ECLI:NL:RBOBR:2014:6452

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2014
Publicatiedatum
30 oktober 2014
Zaaknummer
01/839781-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichtingen, poging daartoe, valsheid in geschrift en verduistering met bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 31 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere oplichtingen, pogingen daartoe, valsheid in geschrift en verduistering. De verdachte heeft onder andere oplichtingen gepleegd via Marktplaats, waarbij hij zich voordeed als bonafide huurder en koper van goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten geldbedragen heeft ontvangen van slachtoffers, zonder de beloofde goederen te leveren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Aan de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder ambulante behandeling in de psychiatrie en schadevergoeding aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook de vorderingen van diverse benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om schadevergoeding te betalen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar heeft de overige feiten wettig en overtuigend bewezen verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/839781-13, 01/820018-14, 01/840688-12, 01/249329-12 en
01/011716-13 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 31 oktober 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats]op[1979],
ingeschreven te [woonplaats], [adres 1],
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 september 2013 (zaken met parketnummers 01/249329-12 en 01/011716-13), van
28 november 2013 (zaak met parketnummer 01/839781-13), van 21 februari 2014 (zaken met parketnummers 01/839781-13, 01/820018-14 en 01/840688-12), van 2 mei 2014, 29 juli 2014 en 17 oktober 2014 (zaken met parketnummers 01/839781-13, 01/820018-14, 01/840688-12, 01/249329-12 en 01/011716-13).
Op 21 februari 2014 heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de parketnummers 01/839781-13, 01/820018-14 en 01/840688-12 aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
Op 2 mei 2014 heeft de rechtbank de tegen verdachte onder de parketnummers
01/249329-12 en 01/011716-13 aanhangig gemaakte zaken bij de reeds op 21 februari 2014 gevoegde zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 27 mei 2014, 1 juli 2013, 1 november 2013, 30 januari 2014 en 14 februari 2014.
Nadat de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/839781-13 op de terechtzitting van 21 februari 2014 is gewijzigd, is aan verdachte in die zaak ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 december 2012 tot en met 22 januari 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Deventer, in elk geval in Nederland en/of Duitsland opzettelijk een personenauto, merk Opel, type Zafira en voorzien van kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij in of omstreeks de periode van 23 december 2012 tot en met 4 januari 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Deventer, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (1.200 euro), in elk geval enig goed, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, sms-berichten gestuurd aan die [slachtoffer 1], inhoudende dat:
- hij, verdachte, pech had met de door hem, verdachte, van die [slachtoffer 1] gehuurde auto en/of - dat de koppakking van de auto vervangen moest worden en/of;
- hij, verdachte, dringend geld nodig had om de kosten te betalen en/of;
- hij, verdachte, noodgedwongen met de kinderen in een hotel moest verblijven en de kosten hoog opliepen en/of;
- die [slachtoffer 1] met spoed geld diende over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] t.n.v. verdachte en/of rekeningnummer [bankrekeningnummer] t.n.v. zijn vrouw [persoon 1] en/of;
- hij, verdachte, die [slachtoffer 1] een/de overgemaakt(e) bedrag(en) terug zou storten en/of op 28 december 2012 langs zou komen om het netjes te regelen;
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op of omstreeks 01 april 2013 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân en/of te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 3] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (60 euro), in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- gereageerd heeft op een advertentie van voornoemde [slachtoffer 3] op de website marktplaats.nl en/of;
- aan voornoemde [slachtoffer 3] een mail heeft gestuurd dat hij, verdachte, voor 60 euro een set spiegels kon leveren en/of;
- voornoemde [slachtoffer 3] desgevraagd een foto van spiegels heeft toegestuurd en/of;
- afspraken heeft gemaakt met voornoemde [slachtoffer 3] dat voornoemd geldbedrag moest worden overgemaakt naar een rekeningnummer ([bankrekeningnummer]) en/of;
- zich (daarbij) heeft voorgedaan als werknemer van een [bedrijf 1] en/of;
- een verkeerd adres ([adres 2]) heeft opgegeven;
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 mei 2013 tot en met 31 mei 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Uden en/of Gemert en/of Tholen, in elk geval in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van een auto en/of camper en/of kentekenbewijs,
immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voornoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) hun personenauto en/of camper te koop aanboden en/of
- zich uitgegeven als [alias 1] en/of;
- zich voorgedaan als autohandelaar en/of garagehouder en/of een bedrijspas (per foto) getoond (en op die manier als bonafide koper) en/of;
- toegezegd het overeengekomen bedrag over te maken op de rekening(en) van voornoemde perso(o)n(en) en/of;
- vanaf zijn mobiele telefoon een foto van een afschrift en/of bankoverschrijving heeft getoond en/of gestuurd en/of de [bank 1]-site heeft getoond, waarop te zien was/leek, dat het overeengekomen bedrag was overgeschreven naar voornoemde persoon en/of;
- een koopovereenkomst en/of vrijwaringsbewijs ingevuld;
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2013 tot en met 31 mei 2013 in na te noemen plaatsen, in elk geval in Nederland, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte, telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
- een personenauto, merk Seat, type Ibiza, voorzien van kenteken [kenteken], in de periode van 10 mei 2013 tot en met 13 mei 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Uden en/of;
- een personenauto, merk Fiat, type Punto, voorzien van kenteken [kenteken] in de periode van 31 mei 2013 tot en met 7 juni 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of;
- een camper, merk Fiat, type 280, voorzien van kenteken [kenteken] Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Tholen;
5.
hij in of omstreeks de periode van 18 februari 2012 tot en met 22 februari 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, althans in Nederland, een schadeformulier - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op voornoemd schadeformulier vermeld dat hij, verdachte, op 18 februari 2012 (omstreeks 15:45 uur) betrokken was bij een aanrijding in Berlicum, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2013 tot en met 16 juli 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Hoogland, gemeente Amersfoort, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, immers heeft hij,
verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- contact opgenomen met en/of gereageerd op een advertentie van voornoemde
perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) een caravan (merk Kip; type KT 330) te huur aanbo(o)d(en) en/of
- zich voorgedaan als [alias 2] en/of
- zich voorgedaan als medewerker van een autogarage ([bedrijf 2]) en/of
- bij het contact met voornoemde [slachtoffer 9] aangegeven dat hij, verdachte, met spoed een caravan zocht voor klanten en/of;
- met voornoemde [slachtoffer 9] en/of[slachtoffer 7] een contract heeft opgesteld en/of heeft afgesproken het overeengekomen bedrag via internetbankieren over te maken naar
[slachtoffer 9] en zich aldus voorgedaan als (bonafide) huurder;
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2013 tot en met 16 juli 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel en/of Hoogland, gemeente Amersfoort, in elk geval in Nederland, opzettelijk een caravan, merk Kip, type KT330, voorzien van kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft
toegeëigend.
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 oktober 2012 tot en met 26 juli 2013 te Rotterdam en/of Groningen en/of Papendrecht en/of Warmenhuizen, gemeente Schagen en/of Renesse, gemeente Schouwen-Duiveland en/of Helmond en/of Weert en/of Den haag en/of Ammerzoden, gemeente Maasdriel en/of Avenhorn, gemeente Koggenland en/of Godlinze, gemeente Delfzijl en/of Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn en/of Wageningen en/of Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
1. [slachtoffer 10] (dossier pagina 65) en/of
2.[slachtoffer 11] (dossier pagina 72) en/of
3. [slachtoffer 12] (dossier pagina 78) en/of
4.[slachtoffer 13] (dossier pagina 87) en/of
5. [slachtoffer 14] (dossier pagina 93) en/of
6. [slachtoffer 15] (dossier pagina 99) en/of
7. [slachtoffer 16] (dossier pagina 111) en/of
8. [slachtoffer 17] (dossier pagina 127) en/of
9. [slachtoffer 18] (dossier pagina 132) en/of
10. [slachtoffer 19] (dossierpagina 139) en/of
11. [slachtoffer 20] (dossier pagina 144) en/of
12. [slachtoffer 21] (dossier pagina 162)
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voornoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer auto-onderde(e)l(en), in elk geval op internet en/of
- zich voorgedaan als (bonafide) aanbieder en/of verkoper van één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een autobedrijf en/of [bedrijf 1] en/of een (auto)demontagebedrijf en/of autosloperij [bedrijf 1] en/of een (auto)sloopbedrijf en/of
- gebruik gemaakt van het/de e-mailadres(sen) [emailadres] en/of
[emailadres] en/of [emailadres] en/of [emailadres] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op rekeningnummer [bankrekeningnummer],
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juli 2013 tot en met
24 augustus 2013 te Wagenening en/of Zeist en/of Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, immers heeft/is hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet een advertentie geplaatst waarin een Ipad te koop werd aangeboden en/of
- met voornoemde persoon een prijs voor de aankoop van genoemd goed overeengekomen en/of voornoemde persoon zijn, verdachtes, rekeningnummer gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag overgemaakt diende te worden en zich aldus voorgedaan als een (bonafide) aanbieder/verkoper en/of
- bij het contact met voornoemde [slachtoffer 22] aangegeven dat die [slachtoffer 22] de Ipad niet op kon komen halen, omdat hij, verdachte het druk had en/of een eigen zaak had en/of zijn dochter in het ziekenhuis lag en/of
- zich bij het (e-mail)contact met voornoemde [slachtoffer 23] voorgedaan als '[alias 3]', waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 december 2012 tot en met 29 april 2013 te Beverwijk en/of Emmen en/of Meppel en/of Purmerend en/of Tuitjenhorn, gemeente Schagen en/of Otterlo, gemeente Ede en/of Beneden-Leeuwen en/of Hasselt, gemeente Zwartewaterland en/of Hurdegaryp, gemeente Tytsjerksteradiel en/of Bolsward en/of Wijster, gemeente Midden-Drenthe en/of Hilversum en/of Zaandam en/of Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg en/of Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
1.[slachtoffer 24] (dossier pagina 189) en/of
2.[slachtoffer 25] (dossier pagina 194) en/of
3. [slachtoffer 26] (dossier pagina 200) en/of
4. [slachtoffer 27] (dossier pagina 205) en/of
5. [slachtoffer 28] (dossier pagina 210) en/of
6. [slachtoffer 29] (dosssierpagina 216) en/of
7. [slachtoffer 30] (dossier pagina 221) en/of
8. [slachtoffer 31] (dossier pagina 226) en/of
9. [slachtoffer 32] (dossier pagina 234) en/of
10. [slachtoffer 33] (dossier pagina 239) en/of
11. [slachtoffer 34] (dossier pagina 243) en/of
12. [slachtoffer 35] (dossier pagina 249) en/of
13. [slachtoffer 36] (dossier pagina 254) en/of
14. [slachtoffer 37] (dossier pagina 259)
Heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voorgenoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als (bonafide) aanbieder en/of verkoper van één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een automontagebedrijf en/of een autobedrijf en/of autosloperij [bedrijf 1] sloop en/of een (auto)sloopbedrijf en/of
- zich voorgedaan als [alias 4] en/of [alias 5] en/[alias 6]
en/of
- gebruik gemaakt van een (vals) bank - en/of girorekeningnummer, te weten [bankrekeningnummer] ten name van [persoon 1] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op rekeningnummer
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(betreft aangiftes paginanummer 152 en 170)
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Waalwijk en/of Almere en/of Hellevoetsluis en/of IJsselmuiden, gemeente Kampen en/of Enschede en/of Hoogerheide, gemeente Woensdrecht en/of Huizen en/of Bergen op Zoom en/of Hattem en/of Holwierde, gemeente Delfzijl en/of Boskoop en/of Tuitjenhorn, gemeente Schagen en/of Ochten, gemeente Neder-Betuwe en/of Wierden en/of Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
1.[slachtoffer 38] (dossier pagina 268)
2.[slachtoffer 39] (dossier pagina 273)
3.[slachtoffer 40] (dossier pagina 278)
4.[slachtoffer 41] (dossier pagina 282)
5.[slachtoffer 42] (dossier pagina 288)
6.[slachtoffer 43] (dossier pagina 293)
7.[slachtoffer 44] (dossier pagina 299)
8.[slachtoffer 45] (dossier pagina 304)
9.[slachtoffer 46] (dossier pagina 315)
10.[slachtoffer 47] (dossier pagina 320)
11.[slachtoffer 48] (dossier pagina 325)
12.[slachtoffer 49] (dossier pagina 332)
13.[slachtoffer 50] (dossier pagina 337)
14.[slachtoffer 51] (dossier pagina 342)
Heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, immers heeft hij, verdachte en/of zijn mededader(s), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voorgenoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl en/of onderdelenlijn.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als (bonafide) aanbieder en/of verkoper van één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een (auto)sloopbedrijf en/of
- zich voorgedaan als [alias 7] en/of [alias 8] en/of [alias 9] en/of
- gebruik gemaakt van e-mailadres [emailadres] en/of
- gebruik gemaakt van een (vals) bank - en/of girorekeningnummer, te weten [bankrekeningnummer], ten name van [alias 8] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op rekeningnummer
waardoor voornoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/840688-12 ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 september 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 52]), heeft geslagen en/of geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Nadat de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 01/249329-12 op de terechtzitting van 29 juli 2014 is gewijzigd, is aan verdachte in die zaak ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 mei 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad een valse of vervalste inkoopbon - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst, immers - zakelijk weergegeven - was op die inkoopbon de handtekening van
[slachtoffer 53] gebruikt zonder toestemming van die [slachtoffer 53] en/of waren op die inkoopbon de (adres)gegevens van [bedrijf 3] onjuist ingevuld;
2.
hij op of omstreeks 13 april 2012 te ’s-Hertogenbosch en/of te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad een valse of vervalste
inkoopverklaring - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst, immers was - zakelijk weergegeven - deze inkoopverklaring niet door [slachtoffer 54] opgemaakt.
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 01/011716-13 ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 augustus 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 55] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid een telefoon, Iphone 4s, per adververtentie op het internet, te weten op de verkoopsite www.marktplaats.nl, te koop aangeboden, waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de valse naam ([alias 10]), althans een andere naam dan die van
verdachte en/of (vervolgens) telefonisch contact heeft gehad met voornoemd persoon over de verkoop van de telefoon en/of (vervolgens)met voornoemd persoon een (mondelinge) koopovereenkomst heeft afgesloten, terwijl hij, verdachte, niet de intentie had, dan wel niet in staat was om zijn plicht met betrekking tot de overeenkomst, te weten de levering van de telefoon, na te komen, waardoor [slachtoffer 55] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak van het onder 2 in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegde.
De officier van justitie acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
De verdediging heeft ten aanzien van dit feit geen verweer gevoerd.
De rechtbank overweegt met betrekking tot dit feit het navolgende. [slachtoffer 23] en [slachtoffer 22] hebben aangifte van oplichting gedaan. [slachtoffer 23] heeft verklaard op 26 juli 2012 te zijn opgelicht en [slachtoffer 22] heeft verklaard op 24 augustus 2012 te zijn opgelicht. Aan verdachte is echter ten laste gelegd dat hij hen op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 juli 2013 tot en met 24 augustus 2013 heeft opgelicht. Nu aangevers hebben aangegeven in 2012 en niet in 2013 te zijn opgelicht, zal de rechtbank verdachte van de hem onder 2 ten laste gelegde oplichtingen vrijspreken.

Vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 01/840688-12 ten laste gelegde.

De officier van justitie heeft verzocht verdachte van dit feit vrij te spreken.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 52] heeft verklaard door verdachte te zijn mishandeld. Verdachte heeft dit ontkend. De verklaring van [slachtoffer 52] wordt niet door enig bewijsmiddel ondersteund. De rechtbank is dan ook, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat dit feit – nu de verklaring van [slachtoffer 52] niet door enig bewijsmiddel wordt ondersteund en verdachte heeft ontkend deze mishandeling te hebben gepleegd – niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Vrijspraak van het onder 2 in de zaak met parketnummer 01/249329-12 ten laste gelegde.
De officier van justitie acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 54] heeft verklaard dat hij de inkoopverklaring niet heeft opgemaakt en ondertekend. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 54] de inkoopverklaring wel heeft ondertekend. De rechtbank is van oordeel dat – nu de verklaringen van verdachte en die van [slachtoffer 54] tegenover elkaar staan en de verklaring van [slachtoffer 54] niet door enig bewijsmiddel wordt ondersteund – niet kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk een valse inkoopverklaring voorhanden heeft gehad. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
De bewijsoverwegingen met betrekking het onder 1 en 2 in de zaak met parketnummer 01/839781-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft ten aanzien van beide feiten vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 1] heeft op 22 januari 2013 aangifte van verduistering en oplichting gedaan. Hij heeft verklaard dat verdachte op 21 december 2012 een Opel Zafira van hem heeft gehuurd. Het huurcontract zou op 27 december 2012 eindigen. Verdachte had de auto echter op 22 januari 2013 nog steeds niet teruggebracht.
[slachtoffer 1] heeft naast deze aangifte van verduistering en oplichting ook aangifte van oplichting gedaan. Aangever heeft verklaard dat verdachte hem - waarschijnlijk in strijd met de waarheid - berichtte dat hij kosten voor de reparatie van de auto en kosten voor een hotelovernachting moest maken, dat hij het geld dat aangever hem hiervoor had gegeven zou terugbetalen, maar dit niet heeft gedaan.
Verdachte heeft erkend deze auto van [slachtoffer 1] te hebben gehuurd. Ook heeft hij erkend dat de afspraak was dat hij deze auto op 27 december 2012 zou terugbrengen en dat hij deze auto niet aan [slachtoffer 1] heeft teruggegeven. Verdachte ontkent echter de auto zich wederrechtelijk te hebben toegeëigend. Ook ontkent hij [slachtoffer 1] te hebben opgelicht. Verdachte heeft verklaard dat de auto tweemaal kapot is gegaan en dat hij geld voor de reparatie en een hotelovernachting wilde hebben. Nadat hij in Duitsland panne met de auto had gekregen, heeft hij de auto daar achtergelaten en is hij terug naar Nederland gekomen.
De rechtbank stelt vast dat verdachte hierover zeer wisselende verklaringen heeft afgelegd.
Allereerst heeft verdachte over de aard van de schade wisselend verklaard.
Uit de aangifte van [slachtoffer 1] volgt dat verdachte [slachtoffer 1] op 23 december 2012 heeft bericht dat de motor van de auto kapot was gegaan, omdat er geen druppel olie in zou hebben gezeten. De dag daarna heeft verdachte [slachtoffer 1] te kennen gegeven dat de koppakking van de auto kapot was en vervangen moest worden.
Bij de politie spreekt verdachte niet meer over de koppakking, maar heeft verdachte verklaard dat de distributieriem er af zou zijn gesprongen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat zowel de distributieriem er af was gesprongen als dat de koppakking kapot was gegaan.
Niet enkel over de aard van de schade, maar ook over de locatie van de auto heeft verdachte wisselend verklaard. Uit de aangifte volgt dat verdachte [slachtoffer 1] op 27 december 2012 te kennen heeft gegeven dat de auto was weggesleept, dat de auto in een garage in Berlijn stond, maar dat hij de naam van deze garage niet wist. De dag daarna heeft verdachte [slachtoffer 1] verteld dat de auto daar niet meer stond en dat de auto door zijn oom met een autoambulance naar Nederland zou worden teruggebracht. Op 29 december 2012 heeft verdachte aangever bericht dat de auto was weggesleept.
Tegenover de politie heeft verdachte verklaard dat de auto nog in Duitsland langs de snelweg zou staan. Ter terechtzitting heeft verdachte echter verklaard dat de auto niet langs de snelweg is blijven staan. Hij heeft daar ter terechtzitting bovendien voor het eerst aan toegevoegd dat de auto, toen hij met pech langs de snelweg stil kwam te staan, door de ADAC zou zijn opgehaald, waarvan hij zelfs een bewijs van ontvangst zou hebben gekregen, welk bewijs thuis zou liggen.
Verdachte heeft ook wisselend verklaard over het al dan niet beschikken over facturen. Ter terechtzitting heeft verdachte in eerste instantie verklaard geen factuur van de reparatie van de auto in Polen te hebben gekregen. Kort daarna heeft hij echter verklaard wel een factuur te hebben gekregen. Deze factuur zou hij thuis hebben liggen. Dit past weer niet in de verklaring van verdachte dat hij de naam van het garagebedrijf niet zou kunnen noemen.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte - inhoudende dat de auto tweemaal kapot is gegaan, eenmaal in Polen en eenmaal in Duitsland - gelet op de zeer wisselende en tegenstrijdige verklaringen die hij hierover heeft afgelegd, volstrekt ongeloofwaardig. Dit temeer nu aangever verdachte meermalen te kennen heeft gegeven verzekerd te zijn, voor vervangend vervoer te kunnen zorgen en dat de auto door de ANWB zou kunnen worden opgehaald en verdachte hiervan geen gebruik heeft gemaakt. Hetgeen de rechtbank voorts sterkt in haar oordeel dat deze verklaring ongeloofwaardig is, is dat verdachte de € 600,- die hij aan [slachtoffer 1] had gevraagd en ook had gekregen om de reparatie van de auto van te kunnen betalen, niet in Duitsland, waar de kosten voor de reparatie zouden moeten worden betaald, maar in Nederland heeft opgenomen.
De rechtbank hecht gelet op het bovenstaande geen geloof aan de verklaring van verdachte dat de auto kapot is gegaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de sms-berichten die verdachte aan [slachtoffer 1] heeft gestuurd en waardoor [slachtoffer 1] werd bewogen € 1.200,- aan verdachte over te maken, onwaarheden bevatten. Gelet hierop, alsmede gelet op de overige bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft opgelicht en zijn auto heeft verduisterd.
De rechtbank zal alvorens verder te gaan met de bespreking van feit 3 van de zaak met parketnummer 01/839781-13 eerst de onder 1, 3 en 4 in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegde feiten behandelen.
De bewijsoverwegingen met betrekking het onder 1, 3 en 4 in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegde.
De verdediging heeft ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 10], [slachtoffer 11], [slachtoffer 12], [slachtoffer 14], [slachtoffer 15], [slachtoffer 16], [slachtoffer 17], [slachtoffer 18], [slachtoffer 19], [slachtoffer 20] en [slachtoffer 21], van de onder 3 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 24], [slachtoffer 27], [slachtoffer 32], [slachtoffer 33] en [slachtoffer 35], en van de onder 4 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 38], [slachtoffer 39], [slachtoffer 40], [slachtoffer 41], [slachtoffer 43], [slachtoffer 45], [slachtoffer 46], [slachtoffer 47], [slachtoffer 48], [slachtoffer 49], [slachtoffer 50] en [slachtoffer 51] vrijspraak bepleit.
Ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 13], de onder 3 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 25], [slachtoffer 26], [slachtoffer 28], [slachtoffer 29],[slachtoffer 30], [slachtoffer 31], [slachtoffer 34], [slachtoffer 36] en [slachtoffer 37] en de onder 4 ten laste gelegde oplichting van [slachtoffer 42] en [slachtoffer 44], heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Bij het onder 1 ten laste gelegde is sprake van het navolgende. Aangevers hebben ieder een advertentie op Marktplaats dan wel op een andere internetsite gezet, waarin zij om bepaalde auto-onderdelen hebben gevraagd. Zij zijn allen door een man, die zich als [verdachte] bekend heeft maakt, per e-mail of telefonisch benaderd. De voornaam die de man heeft genoemd, is wisselend. De man heeft zich meermalen [alias 11] en [alias 12] genoemd, maar heeft zich ook [alias 13] en [alias 14] genoemd. [alias 14] is de roepnaam van verdachte. De man heeft in veel gevallen aangegeven dat hij een autobedrijf, autosloperij of een autodemontagebedrijf had, of hierbij werkzaam was. Ook heeft de man in een aantal gevallen gebruik gemaakt van e-mailadressen waarin dergelijke bedrijven werden genoemd.
De man die aangevers heeft benaderd, heeft hen medegedeeld dat hij het auto-onderdeel had, waar aangevers in hun advertentie om hadden gevraagd. Zij zijn vervolgens een bedrag voor het desbetreffende auto-onderdeel overeengekomen. De man heeft aangevers te kennen gegeven dat het geld op rekeningnummer [bankrekeningnummer] diende te worden overgemaakt. De rechtbank stelt vast dat dit het rekeningnummer van verdachte [verdachte] is.
Het geld is vervolgens door aangevers naar deze rekening overgemaakt, hetgeen ook uit de bankafschriften van dit rekeningnummer blijkt. Echter, na betaling hebben zij nimmer het aangeboden en door hun betaalde auto-onderdeel geleverd gekregen. Zij hebben ook niet het geld teruggekregen, dat zij naar de rekening van verdachte hebben overgemaakt.
