ECLI:NL:RBOBR:2014:5536
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor de invoer dan wel teelt van hennep met bewezen aanwezigheid van 200 kilogram hennep
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 30 september 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 200 kilogram hennep, met een straatwaarde van circa 700.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 juni 2014 te Helmond hennep aanwezig had, maar heeft de verdachte vrijgesproken van de tweede tenlastelegging, die betrekking had op het telen en/of verkopen van hennep, omdat dit niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De rechtbank heeft de door de verdediging ingebrachte bezwaren tegen de doorzoeking van de berging verworpen, waarbij werd gesteld dat het bewijs onrechtmatig was verkregen. De rechtbank oordeelde dat de opsporingsambtenaren gerechtigd waren de berging te betreden op basis van een melding van een hennepgeur, en dat de berging niet als woning in de zin van de Algemene Wet op het Binnentreden kon worden aangemerkt. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en motiveerde deze straf door de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging te nemen. De rechtbank benadrukte dat hennep gevaar kan opleveren voor de gezondheid van gebruikers en dat de handel in hennep vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de bewijsvoering en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.