ECLI:NL:RBOBR:2014:6359

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 oktober 2014
Publicatiedatum
27 oktober 2014
Zaaknummer
01/845324-07
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met één jaar voor terbeschikkinggestelde na eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2008 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot moord, brandstichting, bedreiging en vernieling. De officier van justitie had op 21 augustus 2014 verzocht om verlenging van de TBS-maatregel met één jaar, wat werd behandeld tijdens een openbare zitting. De rechtbank hoorde de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen, waaronder psychologen en psychiaters, die hun adviezen gaven over de situatie van de terbeschikkinggestelde. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan schizofrenie en een geschiedenis van drugsgebruik heeft, momenteel op een goede plek zit in de kliniek, maar dat er zorgen zijn over zijn recidivegevaar, vooral in verband met zijn drugsgebruik. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen de verlenging van de TBS-maatregel eist, ondanks de wens van de terbeschikkinggestelde voor een langere verlenging. De rechtbank besloot de TBS met één jaar te verlengen, met de hoop dat de terbeschikkinggestelde positieve stappen kan maken in zijn behandeling en resocialisatie.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845324-07
Uitspraakdatum: 14 oktober 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1978],
verblijvende in [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 4 juni 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 12 oktober 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 21 augustus 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige mevrouw drs. A.G. Posthuma en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman mr. S.O. Roosjen gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van dhr. drs. H.J. van der Lugt, hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, mevr. drs. Z. Acherrat-Stitou, psychiater, mevr. drs. A.G. Posthuma, hoofd behandeling en mevr. drs. L.M. Krieckaert, hoofd behandelzaken, d.d. 24 juli 2014;
  • een extern rapport van psycholoog P.E. Geurkink, forensisch psycholoog, d.d. 29 augustus 2014;
  • een extern rapport van psychiater drs. H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, d.d. 1 september 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van 1. poging tot moord, 2. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is, 3. opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, 4. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en 5. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven onder 1, 2 en 4 betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“4.3 Recidivegevaar
Prognose m.b.t. de duur van het benodigde risicomanagement:
Betrokkene is blijvend afhankelijk van adequate zorg en ondersteuning.
Recidivegevaar:
Bij de doorplaatsing naar de GGZ-instelling, waar betrokkene kan wonen op het terrein, met op termijn mogelijk een iets grotere mate van vrijheden en een ‘open deur’, wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Voor betrokkene is het daarbij minder van belang in welk verlofkader de geboden hulpverlening en toezicht plaatsvindt (transmuraal verlof danwel proefverlof), als hij maar voldoende begeleiding in zijn nabijheid heeft om zelf om hulp te vragen. Gezien de coöperatieve houding worden er ook geen problemen verwacht in de samenwerking met de reclassering en ook zal betrokkene geneigd zijn zich aan de gestelde voorwaarden te houden, daar hij beseft dat hij langdurig professionele hulpverlening nodig zal hebben. Het recente drugsgebruik baart daarin enige zorg. Betrokkene zal zich moeten focussen op een drugsvrij bestaan anders wordt de overstap naar proefverlof een stuk complexer en kan zijn plaatsing binnen een GGZ instelling tevens in gevaar komen.
Bij een hypothetisch ontslag van de tbs-maatregel wordt het recidiverisico op de korte termijn ingeschat als laag tot matig; betrokkene zal zelf proberen hulp te zoeken en zijn problemen kenbaar maken. Echter, wanneer hij langdurig zonder professionele hulpverlening zal komen te staan, of wanneer zich uitzonderlijke stresserende omstandigheden voordoen, neemt de kans op destabilisatie toe. Daarmee neemt ook de kans toe dat hij zijn medicatiegebruik zal staken en/of een terugval krijgt in middelengebruik. Na enige tijd zal betrokkene zijn spanningen en problemen niet langer het hoofd kunnen bieden, waarmee het recidiverisico op de lange termijn als hoog wordt ingeschat. Een beschermende factor hierin is het contact met het sociale netwerk (familie), zij worden in staat geacht om tijdig opnieuw hulpverlening in te schakelen. Als betrokkene echter drugs blijft gebruiken zal zijn familie het contact waarschijnlijk verbreken en komt hij er alleen voor te staan.

