ECLI:NL:RBOBR:2014:574

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 februari 2014
Publicatiedatum
7 februari 2014
Zaaknummer
01/049149-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van de dwangverpleging van terbeschikkinggestelde na verlenging terbeschikkingstelling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant op 10 februari 2014, betreft het de handhaving van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde, die in 2002 ter beschikking is gesteld na veroordelingen voor twee verkrachtingen en drie pogingen tot diefstal met geweld. De rechtbank had eerder op 30 oktober 2013 de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd en de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging aangehouden. Tijdens de zitting op 27 januari 2014 werd de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de verpleging behandeld. De terbeschikkinggestelde, zijn raadsman, en deskundigen van de reclassering en kliniek waren aanwezig.

De reclassering had in een rapport van 14 januari 2014 aangegeven dat de terbeschikkinggestelde niet openhartig was over zijn relaties en seksualiteit, wat cruciaal was voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Ondanks eerdere inschattingen dat hij voldoende openheid zou geven, bleek hij belangrijke informatie te hebben verzwegen, wat leidde tot een hoog recidiverisico. De deskundigen concludeerden dat de terbeschikkinggestelde niet in staat was om zich aan de voorwaarden te houden die noodzakelijk waren voor een voorwaardelijke beëindiging.

De rechtbank oordeelde dat, gezien de ernst van de situatie en het gebrek aan transparantie van de terbeschikkinggestelde, de verpleging van overheidswege moest worden gehandhaafd. De rechtbank nam de adviezen van de deskundigen over en besloot dat de terbeschikkingstelling niet kon worden beëindigd, gezien de risico's voor de veiligheid van anderen. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee leden van de rechtbank, en is op 10 februari 2014 uitgesproken.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/049149-01
Uitspraakdatum: 10 februari 2014

Beslissing voorwaardelijk einde verpleging van overheidswege

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te[geboorteplaats] op [1961],
verblijvende in[kliniek],
hierna te noemen: betrokkene.

