vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer: 01/879396-14
Parketnummer vordering: 19/830135-12
Datum uitspraak: 24 december 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1991],
wonende te [woonplaats], [adres].
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 juli 2014, 20 oktober 2014 en 12 december 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 1 juli 2014.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 20 oktober 2014 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te
Rotterdam en/of Emmen, en/of elders in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst ( via skype, msn, chat of anderszins )
een persoon ([slachtoffer 1], geboren [2000]) van wie hij wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog
niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige
handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft
ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers
heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] seksueel getinte berichten toegestuurd
en/of (vervolgens) voorgesteld dat zij bij hem kon komen slapen in Rotterdam
en/of dat zij dan tegen haar ouders moest zeggen dat zij bij een
vriendinnetje bleef slapen en/of dat hij haar treinkaartje zou betalen, en/of
dat hij haar kan komen halen met de trein, en/of heeft hij met die [slachtoffer 1]
afgesproken dat zij zondag naar hem toe zou komen, en/of dat hij haar zondag
zou komen ophalen met de trein op station Emmen-Zuid;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 te
Rotterdam en/of Emmen, en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het
door hem voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk of
met gebruikmaking van een communicatiedienst ( via skype, msn, chat of
anderszins )
een persoon ([slachtoffer 1], geboren [2000]) van wie hij wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog
niet had bereikt, een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige
handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft
ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers
heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] seksueel getinte berichten toegestuurd
en/of (vervolgens) voorgesteld dat zij bij hem kon komen slapen in Rotterdam
en/of dat zij dan tegen haar ouders moest zeggen dat zij bij een
vriendinnetje bleef slapen en/of dat hij haar treinkaartje zou betalen, en/of
dat hij haar kan komen halen met de trein, en/of heeft hij met die [slachtoffer 1]
afgesproken dat zij zondag naar hem toe zou komen, en/of dat hij haar zondag
zou komen ophalen met de trein op station Emmen-Zuid, zijnde dat voorgenomen
misdrijf niet voltooid;
(art. 248e jo 45 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 1 november 2013
te Nuenen en/of te Valkenswaard en/of elders in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst ( via skype, msn, chat of anderszins )
een persoon ([slachtoffer 2], geboren [1999]) van wie hij wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog
niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige
handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft
ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers
heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 2] seksueel getinte berichten toegestuurd
en/of (vervolgens) voorgesteld een dagje bij hem te komen en/of tegen haar
moeder te zeggen dat zij een dagje naar vriendinnen gaat en/of die [slachtoffer 2]
voorgesteld haar donderdag te komen halen;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 1 november 2013
te Nuenen en/of te Valkenswaard en/of elders in Nederland, ter uitvoering van
het door hem voorgenomen misdrijf om door middel van een geautomatiseerd werk
of met gebruikmaking van een communicatiedienst ( via skype, msn, chat of
anderszins )
een persoon ([slachtoffer 2], geboren [1999]) van wie hij wist of
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog
niet had bereikt, een ontmoeting voor te stellen met het oogmerk ontuchtige
handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft
ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers
heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 2] seksueel getinte berichten toegestuurd
en/of (vervolgens) voorgesteld een dagje bij hem te komen en/of tegen haar
moeder te zeggen dat zij een dagje naar vriendinnen gaat en/of die [slachtoffer 2]
voorgesteld haar donderdag te komen halen, zijnde dat voorgenomen misdrijf
niet voltooid;
(art 248e jo 45 Wetboek van Strafrecht)
3.
op of omstreeks 15 april 2014,
te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
een (groot) aantal afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s)
en/of (een) film(s)
en/of (een) gegevensdrager(s) te weten een (Laptop Aspire en/of een (externe)
harddisk (Western Digital) bevattende (een) (groot) aantal afbeelding(en), te
weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
((onder andere) omschreven op p. 151 - 154 van het proces-verbaal,
[bestandsnaam 1]
en tevens opgenomen in de toonmap horende bij proces-verbaal
PL222-2014013859-25 onder vermelding van video 1)
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft bereikt
((onder andere) omschreven op p. 157 van het proces-verbaal, [bestandsnaam 2]
en tevens opgenomen in de toonmap horende bij proces-verbaal
PL222-2014013859-25 onder vermelding van video 5)
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding
ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en)
en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op p. 4 en 5 van het proces-verbaal
PL2222-2014013859-20 en tevens opgenomen in de toonmap horende bij
proces-verbaal PL2222-2014013859-20 onder vermelding van foto 1265, 1273,
1283, 1294, 1298, 1301, 1306, 1311, 1314 en/of 1326)
- het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op p. 5 en 6 van het proces-verbaal
PL2222-2014013859-20 en tevens opgenomen in de toonmap horende bij
proces-verbaal PL2222-2014013859-20 onder vermelding van video 1)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en/of aangevuld. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 19/830135-12 is aangebracht bij vordering ingekomen op de griffie op 25 september 2014. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank te Assen d.d. 4 september 2012. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
De bewezenverklaring.
