ECLI:NL:RBOBR:2014:5482

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
23 september 2014
Publicatiedatum
23 september 2014
Zaaknummer
01/879206-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woninginbraken en bedreiging van een politieambtenaar in Oost-Brabant

Op 23 september 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere woninginbraken in de gemeenten Leende, Velddriel, Sint-Oedenrode, Maasbree en Overasselt. De verdachte, geboren in 1983 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het stelen van diverse goederen, waaronder spelcomputers, laptops, telefoons en een personenauto, door middel van braak en verbreking. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte. Tijdens de zittingen op 18 april, 15 juli en 9 september 2014 zijn de feiten en omstandigheden rondom de tenlastelegging besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen, waarbij hij telkens de toegang tot de woningen heeft verkregen door middel van braak.

Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het bedreigen van een politieambtenaar. Op 14 januari 2014 heeft de verdachte geprobeerd met zijn auto op de politieambtenaar in te rijden, wat leidde tot een vervolging voor poging tot doodslag en bedreiging. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte voor deze feiten te veroordelen, en heeft hem vrijgesproken van de poging tot doodslag. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan de bedreiging van de politieambtenaar, gezien het dreigende rijgedrag van de verdachte.

De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft de verdachte ook verplicht tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de strafmaat. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een stevige reactie op woninginbraken en geweld tegen politieambtenaren, om de veiligheid in de samenleving te waarborgen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/879206-13
Datum uitspraak: 23 september 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1983],
wonende te [woonplaats], [adres 1],
thans gedetineerd te: PI Zuid West - De Dordtse Poorten.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van de onderzoeken ter terechtzitting van 18 april 2014, 15 juli 2014 en 9 september 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 12 augustus 2014.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 9 september 2014 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 21 juli 2013 te Leende, gemeente Heeze-Leende, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
- in/uit de woning [adres 2] heeft weggenomen een spelcomputer en/of
geld en/of een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 3] heeft weggenomen een laptop en/of geld
en/of een telefoon (merk Nokia Lumia) en/of een tablet en/of een of meer Ipods
en/of een of meer autosleutels, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of diens zoon, in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 4] heeft weggenomen een of meer telefoons
en/of geld en/of een horloge en/of een zonnebril en/of autosleutels, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer 3], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of (telkens) de / het weg
te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en / of inklimming, en/of
- bij de woning [adres 3] heeft weggenomen een personenauto (merk
Volkswagen, type Passat) en/of daarin aanwezige goederen, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van een valse
sleutel (te weten de originele autosleutel, welke door verdachte en/of zijn
mededader(s) is weggenomen, en/of tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren);
[delict 1]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 17 september 2013 te Overloon, gemeente Boxmeer, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
- in/uit de woning [adres 5] heeft weggenomen een televisie en/of twee
laptops en/of een zonnebril en/of autosleutels en/of een fotocamera
spelcomputer en/of geld en/of een navigatiesysteem, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 6] heeft weggenomen een laptop en/of een telefoon
(Apple Iphone) en/of een telefoonlader en/of geld, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 7] heeft weggenomen geld, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 8] heeft weggenomen geld en/of sleutels, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn
mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 9] heeft weggenomen een acculader, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 10] heeft weggenomen een telefoon (Apple Iphone)
en/of een tennistas en/of geld en/of twee fotocamera's met toebehoren en/of
een Ipad en/of een e-reader en/of een laptop, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of (telkens) de / het weg
te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en / of inklimming;
[delict 2]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij op of omstreeks 18 september 2013 te Velddriel, gemeente Maasdriel, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening
- in/uit de woning [adres 11] heeft weggenomen een Ipad en/of drie
telefoons (Apple Iphone) en/of een zaklantaarn en/of geld en/of een
autosleutel en/of een boormachine, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 12] heeft weggenomen een laptop en/of sieraden
en/of drie horloges en/of een Nintendo spelcomputer en/of een navigatiesysteem
en/of een fotocamera en/of een telefoon (Apple Iphone) en/of twee Ipads en/of
een Ipod en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en
/ of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of (telkens) de / het weg
te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en / of inklimming, en/of
- bij de woning [adres 11] heeft weggenomen een personenauto (merk Porsche,
type Cayenne), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren)
onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van een valse
sleutel (te weten de originele autosleutel, welke door verdachte en/of zijn
mededader(s) is weggenomen, en/of tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn
mededader(s) niet gerechtigd was/waren);
[delict 3]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op of omstreeks 15 november 2013 te Sint-Oedenrode tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening in / uit de woning/bedrijfsruimte [adres 13] heeft weggenomen
scheermesjes en/of cosmetica (parfumflesjes) en/of een aantal telefoons (Apple
Iphone en/of Sony ericsson) en/of autosleutels en/of een horloge en/of een
fotocamera en/of geld en/of een identiteitskaart en/of een Ipad, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] en/of [bedrijf 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te
nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en / of inklimming;[delict 4]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij op of omstreeks 15 november 2013 te Maasbree, gemeente Peel en Maas,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit de woning [adres 14]