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 4 april 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 30 oktober 2013 met een jaar verlengd. De beslissing omtrent de voorwaardelijk beëindiging van de verpleging van overheidswege is voor onbepaalde tijd aangehouden.
Op de zitting van 27 januari 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de verpleging van overheidswege behandeld. Op deze zitting zijn de officier van justitie, de ter beschikking gestelde en zijn raadsman en de deskundigen mevrouw Steutelings namens de reclassering en de heer Verhees namens[kliniek], gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • de beslissing van de rechtbank van 30 oktober 2013 waarbij de terbeschikkingstelling van betrokkene met een jaar is verlengd en de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd is aangehouden;
  • het reclasseringsadvies opgemaakt door Reclassering Nederland, toezichtunit 3 Zuid, te Roermond van 14 januari 2014;
  • het rapport van[kliniek] van 24 januari 2014, betreffende betrokkene;
  • het persoonsdossier van betrokkene.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast terzake twee verkrachtingen en drie [pogingen tot] diefstallen met geweld, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. De hiervoor genoemde misdrijven betreffen misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste.
Bij beslissing van de rechtbank van 30 oktober 2013 is de terbeschikkingstelling van betrokkene met een jaar verlengd en is de beslissing tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor onbepaalde tijd aangehouden teneinde de reclassering in de gelegenheid te stellen een rapport op te maken over de vraag of en zo ja, de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de verpleging van overheidswege van betrokkene kan worden beëindigd.
Op 14 januari 2014 heeft Reclassering Nederland, toezichtunit 3 Zuid te Roermond het hiervoor bedoelde advies uitgebracht. Dit advies is opgemaakt door mevr. M. Steutelings en houdt onder meer zakelijk weergegeven in.
De reclassering acht, in het kader van een voorwaardelijke beëindiging, voorwaarden omtrent het open zijn over relaties en seksualiteit de belangrijkste onderdelen van het plan. Daar inmiddels gebleken is dat betrokkene niet open is en zich zelfs in de nodige bochten heeft gewrongen om zijn relatie verborgen te houden en daarnaast ook onwaarheden heeft verteld over zijn seksuele behoeften, laat betrokkene zien dat hij zich niet kan houden aan voorwaarden die de reclassering van belang acht in het kader van een voorwaardelijke beëindiging. Dit maakt het voorwaardelijk beëindigen van de TBS op dit moment niet mogelijk.
Betrokkene heeft na jarenlange intensieve, klinische behandeling, opzettelijk belangrijke informatie verzwegen op het gebeid van relaties en seksualiteit, hetgeen voor betrokkene de belangrijkste risicofactoren zijn. Hij heeft hierover gelogen en heeft de nodige moeite gedaan om te voorkomen dat dit bekend werd. Daar dit vanuit de kliniek getypeerd wordt als “pre-delictgedrag”, wordt het recidiverisico in als (hoog) gemiddeld beoordeeld.
In eerste instantie heeft de reclassering ingeschat dat betrokkene, met bemoediging van buitenaf, voldoende openheid zou geven over hetgeen hem bezig hield. Inmiddels is echter gebleken dat betrokkene belangrijke informatie over zijn leven verzwegen heeft, hetgeen maakt dat de kans op onttrekken aan voorwaarden groot is. Betrokkene heeft aangegeven dat hij er voor open staat om het incident met behulp van therapie te analyseren en voor zichzelf een plan van aanpak op te stellen om hier in de toekomst anders mee om te gaan. Het is van belang dat betrokkene hier eerst mee aan de slag gaat en oefent binnen een kader dat voldoende begeleiding, ondersteuning en controle biedt. Het kader van de voorwaardelijke beëindiging is hiervoor op dit moment ontoereikend.
Ter zitting van 27 januari 2014 heeft mevrouw Steutelings gepersisteerd bij de inhoud van dit rapport.
Op 27 januari 2014 heeft[kliniek] een rapportage opgemaakt over de recente ontwikkelingen van betrokkene. Dit rapport houdt onder meer zakelijk weergegeven in.
Op 19 december 2013 is de kliniek gebeld door een vrouw die aangaf een vriendin van betrokkene te zijn. Zij wist veel details over de behandeling en delictachtergrond van betrokkene. Hierop is betrokkene op 20 december 2013 naar de kliniek gehaald voor een gesprek. Tijdens dit gesprek gaf betrokkene aan inderdaad een relatie met de betreffende vrouw te hebben gehad gedurende circa drie maanden. Betrokkene gaf aan zich machteloos te hebben gevoeld in het aangeven of verbreken van deze relatie uit angst voor terugplaatsing in de kliniek. In daaropvolgende gesprekken gaf betrokkene toe meerdere malen niet te hebben overnacht op zijn eigen adres, maar bij zijn toenmalige vriendin te hebben verbleven. Betrokkene is daarop in de kliniek teruggeplaatst.
Het doorzetten van een traject richting voorwaardelijk beëindiging, wordt gezien de ernst en de duur van het ontbreken van transparantie en het verhoogd aanwezig zijn van de risicofactoren, als niet verantwoord ingeschat. Zelfs de intensieve controle en begeleiding door de kliniek en externe begeleiding binnen het kader van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging, hebben niet geleid tot in voldoende mate bereiken van zicht en controle op het bedrag van betrokkene. Hierdoor is betrokkene in een potentieel zeer risicovolle
situatie met betrekking tot het risico op recidive, terechtgekomen.
Voor zover op deze terechtzitting verklaringen zijn afgelegd zijn deze steeds zakelijk weergegeven.
De deskundige Verhees
Het rapport van 24 januari 2014 moet worden gezien als een nuancering van de rapportage van de kliniek van 30 juli 2013, uitgebracht ten behoeve van de verlenging van de terbeschikkingstelling van cliënt. De kliniek is nogal geschrokken van de situatie van cliënt zoals uit de reclasseringsrapportage van 14 januari 2014 is gebleken. Het lijkt er op dat cliënt enkele maanden een verborgen agenda voor ons heeft gehad. De behandelaars vinden het op dit moment niet verantwoord dat cliënt buiten de kliniek woont. Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is voor de kliniek op dit moment niet aan de orde.
De ter beschikking gestelde
Ik besef dat ik een fout heb gemaakt door niet te melden dat ik een relatie met een vrouw had. Daarom heb ik van de ene kant wel begrip voor het standpunt dat niet tot voorwaardelijke beëindiging van mijn terbeschikkingstelling kan worden overgegaan. De andere kant is dat ik graag in mijn woning in [plaats] zou blijven wonen.
De officier van justitie
Gelet op de inhoud van de reclasseringsrapportage van 14 januari 2014 en de rapportage van de kliniek van 24 januari 2014 ben ik van oordeel dat niet kan worden overgegaan tot voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. De verpleging van overheidswege moet dus in stand blijven.
De raadsman
Cliënt beseft dat hij een grove inschattingsfout heeft gemaakt door zijn contacten met de vrouw niet te melden. Wat cliënt is overkomen, is precies zijn valkuil. Ten aanzien van de beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van cliënt, refereer ik mij aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank verenigt zich met de inhoud van de hiervoor weergegeven adviezen en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundigen en maakt die tot de hare. Gelet hierop handhaaft de rechtbank de verpleging van overheidswege van betrokkenen.

DE BESLISSING.

Handhaaft de verpleging van overheidswege van betrokkene [terbeschikkinggestelde].
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M. Weerkamp, voorzitter,
mr. J.W.H. Renneberg en mr. M.G.P.A. Burghoorn, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 10 februari 2014.