ECLI:NL:RBOBR:2014:674

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 januari 2014
Publicatiedatum
13 februari 2014
Zaaknummer
01/825407-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met complexe problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 januari 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die sinds januari 2008 in een kliniek verblijft. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd voor ernstige delicten, waaronder poging tot moord, verkrachting, afpersing en diefstal. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, maar de rechtbank heeft besloten om deze met één jaar te verlengen. Dit besluit is genomen na een openbare zitting waarin de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen zijn gehoord.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de complexe problematiek van de terbeschikkinggestelde meegewogen. Er zijn verschillende deskundigenrapporten ingediend, waarin de psychische toestand van de terbeschikkinggestelde wordt beschreven. De deskundigen hebben aangegeven dat er sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis en dat de terbeschikkinggestelde nog steeds kwetsbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

De rechtbank heeft ook het belang van een nieuw toetsmoment over een jaar benadrukt, om te evalueren hoe het met de terbeschikkinggestelde gaat en in hoeverre de plannen voor resocialisatie zijn gerealiseerd. De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, biedt de terbeschikkinggestelde de kans om verder te werken aan zijn behandeling en resocialisatie, terwijl tegelijkertijd de veiligheid van de samenleving gewaarborgd blijft.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825407-06
Uitspraakdatum: 31 januari 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1980],
verblijvende in[de kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 25 januari 2007 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 16 januari 2012, met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 5 december 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige S. van Bodegom, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het verlengingsadvies van drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting, dr. J. Lucieer, psychiater, drs. S. van Bodegom, GZ-psycholoog i.o. specialist en Hoofd Behandeling & Bedrijfsvoering en drs. C. Gerritsma, manager Behandeling & Bedrijfsvoering en Klinisch Psycholoog van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 13 november 2013;
  • het psychiatrisch rapport pro justititia van psychiater drs. D.H,J. van der Steen, d.d. 10 december 2013;
  • het psychologisch onderzoek pro justitia van GZ-psycholoog drs. L van Rens, d.d. 9 december 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, verkrachting, afpersing, diefstal en diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd verlengingsadvies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
‘(…)
Samenvattende beschrijving m.b.t. het verband tussen stoornis, gevaar, geboden behandeling en de prognose
[terbeschikkinggestelde] is een 33-jarige man die vanaf januari 2008 in [de kliniek] verblijft. [terbeschikkinggestelde] is veroordeeld voor verkrachting, poging tot moord, afpersing en diefstal. Bij [terbeschikkinggestelde] is sprake van een borderline persoonlijkheidsstoornis, met veel rigiditeit en gebrekkige empathische vermogens. In aanloop naar het indexdelict had [terbeschikkinggestelde] veel spanningen. Hij was zijn baan net verloren, had geen dagbesteding, zijn uitkering was nog niet op gang gekomen, hij raakte steeds meer gefrustreerd in contact met vrienden en familie, vooral zijn vader en zus. Toen hij zag dat zijn buurvrouw de dvd's die ze van hem had geleend op de grond had gelegd, was dat de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen en is hij tot een impulsdoorbraak gekomen.
De ingewikkelde combinatie van de aard en ernst van de delicten, en de gestelde psychopathologie maken dat het in kaart brengen van risicofactoren en hiermee samenhangend, een adequaat risicomanagement, gecompliceerd is. Dit blijkt ook uit het aanhouden van de aanvraag onbegeleid verlof met zes overnachtingen, die in het voorjaar 2013 is ingediend. De kliniek hanteert op basis van de delictanalyse, persoonlijkheidsonderzoek en seksuele anamnese, en vakliteratuur het standpunt dat er weliswaar sprake is van rigiditeit en gebrekkige empathische vermogens, maar dat deze in het licht dienen te worden bezien van borderline persoonlijkheidsproblematiek. Er zijn onvoldoende aanwijzingen om te kunnen spreken van een stoornis in het autismespectrum. De kliniek hanteert tevens het standpunt dat de reeks van delicten wraak getint en niet sadistisch van aard zijn: [terbeschikkinggestelde] wilde zijn slachtoffer laten voelen wat hij
voelde, waarbij zijn gebrekkige empathische vermogens duidelijk zichtbaar zijn. Seksueel agressieve fantasieën hebben de functie om spanningen te reguleren, net als automutilatie en rigiditeit. Met het oog op de zorgvuldigheid is besloten om naast het gestelde risicomanagement een collega met expertise op het gebied van zedendelicten te laten meekijken in de individuele psychotherapie, en advies uit te brengen over verdere insteek van behandeling tijdens de resocialisatiefase. Deze gesprekken zijn momenteel gaande en
de kliniek stelt vertrouwen in het beschreven traject.
