Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
1.
2.
3.
De formele voorvragen.
Vrijspraak ten aanzien van feit 1 impliciet primair en feit 3.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 impliciet subsidiair.
De bewezenverklaring.
1.
op 13 december 2012 te 's-Hertogenbosch ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 1] met een hamer op het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
op 13 december 2012 te 's-Hertogenbosch opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, te weten [slachtoffer 1], met een hamer op haar pink en haar pols heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Gevangenisstrafvoor de duur van
3 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van
Taakstrafvoor de duur van
150 urensubsidiair 75 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.