ECLI:NL:RBOBR:2014:6356

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2014
Publicatiedatum
27 oktober 2014
Zaaknummer
01/020558-95
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de TBS-maatregel met één jaar na poging tot zware mishandeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, die in 1998 ter beschikking was gesteld na een poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met een jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde, een 40-jarige man met een pervasieve ontwikkelingsstoornis, verblijft in een kliniek en heeft in het verleden te maken gehad met gewelddadig gedrag. Tijdens de zittingen op 26 september en 14 oktober 2014 zijn deskundigen, de officier van justitie en de raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde gehoord. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang heeft geboekt in zijn behandeling, maar dat er nog steeds risico's zijn verbonden aan zijn terugkeer in de maatschappij zonder toezicht.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de adviezen van de deskundigen meegewogen, waarin werd gesteld dat het risico op terugval in gewelddadig gedrag laag is wanneer de terbeschikkinggestelde onder toezicht staat. Echter, zonder toezicht wordt het risico als hoog ingeschat. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de noodzaak van een goede inbedding in de maatschappij, zoals huisvesting en werk, voordat de terbeschikkinggestelde kan worden vrijgelaten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen de verlenging van de TBS-maatregel eist en heeft de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/020558-95
Uitspraakdatum: 28 oktober 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1974],
verblijvende in de [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te Arnhem van 8 oktober 1998 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 8 oktober 2013 met een jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 augustus 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 september 2014 en 14 oktober 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundigen en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van J.A.M. Reijnen Directeur behandelzaken en hoofd van de inrichting waar betrokkene verblijft, J.J. Hage, psychiater [kliniek] en W.P. den Boer, klinisch psycholoog [kliniek], d.d. 15 juli 2013;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van het hoofd van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
Betrokkene is een thans 35-jarige man (de rechtbank leest: 40 jarige-man) met een pervasieve ontwikkelingsstoornis. Deze stoornis uit het autistiforme spectrum kenmerkt zich bij betrokkene onder andere in de afwezigheid van betekenisvolle relaties, beperkingen in het empathisch vermogen en starheid van denken. Er is contact gelegd met het autismeteam van GGzE om samen te bekijken welke woonmogelijkheden er voor betrokkene op de langere termijn zouden kunnen zijn. Nadat de machtiging transmuraal verlof was verstrekt, is betrokkene overgeplaatst naar de Resocialisatiewoningen van [kliniek]. Het autismeteam blijft ook hier nauw bij de behandeling betrokken om zo een goede begeleiding te kunnen blijven waarborgen. De ernst van zijn impuls-doorbraken achten we sterk verminderd in hevigheid. Inmiddels heeft betrokkene alternatieven geleerd om anders dan met fysieke agressie te reageren als hij boos wordt, bijvoorbeeld afleiding zoeken of even de rust zoeken op zijn kamer. Betrokkene werkt goed mee aan zijn behandeling. Hij staat via Trajectbegeleiding ingeschreven voor werk bij de [bedrijf] (sociale werkvoorziening). Betrokkene heeft (binnen transmuraal verlof) onbeperkt onbegeleid landelijk
verlof. Hij gaat hier goed mee om.
Concluderend wordt het risico van terugval in gewelddadig gedrag bij betrokkene als
laag ingeschat wanneer hij zich in het kader van de terbeschikkingstelling in de kliniek of
tijdens transmuraal en onbegeleid verlof in de maatschappij zou bewegen.
Wanneer er echter geen enkel toezicht meer is en betrokkene
zich niet hoeft te bewegen binnen een kader van voorwaarden, wordt het risico op
recidive ingeschat als hoog.
Recidiverisico in geval van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Matig. Er is nog steeds sprake van het ontbreken van ziektebesef / -inzicht betreffende de
stoornis autisme. T.a.v. bedreigend gedrag bij communicatieproblemen is betrokkene nu
beter in staat bij een dreigende escalatie even uit de situatie te stappen door bv. naar
zijn kamer te gaan en er dan later op terug te komen bij het behandelteam. Hoe
betrokkene zal reageren op veranderingen van woonomgeving en begeleiding is nog
onvoorspelbaar. Intensief contact met betrokkene beschouwen we voorlopig nog als een
belangrijke voorwaarde voor het te volgend doorplaatsings-traject.
In de voorgaande zitting is de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van
de dwangverpleging overwogen. Dit werd op dat moment nog te vroeg geacht en de
rechter achtte een verlenging van een jaar geïndiceerd.
