ECLI:NL:RBOBR:2014:7116
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van verdachte voor deelname aan criminele organisatie en hennepteelt
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 november 2014 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het telen van hennep. De verdachte werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als lid van een criminele organisatie handelde die hennepkwekerijen exploiteerde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen hennep heeft geteeld en dat zij betrokken was bij een gestructureerd samenwerkingsverband dat zich bezighield met het plegen van misdrijven onder de Opiumwet. De verdachte werd vrijgesproken van het witwassen van de opbrengsten van de organisatie, omdat niet bewezen kon worden dat zij de herkomst van de geldbedragen had verhuld. De rechtbank baseerde haar oordeel op getuigenverklaringen, observaties en tapgesprekken die de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt en de criminele organisatie bevestigden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een centrale rol vervulde in de organisatie en dat haar gedragingen niet incidenteel waren, maar deel uitmaakten van een structurele criminele activiteit.