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
in de periode van 1 juli 2013 tot en met 1 augustus 2013 in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst (via skype, msn, chat of anderszins) een persoon, [slachtoffer 1], geboren [2000], van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 1] seksueel getinte berichten toegestuurd en voorgesteld dat zij bij hem kon komen slapen in Rotterdam en dat zij dan tegen haar ouders moest zeggen dat zij bij een vriendinnetje bleef slapen en dat hij haar treinkaartje zou betalen, en dat hij haar kan komen halen met de trein, en heeft hij met die [slachtoffer 1] afgesproken dat zij zondag naar hem toe zou komen, en dat hij haar zondag zou komen ophalen met de trein op station Emmen-Zuid.
2.
in de periode van 1 augustus 2013 tot en met 1 november 2013 in Nederland,
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst (via skype, msn, chat of anderszins) een persoon, [slachtoffer 2], geboren [1999], van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling heeft ondernomen die gericht was op het verwezenlijken van die ontmoeting, immers heeft hij, verdachte, die [slachtoffer 2] seksueel getinte berichten toegestuurd en voorgesteld een dagje bij hem te komen en tegen haar moeder te zeggen dat zij een dagje naar vriendinnen gaat en die [slachtoffer 2] voorgesteld haar donderdag te komen halen.
3.
op 15 april 2014, te Nuenen, gemeente Nuenen Ca, gegevensdragers te weten een Laptop Aspire en een (externe) harddisk (Western Digital) bevattende een (groot) aantal afbeeldingen, te weten foto’s en video's,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
het oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
((onder andere) omschreven op p. 151 - 154 van het proces-verbaal,
[bestandsnaam 1]
- het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet
heeft bereikt
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaren nog niet heeft bereikt
((onder andere) omschreven op p. 157 van het proces-verbaal, [bestandsnaam 2]
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding
ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de
(onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en)
en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op p. 4 en 5 van het proces-verbaal
PL2222-2014013859-20
- het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op p. 5 en 6 van het proces-verbaal
PL2222-2014013859-20
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 primair (grooming t.a.v. [slachtoffer 1]).
Verdachte heeft erkend via kinderchat contact te hebben gekregen met [slachtoffer 1]. Hij wist dat zij jonger dan 16 jaar was. Ze hebben telefoonnummers uitgewisseld en contact met elkaar gehad via diverse communicatiediensten. Tijdens deze contacten voerde verdachte seksueel getinte gesprekken met haar. Ook is er tijdens de gesprekken met haar door verdachte gesproken over een ontmoeting en over het betalen van een treinkaartje door verdachte. Verdachte bekent dat hij onder meer het bericht naar [slachtoffer 1] heeft gestuurd met de inhoud: ‘dan verwen ik je in alle drie je gaatjes’.
Verdachte ontkent dat hij het slachtoffer daadwerkelijk wilde ontmoeten en dat hij het oogmerk had ontuchtige handelingen met haar te plegen.
De raadsvrouw heeft voorts nog aangevoerd dat niet vaststaat dat verdachte de ontmoeting op zondag zelf heeft voorgesteld. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er geen uitvoeringshandeling heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft nimmer een treinkaartje gekocht, noch geld daarvoor gestuurd en is het slachtoffer ook niet komen ophalen. De raadsvrouw is van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde.
De rechtbank verwerpt deze bewijsverweren en overweegt als volgt.
[slachtoffer 1] heeft op 12 september 2013 onder meer bij de politie verklaard dat zij via kinderchat contact heeft gekregen met verdachte. Hij begon tijdens de gesprekken ‘geilig’ te doen. De dag voordat ze ruzie kreeg met haar ouders heeft hij haar een sms gestuurd met onder meer de inhoud: ‘Ik ga je verwennen in al je drie gaatjes (..)’.
Ze hadden afgesproken dat verdachte haar zou komen ophalen met de trein in Emmen Zuid. Verdachte zou haar treinkaartje betalen. Verdachte had bedacht dat ze elkaar zouden zien. Hij zei dat dat ze een nachtje bij hem kon logeren en dat zij dan tegen haar ouders kon zeggen dat ze bij een vriendin ging logeren.
Als ze daar was, zouden ze dingen doen die volwassenen ook vaak doen als ze elkaar leuk vinden.
Op 1 augustus 2013 wordt er politieassistentie gevraagd voor het woonadres van [slachtoffer 1] te Emmen. Het 13-jarige meisje wilde weglopen en naar haar vriendje in Rotterdam gaan. Dit bleek verdachte te zijn.
De vader van het meisje,[persoon 1], heeft tijdens een informatief gesprek met de politie op 7 augustus 2013 verklaard dat zijn dochter zei dat ze bij een vriendinnetje wilde gaan slapen, maar eigenlijk op 4 augustus 2013 naar een jongen in Rotterdam wilde.
