Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
De motivering van de beslissing.
pro justitiarapporten heeft de verdediging zich voor wat betreft de eventuele oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling aan verdachte gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, gezien de persoon van verdachte, een terbeschikkingstelling met voorwaarden als meest passende maatregel moet worden beschouwd. In de visie van de verdediging is uit de omtrent verdachte opgemaakte deskundigenrapporten en de toelichting daarop ter terechtzitting van 18 september 2014 door de deskundigen de absolute noodzaak tot het opleggen aan verdachte van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege niet gebleken. Volgens de FPK [plaats] kan, ook na de proefplaatsing van verdachte aldaar gedurende een periode van ongeveer driekwart jaar, niet met zekerheid worden gezegd dat er bij verdachte sprake is van een schijnaanpassing. Weliswaar heeft verdachte nog geen volledige openheid van zaken gegeven, hetgeen overigens ook deels kan worden toegeschreven aan zijn persoonsproblematiek, maar volgens de kliniek zijn er door verdachte gedurende de proefplaatsing wel duidelijke positieve stappen gezet. De voor verdachte noodzakelijk te volgen klinische behandeling is niet aan een maximale duur gebonden en kan binnen de FPK [plaats] ook na twee jaar worden voortgezet indien de problematiek van verdachte dat vereist. De huidige behandelaars van verdachte bij de FPK [plaats] alsook de reclassering staan – zij het voorzichtig – positief tegen een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De verdediging heeft daarbij nog benadrukt dat de termijn van een terbeschikkingstelling met voorwaarden thans negen jaren kan belopen en dat deze maatregel, bij het niet naleven van de voorwaarden, kan worden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging. Niet met zekerheid kan worden gezegd dat de behandeling van verdachte na negen jaar volledig zal zijn afgerond, maar dit mag er niet automatisch toe leiden dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden daarom niet wordt opgelegd. Ten slotte ziet de verdediging in de relatief jonge leeftijd van verdachte en de omstandigheid dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit werd veroordeeld een contra-indicatie om aan hem het
ultimum remediumvan de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging op te leggen.
pro justitiaopgemaakt. In dit rapport is onder meer het navolgende vermeld. Verdachte is lijdende aan pedofilie, exclusieve type gericht op jongens, en fetisjisme. Daarnaast lijdt hij een aan persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende en narcistische kenmerken. Dit was eveneens het geval ten tijde van het ten laste gelegde. De ziekelijke stoornis beïnvloedde verdachtes gedragskeuzes c.q. gedragingen ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde op een zodanige manier, dat het ten laste gelegde daaruit verklaard kan worden. De psychiater heeft geadviseerd om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
pro justitiavan eveneens 20 februari 2013. Volgens de psycholoog lijdt verdachte aan twee parafilieën, namelijk pedofilie exclusieve type, voorkeur voor jonge jongens, en fetisjisme. Daarnaast is er bij verdachte qua gebrekkige ontwikkeling sprake van persoonlijkheidsproblematiek waarbij hij zich al jong narcistisch op zichzelf terugtrok. Verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende en narcistische trekken.
pro justitiarapporten van respectievelijk psychiater Van Weers en GZ-psycholoog Van Heteren volgt – kort gezegd – dat er bij verdachte een hoog risico op delictherhaling bestaat. Het gevaar van schijnaanpassing bij verdachte is groot en verdachte heeft onvoldoende zelfinzicht, ziekte-inzicht en probleembesef. Een intensieve klinische behandeling met een hoge behandeldruk is aangewezen. Beide rapporteurs hebben geadviseerd tot het opleggen aan verdachte van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
ultimum remediumvan de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, omdat de verdachte – kort gezegd – onvoldoende zou meewerken aan een behandeling in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
ultimum remediumvan de terbeschikkingstelling met verpleging te laten plaatsvinden onvoldoende gebleken en kan niet worden gesteld dat een terbeschikkingstelling met voorwaarden, die met inbegrip van een resocialisatietraject maximaal negen jaar kan beslaan, op voorhand ontoereikend is om de beveiliging van de maatschappij te waarborgen en de recidivekans bij verdachte te beëindigen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
straf:
gevangenisstraf voor de duur van 565 dagen;
maatregelen:
terbeschikkingstelling met voorwaarden;
- zich dient te houden aan de opdrachten of aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde; hierbij dient de verdachte zich gedurende de maatregel van terbeschikkingstelling zo frequent als de reclassering dit gedurende deze periode nodig acht te blijven melden;
- zich voor zijn psychische problematiek verplicht laat behandelen bij de [instelling], FPK [plaats];
- zich inzet voor de geboden behandeling en zich begeleidbaar en behandelbaar opstelt;
- meewerkt aan het opstellen van een delictscenario en een terugvalpreventieplan;
- geen contact heeft of laat leggen met de slachtoffers;
- geen strafbaar feit pleegt;
- zich gedurende de maatregel van terbeschikkingstelling bevindt binnen de [instelling], FPK [plaats]; als de reclassering en het behandelteam het noodzakelijk achten om voor een doelmatige uitvoering van (het toezicht op) de bijzondere voorwaarden de periode, tijd of locatie aan te passen dan kunnen zij daartoe besluiten; de controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van gps vanaf het moment dat de verdachte onbegeleide verloven buiten de kliniek heeft verworven;
- inzicht geeft in de eigen financiën aan de reclassering;
- meewerkt aan een internetverbod en/of richtlijnen ten aanzien van internetgebruik, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht, in overleg met het behandelteam van de behandelende kliniek;
- meewerkt aan een medicamenteuze behandeling, ook wanneer dit libidoremmende medicatie betreft, indien geïndiceerd door de behandelend arts;
- meewerkt aan het klinische beleid ten aanzien van het risicomanagement;
- meewerkt aan de 3-partijen-overeenkomst;
- meewerkt aan bewindvoering, indien geïndiceerd;
- zich begeleidbaar, behandelbaar en controleerbaar opstelt;
- inzicht toont in zijn sociale netwerk, ook wanneer dit nieuwe contacten betreft,