Verlengingsadvies

Betrokkene, thans 35 jaar, is een schizofrene man die bij overprikkeling en overbelasting (psychotisch) decompenseert. Ook is in de afgelopen periode psychologisch onderzoek verricht en vast komen te staan dat betrokkene thans functioneert op een zwakbegaafd intelligentieniveau. Autistische kenmerken werden vermoed maar niet vastgesteld. Op basis van de beschikbare (dossier)informatie wordt verondersteld dat betrokkene ten tijde van de indexdelicten in toenemende mate psychotisch decompenseerde. Waarschijnlijk heeft excessief middelengebruik luxerend gewerkt op het ontstaan en de toename van de psychotische klachten.
Betrokkene lijkt momenteel op een goede plek te zitten. Er is voldoende aandacht voor zijn psychisch toestandsbeeld, zijn zwakbegaafdheid en beperkte draagkracht. Het is de bedoeling om in de komende periode, in overleg met[instelling 1], het traject richting proefverlof in te gaan. (…) Nadat recent is gesproken over het feit dat betrokkene een positieve ontwikkeling laat zien (hij richt zijn dagen zinvol in, gaat regelmatig op verlof, zoekt contact met anderen en is vrij actief), blijkt kort hierna dat betrokkene toch positief scoort op amfetamine. De eerste keer wordt nog getwijfeld of de uitslag wel correct is, maar een paar maanden later zijn er positieve uitslagen achter elkaar. In gesprek hierover met betrokkene geeft hij aan al een week of vier te gebruiken en niet van plan te zijn hiermee te stoppen. Hij vindt het lekker, voelt zich er goed bij en hecht geen waarde aan de mening van zijn familie of het team. Besloten wordt dan ook betrokkene op 20 juni 2014 naar de kliniek terug te laten keren voor een time-out. Er is met betrokkene gesproken over de redenen van het gebruik, de context is daarin helder geworden en de gevolgen zijn nu voor hem inzichtelijk. Na binnenkomst in de kliniek toont hij zich nog wat optimistisch, maar al snel dringt het tot hem door dat hij ondoordacht gehandeld heeft en lijkt de ernst van de feiten pas goed tot hem door te dringen. Zijn vader is zo boos op hem dat hij geen contact meer met zijn zoon wil. Of dit te herstellen is, is momenteel nog onduidelijk. Binnen de FPA is men tot dat moment in algemene zin van mening geweest dat betrokkene in de toekomst wel meer zelfstandigheid aan zou kunnen en ook minder beveiliging nodig zou hebben. Hij was voldoende begeleidbaar en trouw in het nakomen van gemaakte afspraken. Het plan was om na de zomervakantie na te gaan denken over een geschikte vervolgplek op het terrein in de toekomst. Nu blijkt dat betrokkene toch regelmatig terugvalt in drugsgebruik moet mogelijk enige voorzichtigheid in acht worden genomen bij het zetten van deze stappen. Het zou voor betrokkene ook spanningsvol kunnen zijn dat de verwachtingen bij zijn omgeving hoger liggen dan hij waar kan maken. (…) De komende periode zal betrokkene meer begeleiding en controle krijgen om te onderzoeken hoe een terugval in drugsgebruik voorkomen kan worden. De verlenging van de dwangverpleging zal het komend jaar worden ingezet om betrokkene verder te stabiliseren en binnen zijn mogelijkheden te resocialiseren. Het doel is om in het komend jaar proefverlof te realiseren en in dat jaar te beoordelen hoe het traject voor de verdere toekomst vorm zal moeten krijgen. De huidige onrust zal daarin meegenomen worden.
Wij verzoeken u de tbs-maatregel met dwangverpleging voor de termijn van één jaar te verlengen.
