In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 december 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2005 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor afpersing. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd in 2012 en de officier van justitie heeft op 4 november 2014 opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. Tijdens de openbare terechtzitting op 11 december 2014 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben in hun advies aangegeven dat de terbeschikkinggestelde, een 48-jarige man met een lichtverstandelijke beperking, blijvend professionele begeleiding nodig heeft en dat meer vrijheid in het verleden heeft geleid tot risicovol gedrag. De rechtbank heeft de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als redenen aangevoerd voor de verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met het advies van de deskundigen. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving en de terbeschikkinggestelde.