heeft weggenomen Ipads en/of laptops en/of een fotocamera en/of een
videocamera en/of sieraden en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan[slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben
verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik
heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of
inklimming;[delict 7]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij op of omstreeks 17 november 2013 te Overasselt, gemeente Heumen, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening
- in/uit de woning [adres 15] heeft weggenomen geld en/of autosleutels, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of
[bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en / of zijn mededader(s), en/of
- in/uit de woning [adres 16] heeft weggenomen twee laptops (merk Dell
en/of een Apple MacBook) en/of twee Ipads en/of geld en/of een televisie (merk
Samsung), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 15]
en/of [slachtoffer 16], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en / of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of (telkens) de / het weg
te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door
middel van braak, verbreking en / of inklimming, en/of
- bij de woning [adres 15] heeft weggenomen een personenauto (merk Audi,
type Q3), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of [bedrijf 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen
goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van een
valse sleutel (te weten de originele autosleutel, welke door verdachte en/of
zijn mededader(s) is weggenomen, en/of tot welk gebruik hij, verdachte, en/of
zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren);
[delict 19]
(artikel 311 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 november 2013 tot en met 17 januari 2014
te Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, een personenauto (merk Audi, type Q3) en/of een
televisie (merk Samsung) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven
of het voorhanden krijgen van die personenauto en/of die televisie wist(en)
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;[delict 19]
(artikel 416 Wetboek van Strafrecht)
7.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Leerdam, in elk geval in Nederland, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk de
politieambtenaar [slachtoffer 17] van het leven te beroven, althans zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een door hem, verdachte,
bestuurde personenauto op die politieambtenaar is ingereden, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;[delict 6]
(artikel 287/302 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Leerdam, in elk geval in Nederland, politieambtenaar [slachtoffer 17] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met de door hem, verdachte bestuurde auto, met aanzienlijke snelheid op die [slachtoffer 17] af-/ingereden;
(artikel 285 Wetboek van Strafrecht)
8.
hij op of omstreeks 14 januari 2014 te Rumpt, gemeente Geldermalsen, in elk
geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf
om opzettelijk de politieambtena(a)r(en) [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] van
het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat
opzet in een door hem, verdachte, bestuurd voertuig (personenauto) krachtig op
de rem heeft getrapt op het moment dat het politievoertuig, waarin die [slachtoffer 18]
en/of [slachtoffer 19] zich bevonden, (tijdens een achtervolging teneinde verdachte
aan te houden) zodanig dicht achter dat door hem, verdachte, bestuurde
voertuig bevond dat een aanrijding niet kon worden voorkomen, en/of met dat
door hem, verdachte, bestuurde voertuig dat politievoertuig heeft geramd en/of
tegen dat politievoertuig is aangereden, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;[delict 6]
(artikel 287/302 juncto 45 Wetboek van Strafrecht)
Bovendien wordt bij de vordering van de straf betrokken dat verdachte, zoals
hij bij de politie niet heeft weersproken, zich ook nog heeft schuldig gemaakt
aan:
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 17] te Beesel, en/of van een personenauto
(Audi A6) bij die woning, op of omstreeks 3 juli 2013 gepleegd, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen [delict 13];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van een televisie
en/of andere goederen uit de woning [adres 18] te Kesteren, en/of van een
personenauto (Ford Mondeo) bij die woning, op of omstreeks 17 november 2013
gepleegd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
[delict 5];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 19] te Leerdam, en/of van een personenauto
(Toyota Corolla) bij die woning, op of omstreeks 14 januari 2014 gepleegd,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [delict 6];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 20] te Rumpt, en/of van een personenauto
(Alfa Romeo Mito) bij die woning, op of omstreeks 14 januari 2014 gepleegd,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [delict 9];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 21]te Maasbree, op of omstreeks 17 januari
2014 gepleegd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen [delict 10];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 22] te Maasbree, op of omstreeks 17 januari
2014 gepleegd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen [delict 11];
- diefstal, door middel van braak, verbreking of inklimming, van diverse
goederen uit de woning [adres 23] te Maasbree, op of omstreeks 17 januari
2014 gepleegd, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen [delict 12];
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsman bepleit de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De raadsman stelt niet te kunnen controleren hoe de officier van justitie voorafgaand aan de aanhouding van verdachte aan het verblijfsadres van verdachte is gekomen en dus of er wel op een juiste wijze gebruik is gemaakt van bevoegdheden. Voorts ontbreekt de informatie die nodig is om te kunnen controleren of de tap op de telefoon van verdachte rechtmatig is gelegd.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. In het aanvullend proces-verbaal wordt duidelijk beschreven hoe men aan het verblijfsadres van verdachte komt. Voorts wordt in dit proces-verbaal een telefoonnummer genoemd dat wordt uitgeluisterd. Blijkens de stemherkenning is de stem van verdachte te horen (zie p. 263 en 264 van het dossier). De rechter-commissaris heeft een machtiging verleend om voormeld telefoonnummer te tappen. De rechtbank is op basis van het BOB-dossier (zie p. 161 e.v.) van oordeel dat de rechter-commissaris in redelijkheid kon besluiten tot het verlenen van een machtiging om voornoemd telefoonnummer te tappen. De officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen.
Voorts is bij het onderzoek ter terechtzitting gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en er zijn geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Vrijspraak.