In de zaken die onder 3 zijn ten laste gelegd, is sprake van eenzelfde modus operandi als bij de onder 1 ten laste gelegde zaken. Echter, nu heeft de man niet aangegeven dat het geld op rekeningnummer [bankrekeningnummer] diende te worden gestort, maar op rekeningnummer [bankrekeningnummer]. Dit rekeningnummer betreft het rekeningnummer van [persoon 1], de vriendin van verdachte. Verdachte heeft verklaard de beschikking over deze rekening te hebben gehad.
In de onder 3 ten laste gelegde zaken heeft de man die de artikelen aanbood, zich niet bekend gemaakt als [verdachte], maar als [alias 2] en heeft als voornamen [alias 5], [alias 11] en [alias 4] gebruikt. Ook nu weer hebben de aangevers de aangeboden artikelen betaald, hetgeen ook uit de bankafschriften van het rekeningnummer [bankrekeningnummer] blijkt, maar hebben zij deze goederen nimmer geleverd gekregen. Ook hebben zij hun geld nimmer teruggekregen.
In de onder 4 ten laste gelegde zaken is ook sprake van eenzelfde modus operandi als in de onder 1 en 3 ten laste gelegde zaken. Nu heeft de man zich echter niet [verdachte] of [alias 2], maar - op één keer gebruik makend van de naam [alias 9] na - [alias 15], [alias 16], of [alias 7] genoemd. Dit past bij het rekeningnummer dat door de man is opgegeven. Hij heeft namelijk als rekeningnummer [bankrekeningnummer] opgegeven, zijnde een rekeningnummer dat op naam van [alias 8] staat. Uit de bankafschriften van dit rekeningnummer blijkt ook dat de door aangevers overgemaakte bedragen op deze rekening zijn gestort. Ook deze aangevers hebben nimmer het door hun betaalde auto-onderdeel geleverd gekregen of hun geld teruggekregen.
Verdachte heeft ontkend de ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. Hij heeft verklaard dat hij niet de man was over wie aangevers hebben verklaard. Verdachte heeft aangevoerd dat anderen misbruik van zijn gegevens en van de gegevens van [alias 2] hebben gemaakt om hem zwart te maken. Verdachte heeft bovendien verklaard dat hij naar de politie is gegaan om te vertellen dat er ten onrechte bedragen naar zijn bankrekening werden overgemaakt, maar dat de politieagent hem had meegedeeld dat verdachte ten aanzien hiervan in een civiele zaak was betrokken.
De desbetreffende politieagent is hierover gehoord, maar heeft verklaard nimmer tegen verdachte te hebben gezegd dat hij in een civiele kwestie was betrokken.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte over het “zwartmaken” zeer ongeloofwaardig. Indien een persoon verdachte zwart zou proberen te maken, dan zou diegene in alle gevallen verdachtes (voor)naam en niet die van een ander gebruiken. Het is bovendien een zeer opmerkelijke wijze van zwartmaken. De persoon die verdachte zou proberen zwart te maken, zou ervoor zorgen dat zeer regelmatig geld naar verdachtes rekening, naar die van zijn vriendin of naar die van een vriend zou worden overgemaakt. Door deze handelswijze zou de “zwartmaker” bovendien zeer veel mensen duperen.
Indien de lezing van verdachte dat hij niets met het ten laste gelegde van doen zou hebben gehad, zou worden gevolgd, dan zou het aannemelijk zijn geweest dat verdachte telkens na de constatering dat ten onrechte geld naar zijn rekening werd overgemaakt, dit geld direct hebben teruggestort. Verdachte heeft dit niet gedaan. Ook had het op zijn weg gelegen om zijn rekening te laten blokkeren, hetgeen hij ook niet heeft gedaan. Sterker nog, in plaats van zijn rekening te laten blokkeren of de bedragen terug te storten, heeft verdachte alle naar zijn en Van Dommelens rekening overgemaakte bedragen direct van hun rekeningen afgehaald. Uit de bankafschriften van deze rekeningen blijkt dat de door aangevers overgemaakte bedragen of wat naar beneden afgeronde bedragen, meteen na bijboeking werden opgenomen. Een enkele keer is geld dat op de rekening van [verdachte] werd gestort, naar de rekening van [alias 2] overgemaakt. Verdachte, hiermee geconfronteerd, heeft verklaard de gestorte geldbedragen te hebben opgenomen en op een bankrekening in Polen te hebben gezet, waarop het geld blijkens verdachtes verklaring ter terechtzitting nog steeds zou staan. Indien dit zo zou zijn, dan had het op de weg van verdachte gelegen om hieromtrent nadere informatie te verschaffen, hetgeen hij niet heeft gedaan. Zo heeft verdachte noch de naam van de bank in Polen genoemd noch het rekeningnummer waarop het geld zou zijn gestort. Hetgeen verdachte heeft verklaard, is dan ook niet te verifiëren.
Verdachte - ermee geconfronteerd dat hij het geld niet heeft teruggestort - heeft verklaard dat hij dit niet heeft gedaan, omdat het teveel was om te doen. Nadat verdachte ermee werd geconfronteerd dat hij niet één keer geld heeft teruggestort, heeft hij verklaard dat hij dit in het begin wel heeft gedaan. Dit zou voor zijn faillissement zijn geweest, maar de rechtbank zou dit niet kunnen hebben zien, omdat de rechtbank pas over bankafschriften van latere datum beschikt.
De lezing van verdachte is niet alleen een zeer ongeloofwaardige, maar wordt ook door de bewijsmiddelen tegengesproken.
Aangevers [slachtoffer 13] en [slachtoffer 29] hebben aangegeven dat de man gebruikmaakte van het telefoonnummer [telefoonnummer]. Uit onderzoek is gebleken dat dit nummer aan [persoon 1], de vriendin van verdachte, op het adres [adres 3], zijnde het adres waar ook verdachte woonachtig was, is afgegeven. Uit de stukken blijkt ook dat verdachte gebruik maakte van dit telefoonnummer [dit blijkt onder meer uit het dossier met betrekking tot 01/839781-13, feit 4].
Aangevers [slachtoffer 25], [slachtoffer 28], [slachtoffer 31] en [slachtoffer 36] hebben verklaard dat de man die hem/haar het onderdeel aanbood en zich [alias 2] noemde, heeft gebeld dan wel heeft ge-sms’t met het telefoonnummer [telefoonnummer]. Op het bankafschrift van [persoon 1] is te zien dat zij op 10 januari 2013 een rekening heeft betaald voor kosten die verband hielden met het telefoonnummer [telefoonnummer]. Ook [slachtoffer 1] [01/839781-13, feiten 1 en 2] heeft verklaard contacten met verdachte op dit telefoonnummer te hebben gehad, welke contacten verdachte ook erkent met [slachtoffer 1] te hebben gehad.
Bij dit alles komt de belastende verklaring die [alias 7] heeft afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij verdachte zijn rekeningnummer heeft gegeven en dat verdachte hem vertelde dat daarop bedragen voor door hem verkochte auto-onderdelen op zouden worden gestort. Verdachte belde hem op als er geld onderweg was en vertelde hem dan welk bedrag hij naar verdachte over moest maken en welk bedrag hij mocht houden ter aflossing van de schuld die verdachte bij hem had. Verdachte vertelde hem ook vaak wat hij bij de storting moest schrijven, zodat het allemaal niet zo zou opvallen. Ze hadden de afspraak dat er iets over auto’s of onderdelen bij de overschrijving moest worden gezet. Uit de bankafschriften van de rekening van [alias 15] blijkt ook dat bedragen voor auto-onderdelen op zijn rekening werden gestort en dat hij deze bedragen dan wel delen van deze bedragen naar de rekening van verdachte heeft overgeboekt.
De rechtbank is gelet op al deze omstandigheden van oordeel dat verdachte de persoon is geweest over wie aangevers spreken.
De rechtbank acht, gelet op de verklaringen van aangevers, de bankafschriften van de rekeningen van verdachte, [persoon 1] en [alias 15], alsmede gelet op de verklaring van [alias 15], de overige hierboven genoemde stukken en de omstandigheid dat telkens sprake is van eenzelfde modus operandi, alles in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangevers door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag. De rechtbank is voorts van oordeel dat uit de wijze waarop verdachte een en ander heeft gedaan en de omstandigheden waaronder dit heeft plaatsgevonden, volgt dat verdachte het oogmerk had om zich en - ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde - en/of een ander, te weten [alias 15], hiermee wederrechtelijk te bevoordelen.
De rechtbank is ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde van oordeel dat niet bewezen is dat verdachte deze feiten tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gepleegd en zal verdachte van dat deel van de tenlastelegging dan ook vrijspreken.
De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 3 in de zaak met parketnummer 01/839781-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 3] heeft aangifte van oplichting gedaan. Hij heeft verklaard een advertentie op marktplaats te hebben geplaatst. In de advertentie vroeg hij om autospiegels. Een persoon die zich [alias 17] noemde en gebruik maakte van het
e-mailadres [emailadres] bood hem de gevraagde spiegels voor € 60,- aan. Dit bedrag moest aangever op rekeningnummer [bankrekeningnummer] overmaken. De persoon gaf aan voor het [bedrijf 1] te werken. Navraag bij dat bedrijf leerde aangever echter dat daar geen [alias 17] werkzaam was. Hierdoor vermoedde [slachtoffer 3] te worden opgelicht en daarom heeft hij het geld niet overgemaakt.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet degene is geweest die [slachtoffer 3] de spiegels heeft aangeboden. Ook ten aanzien van dit feit heeft verdachte aangevoerd dat zijn gegevens zijn misbruikt.
De rechtbank stelt vast dat de modus operandi van het onderhavige feit overeenkomt met de modus operandi van de hiervoor besproken feiten 1, 3 en 4 van de zaak met parketnummer 01/820018-14. Ook bij die feiten ging het om een auto-onderdeel waar in een advertentie op internet om werd verzocht, is in meerdere zaken gebruik gemaakt van de naam [alias 17], is gezegd dat hij voor [bedrijf 1] werkte, is gebruik gemaakt van het e-mailadres [emailadres] en is het rekeningnummer van verdachte opgegeven als het rekeningnummer waarop het geld kon worden gestort.
