ECLI:NL:RBOBR:2014:5547

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 september 2014
Publicatiedatum
30 september 2014
Zaaknummer
01/025237-03
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene na poging tot moord

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 17 september 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die ter beschikking was gesteld na een poging tot moord. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd op 20 juli 2004 en was voor het laatst verlengd op 10 oktober 2012. De officier van justitie heeft op 14 juli 2014 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de officier van justitie, deskundige M. Tjepkema, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe mr. S.C. Sassen gehoord.

In het dossier bevonden zich verschillende adviezen van deskundigen, waaronder een risicotaxatie die concludeerde dat de kans op recidive hoog is als het huidige traject zonder passend vervolg wordt beëindigd. De deskundigen adviseerden om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, maar M. Tjepkema gaf aan dat zij geen bezwaar had tegen een verlenging van één jaar, gezien de vooruitgang van de betrokkene.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die was gewijzigd naar een verlenging van één jaar, gehonoreerd. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eisten. De rechtbank heeft besloten om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met de mogelijkheid om over een jaar de voortgang van het resocialisatietraject te toetsen.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/025237-03
Uitspraakdatum: 17 september 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1982],
verblijvende te: [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 20 juli 2004 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 10 oktober 2012 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 14 juli 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 september 2014.
Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige M. Tjepkema, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe mr. S.C. Sassen gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van de kliniek, opgemaakt en ondertekend door drs. M.A. Polak (hoofd van de inrichting), dr. J. Lucieer (psychiater en plv. hoofd van de inrichting), drs. B. Koudstaal (manager behandeling en bedrijfsvoering extramuraal/klinisch psycholoog) en drs. M. Tjepkema (hoofd behandeling en bedrijfsvoering extramuraal) d.d. 27 juni 2014;
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

In voornoemd advies is onder meer het navolgende gesteld:

“Op basis van de risicotaxatie van juni 2014 kan geconcludeerd worden dat de kans op recidive in toekomstig gewelddadig gedrag hoog is op het moment dat het huidige traject wordt beëindigd zonder dat er een passend vervolgtraject is gerealiseerd. Het grootste risico voor de [terbeschikkinggestelde] schuilt in de minimale sociale inbedding en de beperkte motivatie zich te conformeren aan een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan; hij is meer geneigd zich te richten op een subcultuur waarin fantasie en niet de realiteit centraal staat.
(…)
Wij adviseren de tbs-maatregel met 2 jaar te verlengen. Gezien een eerdere niet geslaagde resocialisatiepoging achten wij het van belang via de plaatsing bij [kliniek] te onderzoeken welke vorm van begeleiding de [terbeschikkinggestelde] op de lange termijn behoeft. Bij [kliniek] blijkt dat de [terbeschikkinggestelde] zichzelf niet voldoende begrenst en aanstuurt. Verandering beklijft niet en het risicomanagement wordt nog grotendeels extern vormgegeven. Hoewel hij aangeeft dat hij begrijpt dat hij dit zelf moet laten zien, is het voor hem moeilijk
dit in gedrag om te zetten. Gezien het chronische karakter van de problematiek, is er langere tijd nodig voor het inslijten van nieuw gedrag, waarbij er rekening gehouden moet worden met het gegeven dat er geen volledige overeenstemming zal zijn over recidiverisico en risicofactoren. De [terbeschikkinggestelde] ziet wel het risico van het op zich nemen van een reddersrol, maar is geneigd andere risicofactoren (zoals zijn rigide wijze van denken, zijn geneigdheid zich te isoleren in fantasy) te onderschatten. Hierbij is er daarnaast sprake van overschatting van zijn eigen mogelijkheden.
Hoewel de [terbeschikkinggestelde] zich sinds zijn opname bij [kliniek] redelijk laat sturen door zijn begeleiders, wordt uit zijn gedrag zichtbaar dat hij zonder een dergelijke sturing mogelijk snel zal vervallen in oude denkwijzen en oude gedragingen. Om een overgang naar een vervolgsetting mogelijk te maken, zal de [terbeschikkinggestelde] nog langere tijd een verplichtend kader en intensief toezicht behoeven. Hierbij is inbedding in een goede vervolgsetting (gericht op autistiforme problematiek), gecombineerd met een afbouw van toezicht (proefverlof) noodzakelijk om het risicomanagement te waarborgen. De komende tijd zal duidelijk worden of deze vervolgstappen met de [terbeschikkinggestelde] haalbaar zijn, of dat hij meer langdurig op klinische zorg aangewezen is.”
De deskundige M. Tjepkema, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Zij heeft voorts verklaard dat zij, ondanks dat het afronden van het volledige resocialisatietraject zeker meer dan een jaar zal duren, geen overwegend bezwaar heeft tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar in plaats van de geadviseerde twee jaar. Het gaat goed met betrokkene en de volgende te nemen stap is die van begeleid wonen.
De officier van justitie heeft, gelet op het advies en hetgeen ter zitting door de deskundige en de terbeschikkinggestelde is verwoord, de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling gewijzigd in die zin dat thans een verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt gevorderd.
De raadsvrouwe heeft verzocht om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Hoewel de noodzaak tot verlenging nog steeds bestaat, kan op een rustige manier het resocialisatietraject gevolgd worden, waarbij betrokkene steeds meer vrijheden krijgt. Betrokkene is niet in de veronderstelling dat over een jaar de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd zal worden. Door met slechts één jaar te verlengen kan een vinger aan de pols worden gehouden. Tevens is het een signaal naar de kliniek en motiverend voor betrokkene.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting alsmede met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Nu voor het komende jaar belangrijke vervolgstappen in het resocialisatietraject op het programma staan, acht de rechtbank het van belang dat over een jaar getoetst wordt hoever het resocialisatietraject is gevorderd. Om die reden zal de rechtbank de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met
één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.C.P.M. Valckx, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C.A.M. Cox-Wentholt, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 september 2014.
Mr. Verheggen is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.