‘(…) Betrokkene is diverse malen gerecidiveerd; pas tijdens de huidige terbeschikkingstelling is er voor het eerst sprake van (een poging tot) behandeling vanwege zedendelicten bij minderjarige jongens. (…)
De verwachting is dat toezicht en controle voor lange tijd nodig zullen zijn om het risico op recidive te verkleinen.
(…)
Betrokkene is een thans 60-jarige man die de ten laste gelegde delicten volledig ontkent.
Hij is sinds 1981 meerdere malen veroordeeld voor zedendelicten met voornamelijk jongens
onder de 16 jaar, maar ook voor schending van de eerbaarheid en het in bezit hebben van
kinderpomo. Op basis van de beschikbare gegevens zijn er genoeg aanwijzingen voor het
stellen van de diagnose pedofilie van het niet exclusieve type. In het verleden is er sprake
geweest van alcoholmisbruik.
De behandeling heeft geruime tijd geen start kunnen maken aangezien betrokkene geen
enkele openheid wilde geven over de delicten en niet mee wilde werken aan de geïndiceerde
behandelonderdelen. Sinds vorig jaar is hier voorzichtig aan een positieve verandering in
gekomen; betrokkenes vertrouwen in het team lijkt toe te nemen waardoor hij steeds meer
openheid durft te geven. Betrokkene is een ontkennende dader en de behandeling richt zich
dan ook op de aspecten die een rol hebben gespeeld bij de eerder, wel erkende, delicten.
Door samen met betrokkene gesprekken aan te gaan over zaken waar hij tegenaan loopt,
lijkt de boosheid die hij voorheen regelmatig liet zien, af te nemen.
Betrokkene heeft intussen de delictscenarioprocedure doorlopen en de gesprekken met de
seksuologe zijn opgestart. Hieruit is recentelijk een seksuele anamnese opgesteld, en de
komende periode zal ook een terugvalpreventieplan opgesteld gaan worden,
Een dilemma binnen de behandeling is betrokkenes intensieve contact met een medepatiënt
van een andere unit. De loyaliteit en verantwoordelijkheid die betrokkene voelt jegens deze
patiënt reikt verder dan dat goed is voor zijn behandeling. Betrokkene komt met regelmaat
in de problemen omdat hij zich inlaat met de problemen (met name op liet gebied van drugs
en financiën) van deze medepatiënt. Omdat dit contact een verdere behandeling dusdanig
ernstig belemmerd, is besloten betrokkene aan te melden voor een ruiling, Dit proces is
momenteel in gang gezet.
Om de noodzakelijke zorg voor betrokkene te kunnen waarborgen en het voorgenomen
traject in voldoende mate te kunnen vormgeven en begeleiden, wordt voortzetting van de
TBS met dwangverpleging noodzakelijk geacht. Het huidige recidiverisico wordt als hoog
ingeschat als de TBS zou worden beëindigd. Deze inschatting wordt bevestigd door de
risicotaxatie.
(…)
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.’