De rechtbank heeft met betrekking tot de onder 1, 3 en 4 in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegde feiten overwogen dat bewezen is dat verdachte de persoon is geweest die contact met aangevers heeft opgenomen en aangevers heeft opgelicht. De rechtbank verwijst naar de overwegingen die tot die conclusie hebben geleid en acht gelet hierop, alsmede gelet op de overeenkomende modus operandi van die feiten met het onderhavige feit en de aangifte van [slachtoffer 3], bewezen dat verdachte [slachtoffer 3] heeft geprobeerd op te lichten.
De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 4 in de zaak met parketnummer 01/839781-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt.
• Aangifte van [slachtoffer 4]
heeft aangifte van oplichting gedaan. Hij heeft onder meer verklaard dat hij zijn auto, een Seat Ibiza, via Marktplaats te koop had gezet. Op deze advertentie werd door een man gereageerd. De man vertelde dat hij een autohandelaar was en dat hij de auto voor slooponderdelen wilde kopen. Aangever en de man kwamen een bedrag van € 300,- voor de auto overeen, welk bedrag middels internetbankieren via de [bank 1] naar aangevers rekening zou worden overgemaakt.
De man heeft de auto van aangever meegenomen, maar aangever heeft nimmer geld voor de auto ontvangen.
Aangever heeft verdachte op een foto herkend als de man aan wie hij zijn auto heeft verkocht. Verdachte heeft ook bekend de man te zijn geweest die de auto van [slachtoffer 4] heeft gekocht.
Dat verdachte de persoon was over wie aangever spreekt, staat dan ook niet ter discussie.
Verdachte heeft echter verklaard dat het overeengekomen bedrag van € 300,- niet naar [slachtoffer 4] zou overmaken, maar dat hij dit bedrag contant heeft betaald. [getuige 1] zou getuige van deze contante betaling zijn geweest.
[getuige 1] is hierover bij de rechter-commissaris gehoord. Zij heeft verklaard gezien te hebben dat verdachte met briefgeld heeft betaald. De rechtbank is de verklaring van [getuige 1] echter op verifieerbare punten onjuist gebleken. [getuige 1] heeft namelijk verklaard dat zij verdachte in een zilvergrijze Peugeot naar de verkoper had gebracht en dat het op het moment dat verdachte daar was donker was. Aangever heeft echter verklaard dat verdachte omstreeks 12.00 uur bij zijn woning is geweest en dat de vrouw die erbij was, welke vrouw [getuige 1] dus zal zijn geweest, in een lichtblauwe Ford Focus of een Renault Megane zat. De rechtbank heeft geen enkele reden te twijfelen aan de verklaring van aangever, die zeer gedetailleerd is. Nu de verklaring van [getuige 1] op punten onjuist is gebleken, acht de rechtbank deze verklaring niet geloofwaardig. De rechtbank hecht dan ook geen waarde aan de verklaring dat zij verdachte contant heeft zien betalen.
De verklaring dat contant zou zijn betaald acht de rechtbank voorts gelet op het navolgende ongeloofwaardig. Aangever heeft verklaard dat verdachte hem op zijn mobiele telefoon een site van de [bank 1] heeft getoond, waarop te zien leek dat een bedrag van € 300,- door verdachte naar aangever zou zijn overgeschreven. Nu – onafhankelijk van dit feit en onafhankelijk van elkaar – ook zowel aangeefster [slachtoffer 6] als aangever [slachtoffer 5] hebben verklaard dat verdachte hen op zijn mobiele telefoon een afbeelding heeft laten zien waarop te zien leek dat geld van zijn rekening naar die van hen werd overgemaakt, heeft de rechtbank geen enkele aanleiding te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 4] dat verdachte hem die site en de vermeende overschrijving heeft getoond. Dit ondersteunt de verklaring van [slachtoffer 4] dat het geld door verdachte naar zijn bankrekening zou worden overgemaakt en dat geen sprake van een contante betaling is geweest.
• Aangifte van [slachtoffer 5]
heeft aangifte van oplichting gedaan. Hij heeft verklaard zijn auto via Marktplaats te koop te hebben aangeboden. Een man die zich [alias 1] noemde heeft daarop contact met hem opgenomen. De man vertelde hem dat hij interesse in de auto had. Ook vertelde de man dat hij een garage had. Aangever en de man zijn een prijs overeengekomen en de man zou het overeengekomen bedrag naar de rekening van aangever overmaken. Enkele dagen later heeft de man aangever medegedeeld dat hij het geld had overgemaakt. De man heeft aangever vervolgens een foto van een rekeningafschrift gestuurd waarop te zien zou zijn dat het geld naar de bankrekening van aangever zou zijn overgemaakt. De man heeft de auto opgehaald. Aangever heeft het geld voor de auto echter nimmer ontvangen.
Aangever heeft een kopie van het rijbewijs van de man met wie hij contact over de auto heeft gehad. Dit rijbewijs stond op naam van verdachte.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat de man over wie aangever spreekt verdachte is.
• Aangifte van [slachtoffer 6].
[slachtoffer 6] heeft aangifte van oplichting gedaan. Aangeefster heeft verklaard dat zij haar camper te koop had gezet. Een man die zich [alias 1] noemde heeft daarop contact met haar opgenomen. Hij wilde haar camper kopen en zij zijn een prijs overeengekomen. De man deelde haar later mede dat het geld naar haar rekening was overgemaakt. De man liet haar op zijn mobiele telefoon een afbeelding zien waarop te zien leek dat een bedrag van
€ 3.500,- naar haar bankrekening was overgeboekt. Aangeefster heeft het geld echter nooit ontvangen.
Verdachte heeft verklaard de man te zijn geweest die de camper van [slachtoffer 6] heeft gekocht. Ook nu staat dus niet ter discussie dat verdachte de persoon is geweest over wie aangeefster heeft verklaard. Verdachte heeft echter ontkend aangeefster te hebben opgelicht en heeft verklaard de camper contant te hebben betaald. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig. De rechtbank heeft geen enkele reden om aan de verklaring van aangeefster te twijfelen. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar op zijn mobiele telefoon een afbeelding heeft laten zien waarop te zien leek dat € 3.500,- naar haar rekening zou zijn overgemaakt. Over dit specifieke detail hebben ook aangevers [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] verklaard. Ook aan hen heeft verdachte een afbeelding getoond waarop te zien leek dat hij een geldbedrag naar hun bankrekeningen had overgemaakt. Nu zij dit onafhankelijk van elkaar hebben verklaard, heeft de rechtbank geen enkele reden om eraan te twijfelen dat verdachte hen die afbeeldingen heeft getoond. Dit ondersteunt de verklaring van [slachtoffer 6] dat verdachte het geld naar haar bankrekening zou overmaken en dat de camper niet contant is betaald.
• Oplichting van [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte het oogmerk had om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen. De rechtbank leidt dit af uit de omstandigheden dat verdachte een valse naam, te weten de naam [alias 1] en/of een valse hoedanigheid heeft aangenomen, aangevers een afbeelding heeft laten zien waarop te zien leek dat een geldbedrag naar hen was overgemaakt en hen het overeengekomen bedrag nimmer heeft betaald.
De rechtbank acht, gelet op de aangiftes van [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6], de verklaring van verdachte, alles in samenhang bezien met de overeenkomende modus operandi van de drie feiten, bewezen dat verdachte [slachtoffer 4], [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] heeft opgelicht.
De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 5 in de zaak met parketnummer 01/839781-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. Namens [bedrijf 4] is door [slachtoffer 56] aangifte van valsheid in geschrifte gedaan.
Uit het dossier volgt dat op 18 februari 2012 om 15.15 uur in ’s-Hertogenbosch een aanrijding tussen verdachte en [persoon 2] heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze aanrijding is door [persoon 2] en verdachte een schadeformulier opgemaakt.
Door aangever [slachtoffer 56] is aangegeven dat bij [bedrijf 5] naast dit schadeformulier nog een schadeformulier is binnengekomen. Op dit schadeformulier staat vermeld dat verdachte op 18 februari 2012 omstreeks 15:45 uur in Berlicum een aanrijding met [persoon 2] heeft gehad. [persoon 2] heeft echter aan aangever te kennen gegeven dat deze aanrijding niet heeft plaatsgevonden en dat hij het schadeformulier niet heeft ingevuld en ondertekend.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de tweede aanrijding, die van 18 februari 2012 omstreeks 15:45 uur in Berlicum, niet heeft plaatsgevonden. Hij heeft echter ontkend het tweede schadeformulier te hebben ingevuld. Hij heeft verklaard hieronder wel zijn handtekening te hebben gezet, maar dit enkel ondertekende en niet ingevulde schadeformulier vervolgens aan [slachtoffer 57], degene van wie de auto was waarmee hij de eerste aanrijding heeft gehad, te hebben gegeven.
De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig en acht bewezen dat verdachte dit schadeformulier heeft opgemaakt. De rechtbank heeft daartoe op navolgende gronden overwogen. [slachtoffer 56] heeft naar aanleiding van de ontvangst van het tweede schadeformulier onderzoek verricht. In het kader van dat onderzoek heeft hij contact met verdachte gehad. Verdachte heeft hem toen gezegd dat hij niet bij de eerste aanrijding betrokken is geweest en dat hij het eerste schadeformulier niet heeft ingevuld. Verdachte heeft hem voorts verteld dat de tweede aanrijding wel heeft plaatsgevonden en dat hij het schadeformulier dat betrekking had op die aanrijding samen met [persoon 2] in diens woning heeft ingevuld. Deze verklaring, die verdachte tegenover [slachtoffer 56] heeft afgelegd, is op schrift gesteld en is door verdachte ondertekend. Ook tegenover de politie heeft verdachte in eerste instantie verklaard dat de tweede aanrijding heeft plaatsgevonden en niet de eerste. De rechtbank acht, gelet op deze verklaringen en gezien de aangifte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het schadeformulier met betrekking tot de aanrijding die om 15.45 uur zou hebben plaatsgevonden valselijk heeft opgemaakt.

