ECLI:NL:RBOBR:2014:6388

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2014
Publicatiedatum
28 oktober 2014
Zaaknummer
01/865008-14
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewapende overval en diefstal met geweld, medeplegen van vrijheidsberoving en opzetheling

Op 28 oktober 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewapende overval en diefstal met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 januari 2014 te Deurne, samen met een mededader, een woning heeft binnengevallen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Tijdens deze overval heeft de verdachte de bewoner, [slachtoffer 1], met geweld bedreigd en gedwongen tot de afgifte van pinpassen en geld. De verdachte heeft de bewoner vastgebonden en is vervolgens met de gestolen goederen gevlucht. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op dezelfde dag in Venray een bedrag van ongeveer 2000 euro heeft gestolen door gebruik te maken van een valse sleutel, namelijk een gestolen pinpas.

Daarnaast is de verdachte ook veroordeeld voor het medeplegen van vrijheidsberoving, omdat hij samen met zijn mededader de bewoner van de woning heeft vastgebonden. De rechtbank heeft de verdachte verder schuldig bevonden aan opzetheling, omdat hij in de periode van 29 november 2013 tot en met 10 januari 2014 verschillende gestolen goederen in zijn bezit had, waaronder bankpassen, laptops en sieraden, zonder dat hij kon aantonen dat hij deze goederen op rechtmatige wijze had verkregen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. De verdachte moet zich houden aan een behandelprogramma en mag geen drugs of alcohol gebruiken. Tevens is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1], ter hoogte van 2000 euro. De rechtbank heeft de vordering van een andere benadeelde partij, [slachtoffer 9], niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van de ten laste gelegde feiten is vrijgesproken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummers: 01/865008-14 en 01/879122-14 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 28 oktober 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1977],
wonende te [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd te: P.I. HvB Grave (Unit A + B).
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 april 2014, 22 juli 2014 en 14 oktober 2014.
Op 22 juli 2014 heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 maart 2014 (01/865008-14) en bij dagvaarding van 24 juni 2014 (01/879122-14).
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 08 januari 2014 te Deurne tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen pinpassen, IPod's en/of telefoon (Gsm), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij en/of zijn
mededader:
* de woning van die [slachtoffer 1] hebben benaderd en/of hebben aangebeld
* (één van de daders) aan die [slachtoffer 1] heeft gevraagd om startkabels waarna
(vervolgens) de andere dader (plots) tevoorschijn kwam met een bivakmuts op
* die [slachtoffer 1] hebben gezegd dat ze mee moest werken en/of dat ze pasjes en/of
geld wilden
* die [slachtoffer 1] (vervolgens) haar woning in hebben gedreven/gemanoeuvreerd
* die [slachtoffer 1] in haar woning hebben benaderd en/of beangstigd met een zogenaamd
stroomstootwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp,
* (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer 1] aan elkaar (vast) hebben getapet
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 januari 2014 te Deurne tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van geld/pinpassen, IPod's
en/of een Gsm, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij en/of zijn mededader :
* de woning van die [slachtoffer 1] hebben benaderd en/of hebben aangebeld
* (één van de daders) die [slachtoffer 1] heeft gevraagd om startkabels waarna
(vervolgens) de andere dader (plots) tevoorschijn kwam met een bivakmuts op
* die [slachtoffer 1] hebben gezegd dat ze mee moest werken en/of dat ze pasjes en/of
geld wilden
* die [slachtoffer 1] (vervolgens) haar woning in hebben gedreven/gemanoeuvreerd
* die [slachtoffer 1] in haar woning hebben benaderd en/of beangstigd met een zogenaamd
stroomstootwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp,