De rechtbank overweegt ten aanzien van de feiten 2, 7 primair en feit 8 het navolgende.
Feit 2:
De telefoon van verdachte straalt ten tijde van de tenlastegelegde woninginbraken aan op een zendmast in Overloon. Verdachte bekent ook een woninginbraak in Overloon te hebben gepleegd, maar onduidelijk is welke inbraak dat nu precies is geweest. Dit laatste geldt eveneens voor medeverdachte [medeverdachte], die bekent betrokken te zijn geweest bij diverse woninginbraken in Overloon. Ander bewijs voor de betrokkenheid van verdachte en/of medeverdachte [medeverdachte] bij één of meerdere van de ten laste gelegde woninginbraken ontbreekt. De rechtbank overweegt dat het - mede gelet op het vorenstaande - op basis van het dossier niet mogelijk is om de wel door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] gepleegde woninginbra(a)(ken) in Overloon specifiek te relateren aan het tenlastegelegde, zodat daarvoor het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. Verdachte dient daarvan dan ook te worden vrijgesproken.
Feiten 7 primair, 8:
Verbalisant [slachtoffer 17] verklaart dat ze in Leerdam op 14 januari 2014 opzij moest springen voor een auto, omdat zij anders door deze auto zou zijn aangereden. In deze auto zat als bestuurder verdachte, zoals hij ook bekent bij de politie. Verdachte verklaart ook dat hij de politieagente heeft zien staan. Vervolgens zetten verbalisanten [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] de achtervolging in. Op een gegeven moment trapt verdachte op de rem, waardoor een botsing met de politieauto van verbalisanten niet kan worden voorkomen, maar de achtervolging verdergaat. Bij het inhalen ramt de auto van verdachte de politieauto van verbalisanten, waardoor deze auto in de berm belandt. De vraag rijst of voornoemd rijgedrag van verdachte een poging tot doodslag, dan wel een poging tot zware mishandeling, ten opzichte van de verbalisanten oplevert. De rechtbank is van oordeel dat het dossier hier onvoldoende helderheid in kan verschaffen. In het dossier ontbreekt informatie over bijvoorbeeld de snelheid waarmee door verdachte werd gereden ten tijde van de botsingen met verbalisanten [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19], alsmede situatieschetsen waaruit de omstandigheden ter plaatse zijn af te leiden. Hierdoor is niet vast te stellen of er door het handelen van verdachte een aanmerkelijke kans heeft bestaan op het daardoor intreden van de dood van de verbalisanten of het ontstaan van zwaar lichamelijk letsel. Verdachte dient derhalve hiervoor te worden vrijgesproken.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
1.
op of omstreeks 21 juli 2013 te Leende, gemeente Heeze-Leende, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
- uit de woning [adres 2] heeft weggenomen een spelcomputer en geld en een navigatiesysteem, toebehorende aan [slachtoffer 1], en
- uit de woning [adres 3] heeft weggenomen een laptop en geld en een telefoon (merk Nokia Lumia) en een tablet en een of meer Ipods en een autosleutel, toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of diens zoon, en
- uit de woning [adres 4] heeft weggenomen telefoons en geld en een horloge en een zonnebril en autosleutels, toebehorende aan[slachtoffer 3],
waarbij verdachte telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, en
- bij de woning [adres 3] heeft weggenomen een personenauto (merk Volkswagen, type Passat) toebehorende aan [slachtoffer 2].
3.
op of omstreeks 18 september 2013 te Velddriel, gemeente Maasdriel, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening
- uit de woning [adres 11] heeft weggenomen een Ipad en drie telefoons (Apple Iphone) en een zaklantaarn en geld en een autosleutel en een boormachine, toebehorende aan [slachtoffer 10] en
- uit de woning [adres 12] heeft weggenomen een laptop en sieraden en drie horloges en een Nintendo spelcomputer en een navigatiesysteem en een fotocamera en een telefoon (Apple Iphone) en twee Ipads en een Ipod en geld, toebehorende aan [slachtoffer 11], waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door
middel van braak, en
- bij de woning [adres 11] heeft weggenomen een personenauto (merk Porsche,
type Cayenne), toebehorende aan [slachtoffer 10], waarbij verdachte het weg te nemen goed
onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten de originele autosleutel, welke door verdachte is weggenomen, en tot welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was).
4.
op of omstreeks 15 november 2013 te Sint-Oedenrode, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit de woning/bedrijfsruimte [adres 13] heeft weggenomen scheermesjes en cosmetica (parfumflesjes) en een aantal telefoons (Apple
Iphone en Sony ericsson) en autosleutels en een horloge en een fotocamera en geld en een identiteitskaart en een Ipad, toebehorende aan [slachtoffer 12] en [bedrijf 1],
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel
van braak.
5.
