Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 20/004642-10
[verdachte],
De tenlastelegging.
1.
hij op of omstreeks 05 april 2014 te Someren ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van diens buik(streek) heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
3.
hij op of omstreeks 29 januari 2014 te Helmond met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer verzorgingsartikelen en/of haarlak en/of zonnebrand, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
Vrijspraak ten aanzien van parketnummer 01/865047-14 feit 2 en 3.
Bewijsoverweging ten aanzien van parketnummer 01/865047-14 feit 1.
ten minstewillens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij het slachtoffer zou kunnen doden. De rechtbank is tevens van oordeel dat er sprake is van
boosopzet op de levensberoving. Uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt dat verdachte/veroordeelde tegen zijn broer [getuige 2] voorafgaand aan het steekincident heeft gezegd: “Als je wilt dat je schoonzoon blijft leven, moet je hem nu waarschuwen”. Volgens [getuige 1] heeft verdachte/veroordeelde voordat hij [slachtoffer 1] met het mes wilde steken, geroepen: “[getuige 2] als je je schoonzoon niet leert of weghaalt, dan maak ik hem dood. Dan leeft hij straks niet meer”. Vervolgens heeft verdachte/veroordeelde met het mes [slachtoffer 1] gestoken. De rechtbank acht dan ook feit 1 bewezen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregelen.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
Oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
1 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27
EUR 500,00subsidiair 10 dagen hechtenis.
gedeeltelijk toeen veroordeelt verdachte/veroordeelde mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 7], van een bedrag van
EUR 500,-(zegge: vijfhonderd euro), te weten immateriële schadevergoeding.
EUR 500,00subsidiair 10 dagen hechtenis.
deels toeen veroordeelt verdachte/veroordeelde mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 4], van een bedrag van
EUR 500,-(zegge: vijfhonderd euro), te weten immateriële schadevergoeding.
EUR 500,00subsidiair 10 dagen hechtenis.
[slachtoffer 6], van een bedrag van
EUR 500,-(zegge: vijfhonderd euro), te weten immateriële schadevergoeding.
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.