* (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer 1] aan elkaar (vast) hebben getapet
2.
hij op of omstreeks 08 januari 2014 te Venray, althans in Nederland tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld ( tot een
totaal van ongeveer 2000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van een valse sleutel, te weten door het wederrechtelijk gebruik
van een pinpas;
3.
hij op of omstreeks 08 januari 2014 te Deurne tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk
van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door tezamen en in
vereniging met die ander(en), althans alleen, voornoemde [slachtoffer 1] opzettelijk en
wederrechtelijk (in haar woning) beide polsen aan elkaar vast te tapen en/of
(vervolgens) de enkels/benen en/of van die [slachtoffer 1] aan elkaar vast te tapen
en/of (vervolgens) het middel van die [slachtoffer 1] aan een stoel vast te tapen en/of
(vervolgens) die enkels/benen aan een tafelpoot vast te tapen;
Aan verdachte is in de tenlastelegging met parketnummer 01/879122-14
tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 29 november 2013 tot en met 2 december 2013
te Horst, gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
in / uit een woning ([adres 2]) heeft weggenomen een (zwarte) portemonnee
(met inhoud), (sierraden)doos ( met opschrift [naam]) en/of
inhoudende een zilveren munt, (nog) een zilveren munt, een Laptop, een
hoeveelheid geld (Oekraïens), een bankpas en/of creditcard, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en / of inklimming ;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
een (zwarte) portemonnee (met inhoud), een (sierraden)doos ( met opschrift [naam]
) en/of inhoudende een zilveren munt en/of (nog) een zilveren munt
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed / die
goederen wist, althans redelijkwijze had moeten vermoeden, dat het (een) door
misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(delict 2 uit het proces-verbaal)
2.
hij op of omstreeks 17 december 2013 te Boxmeer met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 7]) heeft
weggenomen :
bankbescheiden, sigarendoos, papieren (op naam van[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]), een
paspoort (op naam van[slachtoffer 4]), een paspoort (op naam van [slachtoffer 5])
en/of
een laptop, telefoon (Galaxy S3) + 2 houders (zwart merk mobiparts en blauw,
Xenos) een telefoon (Samsung Wave), 2 telefoonopladers (Samsung), een Diesel
horloge, een armband (Diesel Buckle), 2 armbanden (Fossil) en/of snoep (M&M's)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3]
, en/of aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking en / of inklimming ;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
bankbescheiden, sigarendoos, papieren (op naam van[slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]), een
paspoort (op naam van[slachtoffer 4]) en/of een paspoort (op naam van [slachtoffer 5]) heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat goed / die goederen
wist, althans redelijkerwijze had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof;
(delict 8 uit het proces-verbaal)
3.
hij op of omstreeks 17 december 2013 te Beugen, gemeente Boxmeer, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 3]
) heeft weggenomen :
een klantenpas (Houtbrox), een zwarte (enveloppe) tas, een blauwe knip
portemonnee,
en/of
een (bruine) portemonnee (met inhoud), identiteitspapieren (rijbewijs), geld
(60 euro), een bankpas (Rabobank),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking en / of inklimming;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
een klantenpas (Houtbrox), een zwarte (enveloppe) tas, een (blauwe) knip
portemonnee, een rijbewijs (op naam van [slachtoffer 6]) een rabobankpas ( op naam van
[slachtoffer 6]),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij
ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed / die
goederen wist, althans redelijkerwijze had moeten vermoeden, dat het (een)
door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(delict 9 uit het proces-verbaal)
4.
hij op of omstreeks 18 december 2013 te Nederasselt, gemeente Heumen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 4])
heeft weggenomen :
een bankpas (op naam van de moeder van [slachtoffer 7]), een HD-ontvanger, een
