ECLI:NL:RBOBR:2014:6357

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 oktober 2014
Publicatiedatum
27 oktober 2014
Zaaknummer
01/825690-08
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met één jaar na poging tot zware mishandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 2009 ter beschikking was gesteld na een poging tot zware mishandeling. De officier van justitie had op 25 augustus 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de TBS-maatregel met één jaar. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang had geboekt in de kliniek, maar dat er ook risico's verbonden zijn aan de overgang naar een nieuwe woonvorm en begeleiders. De rechtbank heeft de positieve ontwikkelingen en de noodzaak van de TBS-maatregel in overweging genomen en besloten de maatregel met één jaar te verlengen. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eiste, vooral gezien de veranderingen die de terbeschikkinggestelde te wachten stonden. De beslissing werd genomen door de rechters J.G. Vos, M.G.P.A. Burghoorn en W.T.A.M. Verheggen, waarbij de laatste niet in staat was de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/825690-08
Uitspraakdatum: 14 oktober 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1981],
verblijvende in: [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 30 september 2009 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 28 oktober 2013 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 25 augustus 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2014. Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen A.E.E. Roos en D.A.H. Adriaanse en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van A.E.E. Roos, afdelingspsycholoog, D.A.H. Adriaanse, GZ-psycholoog en psychotherapeut, hoofdbehandelaar FPK 1.0 en 1.1., en I. van Outheusden, psychiater, directeur behandelzaken[kliniek], hoofd van de inrichting, waarnemend geneesheer-directeur, voor hem ondertekend door P. Schaftenaar, plaatsvervangend hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, d.d. 18 juli 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van poging tot zware mishandeling, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“4.3 Recidiverisico, incl. schadekansen, en risico op ongeoorloofde aanwezigheid.
Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel.
Een risico wordt aanhoudend gevormd door de moeite die betrokkene heeft met het vertrouwen in de ander. Hier heeft hij veel vooruitgang in geboekt binnen de vertrouwde omgeving van de kliniek. De overstap naar de RIBW brengt hierin een nieuwe situatie waarbij betrokkene opnieuw moet wennen aan medewerkers. Daarnaast kan hij aan psychiatrische stabiliteit verliezen als zijn leven minder gestuurd zal worden door een extern opgelegde structuur en het onderhouden van zinvolle dagbesteding.
(…)
9. Verlengingsadvies
(…)
9.2
Onderbouwde beschrijving tussen aanwezigheid van de stoornis, het gevaarscriterium, de gepleegd interventies en de genoemde koers en prognose.
Het betreft een 32-jarige man met een schizofrene stoornis van het paranoïde type. De symptomen zijn goed behandelbaar gebleken door toepassing van medicatie waardoor de huidige ziektelast relatief laag is. Er is bij betrokkene tevens sprake van een opvoeding en achtergrond die zich kenmerkt door ernstige pedagogische verwaarlozing, seksueel misbruik en onvoldoende mogelijkheden om zich langdurig te hechten aan betekenisvolle derden. Mede door deze voorgeschiedenis is betrokkene zeer wantrouwend en achterdochtig in het leven komen te staan. Rond zijn achttiende levensjaar is er voor het eerst sprake van zowel psychotische symptomen als van agressief delictgedrag. In de aanloop naar het indexdelict was hij ervan overtuigd dat iedereen er op uit was om hem te benadelen, te schaden en dat elk plezier hem misgund werd. (…) Vanuit deze verregaande achterdocht was hij constant op zijn hoede en beleefde hij de wereld om zich heen als bedreigend. Vanwege het ontbreken van vaardigheden om hier op sociaal geaccepteerde wijze mee om te gaan, kon betrokkene haast niet anders dan reageren met agressie. Hij hanteerde agressie om een ervaren gevoel van angst te neutraliseren. De behandeling heeft zich primair gericht op het opbouwen van een vertrouwensrelatie met het behandelteam. Daarbij heeft betrokkene adequate copingvaardigheden aangeleerd die hij in kan zetten bij oplopende spanning en angst. Het lukt betrokkene beter om openheid te geven over zijn belevingswereld en ook in meer formele gesprekken kan hij beter aangeven welke verwachtingen hij heeft en waar hij tegen aan loopt. Betrokkene kan binnen korte tijd resocialiseren in de [regio] waar hij aangemeld staat bij de [kliniek 2] en het [afdeling] team.
9.3.
voorgenomen concrete stappen in de komende periode tot aan de volgende verlengingszitting
Overplaatsing naar [kliniek 2]. Psychiatrische zorg bij [afdeling] opbouwen. Dagbesteding en sociaal netwerk opbouwen binnen de [regio]. Dit zijn allen doelen waar zowel betrokkene als de [kliniek 2], [afdeling] en de kliniek overeenstemming in hebben gevonden. Afspraken zijn vastgelegd in het transmuraaltoezichtsplan.
9.4
specificatie van de noodzaak van verblijf en behandeling in het FPC voor de komende periode.