De telefoon van het meisje is in beslag genomen en onderzocht.
In deze telefoon is onder meer een bericht d.d. 31 juli 2013 20.11 van verdachte aangetroffen.
Dit bericht luidt:
‘Mijn prinsesje, Vandaag was zo fijn. Ik kan niet meer zonder je en ik zal je alles geven wat je maar wilt. Zondag verwen ik je heel de dag. Op de bank, in bed, op de keukentafel, in de douche. In alle 3 je gaatjes (..) Mijn meisje, droomfijn xxx’.
Op de laptop van het slachtoffer is een chatgesprek tussen verdachte en het slachtoffer aangetroffen. De inhoud van het gesprek luidt onder meer (pag. 54-56):
Verdachte: mag je niet logeren bij een vriendinnetje?
[slachtoffer 1]: ja bij een ex-beste-vriendin.
(…)
Verdachte: als je tegen je ouders zegt dat je bij een vriendin gaat logeren,
Dan kun je bij mij komen slapen.
[slachtoffer 1]: waar
Verdachte: in mijn huisje.
In Rotterdam.
Geen zorgen, ik betaal je treinkaartje.
Denk er maar over na, oke?
[slachtoffer 1]: Je kan me op komen halen met de trein?
Verdachte: Dat zou kunnen.
[slachtoffer 1]: Ik durf niet alleen.
Ik weet de weg niet eens naar station Emmen-zuid.
(…)
Verdachte: Lijkt het je leuk?
[slachtoffer 1]: Ja lijkt me leuk.
Wat moet ik dan eigenlijk tegen me ouders zeggen dan?
Verdachte: Dat je bij een vriendin gaat logeren.
[slachtoffer 1]: en als ik bij jou ben, wat gaan we dan doen?
(…)
Verdachte: wat denk je dat we gaan doen?
[slachtoffer 1]: sex of niet
(…)
Verdachte: Als je hier heen komt he,
[slachtoffer 1]: Ja
Verdachte: Dan is er wel een regel.
[slachtoffer 1]: Welke regel.
Verdachte: Mag geen kleren dragen in m’n huisje.
De rechtbank constateert dat de verklaring van [slachtoffer 1] wordt ondersteund door de bevindingen van de op 1 augustus 2013 ter plaatse gekomen politie, de verklaring van de vader van het slachtoffer en het hiervoor vermelde chatgesprek en sms-bericht.
Uit het chatgesprek blijkt dat er een concrete afspraak wordt gemaakt tussen verdachte en het slachtoffer om elkaar zondag in Rotterdam te ontmoeten. Het initiatief daartoe gaat van verdachte uit en verdachte dringt daarbij enigszins bij het meisje aan. Verdachte geeft aan dat ze moet zeggen dat ze bij een vriendinnetje blijft slapen en dat hij haar treinkaartje zal betalen. Verdachte zegt voorts dat hij haar kan komen ophalen met de trein.
De rechtbank is van oordeel dat de hiervoor bedoelde concrete afspraken/handelingen van verdachte waren gericht op het verwezenlijken van de voorgestelde ontmoeting.
Gelet op de inhoud van voormeld chatgesprek en sms-bericht is de rechtbank van oordeel dat deze niet anders kunnen worden uitgelegd dan gericht op het voornemen [slachtoffer 1] tijdens de voorgestelde ontmoeting te bewegen ontuchtige handelen met verdachte te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden.
De rechtbank acht dan ook het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van feit 2 primair (grooming t.a.v. [slachtoffer 2]).
Verdachte heeft erkend via kinderchat contact te hebben gekregen met [slachtoffer 2].
Hij wist dat zij jonger dan 16 jaar was. Tijdens deze contacten voerde verdachte onder meer seksueel getinte gesprekken met haar. Ook bekent verdachte dat er tijdens de gesprekken met haar door hem is gesproken over een ontmoeting tussen hen.
Verdachte ontkent dat hij [slachtoffer 2] wilde ontmoeten met het oogmerk ontuchtige handelingen met haar te plegen.
De raadsvrouw heeft voorts nog aangevoerd dat het niet aannemelijk is geworden dat de afspraken enkel niet zijn doorgegaan omdat het meisje het afhield. Het voorstel om tegen haar moeder te zeggen dat ze een dagje naar vriendinnen zou gaan, is volgens de raadsvrouw geen uitvoeringshandeling. Verdachte dient dan ook, aldus de raadsvrouw, van het onder 2 primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
De rechtbank verwerpt deze bewijsverweren en overweegt als volgt.