Betrokkene is inmiddels overgeplaatst naar de Resocialisatiewoningen van DWP. Dit is
pas recentelijk gebeurd, en overplaatsing naar de definitieve verblijfplek moet nog
plaatsvinden. Veranderingen zijn moeilijk voor betrokkene en overplaatsingen moeten
dus zeer zorgvuldig begeleid worden.
Wij adviseren de TBS-maatregel en de dwangverpleging te verlengen met de termijn van één jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ik vind de hele TBS niet kloppen. Het verlof is goed gegaan. Met een medebewoner in de inrichting ging het in de omgang niet zo goed. [bedrijf] had een werkplek voor mij maar ik vond dat die plek te ver weg was. Ik voel mij niet een autist.
De deskundige W.P. den Boer, klinisch psycholoog, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het rapport van de inrichting d.d. 15 juli 2013 dient op een punt te worden gewijzigd. Daar waar staat vermeld “ 35-jarige man” dient te worden gelezen “40-jarige man”.
Betrokkene kon via de WSW werk krijgen maar dat heeft hij niet geaccepteerd. Nu heeft de WSW een vacaturestop. Betrokkene heeft een kans om te werken voorbij laten gaan. Deze tegenslag heeft hij goed verwerkt. Verder is zijn moeder overleden en heeft zijn vader een hersenbloeding gehad. Hij weet goed om te gaan met deze gebeurtenissen en kan tegenslagen goed verwerken. Hij is in rustiger vaarwater terecht gekomen en dat is positief. Betrokkene heeft flinke stappen gemaakt, maar is er nog niet.
Mogelijk dat betrokkene terug kan naar [plaats], bezien moet worden of dat al dan niet in de ouderlijke woning zal kunnen zijn. Verder zal er gezocht worden naar ander werk, niet via de WSW, maar dat zal wel langer gaan duren.
Als er nu probleemsituaties zouden ontstaan, is betrokkene nog niet in staat om die op te lossen. Belangrijk is dat als betrokkene buiten de inrichting verblijft er een goede inbedding is in de vorm van huisvesting, sociaal netwerk, werk en hulpverlening, maar dat is er nu nog niet. Daarom is een verlenging van de TBS met dwangverpleging voor de duur van één jaar noodzakelijk. In het vervolgtraject zal de reclassering op korte termijn worden ingeschakeld.
Als betrokkene op deze wijze doorgaat, ga ik ervan uit dat er volgend jaar op de zitting de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aan de orde is. Daar kan wellicht op de zitting reeds een Reclasseringsrapport met de voorwaarden worden besproken. Het te volgen traject kan niet sneller dan nu het geval is. Op de vraag van de raadsvrouwe hieromtrent antwoord ik dat de inrichting nog niet denkt aan een BOPZ-traject.
De deskundige M.M. Chanet, GZ-psycholoog, optredend namens voormelde inrichting, heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben de nieuwe behandelaar van betrokkene. De inrichting is op zoek naar een passende ambulante behandeling voor betrokkene alsmede naar passende woonruimte in [plaats]. Dat zou dan binnen een jaar moeten gebeuren. Betrokkene heeft veel veranderingen meegemaakt, maar doet het desalniettemin goed. Het zorgen voor inbedding en een hulplijn voor betrokkene zal de nodige tijd vergen.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar. Betrokkene is goed bezig, maar er komen nog veel veranderingen en er moet nog veel worden uitgezocht. Daarom is het nu nog te vroeg om al een maatregelenrapport op te laten maken.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Cliënt is nu niet gebaat bij een aanhouding van de zaak, maar over één jaar moet er wel een maatregelenrapport zijn. Cliënt is thans gemotiveerd bezig met zijn dagbesteding. De plaatsing in de resocialisatiewoning heeft weliswaar spanningen opgeleverd, maar toch gaat het goed met hem. Het recidiverisico is laag.
De deskundige W.P. den Boer heeft ter terechtzitting toegezegd dat als de ontwikkeling van betrokkene zich in positieve zin voortzet, er volgend jaar in het kader van de behandeling van de zaak een maatregelenrapport zal worden opgemaakt, waarvan akte.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank gaat er van uit dat, naar door de deskundige W.P. den Boer is toegezegd, als de ontwikkeling van betrokkene zich in positieve zin voortzet, er volgend jaar in het kader van de behandeling van de zaak een maatregelenrapport zal worden opgemaakt voorafgaand aan zitting.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.W. van den Heuvel, voorzitter,
mr. P.J.H. van Dellen en mr. R.J. Bokhorst, leden,
in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 oktober 2014.