Betrokkene heeft goed kunnen profiteren van de aangeboden (en door hem geaccepteerde) zorg en structuur binnen de behandeling. Hij heeft zich geleidelijk meer kunnen hechten aan de afdelingsmedewerkers en behandelaren waardoor er een basis ontstaat voor het bespreken van de problemen en struikelblokken en teleurstellingen die hij ervaren heeft en ervaart. Betrokkene staat op de wachtlijst voor de [kliniek 2]. Deze stap brengt een grote verandering met zich mee waarbij hij een grote mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid krijgt met betrekking tot het aanbrengen van structuur en veiligheid. Daarbij gaat betrokkene uit zijn vertrouwde omgeving van de kliniek en moet hij opnieuw een werkrelatie opbouwen met zijn begeleiders van de [kliniek 2] en het [afdeling] in [plaats 1]. Wij zien het van belang om betrokkene middels de huidige TBS-maatregel te begeleiden bij het succesvol verlopen van deze stap binnen de resocialisatie.
9.5
Advies verlenging TBS-maatregel
Wij adviseren de rechtbank om de tbs-maatregel met een termijn van één jaar te verlengen.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik woon nu in een HAT-eenheid aan de rand van de kliniek. Ik werk in [plaats 2]. Ik voetbal mee met een elftal. Ik ben voorzitter van de cliëntenraad. Ik sta op een wachtlijst voor een RIBW. Het is de bedoeling dat ik naar [kliniek 2] ga. Ik heb daar een woning aangeboden gekregen, maar daar wilde ik niet wonen. Ik heb die woning geweigerd. Vanmiddag ga ik naar een andere woning kijken. Ik heb eerder in [plaats 1] gewoond en heb daar kennissen. Het is een middelgrote stad en ligt een beetje centraal. Ik heb nog geen contact gehad met GGZ Delfgauw. Ik sta wel open voor hun begeleiding. Op dit moment heb ik transmuraal verlof. Ik ben het eens met het traject dat nu uitgestippeld is. Ik ga geen verweer voeren tegen verlenging van de TBS-maatregel met één jaar. Ik vind de veranderingen wel spannend. Ik heb al jaren geen drugs gebruikt. Dat wil ik zo houden. Het is belangrijk dat ik ergens op terug kan vallen en de begeleiding langzaam kan afbouwen. Het is toch prettig dat je hulp krijgt. Ik wil zelfstandig door het leven, maar wil dat langzaam opbouwen. Dat gebeurt ook.
In het verlengingsadvies staan bij de achtergrondinformatie dingen in het rapport die niet helemaal kloppen. Ik heb dat met mijn maatschappelijk werkster besproken en die dingen zullen worden aangepast.
De deskundige D.A.H. Adriaanse, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De stappen die op korte termijn zullen worden genomen kunnen beter plaatsvinden in het kader van de TBS-maatregel met dwangverpleging dan bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Ik ken meneer sinds 3 jaar. Hij heeft grote stappen gemaakt in de kliniek. De overgang naar een andere plaats, andere woonvorm en andere begeleiders is een grote verandering in één keer. De gesprekken met de GGZ [plaats 3] gaan starten als hij naar [plaats 1] gaat. De contacten met de RIBW lopen al. Als alles goed verloopt en de lijn van het afgelopen jaar wordt doorgezet kan volgend jaar een maatregelrapport worden uitgebracht voor voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. Het is afhankelijk van hoe meneer met de vele veranderingen omgaat en de met de spanningen die de veranderingen met zich meebrengen. Bij een mogelijk maatregelrapport voor voorwaardelijke beëindiging van de verpleging kan ook contact met een nieuwe toezichthouder worden opgestart.
De deskundige A. Roos, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Meneer heeft vertrouwen in de kliniek en de RIBW. Binnen de huidige setting in de kliniek heeft hij veel structuur in zijn leven en week gebracht. Dat zal hij in Delft opnieuw moeten opzetten. De kliniek heeft er vertrouwen in dat dat gaat lukken, maar we willen wel een vinger aan de pols houden.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt wil geen verweer voeren tegen de verlenging van de TBS-maatregel. Ik heb verschillende mogelijkheden met hem besproken. Hij weet wat de verlenging voor hem betekent. Vanmiddag gaat hij kijken naar een andere RIBW-woning in [plaats 1]. Dat is wat hij op dit moment voor staat. Met betrekking tot onjuistheden die volgens cliënt in het rapport staan, worden er correctievoorstellen ingebracht.
Ik refereer mij aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de verlenging van de TBS-maatregel.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen.
Gelet op het vorenstaande en gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist in verband met alle veranderingen die de komende tijd gepland zijn.
Gezien de positieve ontwikkelingen en de verwachting van de deskundigen dat over één jaar mogelijk sprake kan zijn van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, zal de rechtbank de TBS-maatregel verlengen met één jaar.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.G. Vos, voorzitter,
mr. M.G.P.A. Burghoorn en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E. De Dooij, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 oktober 2014.
mr. W.T.A.M. Verheggen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.