De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 6 in de zaak met parketnummer

01/0839781-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 7] heeft namens [slachtoffer 8] aangifte van oplichting gedaan. Zij heeft hierover het navolgende verklaard. In juni 2013 hebben zij en haar man hun caravan via Marktplaats te huur aangeboden. Een man die zich voorstelde als [alias 2] heeft daarop contact met hen opgenomen en heeft gezegd dat hij met spoed een caravan zocht voor klanten. Zij spraken af dat de man hun caravan tot en met
8 juli 2013 van hen zou huren. Zij hebben dit in een contract vastgelegd. De man vertelde dat hij bij Autogarage [bedrijf 2] werkte. Op 2 juli 2013 heeft de man de caravan opgehaald. Op 3 juli 2013 heeft de man contact met de zoon van aangeefster opgenomen om te vragen of de huurders de caravan tot 14 juli 2013 van hen mochten huren. Aangeefster is hiermee akkoord gegaan. Echter, op 16 juli 2013 hadden zij hun caravan nog steeds niet teruggekregen.
Verdachte heeft bij de politie in eerste instantie ontkend dat hij de man is geweest die de caravan heeft opgehaald. Nadat hij ermee werd geconfronteerd dat aangeefster een foto van hem had, heeft hij gezegd dat de caravan ergens in een loods in Best stond, maar dat hij het adres niet wilde geven. Bij de rechter-commissaris heeft verdachte daar aan toegevoegd dat hij inderdaad degene was die de caravan heeft opgehaald, maar dat hij dat voor [persoon 3], de man van [persoon 4], heeft gedaan. Hij zou dit hebben gedaan omdat [persoon 3] geen trekhaak had. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij de caravan heeft opgehaald voor de huurders, omdat de man die de caravan huurde niet goed met een caravan kon rijden. Die mensen zouden de caravan bij de loods bij de Makro in Best hebben gezet. Deze loods zou van de broer van [slachtoffer 57] zijn. Degene die de caravan huurde, zou naar het buitenland zijn vertrokken en de afspraak was dat hij, verdachte, de caravan terug zou brengen, maar daar was hij nog niet aan toegekomen.
De rechtbank acht deze tegenstrijdige verklaringen van verdachte echter volstrekt ongeloofwaardig. Verdachte en aangeefster hebben een huurcontract opgesteld en zij hebben afspraken over de betaling gemaakt. Dit zou verdachte niet hebben gedaan indien hij de caravan slechts voor een ander op zou halen. Hetgeen de rechtbank voorts sterkt in haar oordeel dat de verklaring van verdachte ongeloofwaardig is, is dat verdachte een valse naam heeft opgegeven en in strijd met de waarheid heeft verteld bij een autogarage te werken. Verdachte heeft bovendien in eerste instantie ontkend dat hij degene was die de caravan heeft opgehaald. Pas nadat hij ermee werd geconfronteerd dat aangeefster een foto van hem had waarop hij bij de caravan te zien was, heeft hij verklaard de caravan inderdaad te hebben opgehaald. Indien de verklaring van verdachte juist zou zijn, zou hij hiertoe geen enkele reden hebben. Verdachte zou indien zijn verklaring juist zou zijn geweest ook direct aan de politie of aangeefster hebben verteld waar de caravan precies stond, hetgeen hij niet heeft gedaan.
De rechtbank acht gelet op de gang van zaken, zoals deze uit de aangifte blijkt en gezien de modus operandi, die overeenkomt met andere hierboven genoemde door verdachte gepleegde oplichtingen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster en/of haar man en/of haar zoon heeft opgelicht.
De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 1 in de zaak met parketnummer 01/249329-12 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt. [slachtoffer 53] heeft aangifte tegen verdachte gedaan. Aangever heeft het navolgende verklaard. Aangever en verdachte waren overeengekomen dat verdachte zijn, aangevers, auto voor hem mocht verkopen. Indien verdachte de auto aan een bedrijf zou verkopen, zou hij hier minimaal € 10.000,- voor moeten krijgen en indien hij de auto aan een particulier zou verkopen zou hij hier minimaal € 11.900,- voor moeten krijgen. De auto van aangever is vervolgens op naam van [autobedrijf verdachte], destijds het autobedrijf van verdachte, gezet. Verdachte heeft aangever € 4.900,- betaald en heeft hem beloofd het resterende bedrag zo snel mogelijk te betalen. Zij hebben toen afgesproken dat verdachte maandelijks alvast € 250,- aan aangever zou terugbetalen. Verdachte heeft hem slechts eenmaal € 250,- betaald. [getuige 2] is bij deze betaling aanwezig geweest. Aangever heeft meermalen contact met verdachte over de betaling van het resterende bedrag gehad. Verdachte heeft hem telkens verzekerd het geld terug te zullen betalen. Op enig moment heeft verdachte aangever echter gezegd dat hij bij de eerste betaling geen € 4.900,- maar
€ 7.000,- had betaald en dat hij hiervan een bewijs had.
Op 11 mei 2012 is namens verdachte een inkoopbon van [autobedrijf verdachte] aan aangever afgegeven. Op deze inkoopbon stond dat de auto van aangever voor € 7.000,- zou zijn ingekocht. Aangever heeft verklaard deze inkoopbon nooit te hebben gezien. Hij zag zijn handtekening onder deze inkoopbon staan, maar heeft deze niet zelf onder de inkoopbon gezet.
Verdachte heeft verklaard dat hij en [slachtoffer 53] deze inkoopbon hebben ingevuld en dat deze door [slachtoffer 53] is ondertekend. Verdachte heeft verklaard € 7.000,- contant aan [slachtoffer 53] te hebben betaald. Ook heeft hij verklaard daarna een keer € 250,- aan [slachtoffer 53] te hebben betaald. Dit was echter niet voor de auto, maar voor de lift die bij de auto zat.
De verklaringen van verdachte en [slachtoffer 53] staan tegenover elkaar. De verklaring van [slachtoffer 53] over de verkoop van de auto, de betaling en de afspraken die hieromtrent zijn gemaakt, worden echter door de verklaring van [getuige 2] ondersteund. Zij heeft verklaard dat [slachtoffer 53] en verdachte hadden afgesproken dat verdachte de auto van [slachtoffer 53] voor € 10.000,- zou verkopen. Zij heeft voorts verklaard gezien te hebben dat op de factuur stond dat verdachte € 4.900,- voor de auto had betaald. De afspraak was dat verdachte [slachtoffer 53] naast deze betaling maandelijks € 250,- als afbetaling van de auto zou betalen. Ook heeft zij verklaard er een keer bij aanwezig te zijn geweest toen verdachte [slachtoffer 53]
€ 250,- betaalde.
De rechtbank stelt, gelet op de verklaring van [slachtoffer 53], die door de verklaring van [getuige 2] wordt ondersteund, vast dat verdachte de auto van [slachtoffer 53] voor minimaal
€ 10.000,- zou verkopen, dat hij [slachtoffer 53] € 4.900,- had betaald en dat voor het overige bedrag een voorlopige afbetalingsregeling van € 250,- per maand was getroffen, waarvan reeds één termijn was voldaan. Het bedrag van € 4.900,-, waarover zowel [slachtoffer 53] als [getuige 2] verklaren, strookt niet met het op de inkoopbon vermelde bedrag van € 7.000,-. De rechtbank hecht dan ook geloof aan de verklaring van [slachtoffer 53] dat hij de inkoopbon niet heeft opgemaakt en ondertekend.
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen - in combinatie bezien - wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk een valse inkoopbon, zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, voorhanden heeft gehad.