[slachtoffer 2] heeft op 10 juni 2014 bij de politie verklaard dat zij via kinderchat contact heeft gekregen met verdachte. Tijdens de internetcontacten heeft hij onder meer seksuele dingen met haar besproken. Verdachte probeerde wel eens afspraakjes met haar te maken, maar daar is zij niet op ingegaan. Verdachte wist dat hij vlak bij haar nichtje woonde en zei dat zij moest what’s appen als ze daar was. Hij zou dan wel naar haar toe komen. Ook heeft hij wel eens gezegd dat hij in Valkenswaard was en haar gevraagd hoe laat zij uit was. Zij is daar toen niet op in gegaan.
In het dossier zijn diverse chatgesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] opgenomen (pag. 182 e.v.).
Uit deze chatgesprekken leidt de rechtbank af dat verdachte seksueel getinte gesprekken met [slachtoffer 2] heeft gevoerd. Dit wordt ook niet door verdachte ontkend.
Ook wordt in de chatgesprekken besproken dat verdachte haar wil zien en een concrete afspraak met haar wil maken.
Dit leidt de rechtbank onder meer af uit:
De gesprekken op 9 oktober 2013 (pag. 195-206) onder meer inhoudende:
Verdachte: Weet je een plek waar we alleen kunnen zijn?
(…)
Verdachte: Ik ga het niet redden vandaag, zus.
[slachtoffer 2]: T zou ook te mooi zijn.
[slachtoffer 2]: Maar heb gym.
Klaar.
Verdachte: Waarom doe je nu zo.
[slachtoffer 2]: Ik mis je oke.
(…)
Verdachte: Als ik wist dat ik niet kon, dan had ik dat gisteren al gezegd.
Ik wilde heel graag bij je zijn.
(…)
[slachtoffer 2]: Wanneer kon je dan eigenlijk. (pag. 202)
Verdachte: Morgen, vrijdag, zaterdag, zondag, maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag,
zaterdag, zondag.
Wanneer je wilt liefje.
Verdachte: Zal ik morgen komen?
Verdachte: Ik kan niet langer wachten op je zachte lippen zus.
De gesprekken op 10 oktober 2013 (pag. 211-212) onder meer inhoudende:
Verdachte: Ik wil je aanraken, omdat je het dan met [naam] ook durft. Ik wil je laten zien dat het niet eng is, maar juist fijn. Zodat je verder kan gaan met [naam] zonder dat je het eng vindt als hij je overal aanraakt.
Denk daar maar eens over na.
(…)
[slachtoffer 2]: Plzzz negeer me nie.
[slachtoffer 2]: Ik wil je niet kwijt.
Verdachte: Denk na over wat ik zei.
Verdachte: Je raakt me niet kwijt.
[slachtoffer 2]: Egt niet?
Verdachte: Beloofd.
Maar hier moeten we wel over praten.
(…)
Verdachte: Ik was al in Valkenswaard, had al een plekje gezocht toen je zulke dingen begon te zeggen dat je geen nee durfde te zeggen.
En dan denk je dat ik niet wil komen?
De gesprekken op 10 oktober 2013 (pag. 217-218) onder meer inhoudende:
Verdachte: Lijkt het je leuk om volgende week een dagje bij mij te zijn? Binnen, lekker
warm, samen, bank, tv, bed.
(…)
[slachtoffer 2]: Tuurlijk.
Vindt smam nooit goed.
Verdachte: Je hoeft niet te zeggen dat je naar mij gaat.
[slachtoffer 2]: Wat dan.
Verdachte: Zeg dat je een dagje naar vriendinnen gaat en dat je om 6 uur weer thuis
bent.
Donderdag afspreken? ????????
[slachtoffer 2]: Haha is goed denk dat ik dan wel kan.
Verdachte: Dan kom ik je ophalen en dan gaan we naar mij toe.
De gesprekken op 7 oktober 2013 (pag. 222-223) onder meer inhoudende:
[slachtoffer 2]: Hahaha wil je graag ontmoeten.
(…)
Weet je wel waar je moet zijn?
Verdachte: Ik vind het wel.
(…)
Wat is datttt?
[slachtoffer 2]: mijn school.
Verdachte: Wil je me daar zien?
[slachtoffer 2]: Maakt niet uit waar.
Verdachte: Want ik ben eigenlijk wel heel benieuwd hoe goed je nu kan zoenen.
Uit de chatgesprekken kan worden afgeleid dat verdachte bij herhaling heeft aangedrongen op een ontmoeting. Hij heeft [slachtoffer 2] daarbij ook onder druk gezet. Verdachte heeft [slachtoffer 2] voorgesteld een dagje bij hem te komen, waarbij zij tegen haar moeder moest zeggen dat zij een dagje naar vriendinnen zou gaan. Daarbij heeft hij ook een concrete dag voorgesteld en geopperd haar te komen halen.
Verdachte en het slachtoffer hadden elkaars telefoonnummer, dus konden in verband met het concretiseren van een afspraak contact met elkaar opnemen. Dat het uiteindelijk niet tot een ontmoeting heeft geleid, is omdat [slachtoffer 2] uiteindelijk niet op de afspraak is ingegaan.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde handelingen van verdachte gericht waren op het verwezenlijken van de voorgestelde ontmoeting.
