ECLI:NL:RBOBR:2014:7438

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2014
Publicatiedatum
4 december 2014
Zaaknummer
01/049021-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een zwakbegaafde man met antisociale persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 5 december 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een zwakbegaafde man, die gediagnosticeerd is met een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 5 december 2006, en was voor het laatst verlengd op 22 november 2013. De officier van justitie heeft op 3 oktober 2014 een vordering ingediend voor een verdere verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, welke op 21 november 2014 ter openbare terechtzitting is behandeld.

Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychiater drs. E.P.M.T. Brouns, psychiater drs. M. Drost en psycholoog drs. B.E.L. Spronk. De deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de ernst van de gepleegde delicten, waaronder verkrachting en afpersing, en de aanhoudende risico's voor de veiligheid van anderen. De terbeschikkinggestelde heeft verklaard akkoord te gaan met de inhoud van de rapporten en is bereid om mee te werken aan een test voor plaatsing in een RIBW.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de adviezen van de deskundigen en de rapporten in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat de terbeschikkingstelling noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen, gezien de problematiek van de terbeschikkinggestelde en zijn beperkte inzicht in zijn eigen gedrag. De rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met de nadruk op het belang van begeleiding en toezicht in de komende periode. Tevens is het van belang dat de kliniek en de reclassering in de loop van het jaar onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging mogelijk is.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/049021-03
Uitspraakdatum: 5 december 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1972],
verblijvende in de Behandelkliniek van de [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 december 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 22 november 2013, met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 3 oktober 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 november 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, een deskundige namens de inrichting, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- een advies van de [kliniek] van 3 september 2014, ondertekend door drs. E.P.M.T. Brouns, psychiater en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, betreffende terbeschikkinggestelde;
- een rapport van drs. M. Drost, psychiater, van 31 augustus 2014, betreffende terbeschikkinggestelde;
- een rapport van drs. B.E.L. Spronk, psycholoog, van 30 augustus 2014, betreffende terbeschikkinggestelde;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van verkrachting, afpersing, meermalen gepleegd, en diefstal met geweld, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“Betrokkene is een 32-jarige zwakbegaafde man die gediagnosticeerd is met een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. Vanuit zijn voorgeschiedenis en opvoeding heeft betrokkene niet geleerd hoe op een adequate manier om te gaan met spanningen en frustraties. Betrokkene is geneigd zich aan te passen aan de ander en is beïnvloedbaar. Problemen en de daaruit voortvloeiende negatieve emoties worden weggemaakt door middel van drugsgebruik en gokken. Indien dit langere tijd voortduurt, leidt dit tot verwervingscriminaliteit. Ten tijde van het indexdelict verkrachting was er sprake van een overbelasting van zijn draagkracht, oplopende spanningen, seksuele onthouding, boosheid over het eigen misbruik, een verslechterde gemoedstoestand en fors druggebruik leidend tot een seksueel gewelddadige impulsdoorbraak.
Betrokkene verblijft sinds 2008 in de [kliniek] en gedijt goed binnen de structuur van de kliniek, maar gezien zijn beperkte inzicht en leerbaarheid blijkt wat betreft inzichtgevende behandeling het plafond bereikt. De keuze wordt gemaakt om meer te koersen op gedragsverandering en het aanleren van controle op eigen gedrag, waarop betrokkene vervroegd overgeplaatst wordt naar een resocialisatieafdeling. Middels een
stapsgewijze opbouw van vrijheden is de insteek dat betrokkene zo in de praktijk kan ondervinden waar mogelijke problemen kunnen ontstaan. (…)Het is van belang, vanwege zijn onbetrouwbare opstelling en de onverstandige keuzes (zoals het stelen van de USB sticks) die hij heeft gemaakt, dat betrokkene langere tijd onder toezicht staat. Tegelijkertijd heeft hij op sommige vlakken begeleiding nodig. Begeleiders die veranderingen bij hem kunnen bespeuren en benoemen, omdat het betrokkene slecht lukt om zijn eigen spanningen te herkennen en verbaliseren. Betrokkene is aangemeld bij de RIBW, deze hanteert het beleid dat zij in principe geen patiënten met een zedendelict plaatsen in hun woningen omdat huisgenoten slachtoffer kunnen zijn van een dergelijk delict. Sinds dit jaar is er een samenwerking met de [kliniek], de RIBW+. Dit is opgezet om te zorgen dat moeilijk plaatsbare, bewerkelijke of patiënten die ze anders zouden weren vanwege hun delict achtergrond, enige tijd begeleid worden door een team van de kliniek met medewerkers van de RIBW. Er zijn een aantal plaatsen beschikbaar gesteld in een voorziening van de kliniek, buiten de hekken van de [kliniek], de Meander. Wanneer het ministerie goedkeuring hiervoor geeft, zal betrokkene hierheen verhuizen en begeleid worden door het RIBW+ team. Na ongeveer een jaar zal de RIBW zorgdragen voor een vervolgplek binnen hun voorzieningen in de regio Nijmegen. Op deze manier kan betrokkene zijn werkzaamheden behouden en zijn sociale en vrijetijdsactiviteiten blijven uitvoeren terwijl hij laat blijken betrouwbaar en transparant te zijn. Zoals gebruikelijk is bij de resocialisatieafdeling zal/de contactfunctionaris van de reclassering erbij betrokken worden zodra het transmurale verlof goedgekeurd is, zodat er kennisgemaakt kan worden en onderzocht wat een noodzakelijk vangnet is voor betrokkene
wanneer de dwangverpleging beëindigd wordt. Zodra de randvoorwaarden op het vlak van wonen gerealiseerd zijn zal er bepaald worden welke afspraken er gemaakt moeten
worden om begeleiding van de reclassering in het kader van proefverlof te kunnen gaan aanvragen. De kliniek acht een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging prematuur, omdat betrokkene nog gebaat is bij forensische begeleiding, toezicht en controle. Hoewel er een aantal zaken zijn gerealiseerd in het vormgeven van zijn maatschappelijke inbedding, een vaste werkplek en (uitzicht op) vast inkomen, is het van groot belang dat er voor betrokkene een geschikte woonvoorziening gerealiseerd wordt waar woonbegeleiding aanwezig is die hem goed kent en afwijkend gedrag kan signaleren. Zoals eerder gezegd is het gebleken dat hij zijn eigen spanningen slecht kan (h)erkennen en hij daardoor niet tijdig aan de bel trekt. De gediagnosticeerde persoonlijkheidsproblematiek is in de kern nog steeds aanwezig. In het huidige beeld worden narcistische kenmerken gezien in de zin dat betrokkene zich nog snel te kort
gedaan of benadeeld voelt en impulsief boos kan reageren. Ook is de afgelopen periode gebleken dat hij zijn gevoelens en spanningen niet laat blijken, noch bespreekbaar maakt. De zwakbegaafdheid van betrokkene komt in de behandeling duidelijk naar voren, wat maakt dat het plafond wat betreft inzicht en grote veranderingen in de kernproblematiek lijkt te zijn bereikt. Wel is het middelengebruik alsmede de gokproblematiek de gehele behandeling in remissie.
