ECLI:NL:RBOBR:2014:6090

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 oktober 2014
Publicatiedatum
17 oktober 2014
Zaaknummer
01/845387-09
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en afwijzing van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 20 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, die geboren is in 1978 en momenteel verblijft in de P.I. Limburg Zuid – De Geerhorst te Sittard. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege afgewezen, maar de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde was eerder ter beschikking gesteld door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 4 september 2013, onder strikte voorwaarden, waaronder het verbod op alcohol- en druggebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich herhaaldelijk niet aan deze voorwaarden heeft gehouden, met name het alcohol- en drugsverbod. Ondanks deze overtredingen heeft de rechtbank ook de vooruitgang erkend die de terbeschikkinggestelde heeft geboekt in zijn resocialisatieproces, zoals het vinden van werk en het aflossen van schulden.

De deskundigen hebben verschillende meningen geuit over de noodzaak van verpleging van overheidswege. De deskundige Slikker heeft gepleit voor tbs met dwangverpleging, terwijl deskundige Den Ouden de voorkeur gaf aan voortzetting van de behandeling in een minder dwingende setting. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten dat de overtredingen van de terbeschikkinggestelde niet voldoende aanleiding gaven voor verpleging van overheidswege, maar dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisten. De rechtbank heeft de vordering tot verpleging van overheidswege afgewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij de terbeschikkinggestelde zich moet blijven houden aan de voorwaarden die aan de terbeschikkingstelling zijn verbonden.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/845387-09
Uitspraakdatum: 20 oktober 2014

Beslissing op vordering tot alsnog verpleging van overheidswege

en

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissingen in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1978],
thans verblijvende in de P.I. Limburg Zuid – De Geerhorst te Sittard.

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 september 2013 is betrokkene ter beschikking gesteld onder de voorwaarden dat:
betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
betrokkene zich gedurende door het Leger des Heils te bepalen perioden zal blijven melden zo frequent als deze instelling zulks nodig acht;
betrokkene zal meewerken aan de diagnostiek en zo nodig aan verplaatsing naar een andere afdeling;
betrokkene zal meewerken aan een behandeling in [kliniek] zolang de reclassering dit nodig acht;
betrokkene zal meewerken aan het opstellen van een delictscenario en een terugval preventieplan bij[kliniek];
betrokkene geen alcohol of drugs zal gebruiken;
betrokkene zal meewerken aan controle op zijn middelengebruik, door middel van blaascontrole, urinecontrole en/of bloedcontrole, wanneer behandelaar en/of reclassering dit nodig acht;
betrokkene inzicht zal geven in zijn financiën;
betrokkene enkel internet zal gebruiken onder toezicht;
betrokkene zal meewerken aan medicamenteuze behandeling (medicatieprogramma);
betrokkene zal meewerken aan het kamerprogramma en zo nodig aan het separeerbeleid;
betrokkene geen contact zal leggen met de slachtoffers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4],[slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7], [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9];
betrokkene gedurende de behandelperiode binnen de behandelde kliniek zal bevinden.
Bij beslissing van deze rechtbank van 18 februari 2014 is voorwaarde 9 betreffende het internetgebruik komen te vervallen.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 12 augustus 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
De vordering van de officier van justitie van 2 september 2014 strekt tot alsnog verpleging van overheidswege. De rechter-commissaris heeft op 2 september 2014 de voorlopige verpleging van overheidswege bevolen, omdat de terbeschikkinggestelde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.
De vorderingen zijn behandeld ter openbare terechtzittingen van deze rechtbank van
2 oktober 2014 (pro forma) en 6 oktober 2014. Op laatstgenoemde terechtzitting zijn de officier van justitie, de deskundige M.C.M. Slikker (reclasseringswerker), de deskundige
E. den Ouden (GZ-psycholoog) en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de psychiatrische rapportages pro justitia d.d. 5 februari 2014 en 27 augustus 2014 van D.H.J. Boeykens, zenuwarts/psychiater;
  • een Verlengingsadvies tbs met voorwaarden van het Leger des Heils d.d. 17 juli 2014, ondertekend door Z.M. Salomons, unitmanager en M. Slikker, reclasseringswerker;
  • een advies Omzetting in tbs met dwangverpleging van het Leger des Heils d.d.
  • 1 september 2014 van Salomons en Slikker voornoemd;
  • een aanvullend voortgangsverslag toezicht van het Leger des Heils d.d. 2 oktober 2014, ondertekend door Salomons en Slikker voornoemd.