Gelet op de inhoud van voormelde gesprekken is de rechtbank van oordeel dat deze niet anders kunnen worden uitgelegd dan gericht op het voornemen [slachtoffer 2] te bewegen ontuchtige handelen met verdachte te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden.
De rechtbank acht het onder 2 primair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van feit 3.
Met betrekking tot de externe harddisk van het merk Western Digital heeft verdachte ter terechtzitting van 20 oktober 2014 verklaard dat deze harde schijf in het kader van een eerdere strafzaak, waarvoor hij in juni 2010 door de politie is aangehouden, in beslag is genomen en gehouden tot na zijn vrijlating in een andere strafzaak in september 2012. Na teruggave van deze eerder in beslag genomen harde schijf was verdachte in de veronderstelling dat er behalve het filmpje ‘[bestandsnaam 3]’ geen kinderporno meer op stond. Verdachte was zich naar zijn zeggen niet bewust van de aanwezigheid van de aangetroffen kinderporno.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
Door de politie is nader onderzoek gedaan naar een eventuele inbeslagname van deze harde schijf Western Digital ter zake van welk onderzoek een aanvullend proces-verbaal is opgemaakt. Uit het dossier is niet gebleken dat de harde schijf Western Digital eerder door de politie in het kader van een andere strafzaak onder verdachte in beslag is genomen, noch dat deze op enig moment door de politie aan verdachte is teruggegeven. De door de raadsvrouw overgelegde vonnissen van de rechtbank Assen d.d. 4 september 2012 geven ook geen aanwijzingen dat de harde schijf aan verdachte is teruggegeven, nu deze gegevensdrager niet in deze vonnissen wordt genoemd. Daarbij komt dat uit het politie onderzoek is gebleken dat de op de harde schijf Western Digital aangetroffen kinderporno in de periode van 13 juli 2009 tot 13 maart 2012 (pag.157) op deze gegevensdrager zijn geplaatst, zijnde een groot deel van de periode waarvan verdachte zegt dat de harde schijf in beslag is genomen en bij de politie lag. Verdachte kan hiervoor geen verklaring geven.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank niet aannemelijk geworden dat voornoemde harde schijf op een eerder moment door de politie onder verdachte in beslag is genomen.
Op de onder verdachte in beslag genomen harde schijf is op een toegankelijke plaats kinderporno aangetroffen, op grond waarvan de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte op de hoogte moet zijn geweest van de aanwezigheid van deze kinderporno.
Gelet op de lange periode dat er kinderporno op de gegevensdragers is geplaatst en de grote hoeveelheid aangetroffen kinderporno acht de rechtbank bewezen dat verdachte van de onder 3 bewezen verklaarde misdrijven een gewoonte heeft gemaakt.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
Ten aanzien van de feiten 1 primair, 2 primair en 3:
- tien maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest;
- terbeschikkingstelling met voorwaarden en directe uitvoerbaarheid van deze maatregel;
- bevel gevangenneming bij uitspraak;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ad € 662,49 subsidiair 13 dagen
hechtenis;
- onttrekking aan het verkeer van de goederen vermeld onder 1, 3 en 5 op de beslaglijst.
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 19/830135-12
- tenuitvoerlegging van 180 dagen gevangenisstraf.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze naar voren zijn gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de over verdachte opgemaakte rapporten van respectievelijk de psychiater dr. mr. E.D.M. Masthoff d.d. 8 oktober 2014, de psycholoog drs. M. Van Heteren d.d. 14 oktober 2014 en de Reclassering Nederland d.d. 9 oktober 2014 en 11 december 2014 en het verdachte betreffende uittreksel Justitiële documentatie d.d. 18 september 2014.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich via een kinderchatforum onder een valse naam voorgedaan als een minderjarige jongen en in die hoedanigheid contact gelegd met twee jonge meisjes van respectievelijk 13 en 14 jaar. Tijdens de contacten met de meisjes heeft verdachte seksueel getinte gesprekken met hen gevoerd en getracht een ontmoeting te arrangeren met de meisjes met het doel ontuchtige handelingen met hen te plegen. Verdachte heeft door zijn handelen misbruik gemaakt van het vertrouwen van de kwetsbare jonge meisjes.
Verdachte heeft tevens een grote hoeveelheid kinderporno op zijn computer en op een externe harde schijf aanwezig gehad. Door het bekijken van kinderporno via internet en het in bezit hebben daarvan heeft verdachte er aan meegewerkt dat uiterst verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van vaak jonge leeftijd, in stand worden gehouden en worden bevorderd. Het is algemeen bekend dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen, psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank voorts rekening met de navolgende omstandigheden.
Uit het uittreksel Justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld door de rechtbank in Assen.
