ECLI:NL:RBOBR:2014:5228

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2014
Publicatiedatum
3 september 2014
Zaaknummer
2629774
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over aansluitkosten en periodieke aansluitbijdrage voor warmtelevering

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], Ennatuurlijk B.V. aangeklaagd over de aansluitkosten en de periodieke aansluitbijdrage voor warmtelevering. Eiser heeft in 2003 een overeenkomst gesloten voor de aansluiting op het warmtenet en heeft hiervoor een bedrag van € 2.201,- exclusief btw betaald. Sindsdien heeft Ennatuurlijk jaarlijks een vastrecht in rekening gebracht, inclusief een bijdrage voor aansluitkosten, die eiser betwist. Eiser vordert betaling van € 1.440,- aan onverschuldigd betaalde bedragen en een verklaring voor recht dat Ennatuurlijk geen aansluitkosten meer in rekening mag brengen.

Ennatuurlijk heeft als verweer aangevoerd dat de verplichting tot betaling van de periodieke aansluitbijdrage voortvloeit uit de leveringsovereenkomst en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De rechter heeft vastgesteld dat er een leveringsovereenkomst bestaat en dat de algemene voorwaarden van Ennatuurlijk van toepassing zijn. De rechter heeft ook opgemerkt dat de tarieven die Ennatuurlijk in rekening brengt redelijk moeten zijn, in het licht van het NMDA-principe, dat stelt dat de kosten voor warmtelevering niet meer mogen zijn dan de kosten voor verwarming met aardgas.

De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rol voor een akte van Ennatuurlijk, waarin zij moet toelichten hoe de in rekening gebrachte aansluitbijdragen zijn berekend en op welke grond deze bedragen redelijk zijn. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond en er meer informatie van Ennatuurlijk wordt verwacht.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Kanton ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 2629774
Rolnummer : 13-11971
Uitspraak : 28 augustus 2014
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
gemachtigde: B.B. Hijlkema (ARAG),
t e g e n :
Ennatuurlijk B.V., als rechtsopvolgster van Essent Local Energy Solutions B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.H. van Muijen.
Partijen zullen verder worden aangeduid als ‘[eiser]’ en ‘Ennatuurlijk’.

1.De procedure

[eiser] heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. De rechtsvoorgangster van Ennatuurlijk is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord genomen. Vervolgens werden de conclusie van repliek en de conclusie van dupliek alsmede een akte wijziging procespartij zijdens (de rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk gewisseld. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

