Inbev vordert, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoer bij voorraad,
I. de huurprijs van het gehuurde, zijnde de onroerende zaak staande en gelegen te [plaats] aan [adres 1] en [adres 2],
Primair: met ingang van 18 september 2009 nader vast te stellen op € 24.587,63 per jaar exclusief omzetbelasting en te indexeren op basis van de bepalingen uit de huurovereenkomst, althans zodanig bedrag dat de geldende huurprijs als in redelijkheid door de rechtbank zal worden beoordeeld;
Subsidiair: met ingang van 18 september 2009 nader vast te stellen op € 29.371,- per jaar exclusief omzetbelasting en te indexeren op basis van de bepalingen uit de huurovereenkomst, althans zodanig bedrag dat de geldende huurprijs als in redelijkheid door de rechtbank zal worden beoordeeld;
Meer subsidiair: met ingang van 11 januari 2013 nader vast te stellen op € 26.645,60 per jaar exclusief omzetbelasting en te indexeren op basis van de bepalingen uit de huurovereenkomst, althans zodanig bedrag dat de geldende huurprijs als in redelijkheid door de rechtbank zal worden beoordeeld;
Uiterst subsidiair: met ingang van 11 januari 2013 nader vast te stellen op
€ 31.803,- per jaar exclusief omzetbelasting en te indexeren op basis van de bepalingen uit de huurovereenkomst, althans zodanig bedrag dat de geldende huurprijs als in redelijkheid door uw rechtbank zal worden beoordeeld;
II. [verhuurster], indien de rechtbank de huurprijs van het gehuurde vaststelt op een lager bedrag dan de huidige huurprijs, te veroordelen tot betaling aan Inbev van de teveel betaalde huurpenningen, die door de nadere huurprijsvaststelling teveel zijn betaald met ingang van de ingangsdatum van die nieuwe huurprijs tot en met de dag van algehele betaling;
III. [verhuurster] te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen de vergoeding aan Inbev van de kosten voor het adviesrapport van de deskundige voor een bedrag van € 3.250,- inclusief BTW, welke kosten op grond van art. 7:304 lid 3 BW behoren tot de proceskosten ex art. 237 Rv, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis en, voor het geval betaling daarvan niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf die termijn voor voldoening, alsmede te vermeerderen met de nakosten als bedoeld in het liquidatietarief.