De bewijsoverweging met betrekking tot het in de zaak met parketnummer

01/011716-13 ten laste gelegde.
De raadsvrouwe heeft vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank stelt, gelet op de aangifte van [slachtoffer 55] en de verklaring van verdachte, vast dat verdachte een iPhone 4s via Marktplaats te koop heeft aangeboden, dat verdachte hierbij gebruik heeft gemaakt van een valse naam, te weten van de naam [alias 10], en dat verdachte als woonplaats Klundert heeft opgegeven, terwijl hij in Berlicum woonachtig was.
[slachtoffer 55] heeft naar aanleiding van de door verdachte op Marktplaats geplaatste advertentie contact met verdachte heeft opgenomen. Hij en verdachte hebben vervolgens een koopovereenkomst met betrekking tot de iPhone 4s gesloten. [slachtoffer 55] heeft het overeengekomen geldbedrag naar de bankrekening van verdachte overgemaakt, maar heeft nimmer de iPhone 4s geleverd gekregen. Het door hem overgemaakte geldbedrag heeft hij ook niet teruggekregen.
Verdachte heeft bekend dat een en ander is gegaan zoals hierboven geschetst. Verdachte heeft echter verklaard niet de intentie te hebben gehad om [slachtoffer 55] op te lichten.
De rechtbank acht echter, gelet op de omstandigheden dat verdachte een valse naam heeft opgegeven, dat hij een andere woonplaats dan zijn eigen woonplaats heeft opgegeven, dat hij de iPhone niet heeft geleverd en dat hij [slachtoffer 55] ook niet het door hem overgemaakte geld heeft terugbetaald, welke modus operandi ook weer overeenkomt met de modus operandi van andere door hem gepleegde oplichtingen (zaken met parketnummer 01/820018-14, feiten 1, 3 en 4), wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het oogmerk had om zich wederrechtelijk te bevoordelen en dat hij [slachtoffer 55] heeft opgelicht.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
parketnummer 01/839781-13
1.
in de periode van 21 december 2012 tot en met 22 januari 2013 te Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, en/of Deventer, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, opzettelijk een personenauto, merk Opel, type Zafira en voorzien van kenteken [kenteken], toebehorende aan [slachtoffer 1], welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als
huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
in de periode van 23 december 2012 tot en met 4 januari 2013 te Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, en/of Deventer, in elk geval in Nederland en/of Duitsland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (1.200 euro), immers heeft
hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid, sms-berichten gestuurd aan die [slachtoffer 1], inhoudende dat:
- hij, verdachte, pech had met de door hem, verdachte, van die [slachtoffer 1] gehuurde auto en
dat de koppakking van de auto vervangen moest worden en;
- hij, verdachte, dringend geld nodig had om de kosten te betalen en
- hij, verdachte, noodgedwongen met de kinderen in een hotel moest verblijven en de kosten hoog opliepen en
- die [slachtoffer 1] met spoed geld diende over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] t.n.v. verdachte of rekeningnummer [bankrekeningnummer] t.n.v. zijn vrouw [persoon 1] en
- hij, verdachte, die [slachtoffer 1] de overgemaakte bedragen terug zou storten en op
28 december 2012 langs zou komen om het netjes te regelen;
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
op 01 april 2013 te Sneek, gemeente Súdwest-Fryslân en/of te Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer 3] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (60 euro), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- gereageerd heeft op een advertentie van voornoemde [slachtoffer 3] op de website marktplaats.nl en
- aan voornoemde [slachtoffer 3] een mail heeft gestuurd dat hij, verdachte, voor 60 euro een set spiegels kon leveren en
- voornoemde [slachtoffer 3] desgevraagd een foto van spiegels heeft toegestuurd en
- afspraken heeft gemaakt met voornoemde [slachtoffer 3] dat voornoemd geldbedrag moest worden overgemaakt naar een rekeningnummer ([bankrekeningnummer]) en
- zich daarbij heeft voorgedaan als werknemer van een [bedrijf 1] en;
- een verkeerd adres ([adres 2]) heeft opgegeven;
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
4.
in de periode van 10 mei 2013 tot en met 31 mei 2013 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, en/of Uden en/of Gemert en/of Tholen, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van een auto en/of camper en/of kentekenbewijs, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voornoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) hun personenauto en/of camper te koop aanboden en/of
- zich uitgegeven als [alias 1] en/of
- zich voorgedaan als autohandelaar en/of garagehouder en/of een bedrijfspas (per foto) getoond (en op die manier als bonafide koper) en/of
- toegezegd het overeengekomen bedrag over te maken op de rekening(en) van voornoemde perso(o)n(en) en/of
- vanaf zijn mobiele telefoon een foto van een afschrift en/of bankoverschrijving heeft getoond en/of gestuurd en/of de [bank 1]-site heeft getoond, waarop te zien was/leek, dat het overeengekomen bedrag was overgeschreven naar voornoemde persoon en/of
- een koopovereenkomst en/of vrijwaringsbewijs ingevuld;
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
in de periode van 18 februari 2012 tot en met 22 februari 2012 te Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, althans in Nederland, een schadeformulier - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk op voornoemd schadeformulier vermeld dat hij, verdachte, op
18 februari 2012 (omstreeks 15:45 uur) betrokken was bij een aanrijding in Berlicum, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
6.
in de periode van 1 juli 2013 tot en met 16 juli 2013 te Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, en/of Hoogland, gemeente Amersfoort, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- contact opgenomen met en/of gereageerd op een advertentie van voornoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) een caravan (merk Kip; type KT 330) te huur aanbo(o)d(en) en
- zich voorgedaan als [alias 2] en
- zich voorgedaan als medewerker van een autogarage ([bedrijf 2]) en
- bij het contact met voornoemde [slachtoffer 9] aangegeven dat hij, verdachte, met spoed een caravan zocht voor klanten en
- met voornoemde [slachtoffer 9] en/of[slachtoffer 7] een contract heeft opgesteld en heeft afgesproken het overeengekomen bedrag via internetbankieren over te maken naar
[slachtoffer 9] en zich aldus voorgedaan als bonafide huurder;
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
parketnummer 01/820018-14:
1.
in de periode van 19 oktober 2012 tot en met 26 juli 2013 Groningen en/of Papendrecht
en/of Warmenhuizen, gemeente Schagen, en/of Renesse, gemeente Schouwen-Duiveland, en/of Helmond en/of Weert en/of Den haag en/of Ammerzoden, gemeente Maasdriel en/of Avenhorn, gemeente Koggenland, en/of Godlinze, gemeente Delfzijl, en/of
Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn, en/of Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
1. [slachtoffer 10] en/of
2.[slachtoffer 11] en/of
3. [slachtoffer 12] en/of
4. [slachtoffer 13] en/of
5. [slachtoffer 14] en/of
6. [slachtoffer 15] en/of
7. [slachtoffer 16] en/of
8. [slachtoffer 17] en/of
9. [slachtoffer 18] en/of
10. [slachtoffer 19] en/of
11. [slachtoffer 20] en/of
12. [slachtoffer 21]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één
of meer van voornoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer
auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als (bonafide) aanbieder en/of verkoper van één of meer
auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een autobedrijf en/of [bedrijf 1] en/of een (auto)demontagebedrijf en/of autosloperij [bedrijf 1] en/of een (auto)sloopbedrijf en/of
- gebruik gemaakt van het/de e-mailadres(sen) [emailadres] en/of
[emailadres] en/of [emailadres] en/of [emailadres] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op rekeningnummer [bankrekeningnummer],
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
in de periode van 15 december 2012 tot en met 29 april 2013 te Beverwijk en/of Emmen en/of Meppel en/of Purmerend en/of Tuitjenhorn, gemeente Schagen, en/of Otterlo, gemeente Ede, en/of Beneden-Leeuwen en/of Hasselt, gemeente Zwartewaterland, en/of
Hurdegaryp, gemeente Tytsjerksteradiel, en/of Bolsward en/of Wijster, gemeente
Midden-Drenthe, en/of Hilversum en/of Zaandam en/of Voorburg, gemeente
Leidschendam-Voorburg, en/of Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een samenweefsel van verdichtsels,
1. [slachtoffer 24] en/of
2.[slachtoffer 25] en/of
3. [slachtoffer 26] en/of
4. [slachtoffer 27] en/of
5. [slachtoffer 28] en/of
6. [slachtoffer 29] en/of
7. [slachtoffer 30] en/of
8. [slachtoffer 31] en/of
9. [slachtoffer 32] en/of
10. [slachtoffer 33] en/of
11. [slachtoffer 34] en/of
12. [slachtoffer 35] en/of
13. [slachtoffer 36] en/of
14. [slachtoffer 37]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voorgenoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als bonafide aanbieder en/of verkoper van één of meer
auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een autodemontagebedrijf en/of een autobedrijf en/of autosloperij [bedrijf 1] sloop en/of een (auto)sloopbedrijf en/of
- zich voorgedaan als [alias 4] en/of [alias 5] en/of [alias 2] en/of
- gebruik gemaakt van een bankrekeningnummer, te weten [bankrekeningnummer] ten name van
[persoon 1] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op voornoemd rekeningnummer
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
in de periode van 8 februari 2013 tot en met 25 februari 2013 te Waalwijk en/of Almere en/of Hellevoetsluis en/of IJsselmuiden, gemeente Kampen, en/of Enschede en/of Hoogerheide, gemeente Woensdrecht, en/of Huizen en/of Bergen op Zoom en/of Hattem en/of Holwierde, gemeente Delfzijl, en/of Boskoop en/of Tuitjenhorn, gemeente Schagen, en/of Ochten, gemeente Neder-Betuwe, en/of Wierden en/of Berlicum, gemeente
Sint-Michielsgestel, in elk geval in Nederland, telkens met het oogmerk om zich en/of een
ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
1. [slachtoffer 38]
2. [slachtoffer 39]
3. [slachtoffer 40]
4. [slachtoffer 41]
5. [slachtoffer 42]
6. [slachtoffer 43]
7. [slachtoffer 44]
8. [slachtoffer 45]
9. [slachtoffer 46]
10. [slachtoffer 47]
11. [slachtoffer 48]
12. [slachtoffer 49]
13. [slachtoffer 50]
14. [slachtoffer 51]
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, immers heeft hij, verdachte, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- contact opgenomen met en/of gereageerd op één of meer advertentie(s) van één of meer van voorgenoemde perso(o)n(en) op de website marktplaats.nl en/of onderdelenlijn.nl, in elk geval op internet, waarin die perso(o)n(en) aangaven op zoek te zijn naar één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als bonafide aanbieder en/of verkoper van één of meer auto-onderde(e)l(en) en/of
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker van een (auto)sloopbedrijf en/of
- zich voorgedaan als [alias 7] en/of [alias 8] en/of [alias 9] en/of
- gebruik gemaakt van e-mailadres [emailadres] en/of
- gebruik gemaakt van een bankrekeningnummer, te weten [bankrekeningnummer], ten name van [alias 8] en/of
- voornoemde perso(o)n(en) toegezegd en/of laten weten dat één of meer auto-onderdelen zouden worden toegestuurd na betaling van een overeengekomen geldbedrag op voornoemd rekeningnummer;
parketnummer 01/249329-12:
1.
op 11 mei 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel opzettelijk heeft voorhanden gehad een valse inkoopbon - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij wist dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers - zakelijk weergegeven - was op die inkoopbon de handtekening van
[slachtoffer 53] gebruikt zonder toestemming van die [slachtoffer 53];
parketnummer 01/011716-13:
op 19 augustus 2012 te Berlicum, gemeente Sint-Michielsgestel, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 55] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid een telefoon, iPhone 4s, per advertentie op het internet, te weten op de verkoopsite www.marktplaats.nl, te koop aangeboden, waarbij hij, verdachte, gebruik maakte van de valse naam [alias 10], en (vervolgens) telefonisch contact heeft gehad met voornoemd persoon over de verkoop van de telefoon en (vervolgens) met voornoemd persoon een (mondelinge) koopovereenkomst heeft afgesloten, terwijl hij, verdachte, niet de intentie had om zijn plicht met betrekking tot de overeenkomst, te weten de levering van de telefoon, na te komen, waardoor [slachtoffer 55] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