De beoordeling van de vordering tot alsnog verpleging van overheidswege.

Uit het onderzoek ter terechtzitting en eerdergenoemd advies Omzetting in tbs met dwangverpleging van het Leger des Heils d.d. 1 september 2014 blijkt dat de terbeschikkinggestelde met name voorwaarde 6, het alcohol- en drugsverbod, vanaf 9 juni 2013 meerdere malen heeft overtreden.
De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven moeite te hebben met de fase waarin hij nu zit. Hij staat met één voet binnen en met één voet buiten, waarbij hij de verleiding om alcohol of drugs te gebruiken moeilijker kan weerstaan. Hij heeft gemerkt dat hij geen drugs meer moet gebruiken, maar wil in de toekomst, na afloop van de tbs-maatregel, wel alcohol kunnen gebruiken. De terbeschikkinggestelde is zich terdege doordrongen van de mogelijke gevolgen van het overtreden van de voorwaarden.
De deskundige Slikker is van mening dat de terbeschikkinggestelde voldoende handvatten heeft geleerd om van drugs en alcohol af te blijven. Nu hij heeft laten zien dat hij dit niet kan, is tbs met dwangverpleging de enige oplossing. Bij voortzetting van tbs met voorwaarden is de kans op overtreding van die voorwaarden groot.
De deskundige Den Ouden heeft aangegeven geen meerwaarde te zien in tbs met dwangverpleging. De terbeschikkinggestelde ervaart vooral problemen in de resocialisatiefase en heeft daarin het meeste te leren. Hij houdt zich goed aan de afspraken en de behandeling. In de schematherapie wordt gewerkt aan zijn persoonlijkheids-problematiek, maar is er tevens aandacht voor verslavingsproblematiek. De kliniek ziet wel degelijk grond voor een verdere behandeling en ziet motivatie daarvoor bij de terbeschikkinggestelde. De hoop is dat hij in de behandeling meer zicht krijgt op zijn persoonlijkheidsproblematiek. De openheid van zaken die de terbeschikkinggestelde heeft gegeven over het drugs- en alcoholgebruik wordt gezien als vooruitgang.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering tot alsnog verpleging van overheidswege. De terbeschikkinggestelde heeft de voorwaarden op grote schaal overtreden. Ondanks de time-out in juli 2014 lijkt de terbeschikkinggestelde er onvoldoende van doordrongen dat hij zich aan de gestelde voorwaarden dient te houden. De reclassering schat in dat er een hoge kans is op nieuwe overtredingen van de voorwaarden. De tbs met voorwaarden moet daarom omgezet worden in een tbs met dwangverpleging.
De raadsman heeft ter terechtzitting aangevoerd dat er ondanks de overtredingen ook veel vorderingen zijn gemaakt door de terbeschikkinggestelde, zeker op maatschappelijk vlak. Hij heeft op eigen initiatief diploma's gehaald, heeft een baan, lost zijn schulden af en betaalt schadevergoeding aan de slachtoffers. De terbeschikkinggestelde zit in een proces waarin hij moet wennen aan meer vrijheden en dat gaat met vallen en opstaan. Bij de omgang met collega's hoort ook sociale interactie. De overtredingen van de voorwaarden zijn daar uit voortgekomen. Van groot belang is dat hij de overtredingen zelf gemeld heeft. De vordering tot alsnog verpleging van overheidswege moet worden afgewezen, omdat zo'n uiterste maatregel gelet op alle vorderingen die de terbeschikkinggestelde heeft gemaakt niet aan de orde kan zijn. Eventueel kunnen de bestaande voorwaarden worden aangescherpt.
De rechtbank overweegt als volgt. Vast staat dat de terbeschikkinggestelde zich in ieder geval meerdere malen niet heeft gehouden aan de voorwaarde dat hij geen drugs of alcohol mag gebruiken. Blijkens artikel 38c van het Wetboek van Strafrecht kan de enkele vaststelling dat de terbeschikkinggestelde een voorwaarde niet heeft nageleefd al leiden tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met dwangverpleging. Gelet hierop zou alsnog verpleging van overheidswege zeker aan de orde zijn.
Tegelijkertijd wordt door de deskundige Den Ouden aangegeven dat de terbeschikkinggestelde vooral in de resocialisatiefase veel te leren heeft. De samenhang tussen persoonlijkheidsproblematiek en verslavingsproblematiek biedt volgens haar voldoende aanknopingspunten voor een verdere behandeling. Gelet op dit advies ziet de
rechtbank de overtredingen van het drugs- en alcoholverbod op dit moment als onvoldoende aanleiding om tot omzetting naar tbs met dwangverpleging over te gaan. De terbeschikkinggestelde moet terdege beseffen dat hij zich voortaan strikt aan de gestelde voorwaarden dient te houden.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering tot alsnog verpleging van overheidswege afwijzen.