Verdachte heeft de onderhavige feiten gepleegd terwijl hij onder toezicht van de reclassering stond en in het kader van de bijzondere voorwaarde tijdens de proeftijd ambulant werd behandeld. Verdachte heeft bij zijn behandelaars niet aangegeven wat er in hem om ging en ook geen hulp en steun gezocht voor zijn problemen, terwijl die steun wel aanwezig was. Daarnaast heeft verdachte zich in voornoemde proeftijd niet gehouden aan de bijzondere voorwaarde dat hij geen contact mocht hebben met het in die zaak genoemde slachtoffer.
De eerdere veroordelingen en behandeling hebben verdachte er niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat verdachte thans lijkt in te zien dat hij behandeling voor zijn problematiek nodig heeft en ook aan deze behandeling wil meewerken.
Tevens wordt in de rapportages van de psychiater en de psycholoog geconcludeerd dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten in licht verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare. Bij de bespreking van de rapportages van de deskundigen hierna wordt nog nader ingegaan op de toerekeningsvatbaarheid en de gronden waarop deze conclusie berust.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 168 dagen, zijnde de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van een langere duur dan het voorarrest, zoals door de officier van justitie is geëist, niet passend en geboden. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. Bij haar overwegingen ten aanzien van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank ook betrokken dat de psychiater in zijn rapportage heeft aangegeven dat opname van verdachte in het kader van een klinische behandeling de beschermende factoren in het leven van verdachte (studie, volwassen relatie) in het gedrang zouden brengen, hetgeen gezien de leeftijd van verdachte funest kan zijn voor zijn verdere ontwikkeling.
(terbeschikkingstelling met voorwaarden)
Op 8 oktober 2014 heeft psychiater dr. mr. E.D.M. Masthoff een rapport omtrent verdachte uitgebracht. De in dit rapport vermelde conclusie luidt onder meer:
‘Bij betrokkene is sprake van pedofilie en van een gemengde persoonlijkheidsstoornis. In de periode waarin de ten laste gelegde feiten plaatsvonden, kampte hij voorts met een aanpassingsstoornis met depressieve stemming (…). Tijdens alles ten laste gelegde feiten was er bij betrokkene sprake van genoemde pedofilie en persoonlijkheidsstoornis. De depressieve symptomen waren aanwezig tijdens de ten laste gelegde feiten 1 en 2. (…).
De persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene en zijn seksuele deviatie brengen een gecompliceerde seksuele en relationele ontwikkeling mee en bij tegenslag is hij affectief kwetsbaar en neigt hij makkelijk tot pedofiele ‘reflexen’. Geadviseerd wordt om betrokkene ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Bij ongunstige omstandigheden zoals een relatiebreuk zou betrokkene in het zelfde gedragspatroon kunnen schieten als voorheen meermaals het geval was; van uit onlustgevoelens terugtrekgedrag, toevlucht zoeken tot internetcontacten, zoeken naar contact met minderjarigen ter substituut van relatieverlies en ter opwekking van compensatoire prettige gevoelens waaronder lust.
Een hernieuwde behandeling is noodzakelijk te weten een ambulant individueel psychotherapie traject. Geadviseerd wordt om zulks te kaderen binnen de maatregel van tbs met voorwaarden. Het juridisch kader van een voorwaardelijk strafdeel heeft eerder geen zoden aan de dijk gezet. Derhalve is een steviger kader aangewezen.’
Op 14 oktober 2014 heeft GZ-psycholoog drs. M. van Heteren een rapport omtrent verdachte uitgebracht. De in dit rapport vermelde conclusie luidt onder meer:
‘Bij betrokkene is sprake van pedofilie, al of niet exclusieve type; een aanpassingsstoornis met depressieve gevoelens, chronisch; en een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline trekken.
Dit was ook ten tijde van het ten laste gelegde.
Betrokkene is vanuit de persoonlijkheidsstoornis geneigd zijn parafiele gevoelens direct om te zetten in gedrag. Gedrag dat hij zelf weinig problematisch acht. Hij heeft weinig compassie met de meisjes en gaat uit van zichzelf en zich goed en niet langer eenzaam en verdrietig te hoeven voelen.
Er wordt geadviseerd betrokkene enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Betrokkene heeft als risicofactoren zijn cognitieve vervormingen ten aanzien van (seksueel) chatten met jonge, kwetsbare meisjes. Vanuit de narcistische dynamiek heeft betrokkene weinig probleembesef, laat staan inzicht. Als hij zich alleen voelt, vindt hij dat hij min of meer recht heeft op een troostend chatcontact. (…) Betrokkene heeft niet zoveel beschermende factoren en veel risicofactoren. Geadviseerd wordt een individuele ambulante behandeling bij de Woenselse Poort gericht op de persoonlijkheidsproblematiek.
Qua juridisch kader acht onderzoekster een tbs met voorwaarden met toezicht van de reclassering het meest passend om de behandeling veilig te stellen en betrokkene de kans te geven nog wat gezonder uit te groeien.’