horloge (Pontiac), een sieradenkistje, een horloge (zonder band) en/of een
dasspeld,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich
de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
verbreking en / of inklimming;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
goed(eren): een bankpas (op naam van de moeder van [slachtoffer 7]), een
HD-ontvanger, een horloge (Pontiac), een sieradenkistje, een horloge (zonder
band) en/of een dasspeld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dat goed / die goederen wist, althans redelijkerwijze had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(delict 11 uit het proces-verbaal)
5.
hij op of omstreeks 19 december 2013 te Smakt, gemeente Venray, met het oogmerk
van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 5]) heeft
weggenomen:
een televisie, een mobiele telefoon (LG E610), sieraden, een sieradenkistje,
8 flesjes bier, een horloge (Ebel Sport Classic), 2 inktpatronen en/of een
fototoestel (Lumix/Panasonic), een verrekijker en/of een afstandbediening,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of de / het
weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking en / of inklimming;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland, een
fototoestel (Lumix/Panasonic), een verrekijker, sieraden (beperkt tot degene
die in de woning van hem, verdachte, zijn aangetroffen) en/of een
afstandbediening, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dit goed / die goederen wist, althans redelijkerwijze had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(delict 12 uit het proces-verbaal)
6.
hij op of omstreeks 27 december 2013 te Sambeek, gemeente Boxmeer, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit een woning ([adres 6])
heeft weggenomen:
2 ( flipper)portomonnees (met inhoud), 3 laptops ( 2 x Asus en 1 x Packard
Bell), een tablet (Samsung), een hoofdtelefoon (Beats), een hoofdtelefoon
(Senheiser), een tablet (Apple), 2 (spel)computers (Nintendo), 2 sd-kaartjes,
een fotocamera (Canon), geld (348 euro), 12 horecamunten, 10 horloges (Oozoo),
2 telefoons (Samsung), een I-pod, sieraden en/of een bankpas en/of 2
ID-kaarten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij
verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en / of
de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, verbreking en / of inklimming;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
een portemonnee (zwart met (horeca)munten), een portomonnee (zwart) met ID en
bankpas (op naam van [slachtoffer 10]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van dit goed / die goederen wist, althans redelijkerwijze
had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
(delict 13 uit het proces-verbaal)
7.
hij op of omstreeks 10 januari 2014 te Venray, in elk geval in Nederland,
(telkens) na te noemen goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van dit goed / die goederen (telkens) wist dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof,
te weten:
a. een katholiek ID-bewijs, een plastic zak met spullen (waaronder foto's in
een bruin mapje), een sigarendoosje (Wilde Spriet), manchetknopen, een plastic
zak met (kaart)centen en/of foto's,
(delict 3 uit het proces-verbaal)
b. een roze doos (Lacoste) met inhoud
(delict 4 uit het proeces-verbaal)
c. een ID-kaart (op naam van [slachtoffer 11]), een ID-kaart(op naam van[slachtoffer 12]
), een (rood) lederen mapje, een groen doosje (met inhoud), een
(bruine) portefeuille en/of een sleutelbos,
(delict 5)
d. 2 roze agenda's, een spelcomputer WII met controller en oplader, een S&G
schoudertas, een ID-kaart (op naam van [slachtoffer 13]), 3 IZZ zorgpassen, een (zwart)
mapje met kentekenpapieren (op naam van [slachtoffer 13]), een ID-kaart (op naam van
[slachtoffer 14]), een brillenkoker met bril en/of een ID-kaart (op naam van [slachtoffer 15]
)
(delict 6)
e. een (winkel)pas van Dutler, een ziekenhuispas (op naam van[slachtoffer 16]),
een (zilveren/zilverkleurige) portemonnee (met pasjes), een groene collectebus
50+ fonds, een blikje Danish Design,een glucosemeter met Expodoosje en/of 2
pasfoto's,
(delict 7)
f. een 5-tal foto's
(delict 10) ;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak.