De beoordeling van de vordering tot verlenging terbeschikkingstelling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van belaging, meermalen gepleegd, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd verlengingsadvies van de reclassering Leger des Heils van 17 juli 2014 is onder meer het navolgende gesteld:
Uit een nieuw afgenomen RISc van mei 2014 blijkt dat het risico op dit moment hoog gemiddeld is. Gelet op de statische scores in de RISc, de vooruitgang in de behandeling en de inmiddels aangeleerde vaardigheden hoe om te gaan met spanningen is te zien dat ten opzichte van de vorige RISc welke afgenomen is in 2011 het risico dalende is maar nog wel hoog gemiddeld aanwezig is. Derhalve schat rapporteur in dat op dit moment het risico op recidive hoog gemiddeld is. De overtredingen welke betrokkene heeft begaan en dat er een time-out nodig is geweest om het negatieve gedrag van betrokkene te doen kenteren onderschrijft dat betrokkene nog over onvoldoende vaardigheden beschikt om op een juiste wijze zijn leven vorm te geven. De verwachting is dat het recidiverisico zal dalen wanneer het middelengebruik onder controle is, de aangeleerde copingmechanismen rondom het omgaan met stress en frustraties verdiepende vorm krijgen en werk, schuldenlast en wonen een invulling krijgen.
(…)
Gelet op de persoonlijkheid van betrokkene, uitspraken die betrokkene doet en de overtredingen sinds de start van de TBS-maatregel, acht rapporteur dat er een hoge kans is op het onttrekken aan voorwaarden. De gedragingen van betrokkene in de maand juni staven deze inschatting waarbij uiteindelijk op 3 juli 2014 een time-out plaatsing de enige mogelijkheid was om het negatieve gedragspatroon van betrokkene te doorbreken.
(…)
Er bestaat nog een gevaar voor de huidige slachtoffers. Zolang betrokkene nog frustraties ervaart ten opzichte van het verleden blijven de slachtoffers een risico lopen. Wel moet opgemerkt worden dat het risico ook hierbij dalende is.
(…)
Betrokkene is opgegroeid met middelengebruik binnen het kerngezin, en sinds zijn 28e levensjaar is hij zelf fors alcohol gaan misbruiken. Betrokkene geeft aan rond zijn 30e gestopt te zijn met dit alcoholmisbruik. (…) Echter heeft betrokkene gedurende de TBS-maatregel meermaals het drugsverbod (cannabis) en het alcoholverbod (gedestilleerd) overtreden. Dit gebruik is met regelmaat onderwerp van gesprek en behandeling geweest. De recente time-out plaatsing is een helder voorbeeld van middelengebruik, de persoonlijkheidsproblematiek en probleemgedrag. De gepleegde delicten zijn mede veroorzaakt door de persoonlijkheidsstoornis, gedragingen en het middelenmisbruik. Voor zijn problemen is betrokkene sinds 10 april 2012 opgenomen te GGzE, [kliniek]. De behandeling heeft zich gericht op de persoonlijkheidsstructuur van betrokkene, het leren omgaan met frustraties, angsten en stress. Daarnaast heeft men zich gericht op verslavingsgedrag, financiële problematiek en het uitstellen van behoeften. Dit alles heeft geresulteerd, zolang de zorg, begeleiding en ondersteuning gewaarborgd is, in een gemiddeld tot hoog risico op delictgedrag. Wanneer de zorg, begeleiding en ondersteuning onverhoopt weg zou vallen dan is het risico op recidive hoog/gemiddeld. Betrokkene is inmiddels geresocialiseerd naar afdeling de Woningen, GGzE [kliniek], op het terrein van de [plaats]. Daar heeft hij echter onvoldoende gebruik gemaakt van de geboden begeleiding waardoor hij teruggevallen is in druggebruik, alcoholgebruik en is de persoonlijkheidsproblematiek in alle hevigheid op de voorgrond komen te staan.
Risicofactoren liggen thans nog op het gebied van persoonlijkheidsproblematiek, middelengebruik (alcohol en drugs), inadequate copingvaardigheden, beperkt ondersteunend netwerk, beperkte maatschappelijk inbedding (dagstructuur, financiën). De reclassering adviseert om de maatregel tbs met voorwaarden te verlengen met twee jaar.
Hieraan heeft de reclassering in een rapport van 2 oktober 2014 het volgende toegevoegd:
De reclassering ziet (…) een dilemma. Betrokkene heeft inderdaad voorwaarden overtreden en is van mening dat daar consequenties aan verbonden moeten worden. En ziet dat betrokkene baat heeft bij de behandeling. Maar ziet ook dat er tegelijkertijd een groot risico op herhaalde overtreding van voorwaarden is bij voortzetting van de huidige maatregel.
Wij schatten in dat op termijn, bij voortzetting van de behandeling, betrokkene wederom de voorwaarden zal gaan overtreden zoals hij afgelopen jaar heeft laten zien. Van belang is dat betrokkene doordrongen raakt van het feit dat er bij hem sprake is van verslavingsproblematiek. In onze optiek is een terugplaatsing naar de klinische setting een herhaling van zetten op het moment dat er qua behandeling gericht op verslavingsproblematiek geen verdere inzet wordt gepleegd. Expertise inzet al dan niet middels een extern expertise instelling als verslavingskliniek Novadic Kentron is hierbij een mogelijkheid. Daarnaast is er een overweging mogelijk gericht op medicatie, in verband met zijn psychotische kwetsbaarheid bij druggebruik.
De deskundige Slikker heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij het verlengingsadvies van de reclassering en nogmaals benadrukt dat het risico op overtreding van de voorwaarden als hoog wordt ingeschat.
In de psychiatrische rapportage van 5 februari 2014 stelt D.H.J. Boeykens, zenuwarts/ psychiater onder meer het volgende:
Gebleken is dat toenemende stress bij betrokkene makkelijk leidde tot toename van het drugs- en alcoholgebruik. Nu betrokkene in gedwongen omstandigheden in remissie is, is betrokkene in staat om met enige nuchterheid naar de feiten die aan de basis liggen van de TBS-maatregel te kijken. Betrokkene beseft dat hij moet veranderen en dat hij anders met frustraties en tegenslagen moet omgaan. Betrokkene is er ook in geslaagd om betaald werk te vinden en vol te houden. Over het algemeen houdt hij zich ook goed aan de afspraken, al blijkt dat hij op Tweede Kerstdag toch in de fout gegaan is. Niet alleen week hij af van het verlofplan maar ook dronk hij tegen de afspraken in alcohol. Algemeen kan gesproken worden van een gunstige evolutie waarbij evenwel niet voorbij gegaan mag worden aan de kwetsbaarheden en beperkingen van betrokkene. Betrokkene neigt tot zelfoverschatting, niet in het minst op het vlak van drugs— en alcoholproblematiek, en ziet zijn falen vooral ten gevolge van externe factoren. Hij schiet makkelijk in de aanvalsmodus terwijl vragen kunnen gesteld worden bij de gewetensontwikkeling en betrokkene uiteindelijk egocentrisch in het leven staat. (…)
Onderzochte lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een poliverslavingsproblematiek. (…) Op basis van de klinische inschatting en op basis van de risicotaxatie kan gesproken worden van een matig risico op recidieven van feiten zoals het indexdelict inclusief geweldsdelicten. (…) Met het oog op de nodige zorg en beveiliging pleit ondergetekende voor continuering van de resocialisatie met een duidelijke controle van de manier waarop betrokkene zijn verlof doorbrengt en een duidelijke controle ook op het gebruik van alcohol. (…) Ondergetekende adviseert de maatregel terbeschikkingstelling met 1 jaar te verlengen.
In de psychiatrische rapportage van 27 augustus 2014 wordt daar door Boeykens aan toegevoegd:
Terugblikkend op de periode vanaf eind december 2013 moet opgemerkt worden dat betrokkene weliswaar meer oog gekregen heeft voor zijn eigen onzekerheid en ook zijn eigen angsten beter heeft leren benoemen, maar tegelijkertijd heel kwetsbaar blijft op het vlak van cannabisgebruik. Wanneer betrokkene onder druk gezet wordt of wanneer hij geconfronteerd wordt met een traject dat gepaard gaat met angsten en onzekerheden blijkt dat betrokkene zich qua cannabisgebruik niet in de hand heeft. Prognostisch ongunstig is tevens dat betrokkene niet altijd blijk geeft van erkenning van de drugsproblematiek en nog steeds erg makkelijk de schuld voor het falen bij anderen legt. Dat betrokkene nu duidelijker dan vroeger stelt dat hij erg verslavingsgevoelig is op het vlak van cannabis, biedt daarentegen perspectieven zoals ook de erkenning van bepaalde schemata waardoor het gebruik van drugs bij betrokkene kan getriggerd worden. Positief is dat betrokkene een goede baan heeft, deze goed kan volhouden en naar eigen zeggen ook door hem gedupeerde personen aan het vergoeden is. Samengevat kan gesteld worden dat betrokkene eerder dan in het verleden in staat is om stil te staan bij zijn eigen onzekerheid en kwetsbaarheid maar dat hij op het vlak van drugsproblematiek geen vorderingen gemaakt heeft. Het inzicht in de eigen kwetsbaarheid ging helaas niet gepaard met een reële abstinentie, hoezeer betrokkene ook benadrukt dat hij de noodzaak van abstinentie inziet.
Met het oog op de nodige zorg en beveiliging pleit ondergetekende voor continuering van de resocialisatie met een duidelijke controle op het gebruik van drugs en alcohol. (…) Ondergetekende is de mening toegedaan dat een verlenging met 1 jaar uiteindelijk voor betrokkene meer perspectief biedt en een grotere stimulus kan inhouden om te resocialiseren dan het vooruitzicht van nog 2 jaar TBS-maatregel.
De deskundige Den Ouden heeft zich ter terechtzitting niet uitdrukkelijk uitgelaten over de duur van een verlenging van de tbs met voorwaarden. Wel heeft zij aangegeven dat het voor de terbeschikkinggestelde moeilijk is aan te geven of hij verslaafd is of niet, gelet op de verwevenheid tussen zijn antisociale persoonlijkheidsproblematiek en de verslavingsproblematiek. Zij ziet voldoende aanknopingspunten voor verdere behandeling. De terbeschikkinggestelde moet leren omgaan met de vrijheden die hem in de resocialisatiefase worden toegekend.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar. De persoonlijkheidsproblematiek is nog steeds aanwezig en het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Gelet op de stappen die nog te zetten zijn op het gebied van copingvaardigheden, inbedding in de maatschappij en middelgebruik is een verlenging met twee jaar op zijn plaats.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat zijn cliënt zich neerlegt bij een verlenging van de tbs met voorwaarden en heeft zich niet uitgelaten over de duur van de verlenging.
De rechtbank verenigt zich voor wat betreft de motivering van het recidiverisico met het advies van de reclassering en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige, alsook met het advies van de gedragsdeskundige. Het recidiverisico bij de terbeschikkinggestelde wordt, indien de structuur van de behandeling en de voorwaarden zouden wegvallen, thans nog als matig tot hoog ingeschat. Gelet op het vorenstaande, gezien de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank ziet de vooruitgang die de terbeschikkinggestelde heeft geboekt, maar ziet tegelijkertijd dat hij in het gehele traject van resocialisatie met de bijbehorende vrijheden nog veel te leren heeft, en dan met name op het gebied van persoonlijkheidsproblematiek, middelengebruik, copingvaardigheden en maatschappelijke inbedding. Nu een en ander vooralsnog geruime tijd in beslag zal nemen, ziet de rechtbank geen aanleiding om de terbeschikkingstelling slechts met één jaar te verlengen. De rechtbank is van oordeel, conform het advies van de reclassering, dat de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaren dient te worden verlengd.

DE BESLISSING

De rechtbank:
• Wijst af de vordering van de officier van justitie tot alsnog verpleging van overheidswege.
• Heft op het door de rechter-commissaris op 2 september 2014 gegeven bevel tot voorlopige verpleging van overheidswege.
• Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter,
mr. P.J.H. van Dellen en mr. M. Senden, leden,
in tegenwoordigheid van drs. B.C. van Wijmen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 oktober 2014.