Wij adviseren de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met de periode van één jaar.”
De bevindingen en conclusies van de [kliniek] zoals hiervoor aangehaald worden in hoofdlijnen onderschreven in de rapporten van de psychiater drs. M. Drost en de psycholoog drs. B.E.L. Spronk, behoudens voor zover de diagnose van de [kliniek] luidt dat aan de, ook volgens de deskundigen aanwezige, persoonlijkheidsstoornis van terbeschikkinggestelde narcistische trekken zijn verbonden. Net als de kliniek adviseren beide externe deskundigen de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik ben het eens met de inhoud van alle rapporten die over mij zijn opgemaakt ten behoeve van deze verlenging van de terbeschikkingstelling.
Ik realiseer mij dat ik mee moet werken aan een test voor een plaatsing voor een RIBW.
Ik vind het prima wat de kliniek het komend jaar met mij voor heeft.
De deskundige drs. I. Streefkerk, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Een aanvulling op het advies van de kliniek van september jl. is mijns inziens niet nodig. Openheid en transparantie zijn in geval van terbeschikkinggestelde kernwoorden. Daaraan heeft het de afgelopen periode, door een nieuwe relatie die hij is aangegaan, voor een deel ontbroken. Dit is inmiddels ook uitgesproken. Terbeschikkinggestelde is doordrongen van het grote belang dat vanuit de kliniek aan openheid en transparantie wordt gehecht.
Betrokkene staat op de wachtlijst voor een RIBW plus. We horen over 6 tot 8 weken hoe het ministerie daar over denkt. Wij willen dat traject wel inzetten. Dat verdient hij ook gezien zijn inzet de afgelopen periode. Bepalend voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is hoe het komend jaar met betrokkene gaat. Als er zich incidenten voor blijven doen zoals in het afgelopen jaar, ben ik er een voorstander van dat eerst de fase van proefverlof wordt doorlopen alvorens voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aan de orde kan komen. Ik kan nu niet toezeggen of bij een volgende verlenging op aanvraag van de kliniek reeds een maatregelenrapport voorhanden zal zijn. De behandeling zou over een jaar ook kunnen worden aangehouden om een dergelijk rapport op te laten stellen. Als het goed blijft gaan de komende tijd dan sluit ik niet uit de kliniek de reclassering verzoekt om vóór de volgende verlengingszitting een maatregelenrapport op te stellen. Ik kan mij verder vinden in de adviezen van de geraadpleegde externe deskundigen over een voorwaardelijke beëindiging. Meander is een externe voorziening van onze kliniek. Daarin werken wij samen met het RIBW. Die plaatsing noemen wij RIBW plus. Als betrokkene komende tijd verhuist, dan is dat naar de RIBW plus die is gehuisvest in de Meander. Daarna stroomt hij uit naar een andere RIBW instelling.
De officier van justitie persisteert bij de vordering. Verder wordt het volgende aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Gelet op de meest recente ontwikkelingen lijkt het mij verstandig om de ontwikkelingen in het komende jaar af te wachten alvorens mogelijkerwijs over te gaan tot een voorwaardelijke beëindiging. Ik persisteer daarom bij de vordering.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde voert het woord overeenkomstig de overgelegde pleitnotitie, die aan deze uitspraak is gehecht. De inhoud daarvan dient als ingelast te worden beschouwd. Door de raadsman wordt daarnaast aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik spreek de hoop uit dat de kliniek bij voortgezet stabiel functioneren van cliënt in de loop van het komende jaar de route van een voorwaardelijke beëindiging gaat kiezen en de reclassering erbij gaat betrekken.
De rechtbank verenigt zich met het advies van de inrichting de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, alsmede de rapporten van drs. M. Drost en drs. B.E.L. Spronken maakt de conclusies uit dat advies en die rapporten tot de hare.
Gelet op het vorenstaande en gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal gelet op voornoemde rapportages en het advies van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen.
De rechtbank acht het voorts van belang dat de kliniek – ervan uitgaande dat de door de kliniek geschetste positieve ontwikkeling van betrokkene zich ongewijzigd voortzet - in de loop van het komende jaar serieus onderzoek verrichten door de reclassering naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging en daartoe vóór de volgende verlengingszitting een maatregelrapport zal laten opstellen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. C.P.J. Scheele en mr. T. van de Woestijne, leden,
in tegenwoordigheid van M.P.M. van Goethem, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 december 2014.