ECLI:NL:RBOBR:2014:5537
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hennepzaak te Helmond
Op 30 september 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 200 kilogram hennep en het opzettelijk telen en verkopen van hennep. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 15 augustus 2014, en de zitting vond plaats op 16 september 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om van het ten laste gelegde kennis te nemen. De officier van justitie concludeerde tot vrijspraak van de verdachte, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de beschuldigingen te onderbouwen. De verdediging steunde deze conclusie en stelde dat de verdachte geen wetenschap had van de hennep in de berging.
Na beoordeling van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er geen bewijs was dat de verdachte enige wetenschap had van de aanwezigheid van de hennep. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is op dezelfde dag uitgesproken. Dit vonnis is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de noodzaak van voldoende bewijs onderstreept in strafzaken.