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder parketnummer 01/879122-14 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking het ontbreken van direct bewijs voor de ten laste gelaste wegnemingshandelingen en het tijdsverloop tussen de door aangevers genoemde data van de inbraken en de datum waarop de betreffende goederen in verdachtes woning zijn aangetroffen.

De bewezenverklaring.

Parketnummer 01/865008-14
De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen - waaronder de bekennende verklaring van verdachte - wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
op 08 januari 2014 te Deurne tezamen en in vereniging met een
ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen pinpassen, IPod’s en een telefoon (Gsm), toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en/of zijn
mededader:
* de woning van die [slachtoffer 1] hebben benaderd en hebben aangebeld
* (één van de daders) aan die [slachtoffer 1] heeft gevraagd om startkabels waarna
vervolgens de andere dader plots tevoorschijn kwam met een bivakmuts op
* die [slachtoffer 1] hebben gezegd dat ze mee moest werken en dat ze pasjes en
geld wilden
* die [slachtoffer 1] haar woning in hebben gedreven/gemanoeuvreerd
* die [slachtoffer 1] in haar woning hebben benaderd en beangstigd met een zogenaamd
stroomstootwapen,
* vervolgens de polsen van die [slachtoffer 1] aan elkaar vast hebben getapet
2.
op 08 januari 2014 te Venray, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld tot een
totaal van ongeveer 2000 euro, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht
door middel van een valse sleutel, te weten door het wederrechtelijk gebruik
van een pinpas
3.
op 08 januari 2014 te Deurne tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, door tezamen en in
vereniging met die ander, voornoemde [slachtoffer 1] opzettelijk en wederrechtelijk in haar woning beide polsen aan elkaar vast te tapen en vervolgens de enkels/benen van die [slachtoffer 1] aan elkaar vast te tapen en vervolgens het middel van die [slachtoffer 1] aan een stoel vast te tapen en
vervolgens die enkels aan een tafelpoot vast te tapen.
Parketnummer 01/879122-14
De rechtbank acht op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, een zwarte portemonnee met inhoud, een sieradendoos met opschrift [naam] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, bankbescheiden, sigarendoos, papieren op naam van[slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], een paspoort op naam van[slachtoffer 4] en een paspoort op naam van [slachtoffer 5] voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen
wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
3.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, een klantenpas (Houtbrox), een zwarte enveloppe tas, een blauwe knipportemonnee, een rijbewijs op naam van [slachtoffer 6] een rabobankpas op naam van
[slachtoffer 6], voorhanden heeft, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die
goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
4.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, goederen: een bankpas op naam van de moeder van [slachtoffer 7], een HD-ontvanger, een horloge (Pontiac), een sieradenkistje, een horloge zonder
band en een dasspeld, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden
krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
5.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, een fototoestel Lumix/Panasonic, een verrekijker, sieraden beperkt tot degene die in de woning van hem, verdachte, zijn aangetroffen en een
afstandbediening, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden
krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
6.
Subsidiair
op 10 januari 2014 te Venray, een portemonnee (zwart) met horecamunten, een portemonnee (zwart) met ID en bankpas op naam van [slachtoffer 10] voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
7.
op 10 januari 2014 te Venray, telkens na te noemen goederen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen telkens wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof, te weten:
a. een katholiek ID-bewijs, een plastic zak met spullen waaronder foto's in
een bruin mapje, een sigarendoosje Wilde Spriet, manchetknopen, een plastic
zak met kaartcenten en foto's,
b. een roze doos (Lacoste) met inhoud
c. een ID-kaart op naam van [slachtoffer 11], een ID-kaart op naam van[slachtoffer 12]
, een rood lederen mapje, een groen doosje met inhoud, een bruine portefeuille en een sleutelbos,
d. 2 roze agenda's, een spelcomputer WII met controller en oplader, een S&G
schoudertas, een ID-kaart (op naam van [slachtoffer 13], 3 IZZ zorgpassen, een zwart
mapje met kentekenpapieren op naam van [slachtoffer 13], een ID-kaart op naam van
[slachtoffer 14], een brillenkoker met bril en een ID-kaart op naam van [slachtoffer 15]
e. een winkelpas van Dutler, een ziekenhuispas op naam van[slachtoffer 16],
een zilveren/zilverkleurige portemonnee met pasjes, een groene collectebus
50+ fonds, een blikje Danish Design, een glucosemeter met Expodoosje en 2
pasfoto's,
f. een 5-tal foto's.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten (opzethelingen), parketnummer 01/879122-14.
De verdediging heeft als verweer gevoerd, dat verdachte niet wist dat de op zijn kamer aangetroffen goederen van diefstal afkomstig waren. De kamer van verdachte was een soort “junkhol” waar allerlei lieden spullen neerlegden. Het was een enorme rotzooi op die kamer en verdachte gebruikte ten tijde van het tenlastegelegde vrijwel dagelijks drugs en verkeerde dus onder invloed. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet weet wat voor spullen er bij hem op de kamer stonden. Ze waren daar door “maten” van hem op de kamer gedeponeerd. De sleutel van de kamer leende hij wel eens uit.
De rechtbank verwerpt dit verweer.
Desgevraagd heeft verdachte ter zitting niet willen aangeven, wie de personen zouden zijn geweest die spullen op zijn kamer hebben gedeponeerd. Zijn verklaring is dus niet verifieerbaar. De rechtbank houdt verdachte aan zijn bij de politie afgelegde verklaring dat enkel hij en de huurbaas beschikten over de sleutel van zijn kamer (eind proces-verbaal p. 445). Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij één dag voor zijn aanhouding nog op zijn kamer is geweest en dat hij ook in sommige zakken heeft gekeken. In deze zakken bevonden zich spullen afkomstig uit een groot aantal woninginbraken, waaronder veel goederen van persoonlijke aard (paspoorten, bankpassen, ID-kaarten, sieraden e.d.).
Gelet op voormelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank het niet geloofwaardig dat verdachte niet heeft geweten dat op zijn kamer gestolen goederen waren opgeslagen.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
De rechtbank merkt hierbij nog op dat er ten aanzien van feit 1 en 2 sprake is van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sr. Het gaat om soortgelijke feiten waaraan één en hetzelfde wilsbesluit ten grondslag ligt. Bij feit 3 (de vrijheidsberoving) is naar het oordeel van de rechtbank artikel 55, eerste lid, Sr (de eendaadse samenloop) niet van toepassing, omdat artikel 312 en artikel 282 Sr een verschillende strekking hebben. Artikel 56 Sr is niet van toepassing, omdat er geen sprake is van soortgelijke feiten (zie Hoge Raad 20 mei 2014, ECLI:NL: HR: 2014: 1165).

