ECLI:NL:RBOBR:2014:7601
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.A. Buijs
- N.I.B.M. Buljevic
- W.T.A.M. Verheggen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontuchtige handelingen met een minderjarige
Op 15 december 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 29 oktober 2014, en de tenlastelegging was op de terechtzitting van 1 december 2014 gewijzigd. De verdachte werd verweten dat hij in de periode van 1 januari 2005 tot en met 4 februari 2006 in Eindhoven ontuchtige handelingen had gepleegd met een persoon die op dat moment de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het slachtoffer nog niet meerderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de exacte leeftijd van het slachtoffer ten tijde van de (betaalde) seksdates met de verdachte niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat het slachtoffer zelf niet meer precies wist hoe oud hij was en dat hij met meerdere personen seksdates had gehad. De verdachte had verklaard dat hij zeker wist dat het slachtoffer meerderjarig was, wat de rechtbank ook in haar overwegingen heeft meegenomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken. De voorzitter, mr. P.A. Buijs, heeft de uitspraak gedaan, terwijl mr. W.T.A.M. Verheggen buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.