op of omstreeks 15 november 2013 te Maasbree, gemeente Peel en Maas, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit de woning [adres 14] heeft weggenomen Ipads en laptops en een fotocamera en een videocamera en sieraden en geld, toebehorende aan[slachtoffer 13], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
6.
op of omstreeks 17 november 2013 te Overasselt, gemeente Heumen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening
- uit de woning [adres 15] heeft weggenomen geld en autosleutels, toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of [bedrijf 2], en
- uit de woning [adres 16] heeft weggenomen twee laptops (merk Dell en een Apple MacBook) en twee Ipads en geld en een televisie (merk Samsung), toebehorende aan [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16],
waarbij verdachte zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, en
- bij de woning [adres 15] heeft weggenomen een personenauto (merk Audi, type Q3), toebehorende aan [slachtoffer 14] en/of [bedrijf 2], waarbij verdachte
het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten de originele autosleutel, welke door verdachte is weggenomen, en tot welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was).
7.
op 14 januari 2014 te Leerdam politieambtenaar [slachtoffer 17] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is verdachte opzettelijk dreigend met de door hem, verdachte bestuurde auto, met aanzienlijke snelheid op die [slachtoffer 17] afgereden.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging feit 7 subsidiair:
Hoewel de rechtbank onvoldoende informatie heeft om te kunnen vaststellen dat door het handelen van verdachte een aanmerkelijke kans bestond dat [slachtoffer 17] zwaar letsel zou oplopen (zie boven), kan uit het dossier en met name uit het proces-verbaal van [slachtoffer 17] wel worden afgeleid dat het rijgedrag van verdachte van dien aard was dat [slachtoffer 17] zich hierdoor serieus bedreigd voelde.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 5, 6 primair, 7 primair (voor zover het de poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel betreft), 8 impliciet subsidiair en de ad informandum gevoegde feiten eist de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van het voorarrest.
Met betrekking tot het beslag (de lijst is aan het vonnis gehecht) eist de officier van justitie:
  • Nummers 35 t/m 37, 44, 48, 49 t/m 51, 92, 93, 95, 96, 97, 98 -> verbeurdverklaring;
  • Nummer 46 -> retour aan verdachte;
  • Nummers 52 t/m 65, 66 t/m 91, 94 -> bewaring ten behoeve van de rechthebbende.
Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partijen eist de officier van justitie:
  • Toewijzing van de vorderingen van[slachtoffer 3], [slachtoffer 20], [slachtoffer 21], [slachtoffer 17], [slachtoffer 19] en [slachtoffer 18];
  • Gedeeltelijke toewijzing van de vordering van [slachtoffer 14], te weten een bedrag van € 858,=, en voor het overige de niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij.
De officier van justitie vordert tevens de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor alle voormelde vorderingen.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks van woninginbraken en een bedreiging van een politieambtenaar. De rechtbank acht deze feiten uiterst kwalijk. Een woning is bij uitstek de plaats waar men zich veilig moet kunnen voelen. Een inbraak in een woning veroorzaakt gevoelens van angst en onveiligheid bij de bewoners in het bijzonder en in de samenleving in het algemeen. Daarnaast brengt een woninginbraak voor de benadeelden materiële schade en overlast met zich mee. Verdachte heeft zich van dit alles niets aangetrokken. Hij heeft zich enkel laten leiden door financiële motieven. Bovendien heeft hij een politieambtenaar bedreigd, toen hij na te zijn betrapt in zijn auto wilde wegkomen. Daarbij heeft hij zich op geen enkele manier rekenschap gegeven van de veiligheid van anderen, maar op een volstrekt onverantwoorde wijze getracht uit handen van de politie te blijven. Een politieambtenaar moet het werk kunnen uitoefenen zonder met dergelijk gedrag te worden geconfronteerd. De bedreiging heeft een grote indruk op de politieambtenaar gemaakt, zoals ook blijkt uit de toelichting op de vordering benadeelde partij/slachtofferverklaring.
De raadsman van verdachte, die bepaaldelijk gevolmachtigd is, heeft aangegeven dat de strafbare feiten die ad informandum zijn vermeld op de inleidende dagvaarding, voor welke feiten verdachte niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd, kunnen worden meegenomen in de strafzaak. De rechtbank zal hiermee bij de strafmaat rekening houden.
Voorts houdt de rechtbank - kijkend naar de persoon van verdachte – rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten werd veroordeeld tot aanzienlijke gevangenisstraffen. Verdachte is kennelijk niet bereid zijn crimineel gedrag te veranderen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank over de strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf van na te melden duur.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt, te meer daar verdachte van de feiten 2, 7 primair en 8 wordt vrijgesproken.

De vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 3] (feit 1).

De rechtbank acht de vordering ten bedrage van € 358,12 in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 20] (feit 1).

De rechtbank acht de vordering ten bedrage van € 350,= in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 21] (feit 1).

De rechtbank acht de vordering ten bedrage van € 350,= in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14] (feit 6).

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een bedrag van in totaal € 598,=. Het bedrag bestaat uit materiële
schadevergoeding (post sigaretten € 18,=, contant geld € 280,= en overige schade € 300,=).
De verdediging heeft aangevoerd dat de vordering onvoldoende is onderbouwd en betwist de waarde van de opgevoerde goederen. De rechtbank acht - naast de sigaretten en contant geld - een bedrag van € 300,= aan overig geleden schade aannemelijk. De rechtbank zal de benadeelde partij, gelet ook op de betwisting door de verdediging, niet ontvankelijk verklaren in het meerdere van de vordering, omdat van dit gedeelte van de vordering niet eenvoudig is vast te stellen of deze schade rechtstreeks door het bewezen verklaard feit is toegebracht, onder meer aangezien de bewijstukken thans ontbreken. Tevens is van de sieraden de oorspronkelijke waarde niet bekend. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van (dit deel van) de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De benadeelde partij kan het overige gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 17] (feit 7).

De rechtbank acht de vordering ten bedrage van € 525,= in haar geheel toewijsbaar, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening. Dat verdachte voor de primair ten laste gelegde poging doodslag, dan wel poging zware mishandeling, wordt vrijgesproken doet hieraan niet af. Dit resulteert slechts in een andere juridische kwalificatie, die de gevolgen van het feit voor de benadeelde partij niet anders maakt. Bovendien is deze vordering door de verdediging niet betwist en komt de vordering de rechtbank niet onredelijk of ongegrond voor.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil.
Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.
Schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 19] (feit 8).