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest.
De maatregel van terbeschikkingstelling onder de voorwaarden zoals gesteld in het
rapport van de reclassering d.d. 8 juli 2014.
Toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van 2000,00 euro, hoofdelijk, met oplegging van de maatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] tot een bedrag van 30,00 euro (post 4), overige niet-ontvankelijk, met oplegging van de maatregel ingevolge artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan een woningoverval waarbij onder meer pinpassen zijn weggenomen. Het slachtoffer van de overval is door hen in de woning vastgetapet achtergelaten, waarna zij met de gestolen pinpassen bij een betaalautomaat meerdere keren geld hebben opgenomen.
De woningoverval en de daarop gevolgde vrijheidsberoving veroorzaken veel maatschappelijke onrust en leiden tot een toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers. Een overval, zeker wanneer daarbij geweld wordt gebruikt, is voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring waar zij nog jarenlang last van kunnen hebben. Verdachte heeft met die gevoelens geen rekening gehouden toen hij samen met zijn mededader besloot om op een gewelddadige manier snel aan geld te komen.
Verdachte heeft een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en haar lichamelijke integriteit aangetast. De bedreigingen en het geweld moeten een grote indruk op haar hebben gemaakt. Uit de toelichting op de vordering benadeelde partij/slachtofferverklaring blijkt dat dit ook in deze zaak het geval is.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij aan de woningoverval heeft deelgenomen onder bedreiging van medeverdachte Boerboom. De rechtbank gaat hieraan bij het bepalen van de strafmaat voorbij, omdat deze verklaring niet nader verifieerbaar is onderbouwd of steun vindt in de bewijsmiddelen. Verdachte is ook pas ter terechtzitting met deze verklaring gekomen.
Door zich schuldig te maken aan een groot aantal gevallen van opzetheling van gestolen goederen houdt verdachte het circuit van plegers van diefstallen en inbraken in stand en bezorgt hij daardoor maatschappelijke onrust en overlast.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat uit de omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebrachte rapporten door E.D.M. Masthoff, psychiater, d.d. 18 april 2014 en I.M. van Woudenberg, klinisch psycholoog, d.d. 22 april 2014, blijkt, dat de door hem gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank over de strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur als hierna te melden.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Op 18 april 2014 heeft de psychiater E.D.M. Masthoff een rapport omtrent verdachte uitgebracht. De conclusie en het advies luiden:
“Bij betrokkene is er sprake van afhankelijkheid van harddrugs, te weten cocaïne en
opioïden. Tevens is er bij hem sprake van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met
antisociale, borderline en afhankelijke trekken.
De ernstige drugsverslaving van betrokkene is een motief voor
verwervingscriminaliteit. Voorts heeft het gebruik van drugs een negatieve invloed op
het oordeels- en kritiekvermogen van betrokkene en zet het aan tot meer impulsiviteit
en antisocialiteit. De persoonlijkheidsstoornis brengt mee dat betrokkene geneigd is
problematische situaties antisociaal op te lossen en tevens dat hij daarbij beïnvloedbaar is
door derden.
Geadviseerd wordt om betrokkene verminderd toerekeningsvatbaar te achten ten
aanzien van alle drie de ten laste gelegde (rechtbank: ter zake de dagvaarding 01/865008-14) feiten.
Het is aangewezen dat betrokkene in eerste instantie klinisch behandeld wordt voor
zijn verslaving en persoonlijkheidsproblematiek, dat er daarna een gecontroleerd
resocialisatietraject plaatsvindt via een beschermde of begeleide woonvorm zoals een
forensisch RIBW en dat er nog geruime tijd opvolging is door de reclassering.
Geadviseerd wordt om een en ander te laten plaatsvinden binnen het juridische kader
van de maatregel van Ter Beschikking Stelling met voorwaarden waarbij naast
voornoemde zaken als voorwaarde tevens dient te worden opgenomen dat betrokkene
onder bewind gesteld dient te zijn omdat hij niet goed kan omgaan met geld en dit een
risicofactor vormt voor toekomstig delictgedrag”.
Op 22 april 2014 heeft de psycholoog I.M. van Woudenberg een rapport omtrent verdachte uitgebracht. De conclusie en het advies luiden:
