Op 17 december 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 11 januari 2013 in Deurne het slachtoffer met een mes in de hals en het gezicht heeft gestoken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet heeft geprobeerd het leven van het slachtoffer te beroven, wat resulteerde in een bewezenverklaring van poging tot doodslag. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het delict en de gevolgen voor het slachtoffer, die blijvende schade heeft opgelopen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen sprake was van ontoelaatbare beïnvloeding van getuigen, ondanks de verdediging van de verdachte die dit had aangevoerd. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard, omdat dit nader onderzoek zou vereisen. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.