[eiser] heeft zijn woning laten bouwen op een vrije kavel in de wijk [naam woonwijk] in [woonplaats]. Voor de aansluiting van de stadverwarming heeft hij op 12 januari 2003 een overeenkomst gesloten met een rechtsvoorgangster van Ennatuurlijk, waarbij is overeengekomen dat [eiser] voor de warmteaansluiting € 2.201,- ex btw zou betalen als bijdrage in de aansluitkosten van de woning. [eiser] heeft dit bedrag voldaan.
Sindsdien heeft de rechtsvoorgangster van Ennatuurlijk vastrecht in rekening gebracht via de in rekening gebrachte voorschotten en de jaarafrekeningen.
Bij brief van 9 december 2011 heeft (de rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk aan [eiser] medegedeeld dat het jaarlijks in rekening gebrachte vastrecht een component ‘bijdrage aansluitkosten’ bevat en dat deze post, vanwege tarieftransparantie, voortaan apart op de jaarafrekening wordt vermeld. De verplichting om deze bijdrage te betalen loopt gedurende 30 jaar na de aansluiting op het warmtenet, aldus Ennatuurlijk. Het gaat (in 2011) om een bedrag van € 144,- inclusief btw per jaar.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert:
- betaling van € 1.440,- plus € 216,- aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding;
- een verklaring voor recht dat Ennatuurlijk bij [eiser] geen kosten meer in rekening mag brengen welke betrekking hebben op aansluitkosten.
[eiser] legt daaraan het volgende ten grondslag.
De aansluitkosten zijn in 2003 in rekening gebracht. [eiser] is geen dubbele aansluitkosten verschuldigd. Er is geen rechtsgrond voor het jaarlijks in rekening brengen van een bijdrage aansluitkosten. De bedragen die daarvoor sinds 2003 zijn betaald zijn onverschuldigd betaald. Derhalve heeft hij tot eind 2013 € 1.440,- onverschuldigd betaald.
3.2.
Ennatuurlijk heeft, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd.
De verplichting van [eiser] om de periodieke aansluitbijdrage te betalen volgt uit de leveringsovereenkomst die met hem is gesloten. De algemene voorwaarden van (de rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk zijn van toepassing op de leveringsovereenkomst. Uit artikel 14.2 van deze voorwaarden vloeit voort dat Ennatuurlijk de tarieven bepaalt.
In geval van warmtelevering zijn afnemers aangewezen op één leverancier. Om deze reden worden er jaarlijks tariefadviezen opgesteld door de brancheorganisatie EnergieNed. Bij de adviezen wordt uitgegaan van het zogenaamde NMDA-principe, het ‘niet meer dan anders-principe’, dat wil zeggen dat de kosten die verbonden zijn aan het verwarmen van een woning met stadswarmte gemiddeld niet meer mogen bedragen dan hetgeen (geobjectiveerd) verschuldigd zou zijn geweest in het geval de woning door middel van aardgas zou zijn verwarmd. Ennatuurlijk houdt zich aan deze adviezen / geeft uitvoering aan het NMDA-principe. Op grond van afspraken met de gemeente [woonplaats] zijn de kosten van aansluiting op het warmtenet gesplitst: de initiële aansluitbijdrage is ten tijde van de aansluiting op het warmtenet in rekening gebracht en de periodieke aansluitbijdrage wordt over een periode van 30 jaar in rekening gebracht.
Subsidiair dient de prijs voor de prestaties op grond van het bepaalde in artikel 7:4 BW te worden bepaald op het bedrag dat Ennatuurlijk gewoonlijk bedingt voor haar producten, hetgeen gelijk is aan hetgeen Ennatuurlijk bij [eiser] in rekening heeft gebracht.
3.3.
Hetgeen partijen bij repliek respectievelijk dupliek nog hebben aangevoerd zal, indien en voor zover van belang, in het navolgende aan de orde komen.