“Bij betrokkene is sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met afhankelijke, borderline en antisociale trekken. Daarnaast gebruikt betrokkene overmatig drugs, vooral cocaïne en alcohol. Onduidelijk is of het hierbij gaat om misbruik of afhankelijkheid. Het gebruik is vanwege de huidige detentie gedwongen in (beginnende) remissie.
De innerlijke leegte en negatieve gevoelens die onlosmakelijk met de persoonlijkheidsstoornis verbonden zijn hebben ertoe geleid dat betrokkene steeds probeert deze voor hem onverdraaglijke gevoelens te verdrijven met het gebruik van drugs en alcohol. Om het middelengebruik te bekostigen gaat hij gemakkelijk over tot verwervingscriminaliteit.
Door zijn afhankelijkheid heeft hij zich thans, in gezelschap van zijn vriend Gerard [medeverdachte Boerboom], door hem en diens plannen laten leiden. Pas achteraf is hij gaan nadenken over zijn handelen en de gevolgen ervan voor aangeefster. Vanwege het zich voegen naar de voorstellen van Gerard, aansluitend bij betrokken es persoonlijkheidsproblematiek en zijn daarmee ook weer samenhangende neiging onmiddellijke behoeftebevrediging na te streven wordt geadviseerd betrokkene het ten laste gelegde – indien bewezen - verminderd toe te rekenen.
Van belang is dat de verslavingsproblematiek, voortkomend uit voor betrokkene
moeilijk te hanteren gevoelens van onvrede woede, agressie en andere onlustgevoelens,
een centrale plaats krijgt in de behandeling. Het zou de voorkeur verdienen dat
betrokkene in eerste instantie opgenomen wordt en aan een klinische behandeling
deelneemt. Dan kan vervolgens gekeken worden of hij vanuit die inbedding overgeplaatst
kan worden naar een beschermde woonvorm. Betrokkene ziet ook zelf in dat
hij zich zelfstandig maar moeilijk of niet kan redden en staat dan ook achter een dergelijke
beschermde woonvorm. Aangezien betrokkene ook snel in financiële problemen
terechtkomt, wordt tevens geadviseerd om een bewindvoerder aan te stellen met
wie betrokkene overleg kan plegen over zijn financiële uitgaven, zoals hij zelf eveneens
voorstaat.
Geadviseerd wordt een dergelijke behandeling te doen plaatsvinden in het kader van
een tbs met voorwaarden. Op die manier wordt ook een beroep gedaan op de eigen
verantwoordelijkheid, terwijl tevens de nodige begeleiding geboden wordt. Die begeleiding
en structuur kan dan telkens weer afgestemd worden op de behoefte van betrokkene
in deze. Overwogen is ook of het advies een tbs met verpleging van overheidswege
zou moeten zijn, maar daar is thans niet voor gekozen, juist om betrokkene
ook aan te kunnen spreken op zijn eigen verantwoordelijkheid, zoals hiervoor beschreven.
Alleen een ambulante behandeling, bijvoorbeeld in het kader van een bijzondere
voorwaarde wordt onvoldoende geacht. Betrokkene zal dan snel het gevoel
hebben aan zijn lot overgelaten te worden en op niemand terug te kunnen vallen. Er
wordt dan te weinig tegemoet gekomen aan betrokkenes grote behoefte aan steun en
structuur. Mocht hij dan de voorwaarden overtreden, dan zou hij een resterend strafdeel
in detentie moeten doorbrengen. Nadien zou hij dan zonder al te veel begeleiding
weer 'op straat' komen te staan. Dan zal betrokkene zich helemaal aan zijn lot
overgelaten voelen en zal een terugval in druggebruik en daaraan inherente criminele
gedragingen waarschijnlijk niet lang op zich laten wachten.
Om de hiervoor genoemde redenen lijkt een behandeladvies in het kader van een tbs
met voorwaarden het meest passend afgestemd op betrokkenes behoeftes en de wens
om de kans op recidive in te perken”.
De rechtbank neemt de bovenstaande conclusies en adviezen over. De rechtbank is gelet daarop van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling noodzakelijk maakt.
De rechtbank overweegt voorts dat is voldaan aan de formele voorwaarden om de maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen. De hierna te kwalificeren feiten betreffen misdrijven waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte ter beschikking stellen.
De rechtbank is voorts van oordeel dat aan de maatregel van terbeschikkingstelling de voorwaarden dienen te worden verbonden zoals die door de reclassering in haar rapport van 8 juli 2014 worden geadviseerd, met uitzondering van de voorwaarde om zich binnen 3 dagen na het vonnis te melden bij de verslavingsreclassering.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].