Op 11 december 2014 heeft de reclassering een adviesrapport uitgebracht. Hierin is onder meer het navolgende gesteld, zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft thans een lopend toezicht, maar overtrad in die periode de voorwaarde van een contactverbod met het slachtoffer in zijn strafzaak en het verzwijgen hiervan tegen zijn behandelaars en toezichthouder.
Vanuit de Pro Justitia rapporteur wordt de noodzaak voor opnieuw een forensisch psychiatrische behandeling benadrukt. Ondanks het eerder onttrekken aan voorwaarden, kan op dit moment worden gesteld dat de heer Van der Burgh openheid geeft van zaken en bereid is volledig mee te werken aan behandeling. Een tbs-maatregel met voorwaarden is een betere stok achter de deur, dan het huidige toezicht bij een voorwaardelijke veroordeling. Daarnaast biedt een dergelijk kader ruimte voor een verlenging, indien nodig.
De static 99 laat een hoge kans op recidive zien. Wij schatten tevens dat er sprake is van een hoge kans op recidive. Op grond van het recidiverisico, de criminogene factoren en eventuele interventies in het verleden is een toezicht op bijzondere voorwaarden met onderstaande (gedrags-)interventie(s) en/of behandeling(en) geïndiceerd.
Geadviseerd wordt om betrokkene in aanmerking te laten komen voor tbs met voorwaarden. Hierbij worden - kort gezegd - de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: een meldplicht, een behandelverplichting (ambulante behandeling) en andere voorwaarden het gedrag betreffende.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 12 december 2014 verklaard dat hij in de Woenselse Poort (de Omslag) of een soortgelijke instelling ambulant wenst te worden behandeld en dat hij akkoord gaat met de voorwaarden zoals geformuleerd in voornoemd maatregelrapport d.d. 11 december 2014 van de Reclassering Nederland, waaronder ook de inname van medicatie indien dit door een behandelend arts nodig wordt geacht.
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht met betrekking tot het door de reclassering raadplegen van het sociale netwerk van verdachte, deze voorwaarde zo te formuleren dat verdachte vóór het raadplegen daarvoor toestemming dient te verlenen.
De rechtbank neemt de geciteerde conclusies en adviezen van de gedragsdeskundigen en de gronden waarop zij berusten over. De rechtbank overweegt dat het hierna te kwalificeren, onder 3 bewezen verklaarde feit een misdrijf betreft, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld, terwijl de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank is van oordeel dat omtrent de behandeling van verdachte aansluiting dient te worden gezocht bij de conclusies en adviezen van de gedragsdeskundigen en het meest recente door de reclassering opgemaakte rapport van 11 december 2014. Uit deze rapporten volgt eensluidend dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden het juiste begeleidingskader voor verdachte biedt. Een eerder opgelegd toezicht in het kader van een voorwaardelijke straf heeft niet tot de gewenste resultaten geleid en is niet toereikend gebleken. Verdachte is ondanks het toezicht en de behandeling wederom in de fout gegaan en heeft de hiervoor bewezen verklaarde misdrijven gepleegd. Op grond van het verhandelde ter terechtzitting ziet de rechtbank geen aanleiding om van de conclusies en adviezen van de gedragsdeskundigen, alsmede de gronden waarop zij berusten, af te wijken.
De rechtbank zal dan ook, met inachtneming van de inhoud van het maatregelrapport, een terbeschikkingstelling met voorwaarden opleggen.
De rechtbank stelt vast dat bij een omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging, de terbeschikkingstelling is gemaximeerd tot een periode van vier jaar, nu het onder feit 3 bewezen verklaarde feit niet gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
(dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden)
Uit de rapportage alsmede uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat in januari 2015 met de ambulante behandeling kan worden gestart. De rechtbank acht het in het belang van verdachte en de maatschappij dat de behandeling en het toezicht zo snel mogelijk zullen aanvangen. De rechtbank zal om die reden, gelet op het bepaalde in artikel 38, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, bevelen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
(de voorlopige hechtenis)
De rechtbank heeft tijdens de zitting van 20 oktober 2014 de voorlopige hechtenis geschorst tot de zitting van 12 december 2014 te 13.00 uur. Op de zitting van 12 december 2014 is de voorlopige hechtenis wederom geschorst tot de uitspraak van 24 december 2014 te 13.00 uur. De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 12 december 2014 de gevangenneming van verdachte bij uitspraak gevorderd. De rechtbank stelt vast dat op 12 december 2014 te 13.00 uur de voorlopige hechtenis van verdachte in deze zaak in beginsel weer herleeft. Gelet op de op te leggen gevangenisstraf, zijnde een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen met ingang van heden. De rechtbank wijst de vordering tot gevangenneming af.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente voor wat betreft de materiële schade vanaf datum vordering, te weten 2 juni 2014, tot de dag der algehele voldoening en voor wat betreft de immateriële schade vanaf datum ontstaan schade, te weten 1 augustus 2013, tot de dag van algehele voldoening.
