Het adviesrapport van Novadic Kentron d.d. 6 december 2013 houdt onder meer het navolgende in:
Op 11 maart 2013 is betrokkene geplaatst in [de kliniek]. (…)
Middelengebruik staat bij [terberschikkinggestelde] op de voorgrond en is een belangrijke risicofactor bij betrokkene. Reden van heropname is onder andere ook terugval in het middelengebruik en het zich onttrekken aan urinecontroles. In het begin van de klinische opname scoorde betrokkene positief op het gebruik van cannabis. (…)
Op 6 augustus 2013 werd door de maatschappelijk werkster van behandelafdeling [instelling]informatie verstrekt dat er afgelopen weekend een paar keer het vermoeden geweest was dat betrokkene onder invloed van middelen was. [terberschikkinggestelde] heeft in een gesprek met de psychiater verteld dat hij van de afgelopen 21 dagen 18 dagen gebruikt heeft, cocaïne, heroïne en met momenten een benzodiazepine. (…)
In de behandelplanbespreking van 26 augustus 2013 werd de terugval besproken. Gesteld werd dat de terugval onderdeel uitmaakt van de klinische behandeling. De afspraak werd gemaakt dat de behandelaar naar aanleiding van de terugval constructief aan de slag ging met betrokken: problematiek rondom middelengebruik staat bij betrokkene op de voorgrond en is een belangrijke risicofactor bij betrokkene.
Op 21 oktober was er opnieuw sprake van een positieve urinecontrole. De uitslag van de urinecontrole is positief bevonden op het gebruik van cannabis en cocaïne. Middelengebruik heeft een recidiverisico verhogend effect. Afgesproken is dat betrokkene middelenvrij dient te functioneren. [terberschikkinggestelde] heeft hiervoor d.d. 24 oktober 2013 een schriftelijke waarschuwing gekregen wegens overtreding van de bijzondere voorwaarde dat betrokkene middelenvrij dient te functioneren.
Op 6 november 2013 hebben wij vanuit[instelling] het bericht gekregen dat [terberschikkinggestelde] op 4 november 2013 een positieve urinecontrole heeft gehad op opiaten (heroïne). [terberschikkinggestelde] heeft aangegeven dat hij het voorafgaande weekend ‘een klein beetje heroïne’ heeft gebruikt. Met deze overtreding heeft betrokkene zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarde (…).
In overleg met de officier van justitie is door de reclassering d.d. 11 november 2013 opnieuw besloten tot het geven van een waarschuwing.
Op 29 november 2013 kreeg de verslavingszorg vanuit de[instelling] de mededeling dat [terberschikkinggestelde] per direct weggeplaatst diende te worden uit[instelling]. [terberschikkinggestelde] werd in het kader een time-out plaatsing geplaatst binnen [de kliniek]. Reden voor de wegplaatsing: vermoedens van handel in drugs op de afdeling. Door de behandelafdeling is gesteld dat de onveiligheid die ontstaat door het handelen in drugs en het gebruik van dreigementen hierbij, onaanvaardbaar is binnen de behandelafdeling en dat maakt dat de behandeling niet meer op een veilige manier kan plaatsvinden.
Uit telefonische informatie van de heer Van Maurik, psychiater van [instelling], van 2 december 2013 is naar voren gekomen dat de psychiater van mening is dat [terberschikkinggestelde] niet teruggeplaatst kan worden binnen[instelling], wegens de onveiligheid die deze terugplaatsing voor de betrokken patiënten met zich meebrengt. Op 2 december 2013 is er tevens telefonisch overleg geweest met mevr. Bosch, werkzaam als coördinator op de resocialisatie afdeling[afdeling], waar [terberschikkinggestelde] in het kader van de crisisplaatsing verblijft. Ik heb haar gevraagd of er een urinecontrole heeft plaatsgevonden. De informatie die zij stuurde was dat [terberschikkinggestelde] afgelopen vrijdag en weekend geweigerd heeft om aan een reguliere urinecontrole mee te werken.
Op 2 december 2013 is in een intern overleg (aangaande beslissingen over ontslag, overplaatsingen en opnames van patiënten) van[instelling] beslist dat [terberschikkinggestelde] niet meer teruggeplaatst wordt binnen [instelling].
In de ontslagbrief d.d. 4 december 2013 is onder meer als motivatie gegeven dat het behandelteam van[instelling] heeft besloten de behandeling van betrokkene niet meer te willen voortzetten, aangezien de inschatting is dat dit slechts in beperkte make op een zinvolle en niet meer op een veilige manier kan. Het is zeker niet zo dat betrokkene in de behandeling niets zinvols heeft gedaan. Er is wel degelijk vooruitgang geboekt. Echter, het lukte betrokkene niet om bij oplopende spanning niet te hervallen in gebruik van harddrugs. Ook in de week van zijn ontslag hadden ze het sterke vermoeden dat betrokkene weer heroïne aan het gebruiken was, op basis van observaties van zijn gedrag en uiterlijk. Terugval in gebruik proberen ze gewoonlijk binnen de behandeling bespreekbaar te maken en hoeft geen reden te zijn voor het beëindigen van de behandeling. Wat bij betrokkene de doorslag heeft gegeven voor het beëindigen van de behandeling zijn de sterke vermoedens (op basis van informatie van meerdere medecliënten en eigen observaties van contacten tussen betrokkene en anderen, erg korte verloven en dan meteen kort contact met medecliënten die later positieve urinecontroles hebben, contact tijdens verlof met personen die bekend staan als dealer) van drugshandel waarbij hij ook dreigend en dwingend zou zijn.