Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
[rechtbank: het telefoonnummer dat bij [medeverdachte] in gebruik was]als het telefoonnummer [telefoonnummer]
[rechtbank: het telefoonnummer dat bij [verdachte] in gebruik was]op de avond van de overval en de nacht die daarop volgt eenzelfde route afleggen. Beide telefoonnummers stralen omstreeks 17.30 uur masten in [gemeente 2] aan; het telefoonnummer dat bij [medeverdachte] in gebruik is om 18.27 uur voor het laatst en het telefoonnummer dat bij [verdachte] in gebruik is om 17.40 uur voor het laatst. Beide telefoonnummers ‘verplaatsen zich’ daarna naar [gemeente 1]. Het telefoonnummer dat bij [medeverdachte] in gebruik is, straalt in ieder geval om 20.25 uur een mast in [gemeente 1] aan en het telefoonnummer dat bij [verdachte] in gebruik is in ieder geval om 20.15 uur. Vervolgens vinden er tussen 21.21 uur en 21.30 uur 12 sms-contacten plaats en om 21.32 uur vindt een belcontact tussen deze telefoonnummers plaats. [16] Een aantal van deze contacten moet - gezien de tijdstippen waarover aangever en diens dochter hebben verklaard – hebben plaatsgevonden tijdens hetgeen zich in de woning van aangever in [gemeente 1] heeft afgespeeld. Op het moment van die contacten stralen beide telefoonnummers ook masten in [gemeente 1] aan. [17] De sms-contacten passen ook in de verklaring van aangever, die heeft gezien dat de man die bij hem in de woning was kennelijk berichten via zijn telefoon aan het versturen was.