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de kosten van partijen als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 18] (feit 8).

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft. De rechtbank zal de kosten van partijen als bedoeld in artikel 592a van het Wetboek van Strafvordering compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen, nummers 35 t/m 37, 44, 48, 49 t/m 51, 92, 93, 95, 96, 97, vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, omdat - zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting - dit voorwerpen zijn met behulp van welke de feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen ten tijde van het begaan van de feiten aan verdachte toebehoorden.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp, nummer 46, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.
De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen, nummers 52 t/m 65, 66 t/m 91, 94 en 98, nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 24c, 27, 33, 33a, 36f, 60a, 57, 285, 310, 311.

DE UITSPRAAK

T.a.v. feit 2, feit 7 primair, feit 8:
- Vrijspraak.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
diefstal
T.a.v. feit 3:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van valse sleutels
T.a.v. feit 4:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 5:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak
T.a.v. feit 6 primair:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd
en
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van valse sleutels
T.a.v. feit 7 subsidiair:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en/of maatregel(en).
T.a.v. feit 1, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 primair, feit 7 subsidiair:
- Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 1:
- Maatregel van schadevergoeding van EUR 358,12 subsidiair 7 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten
behoeve van het slachtoffer[slachtoffer 3], van een bedrag van EUR 358,12
(zegge: driehonderdachtenvijftig euro en twaalf eurocent), bij gebreke van
betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit
een bedrag van EUR 350,= immateriële schadevergoeding en materiële
schadevergoeding EUR 8,12.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot
betaling aan de benadeelde partij[slachtoffer 3] van een bedrag van EUR 358,12
(zegge: driehonderdachtenvijftig euro en twaalf eurocent), te weten EUR 350,=
immateriële schadevergoeding en materiële schadevergoeding EUR 8,12.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
- Maatregel van schadevergoeding van EUR 350,00 subsidiair 7 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 20], van een bedrag van EUR 350,= (zegge: driehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 20] van
een bedrag van EUR 350,= (zegge: driehonderdvijftig euro), te weten immateriële
schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
- Maatregel van schadevergoeding van EUR 350,00 subsidiair 7 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 21] van een bedrag van EUR 350,=
(zegge: driehonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 21] van een bedrag van EUR 350,= (zegge: driehonderdvijftig euro), te weten immateriële schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 6 primair:
- Maatregel van schadevergoeding van EUR 598,00 subsidiair 11 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 14] van een bedrag van EUR 598,= (zegge: vijfhonderdachtennegentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit materiële
schadevergoeding (post sigaretten EUR 18,=, contant geld EUR 280,=, overige
schade EUR 300,=).
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 14] van een bedrag van EUR 598,= (zegge: vijfhonderdachtennegentig euro), te weten
materiële schadevergoeding (post sigaretten EUR 18,=, contant geld EUR 280,= en
overige schade EUR 300,=).
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet
ontvankelijk is.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 7 subsidiair:
- Maatregel van schadevergoeding van EUR 525,00 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 17] van een bedrag van EUR 525,= (zegge:
vijfhonderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen hechtenis. Het bedrag bestaat uit immateriële schadevergoeding.
De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde
betalingsverplichting niet op.
Het totale bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte
mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 17] van een bedrag van
EUR 525,= (zegge: vijfhonderdvijfentwintig euro), te weten immateriële
schadevergoeding.
Het totale toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de
datum van het delict tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden
begroot op nihil.
Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te
maken kosten.
Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor
zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot
vergoeding van deze schade.
T.a.v. feit 8:
- Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 19] in de vordering.
Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten
draagt.
T.a.v. feit 8:
- Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 18] in de vordering.
Compenseert de kosten van partijen aldus, dat elke partij de eigen kosten
draagt.
Beslag:
- Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten: nummers 35 t/m
37, 44, 48, 49 t/m 51, 92, 93, 95, 96, 97;
  • Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten: nummer 46, aan verdachte;
  • Teruggave inbeslaggenomen goederen, te weten: nummers 52 t/m 65, 66 t/m 91, 94 en 98, aan de rechthebbende.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.L.W.M. Viering, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. C.A. Mandemakers, leden,
in tegenwoordigheid van mr. B.J. van Vugt-Jansen, griffier,
en is uitgesproken op 23 september 2014.