4.De beoordeling

4.1.
Daar vaststaat dat (de rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk reeds sinds 2003 warmte aan [eiser] levert, waarvoor [eiser] ook steeds heeft betaald, moet tevens als vaststaand worden aangenomen dat er een leveringsovereenkomst tussen partijen bestaat. Het is een feit van algemene bekendheid dat energieleveranciers zich bedienen van algemene voorwaarden. [eiser] heeft, als consument, behoren te weten dat een energiebedrijf slechts bereid is overeenkomsten tot levering van energie aan te gaan onder toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden. Er wordt daarom van uitgegaan dat de algemene voorwaarden van (de rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk van toepassing zijn.
4.2.
De algemene voorwaarden van Ennatuurlijk bepalen inhoudelijk niets over de tarieven die zij in rekening brengt. Artikel 14.2 van de voorwaarden houdt in dat het bedrijf bepaalt welk tarief van toepassing is. In artikel 14.1 wordt verwezen naar de bedragen ‘volgens de van kracht zijnde tarievenbladen van het bedrijf.’ Deze zijn niet in het geding gebracht. Deze zijn (thans) ook niet van belang, nu daarin kennelijk ook niets over de onderhavige aansluitbijdrage is vermeld.
4.3.
Op zich is van de zijde van [eiser] terecht aangevoerd dat hij niets te maken heeft met afspraken die (een rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk met de gemeente [woonplaats] heeft gemaakt over de kosten van aansluiting op het warmtenet en dat hij geen afspraak met (een rechtsvoorgangster van) Ennatuurlijk heeft gemaakt over het in rekening brengen van een periodieke aansluitbijdrage. Het volgende heeft echter te gelden.
4.4.
In het geval van de onderhavige warmtelevering is geen sprake van een vrije markt. Het warmtenet behoort toe aan een leverancier. [eiser] is voor de levering van warmte voor zijn woning aangewezen op Ennatuurlijk als leverancier. Ennatuurlijk heeft aldus in dit opzicht een economische machtspositie. Ingevolge artikel 24 van de Mededingingswet is het ondernemingen verboden misbruik te maken van een economische machtspositie.
Jarenlang is gestreefd naar regulering van de tarieven van warmtelevering. Ingevolge de per 1 januari 2014 ingevoerde Warmtewet (en het daarop gebaseerde Warmtebesluit) gelden maximumtarieven, op de toepassing waarvan de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht houdt. Voordien werd jaarlijks (door de brancheorganisatie Vereniging Energie-Nederland) een Tariefadvies opgesteld, waarin tarieven voor warmtelevering volgens het NMDA-principe waren neergelegd. Dit principe wordt toegepast voor de berekening van de aansluitbijdrage, het vastrecht en de warmteprijs. Het komt erop neer dat een zodanig tarief voor de geleverde warmte kan worden gevraagd dat het de warmteverbruiker gemiddeld niet meer kost dan bij gebruik van aardgas voor individuele centrale verwarming. Dat wordt als een redelijk tarief beschouwd. Ook de ACM gaat bij het opstellen van de maximumtarieven uit van dit principe.
4.5.
De kantonrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de door Ennatuurlijk aan [eiser] in rekening gebrachte aansluitbijdragen redelijk dienen te zijn, in het licht van het NMDA-principe.
Refererend aan de onderscheidingen genoemd in het door haar overgelegde Tariefadvies, heeft Ennatuurlijk aangevoerd dat zij in 2003 een bedrag aan (initiële) aansluitbijdrage in rekening heeft gebracht dat ziet op de aansluitbijdrage voor gas en vervolgens via het vastrecht een periodieke aansluitbijdrage in rekening heeft gebracht in verband met het verschil tussen de specifieke investeringskosten van een cv- en sv-installatie. Waar zij is afgeweken van het advies is dat zij deze posten niet als eenmalige vergoeding in rekening heeft gebracht, maar gesplitst in een initiële bijdrage en een periodieke bijdrage, aldus Ennatuurlijk.
4.6.
Het stond en staat Ennatuurlijk vrij om (in dit opzicht) af te wijken van het Tariefadvies. Waar het om gaat is of de in rekening gebrachte tarieven redelijk zijn.
[eiser] heeft betwist dat de in rekening gebrachte tarieven redelijk zijn en daartoe aangevoerd dat hetgeen hij in 2003 heeft betaald voor de aansluitkosten in overeenstemming is met de bedragen die daarvoor in het Tariefadvies worden genoemd en dat daarnaast dus geen ruimte meer is voor een periodieke aansluitbijdrage.
Ennatuurlijk heeft aangevoerd dat [eiser] daarbij geen rekening heeft gehouden met de rentabiliteitsbijdrage, welke tevens in de aansluitkosten in rekening is gebracht, en welke bijdrage zij, als extra aansluitbijdrage, volgens het Tariefadvies in rekening mocht brengen.
4.7.
[eiser] heeft in 2003 € 2.201,- exclusief btw, € 2.619,19 inclusief btw, aan aansluitbijdrage betaald en heeft kennelijk sindsdien (ongeveer) € 144,- (inclusief btw) per jaar aan periodieke aansluitbijdrage betaald en zou dat over een periode van 30 jaar moeten doen. Het gaat in totaal om ongeveer € 6.900,-.
In het Tariefadvies van 2013 wordt de geadviseerde standaard aansluitbijdrage voor warmte (exclusief de aansluitbijdrage voor aardgas en btw) gesteld op € 1.908,- en, in het geval het warmtebedrijf de kosten van de warmwaterunit voor haar rekening heeft genomen, op € 2.649,-. De standaardaansluiting betreft series van 50 à 100 woningen die op het warmtenet worden aangesloten. Vermoedelijk is hierbij uitgegaan van de situatie dat de woning wordt aangesloten op een bestaand warmtenet (en niet op een nieuw aan te leggen warmtenet).
Gelet op deze gegevens ligt het op de weg van Ennatuurlijk om inzichtelijk te maken waar de in rekening gebrachte aansluitbijdragen op zijn gebaseerd (en wat en op welke grond aan rentabiliteitsbijdrage is gerekend) en op welke wijze zij deze heeft berekend, en aannemelijk te maken dat deze bedragen redelijk zijn. Wellicht kan in dit verband een oordeel van de Autoriteit Consument en Markt gevraagd worden.
De zaak zal worden verwezen naar de rol voor een akte ter zake aan de zijde van Ennatuurlijk.
4.8.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van
donderdag 25 september 2014voor akte aan de zijde van Ennatuurlijk, zoals hiervoor bedoeld onder 4.7.;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 augustus 2014.