5.6Omdat de rendementseis tevens van toepassing is als de geurconcentratie in de af te zuigen luchtstromen laag is, betekent de onverkorte handhaving van de rendementseis van 75% dat de inrichting van eiseres onder normale bedrijfsomstandigheden niet altijd overeenkomstig de aanvraag in werking kan zijn. De stelling van verweerder dat het niet halen van de rendementseis geen directe gevolgen heeft voor het productieproces onderschrijft de rechtbank niet. De inrichting van eiseres dient immers in werking te zijn overeenkomstig de vergunning.
Gelet op de omstandigheid dat een rendement van minimaal 75% niet in de aanvraag is vermeld, kan niet worden gesteld dat deze eis voortvloeit uit de aanvraag en valt niet in te zien dat verweerder niet behoefde te beoordelen in hoeverre het voorschrijven van deze rendementseis het in werking zijn van de inrichting feitelijk onmogelijk maakt. De omstandigheid dat het rendement volgens verweerder op verzoek van eiseres, in het kader van de verlening van een vergunning in 2009, is verlaagd naar 75% kan geen rechtvaardiging vormen om die beoordeling achterwege te laten.
6. De rechtbank is, gelet op het voorafgaande, van oordeel dat verweerder er niet in is geslaagd om een zodanige motivering van het bestreden besluit te geven, dat dat besluit als hersteld zou kunnen worden beschouwd.
7. Het beroep is, gelet op de overwegingen in de tussenuitspraak en deze einduitspraak, gegrond. Het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking, voor zover het de aan de vergunning verbonden voorschriften 8.3.1 en 8.4.1 tot en met 8.4.4 betreft.
8. De rechtbank ziet geen ruimte om de rechtsgevolgen van het te vernietigen gedeelte van het besluit in stand te laten of om haar uitspraak daarvoor in de plaats te stellen.
Verweerder zal daardoor opnieuw dienen te beslissen over het handhaven van een rendementseis voor het biobedfilter en over de eventueel daarmee samenhangende aanpassing van de voorschriften 8.4.1 tot en met 8.4.4.
9. De rechtbank zal verweerder veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten worden, op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 1.217,50 (1 punt voor het indienen van een beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het indienen van een zienswijze op het herstelbesluit, waarde per punt € 487,00, wegingsfactor 1).
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, zal tevens worden bepaald dat verweerder eiseres het door haar betaalde griffierecht dient te vergoeden.