Prognose in relatie tot de geclassificeerde stoornis
Een stapsgewijze resocialisatie is nodig om voldoende veiligheid, toezicht en controle rondom [terbeschikkinggestelde] aan te brengen, welke ook na beëindiging van het gedwongen kader van de TBS moet leiden tot een blijvend aanvaardbaar risico op recidive. Begeleid wonen, poliklinische contacten, reclasseringstoezicht zijn hier belangrijke onderdelen in, welke in de resocialisatiefase buiten de kliniek verder vorm zullen krijgen. Zo ver is nu echter nog niet.
zal zich nog verder ontwikkelen binnen de behandeling, maar de ernst van de gestelde persoonlijkheidsproblematiek maakt dat extern risicomanagement nog langdurig aangewezen is.
Advies verlenging TBS maatregel
Om het beschreven traject tot een goed einde te kunnen brengen is tijd nodig. De termijn waarin de beoogde doelen behaald moeten worden zal meerdere jaren in beslag nemen. Wanneer de rechtbank besluit om de TBS-maatregel te verlengen, dan adviseren wij u dat te doen met een termijn van twee jaren.’
In de Pro Justitia rapportage betreffende betrokkene d.d. 10 december 2013 opgemaakt door deskundige D.H.J. van der Steen, psychiater staat onder meer:
‘(…) De bijna 6 jaar durende TBS behandeling laat zien dat er sprake is van complexe problematiek waarbij eerder diverse onderzoekers anders hebben gedacht over de diagnostiek. In behandel technisch opzicht heeft betrokkene enerzijds duidelijke stappen gemaakt en zich zeer gemotiveerd en coöperatief opgesteld. Evidente incidenten hebben zich al langer niet voorgedaan en de begeleide verloven zijn op een moeizame aanloop die gepaard ging met veel stress goed verlopen. Anderzijds blijkt dat betrokkene nog immer kwetsbaar imponeert, de dwanggedachten nog immer bestaan en er nog een indrukwekkende behoefte aan controle zichtbaar is waarbij er nog weinig ruimte bestaat voor zijn daadwerkelijke gevoelswereld. Er zal waarschijnlijk een zekere mate van kwetsbaarheid blijven bestaan waardoor betrokkene (nog) niet in staat mag worden geacht zonder de huidige beschermende kaders van de TBS zichzelf staande te houden in onze complexe maatschappij zonder dat dit leidt tot een toename van recidiverisico.
Op basis van dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de aard en de ernst van de psychiatrische problematiek van betrokkene in de periode dat hij vanaf 2008 behandeling heeft gekregen binnen het TBS kader nog steeds in belangrijke mate aanwezig is, zij het ogenschijnlijk milder van karakter en gepaard gaande met toenemend inzicht en meer adequate vaardigheden. Er zal in zijn begeleiding/bejegening vooral naar gestreefd moet worden om het bereikte evenwicht te behouden en verder te verstevigen richting geleidelijke resocialisatie. Betrokkene zal desalniettemin aanvankelijk sterk afhankelijk blijven van een gestructureerde setting met intensieve begeleiding.
De hierboven geformuleerde conclusie impliceert naar mening van rapporteur dat betrokkene het kader van de hem opgelegde TBS nodig heeft en (vooralsnog) blijft hebben ter voorkoming van toekomstige recidive van delictgedrag. Rapporteur is van mening dat een verlenging van de TBS met 2 jaar dient te geschieden om te voorzien in een gedegen, helder en veilig kader om toe te werken naar resocialisatie naar uiteindelijk mogelijk een beschermde woonvorm. Belangrijk is dat betrokkene kleine stappen kan zetten om binnen deze kaders te oefenen met en te ervaren wat de maatschappij van hem vraagt, echter met gepaste snelheid om de draagkracht van betrokkene niet te veel onder druk te zetten en het TBS traject zich geleidelijk af te laten wikkelen.’
In de Pro Justitia rapportage betreffende betrokkene d.d. 9 december 2013 opgemaakt door deskundige L. van Rens, GZ-psycholoog staat onder meer:
‘(…)
1.
Is onderzochte lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens en zo ja, hoe Is dit in diagnostische zin te omschrijven?
(…) Er is in ieder geval sprake van een ernstige gemengde persoonlijkheidsstoornis en mogelijk autistiforme trekken.
2.
Hoe beoordeelt u de diagnostische conclusies van de kliniek?
Hoewel de persoonlijkheidspathologie goed wordt beschreven en zorgvuldig wordt onderbouwd waarom geen dissociatieve stoornis en seksueel sadisme wordt gediagnosticeerd, ontbreekt een gedegen onderzoek naar ASS (o.a. ontwikkelingsanamnese) waardoor de aanwezigheid van ASS noch bevestigd noch uitgesloten kan worden. Gezien het feit dat het al of niet bestaan van ASS bij betrokkene regelmatig onderwerp van discussie is geweest, is dit opvallend te noemen. (…)
4.
Hoe beoordeelt u de risicoprognose van de kliniek?
De risicoprognose van de kliniek is zorgvuldig onderbouwd a.h.v. gestandaardiseerde risicotaxatie. (…)
6.
