar om nog steeds onder het juk van de ter beschikking stelling te moeten leven. De ter beschikking stelling heeft voor mij geen meerwaarde meer. Ik werk als vrijwilliger bij IrisZorg. Ik heb een goed contact met de deskundige Ineke Hoegen. Ik hoop dat de ter beschikking stelling wordt beëindigd. Mijn broer en mijn moeder wonen in Valkenswaard. Ik bezoek mijn broer regelmatig en soms verzorg ik mijn moeder. Als er zich in de toekomst problemen voordoen dan zal ik zeker hulp zoeken bij hulpverleners van Kairos en bij mijn familie. Ik heb geen relatie en ik heb ook geen behoefte aan een relatie. De afgelopen jaren heb ik veel geleerd.
De deskundige I.J.G. Hoegen-Brinkman, optredend namens IrisZorg, heeft bij de behandeling ter terechtzitting het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
In het advies van Reclassering IrisZorg Arnhem-Nijmegen d.d. 22 juli 2013 staat vermeld dat de reclassering twijfels heeft over het al dan niet adviseren van een verlenging van de tbs-maatregel en dat er veel argumenten zijn voor het beëindigen van de tbs-maatregel.
De heer [terbeschikkinggestelde] heeft zijn zaken inmiddels voor elkaar en hij functioneert goed in de maatschappij. Zijn alcoholgebruik lijkt onder controle. In juli 2013 neigde de reclassering nog naar een verlenging van de tbs-maatregel om de positieve toestand van betrokkene te monitoren en om het toezicht op een rustige manier te kunnen afbouwen. Inmiddels zijn we ruim een half jaar verder. Het afgelopen half jaar zijn er geen vermeldenswaardige incidenten geweest. Betrokkene heeft alle behandelingen afgerond. Er is enkel een laag/gemiddeld recidive risico in het geval betrokkene een partner heeft. Hij heeft nu geen relatie en om de ter beschikking stelling telkens te blijven verlengen om na te kunnen gaan hoe betrokkene zich zal gedragen in het geval hij ooit een partner krijgt, is niet redelijk.
Nu het goed gaat met cliënt en hij heeft aangegeven om zelf hulp te zoeken als er zich problemen voordoen, adviseer ik om de ter beschikking stelling te beëindigen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Nu ik verneem dat er enkel een laag/gemiddeld recidive risico is in het geval betrokkene een partner heeft, en ik de deskundige hoor zeggen dat het goed gaat met betrokkene en betrokkene heeft aangegeven om zelf hulp te zoeken als er zich problemen voordoen, vorder ik afwijzing van mijn vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Een verlenging van de ter beschikking stelling heeft geen toegevoegde waarde meer. Het recidive risico is enkel gebaseerd op historische gegevens. Mijn cliënt heeft een succesvolle resocialisatie achter de rug. Hij geniet al geruime tijd verlof. Hij heeft de afgelopen jaren veel geleerd en hij heeft veel bagage meegekregen. Hij zal zeker hulp zoeken als zich problemen voordoen. Ik verzoek de rechtbank om de vordering verlenging af te wijzen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de deskundige ter terechtzitting.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling niet langer eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
Wijst af de vordering van de officier van justitie d.d. 23 augustus 2013 tot verlenging van de termijn welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.T. van Vliet, voorzitter,
mr. N.M. Spelt en mr. R.J. Bokhorst leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 januari 2014.