De officier van justitie verzoekt verdachte van het hem in de zaak met parketnummer 01/840688-12 ten laste gelegde vrij te spreken.
De officier van justitie eist ten aanzien van het onder 1, onder 2, onder 3, onder 4 primair, onder 5, onder 6 primair in de zaak met parketnummer 01/839781-13 ten laste gelegde, het onder 1, onder 2, onder 3 en onder 4 in de zaak met parketnummer 01/820018-14 ten laste gelegde, het onder 1 en onder 2 in de zaak met parketnummer 01/249329-12 en het in de zaak met parketnummer 01/011716-13 ten laste gelegde een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met de bijzondere voorwaarde van reclasseringscontact, ook indien dat begeleid wonen, een ambulante behandeling in de forensische psychiatrie, het abstinent blijven van middelen, begeleiding door instanties in verband met zijn schulden en dagbesteding inhoudt.
De officier verzoekt met betrekking tot de benadeelde partijen:
• toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 14], [slachtoffer 27], [slachtoffer 29],[slachtoffer 30], [slachtoffer 36], [slachtoffer 41], [slachtoffer 43], [slachtoffer 46], [slachtoffer 53], [slachtoffer 10], [slachtoffer 11]/[bedrijf 6]., [slachtoffer 12], [slachtoffer 13], [slachtoffer 18], [slachtoffer 19], [slachtoffer 21], [slachtoffer 22], [slachtoffer 23], [slachtoffer 26], [slachtoffer 28],[slachtoffer 30], [slachtoffer 31], [slachtoffer 32], [slachtoffer 38], [slachtoffer 39], [slachtoffer 42], [slachtoffer 45], [slachtoffer 47], [slachtoffer 48], [slachtoffer 50] en [slachtoffer 51], met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel;
• toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] tot een bedrag van € 300,-, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel, en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige;
• toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 24] tot een bedrag van € 67,-, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel, en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige;
• toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 25] tot een bedrag van € 166,50, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel, en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige;
• toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 54] tot een bedrag van
€ 4.900,-, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel;
• toewijzing van de vordering van de benadeelde partij Simons tot een bedrag van € 150,-, met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijkverklaring voor het overige.
De officier van justitie verzoekt de toe te wijzen bedragen - indien dit door de benadeelde partijen is gevorderd - te vermeerderen met de wettelijke rente.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
De officier van justitie maakt op de terechtzitting van 29 juli 2014 kenbaar voornemens te zijn een vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich aan een zeer groot aantal strafbare feiten schuldig gemaakt.
Verdachte heeft een vals opgemaakte inkoopbon voorhanden gehad, terwijl hij wist dat deze inkoopbon bestemd was om als echt en onvervalst te gebruiken. Verdachte heeft voorts een schadeformulier ingevuld met betrekking tot een ongeval dat nimmer heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft daarmee het vertrouwen dat in de juistheid van dergelijke geschriften moet kunnen worden gesteld in ernstige mate beschaamd.
Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan een verduistering en aan een zeer groot aantal oplichtingen. Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen in het handelsverkeer geschonden. Verdachte heeft op bedrieglijke wijze het vertrouwen gewekt dat hij een bonafide koper, bonafide huurder, dan wel bonafide verkoper was. De benadeelden hebben echter nooit - daar wij zij hun goed aan verdachte hebben verkocht of verhuurd - geld voor de door hun geleverde goederen gekregen en - daar waar zij geld aan verdachte hebben betaald voor goederen - nimmer de door hen aangekochte goederen van verdachte gekregen. Hierdoor is niet alleen het vertrouwen van de benadeelden geschaad, maar hebben zij ook schade geleden. Verdachte heeft zich om dit alles niet bekommerd en heeft zich enkel laten leiden zijn door zijn financieel gewin.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank minder feiten dan de officier van justitie bewezen acht en de rechtbank van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar. De rechtbank zal deze gevangenisstraf voor een gedeelte voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De voegingsformulieren van[slachtoffer 3] en [bedrijf 4].
De rechtbank constateert dat op de voegingsformulieren van [slachtoffer 3] en [bedrijf 4] geen schadebedragen zijn ingevuld. De rechtbank is dan ook van oordeel dat zij geen vorderingen hebben ingediend. De rechtbank beschouwt de voegingsformulieren dan ook niet als vorderingen van benadeelde partijen.

Het voegingsformulier van [slachtoffer 8].

De rechtbank constateert dat op het voegingsformulier is aangegeven dat de schade die is geleden € 1.250,- bedraagt, dat de verzekering dit bedrag heeft uitgekeerd en dat de schade die wordt gevorderd € 0,- is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen vordering is ingediend.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de posten: “Opel Zafira [kenteken]” en “geleende geld”, in totaal derhalve € 3.700,-.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het deel van de vordering voor zover het de post: “huurgeld” betreft, aangezien in zoverre geen sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade.
De benadeelde partij kan deze onderdelen van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 november 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 april 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11]/[bedrijf 6].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente, te weten voor een bedrag van
€ 110,- vanaf 13 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en voor een bedrag van € 80,- vanaf 14 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 18].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 21].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 24].

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de gevorderde materiële schadevergoeding.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige deel van de vordering (te weten ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding), omdat de rechtbank van oordeel is dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.
De vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 25].
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de posten: “niet ontvangen onderdelen auto” en “spoedbetaling Rabobank”.
De rechtbank zal de gevorderde schadevergoeding met betrekking tot de aanschaf van een nieuwe auto afwijzen, aangezien dit geen rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade betreft.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente, te weten voor een bedrag van
€ 162,50 vanaf 28 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en voor een bedrag van € 4,- vanaf 1 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 26].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 december 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 27].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 28].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente, te weten voor een bedrag van
€ 70,- vanaf 14 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en voor een bedrag van € 4,50 vanaf 1 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 29].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 30].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 31].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 december 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 32].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 36].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 december 2012 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 38].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 39].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 41].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente, te weten voor een bedrag van
€ 121,25 vanaf 21 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en voor een bedrag van € 4,- vanaf 1 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 42].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 43].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 45].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 46].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 36]/[slachtoffer 47].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 48].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 50].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 51].

De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 55].

De rechtbank is – anders dan de verdediging – van oordeel dat deze vordering tijdig is ingediend, nu de benadeelde partij het voegingsformulier voor de terechtzitting van
17 oktober 2014 heeft ingediend. Dat de vordering van de benadeelde partij pas na de heropening van de zaak is ingediend, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank niet anders.
De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, de post: “aanbetaling voor niet geleverde telefoons”.
De rechtbank zal de gevorderde schadevergoeding voor de kosten voor rechtsbijstand afwijzen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2013 tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 22].

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 23].

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 54].

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

De vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 53].

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien geen sprake is van rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade.
De rechtbank zal, nu de vordering niet wordt toegewezen, de benadeelde partij veroordelen in de kosten. Deze kosten worden tot op heden begroot op nihil.

Algemene overweging over de toegewezen wettelijke rente

De rechtbank heeft bij de opgelegde schadevergoedingsmaatregel steeds het toegewezen bedrag vermeerderd met de wettelijke rente, ook als de benadeelde partij niet om toewijzing van de wettelijke rente had verzocht. In haar arrest van 9 september 2014 (ECLI:NL:HR:2014:2652) heeft de Hoge Raad overwogen dat bij de schadevergoedingsmaatregel voor toewijzing van de wettelijke rente niet is vereist dat de benadeelde partij deze rente heeft gevorderd. Bij de civiele vordering van de benadeelde partij is dat wel vereist.

