ECLI:NL:RBOBR:2014:5263
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van ontucht met de minderjarige dochter van zijn partner, heeft de rechtbank Oost-Brabant op 11 september 2014 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat de verklaring van het slachtoffer onvoldoende door andere bewijsmiddelen werd ondersteund. De zaak was aanhangig gemaakt via een dagvaarding op 18 december 2013, en de rechtbank heeft de zaak behandeld in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen gronden waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, omdat hij van mening was dat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de getuigen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat alle bewijsmiddelen terug te voeren waren op de verklaring van het slachtoffer zelf.
De rechtbank oordeelde dat, volgens artikel 342, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De rechtbank vond dat de context van de aangifte, hoewel bevestigd door de moeder van het slachtoffer, niet specifiek genoeg was om de aangifte te ondersteunen. De verdachte had zijn aanvankelijke ontkenning over het bezoek aan de slaapkamer van het slachtoffer later bijgesteld, wat de rechtbank als een aannemelijke reden beschouwde voor zijn eerdere verklaring.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende wettig bewijs was voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, en heeft de verdachte vrijgesproken. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de rechtbank heeft de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.