Beoordeling.
De rechtbank acht de vordering in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9].

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit (parketnummer 01/879122-14: feit 6 primair) waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De rechtbank zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van de verdachte als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering. Deze kosten worden begroot op nihil.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 37a, 38, 38a, 47, 56, 57, 63, 282, 310, 311, 312, 416.

DE UITSPRAAK

T.a.v. 48/879122-14 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 primair, feit 4
primair, feit 5 primair, feit 6 primair:
Vrijspraak
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3
primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.

T.a.v. 01/865008-14 feit 1 primair:

diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen

personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen

T.a.v. 01/865008-14 feit 2:

diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te

nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
meermalen gepleegd

Feit 1 en 2 zijn in voortgezette handeling gepleegd

T.a.v. 01/865008-14 feit 3:

medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven

T.a.v. 01/879122-14 feit 1 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 2 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 3 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 4 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 5 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 6 subsidiair:

opzetheling

T.a.v. 01/879122-14 feit 7:

opzetheling, meermalen gepleegd

Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen.
T.a.v. 48/865008-14 feit 1 primair, feit 2, feit 3, 48/879122-14 feit 1
subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3 subsidiair, feit 4 subsidiair, feit 5
subsidiair, feit 6 subsidiair, feit 7:
Gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht
T.a.v. 48/865008-14 feit 1 primair, feit 2, feit 3:
Terbeschikkingstelling met voorwaarden:
De veroordeelde wordt verplicht om in een RIBW - Begeleid/ bescherm wonen of forensisch RIBW of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, te verblijven en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
De veroordeelde wordt verplicht om op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven
indicatiestelling zich te laten opnemen in de [kliniek] of een
soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ,
waarbij de betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader
van die behandeling door of namens de (geneesheer-) directeur van die
instelling zullen worden gegeven.
De veroordeelde wordt verboden om alle soorten drugs en alcohol te gebruiken,
zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op de naleving van
deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van
middelencontrole, in concreto urine controle.
De veroordeelde dient zich aan de aanwijzingen en afspraken van de reclassering
te houden.
De veroordeelde dient zijn medewerking te verlenen aan het opmaken van
de driepartijen overeenkomst, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Wanneer veroordeelde in de toekomst doorstroomt naar een instelling voor
begeleid wonen dient betrokkene zijn medewerking te verlenen aan elektronisch toezicht.
De veroordeelde dient zijn medewerking te verlenen aan bewindvoering.
T.a.v. 48/865008-14 feit 1 primair, feit 2, feit 3:
Maatregel van schadevergoeding van EUR 2000,00 subsidiair 30 dagen hechtenis
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], van een bedrag van EUR 2000,00 (zegge:
tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30
dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 2000,00
(zegge: tweeduizend euro), te weten immateriële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door zijn
mededader is betaald.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
T.a.v. 48/879122-14 feit 6 primair, feit 6 subsidiair:
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 9] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.J.H. Van Dellen, voorzitter,
mr. J.H.L.M. Snijders en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken op 28 oktober 2014.