Beslag.

De rechtbank zal gezien de onduidelijkheden omtrent de inbeslagname geen beslissing op het beslag nemen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 45, 57, 60a, 63, 225, 321, 326.

DE UITSPRAAK

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 01/820018-14 onder 2, hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 01/840688-12 en hetgeen verdachte in de zaak met parketnummer 01/249329-12 onder 2 is ten laste gelegd.
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. 01/839781-13 feit 1:
verduistering
T.a.v. 01/839781-13 feit 2:
oplichting
T.a.v. 01/839781-13 feit 3:
poging tot oplichting
T.a.v. 01/839781-13 feit 4 primair:
oplichting, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/839781-13 feit 5:
valsheid in geschrift
T.a.v. 01/839781-13 feit 6 primair:
oplichting
T.a.v. 01/249329-12 feit 1:
opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst
T.a.v. 01/011716-13:
oplichting
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
oplichting, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
oplichting, meermalen gepleegd
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
oplichting, meermalen gepleegd
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregel(en).
T.a.v. 01/839781-13 feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 primair, feit 5, feit 6 primair, 01/249329-12 feit 1, 01/011716-13, 01/820018-14 feit 1, feit 3, feit 4:
Gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.

Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:

- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:

- zich binnen 2 dagen na onherroepelijk worden van het vonnis zal melden bij Reclassering Nederland, locatie 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6 te 's-Hertogenbosch, telefoonnummer 073-6408080;
- zich daarna bij Reclassering Nederland zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zal deelnemen aan een gedragsinterventie, te weten aan de cognitieve vaardigheidstraining GI-LdH CoVAplus (IQ70-90);
- een ambulante behandeling voor onder andere zijn psychische problematiek bij de forensische psychiatrie, Reinier van Arkel of bij soortgelijke ambulante forensische zorg zal ondergaan, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- zich op het gebied van middelengebruik aan de richtlijnen van de reclassering zal houden, ook indien dit volledige abstinentie inhoudt, en zal meewerken aan middelencontroles, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan begeleiding van diverse instanties en zich zal houden aan de afspraken, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan een plaatsing in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van de reclassering, daar zal verblijven en zich zal houden aan het (dag)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering zal opstellen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht,
waarbij de Reclassering Nederland, Regio's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
T.a.v. 01/839781-13 feit 1, feit 2:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 3.700,00 subsidiair 47 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 3.700,- (zegge: drieduizendzevenhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 47 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding (posten: "Opel Zafira [kenteken]" en "geleende geld").
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 3.700,- (zegge: drieduizendzevenhonderd euro), te weten materiële schadevergoeding (posten: "Opel Zafira [kenteken]" en "geleende geld").
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering (post: "huurgeld") niet-ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/839781-13 feit 4 primair:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 560,00 subsidiair 11 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 560,- (zegge: vijfhonderdzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het bedrag van EUR 300,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en het bedrag van EUR 260,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 november 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van EUR 560,- (zegge: vijfhonderdzestig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/839781-13 feit 4 primair:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 5] van een bedrag van EUR 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van een bedrag van EUR 500,- (zegge: vijfhonderd euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/839781-13 feit 4 primair:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 3.100,00 subsidiair 41 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6] van een bedrag van EUR 3.100,- (zegge: drieduizendéénhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 41 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van een bedrag van EUR 3.100,- (zegge: drieduizendéénhonderd euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 35,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 10] van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 10] , van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 60,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 11]/[bedrijf 6]. van een bedrag van EUR 60,- (zegge: zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 11]/[bedrijf 6] van een bedrag van EUR 60,- (zegge: zestig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 190,00 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 12] van een bedrag van EUR 190,- (zegge: honderdnegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het bedrag van EUR 110,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en het bedrag van EUR 80,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 12] van een bedrag van EUR 190,- (zegge: honderdnegentig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 106,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 13] van een bedrag van EUR 106,- (zegge: honderdzes euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 13] van een bedrag van EUR 106,- (zegge: honderdzes euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 35,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14] van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag van materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 14] van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 66,75 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 18] van een bedrag van EUR 66,75 (zegge: zesenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 18] van een bedrag van EUR 66,75 (zegge: zesenzestig euro en vijfenzeventig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 67,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 19] van een bedrag van EUR 67,- (zegge: zevenenzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 november 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 19], van een bedrag van EUR 67,- (zegge: zevenenzestig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 1:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 150,00 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 21] van een bedrag van EUR 150,- (zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 21] van een bedrag van EUR 150,- (zegge: honderdvijftig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 67,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 24] van een bedrag van EUR 67,- (zegge: zevenenzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 24] van een bedrag van EUR 67,- (zegge: zevenenzestig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering (te weten ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding) niet ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 166,50 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer[slachtoffer 25] van een bedrag van EUR 166,50 (zegge: honderdzesenzestig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding (posten: "niet ontvangen onderdelen auto" en "spoedbetaling Rabobank").
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het bedrag van EUR 162,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en het bedrag van EUR 4,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij[slachtoffer 25] van een bedrag van EUR 166,50 (zegge: honderdzesenzestig euro en vijftig eurocent), te weten materiële schadevergoeding (posten: "niet ontvangen onderdelen auto" en "spoedbetaling Rabobank").
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Wijst de vordering voor het overige af (te weten met betrekking tot de gevorderde schade in verband met de aanschaf van een nieuwe auto).
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 81,75 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 26] van een bedrag van EUR 81,75 (zegge: eenentachtig euro en vijfenzeventig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 26] van een bedrag van EUR 81,75 (zegge: eenentachtig euro en vijfenzeventig eurocent euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 152,50 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 27] van een bedrag van EUR 152,50 (zegge: honderdtweeënvijftig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 27] van een bedrag van EUR 152,50 (zegge: honderdtweeënvijftig euro en vijftig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 74,50 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 28] van een bedrag van EUR 74,50 (zegge: vierenzeventig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het bedrag van EUR 70,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en het bedrag van EUR 4,50 te vermeerderen vanaf
1 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 28] van een bedrag van EUR 74,50 (zegge: vierenzeventig euro en vijftig eurocent euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 274,85 subsidiair 5 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 29] van een bedrag van EUR 274,85 (zegge: tweehonderdvierenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 29] van een bedrag van EUR 274,85 (zegge: tweehonderdvierentachtig euro en vijfentachtig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 155,00 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 30] van een bedrag van EUR 155,- (zegge: honderdvijfenvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 30] van een bedrag van EUR 155,- (zegge: honderdvijfenvijftig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 35,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 31] van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een bedrag materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 31] van een bedrag van EUR 35,- (zegge: vijfendertig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 32] van een bedrag van EUR 200,- (zegge: tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 32] van een bedrag van EUR 200,- (zegge: tweehonderd euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 162,50 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 36] van een bedrag van EUR 162,50 (zegge: honderdtweeënzestig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 december 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 36] van een bedrag van EUR 162,50 (zegge: honderdtweeënzestig euro en vijftig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 48,20 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 38] van een bedrag van EUR 48,20 (zegge: achtenveertig euro en twintig eurocent euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 38] van een bedrag van EUR 48,20 (zegge: achtenveertig euro en twintig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 80,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 39] van een bedrag van EUR 80,- (zegge: tachtig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 39] van een bedrag van EUR 80,- (zegge: tachtig euro), te weten materiële schadevergoeding. Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 125,25 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 41] van een bedrag van EUR 125,25 (zegge: honderdvijfentwintig euro en vijfentwintig eurocent euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het bedrag van EUR 121,25 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en het bedrag van EUR 4,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 41] van een bedrag van EUR 125,25 (zegge: honderdvijfentwintig euro en vijfentwintig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 46,75 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 42] van een bedrag van EUR 46,75 (zegge: zesenveertig euro en vijfenzeventig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 42] van een bedrag van EUR 46,75 (zegge: zesenveertig euro en vijfenzeventig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 125,00 subsidiair 2 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 43] van een bedrag van EUR 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 43] van een bedrag van EUR 125,- (zegge: honderdvijfentwintig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 71,50 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 45] van een bedrag van EUR 71,50 (zegge: eenenzeventig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 45] van een bedrag van EUR 71,50 (zegge: eenenzeventig euro en vijftig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 71,75 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 46] van een bedrag van EUR 71,75 (zegge: eenenzeventig euro en vijfenzeventig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 46] van een bedrag van EUR 71,75 (zegge: eenenzeventig euro en vijfenzeventig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 87,50 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer[slachtoffer 47]/[slachtoffer 47] van een bedrag van EUR 87,50 (zegge: zevenentachtig euro en vijftig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 47]/[slachtoffer 47] van een bedrag van EUR 87,50 (zegge: zevenentachtig euro en vijftig eurocent), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 60,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 48] van een bedrag van EUR 60,- (zegge: zestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 48] van een bedrag van EUR 60,- (zegge: zestig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 72,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 50] van een bedrag van EUR 72,- (zegge: tweeënzeventig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 50] van een bedrag van EUR 72,- (zegge: tweeënzeventig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 4:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 50,00 subsidiair 1 dag hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 51] van een bedrag van EUR 50,- (zegge: vijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 51] van een bedrag van EUR 50,- (zegge: vijftig euro), te weten materiële schadevergoeding.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/011716-13:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 150,00 subsidiair 3 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 55] van een bedrag van EUR 150,- (zegge: honderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit een materiële schadevergoeding (post: "aanbetaling voor niet geleverde telefoons").
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 augustus 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 55], van een bedrag van EUR 150,- (zegge: honderdvijftig), te weten materiële schadevergoeding (post: "aanbetaling voor niet geleverde telefoons").
Wijst de gevorderde vergoeding voor de kosten voor rechtsbijstand af.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
T.a.v. 01/820018-14 feit 2:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 22] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. 01/820018-14 feit 2:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 23] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. 01/249329-12 feit 1:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 54] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
T.a.v. 01/249329-12 feit 2:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 53] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.J.H. van Dellen, voorzitter,
mr. H.A. van Gameren en mr. C.J. Sangers- de Jong, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken op 31 oktober 2014.