Hoe beoordeelt u de behandeling of begeleiding en het risicomanagement van de kliniek?
Onderzoeker beoordeelt behandeling en risicomanagement van de kliniek in alle opzichten als adequaat.
7.
Adviseert u de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen en zo ja, met een jaar of met twee jaar?
Geadviseerd wordt de maatregel te verlengen met twee jaar.
8.
Adviseert u de verpleging te continueren of adviseert u deze voorwaardelijk te beëindigen en heeft u in het geval van voorwaardelijke beëindiging suggesties voor de te stenen voorwaarden?
Geadviseerd wordt de verpleging te continueren.’
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met mij, maar niet met mijn onbegeleide traject. In februari 2013 is onbegeleid verlof aangevraagd, maar het is nog steeds niet rond. Ik hik daar tegen aan omdat ik toe ben aan een volgende stap. Ik heb binnen de kliniek mijn doelen wel behaald. Ik wil een stap maken om mijn vervolgdoelen te halen en ik kan niet naar [het resocialisatiecentrum] wanneer ik geen onbegeleid verlof en geen toestemming voor overnachtingen krijg. Gelet op hoe traag het een en ander verloopt, heeft het mijn voorkeur dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Op deze manier kan de rechtbank een vinger aan de pols houden. Ik wil namelijk voorkomen dat ik over twee jaar nog in [de kliniek] zit. Ik merk daarbij op dat ik weet dat ik meer dan één jaar nodig heb voordat ik zelfstandig buiten de kliniek kan functioneren.
De deskundige drs. S. van Bodegom, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is voor ons ook heel teleurstellend dat er nog geen toestemming is voor onbegeleid verlof en voor overnachtingen. Dit komt omdat de problematiek van betrokkene heel complex is. Er is geen sprake van een stoornis volgens het boekje. De kliniek en de rapporteurs zijn het niet eens over de diagnose. Deze discussie over de diagnose staat in de weg aan het vervolgtraject van betrokkene.
Wanneer een machtiging wordt gegeven voor het onbegeleid verlof van betrokkene, kan hij een stap naar buiten maken. Ik hoop binnen korte tijd deze machtiging te ontvangen. Ik kan me het standpunt van betrokkene ten aanzien van een extra toetsmoment en de termijn van de verlenging voorstellen. Er zijn geen contra-indicaties voor verlenging van de termijn met één jaar. Ik wil daarbij wel de opmerking maken dat we meer dan één jaar nodig hebben om alles op de rit te krijgen. Onze wens is om betrokkene binnen afzienbare termijn over te plaatsen naar [het resocialisatiecentrum]. Ik ben van mening dat dwangverpleging nog wel nodig is om de stap naar [het resocialisatiecentrum] te kunnen maken.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Toen ik het dossier las, vond ik het noodzakelijk de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar te laten verlengen. Toch vorder ik verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar, zodat na een jaar getoetst kan worden wat de kliniek in dat jaar gedaan heeft en hoe het ervoor staat. Ik vind het van belang dat de rechtbank volgend jaar gaat kijken wat er met betrokkene moet gebeuren.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Aan de formaliteiten is voldaan. Het is alleen de vraag of de terbeschikkingstelling met één of twee jaar verlengd moet worden. Cliënt doet zijn best en werkt naar vermogen mee aan zijn behandeling. Hij is inmiddels al een lange tijd toe aan een volgende stap, de overgang naar [het resocialisatiecentrum]. De kliniek zegt al een jaar dat cliënt daar aan toe is, maar desalniettemin heeft cliënt nog geen onbegeleid verlof. Met wat pech zit cliënt over een jaar nog niet in [het resocialisatiecentrum]. Cliënt valt daarvan geen verwijt te maken.
Dat is de reden dat cliënt een verlenging van de termijn met één jaar wil. Cliënt ziet in dat hij over een jaar nog niet klaar is om naar buiten te gaan. U hoeft dus niet bang te zijn dat hij zich daar illusies over maakt wanneer de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengt. Ik verzoek de rechtbank de termijn gedurende welke cliënt ter beschikking is gesteld met één jaar te verlengen.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, met uitzondering van de termijn van 2 jaar waarmee de terbeschikkingstelling zou moeten worden verlengd.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling verlengen met één jaar. Hoewel thans niet te verwachten valt dat het gedwongen behandeltraject van de terbeschikkingstelling over één jaar beëindigd kan worden, acht de rechtbank het van belang over één jaar een nieuw toetsmoment te hebben en te bekijken hoe het met de terbeschikkinggestelde is, in hoeverre de huidige plannen voor de overgang naar [het resocialisatiecentrum] zijn gerealiseerd en hoe de behandeling verder is verlopen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke[terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met 1 (één) jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.A. van Gameren, voorzitter,
mr. J.H.L.M. Snijders en mr. N.I.B.M. Buljevic, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 31 januari 2014.