De diagnostische bevindingen van de psychiater
H.A. Gerritsen en psycholoog P.E. Geurkinkkomen overeen met die van de kliniek. De psychiater en de psycholoog onderschrijven verder de risicotaxatie van de kliniek, evenals het ingezette behandel- en resocialisatietraject en zijn ook van mening dat verlenging van de TBS met één jaar aangewezen is.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Sinds de opname in afdeling [afdeling] gaat het steeds beter met me. Ik zie het nut van medicatie in en neem deze trouw in. Er is nog wel sprake van zucht naar drugs. Er zijn incidenten geweest. Ik ben teruggevallen in drugsgebruik bij[instelling 1]. Ik heb zelf om terugplaatsing naar de kliniek gevraagd, omdat ik niet nog een keer wil terugvallen in drugsgebruik. Op het terrein van[instelling 1] werd veel drugs gebruikt. Dat was het probleem. Er werd daar zoveel speed gebruikt. Ik kon daar niet vanaf blijven. Ik ben er achter gekomen dat ik niet van speed af kan blijven. Mijn vader was boos op mij, omdat ik weer drugs had gebruikt. Ik heb nu geen contact meer met mijn vader en mijn broer. Ik wil dat contact niet meer herstellen. Er zijn zoveel problemen in het gezin. Ik wil niet meer in dat gezin leven. De kliniek zoekt naar een andere plek die overzichtelijker is en waar goede zorg is die beter bij mij past.
Ik raak het overzicht kwijt als er geen muren zijn. Ik moet mijn wereld zo klein mogelijk houden anders gaat het de verkeerde kant op. Ik heb 11 jaar speed gebruikt en kan geen nee zeggen. Ik heb liever een verlenging van de TBS met twee jaar.
De deskundige A.G. Posthuma, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het is jammer dat het in[instelling 1] zo snel slecht ging wat betreft het speedgebruik. We hebben meneer eerst het voordeel van de twijfel gegeven, maar de urinecontroles bleven positief. Hij ging gebruiken en zocht het ook op, maar hij zei daar niets over.[instelling 1] wist niet goed hoe ze met hem om moesten gaan. De drugsrunners blijven op het terrein en als meneer daar niet tegen opgewassen is was het advies van[instelling 1] een andere plek voor hem te zoeken. Daar zijn we nu mee bezig. We zoeken een overzichtelijkere en rustigere plek voor hem. Het hoge beveiligingsniveau moet een keer stoppen. Meneer wil het contact met zijn familie niet herstellen. Daar zijn we nog over in gesprek. Voor een behandeling naar de zucht van drugs staat meneer op dit moment nog niet zo open. Het speedgebruik leidt niet tot vervelend of storend gedrag, maar kan op lange termijn wel problemen opleveren en schadelijk zijn in combinatie met schizofrenie. Het was de bedoeling om richting proefverlof te gaan werken en de TBS te verlengen met één jaar. Ondanks de terugval blijf ik bij verlenging van de TBS met één jaar om in dat jaar te bekijken hoe het gaat en om meneer te motiveren en de kliniek te stimuleren met betrekking tot de voortgang van het traject. Een verlenging van twee jaar zie ik als een achteruitgang.
Er is wel zicht op vervolgplekken en de wachtlijsten zijn korter geworden. Mogelijk is [instelling 2] een mogelijkheid. Over een half jaar kan een nieuwe woonplek zijn gevonden. Meneer heeft op dit moment nog transmuraal verlof.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De formaliteiten kloppen. Bij[instelling 1] wonen veel psychiatrische patiënten die drugs gebruiken. Er wordt daarom veel drugs aangeboden op het terrein. Cliënt is stellig dat hij geen drugs meer wil gebruiken. Cliënt wil een plek die overzichtelijk is. Op dit moment heeft hij niet veel vertrouwen dat een goede plek gevonden wordt voor hem. Indien een juiste plek gevonden wordt is voorwaardelijke beëindiging nog steeds mogelijk volgend jaar. Ik wil cliënt een verlenging van de TBS-maatregel met één jaar wensen, maar hij wil een verlenging met twee jaar.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige en met de rapportages van de externe psycholoog en psychiater.
Gelet op het vorenstaande en gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank heeft er, in tegenstelling tot de terbeschikkinggestelde zelf, vertrouwen in dat de kliniek een nieuwe vervolgplek zal vinden die beter bij hem past, dat binnen een jaar positieve stappen mogelijk zijn en dat de terbeschikkinggestelde de weg omhoog terug weet te vinden. De rechtbank zal de TBS daarom verlengen met één jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.G. Vos, voorzitter,
mr. M.G.P.A. Burghoorn en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. De Dooij, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2014.
mr. W.T.A.M. Verheggen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.