Anders dan door de verdediging is bepleit worden ook de reiskosten van moeder en een begeleidster toegewezen nu aannemelijk is dat deze kosten gemaakt zijn en deze kosten ook, gelet op de ter zake verstrekte toelichting in het schade-onderbouwingsformulier, in voldoende oorzakelijk verband staan met de bewezenverklaarde feiten. De enkele omstandigheid dat de benadeelde partij ook voor de bewezenverklaarde gedragingen van verdachte al problemen had betekent niet dat de psychische schade zoals in het schade-onderbouwingsformulier beschreven, niet aan verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding de vordering ter zake de immateriële schade te matigen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente voor wat betreft de
materiële schade vanaf datum vordering, te weten 2 juni 2014, tot de dag der algehele
voldoening en voor wat betreft de immateriële schade vanaf datum ontstaan schade,
te weten 1 augustus 2013, tot de dag van algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 19/830135-12.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan soortgelijke strafbare feiten heeft schuldig gemaakt als waarvoor hij eerder is veroordeeld. In hetgeen ter terechtzitting aan de orde is gekomen en in de persoon van veroordeelde ziet de rechtbank evenwel aanleiding om in plaats van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf een gedeelte van deze gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van na te melden maximale duur.
De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 24c, 27, 36f, 37a, 38, 38a, 57, 240b, 248e.
DE UITSPRAAK
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair en onder 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van
zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het
oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige
handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting.
Door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een
communicatiedienst een persoon van wie hij weet dat deze de leeftijd van
zestien jaren nog niet heeft bereikt, een ontmoeting voorstellen met het
oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige
handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting.
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft
bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl verdachte van het plegen van deze misdrijven een gewoonte heeft maakt.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen.
T.a.v. feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3:
Gevangenisstraf voor de duur van 168 dagen met aftrekovereenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
Terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Stelt als voorwaarden dat:
- veroordeelde geen strafbare feiten pleegt;
- veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking
verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs
als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage
aanbiedt;
- veroordeelde zich onder begeleiding stelt van de reclassering en zich dient
te houden aan de aanwijzingen die door de reclassering worden gegeven en tevens
de afspraken met de reclassering dient na te komen.
- veroordeelde zich uiterlijk maandag 29 december 2014 telefonisch zal melden bij de Reclassering Nederland, regio Zuid via nummer 073 6408080.
Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit
noodzakelijk acht;
- veroordeelde verplicht is zich ambulant te laten behandelen bij GGzE de
Omslag of een soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling
van de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen
die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling zullen
worden gegeven;
- veroordeelde zich dient te houden aan de afspraken in het kader van
een eventuele medicamenteuze behandeling;
- veroordeelde zijn (digitale) computeractiviteiten/(smart)phone bezigheden
inzichtelijk maakt, indien de reclassering hiertoe aanleiding ziet;
- veroordeelde toestemming verleent indien de reclassering contact wil opnemen
met het sociale netwerk van veroordeelde.
De reclassering Nederland wordt, gelet op het bepaalde in artikel 38, tweede
lid van het Wetboek van Strafrecht, opdracht gegeven de ter beschikking
gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen. Bij het
verlenen van hulp en steun bij de naleving van de voorwaarden wordt de
identiteit van betrokkene vastgesteld op de wijze, bedoeld in artikel 27a,
eerste lid, eerste volzin, en tweede lid van het Wetboek van Strafvordering.
Beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen goederen, te weten:
1 harde schijf Western Digital, 1 mobiele telefoon I-phone 4 en 1 computer Acer.
T.a.v. feit 1 primair:
Maatregel van schadevergoeding van € 662,49 subsidiair 13 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 662,49 (zegge:
zeshonderdtweeënzestig euro en negenenveertig cent), bij gebreke van betaling
en verhaal te vervangen door 13 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een
bedrag van € 600,-- immateriële schadevergoeding en € 62,49 materiële
schadevergoeding (post reiskosten).
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente voor wat betreft de
materiële schade vanaf de datum vordering 2 juni 2014 tot de dag der algehele
voldoening en voor wat betreft de immateriële schade vanaf datum ontstaan schade
te weten 1 augustus 2013 tot de dag van algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van
EUR 662,49 (zegge: zeshonderdtweeënzestig euro en negenenveertig cent), te
weten EUR 600,-- immateriële schadevergoeding en EUR 62,49 materiële
schadevergoeding (post reiskosten).
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente voor wat
betreft de materiële schade vanaf de datum vordering 2 juni 2014 tot de dag der
algehele voldoening en voor wat betreft de immateriële schade vanaf datum
ontstaan schade te weten 1 augustus 2013 tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de
Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te
vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot
betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling
aan de Staat te vervallen.