ECLI:NL:RBOBR:2014:5142

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 augustus 2014
Publicatiedatum
26 augustus 2014
Zaaknummer
01/030211-87
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van betrokkene na poging tot verkrachting

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 augustus 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, die ter beschikking was gesteld na een poging tot verkrachting. De terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 10 september 2012 en de officier van justitie heeft op 17 april 2014 opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. De zaak is behandeld tijdens openbare zittingen op 20 mei en 13 augustus 2014, waarbij de officier van justitie, deskundigen en de raadsman van de betrokkene zijn gehoord.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de rapportages van de kliniek, waar de betrokkene verblijft, en naar de medische en psychologische situatie van de betrokkene. De betrokkene had te maken met ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een amputatie van een been door een infectie. Ondanks deze fysieke beperkingen, werd het recidivegevaar als hoog ingeschat, mede door de aanhoudende persoonlijkheidsstoornissen en seksuele problematiek van de betrokkene. De deskundige heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, waarbij de focus ligt op het herstel en de behandeling van de betrokkene.

De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman, die vroeg om een kortere verlenging van de terbeschikkingstelling, overwogen, maar heeft uiteindelijk besloten dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar eiste. De rechtbank heeft de beslissing genomen in overeenstemming met de adviezen van de deskundigen en de wettelijke bepalingen in het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/030211-87
Uitspraakdatum: 27 augustus 2014

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] op [1964]
verblijvende in de [kliniek],
hierna ook aan te duiden als “betrokkene”.

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 mei 1988 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 10 september 2012 met twee jaar verlengd. Deze beslissing is door het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, bij beslissing van 7 februari 2013 bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 17 april 2014 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar. Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 mei en 13 augustus 2014. De officier van justitie, de deskundige Van de Rijdt, betrokkene en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • De behandelrapportage opgemaakt door de [kliniek] op 13 maart 2014 en ondertekend door mevrouw E.P.M.T. Brouns, psychiater / directeur patiëntenzorg.
  • De omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • Het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van poging tot verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De over betrokkene opgemaakte rapportage van de [kliniek] van 13 maart 2014, houdt onder meer, zakelijk weergegeven het navolgende in.
Eind december 2013 is de situatie van betrokkene ingrijpend gewijzigd. Tijdens de Kerstdagen is betrokkene met spoed in het ziekenhuis opgenomen alwaar werd geconstateerd dat er sprake was van een zeer ernstige infectie door een bacterie (necrotiserende fasciitis, ook wel vleesetende bacterie genoemd). Dit heeft er in geresulteerd dat een been van betrokkene tot boven de knie is afgezet. Betrokkene heeft toen enkele weken in kritieke toestand in het ziekenhuis gelegen. Daarna is de situatie langzaam gestabiliseerd. De eerste prioriteit ligt bij het lichamelijk herstel en succesvolle revalidatie van betrokkene. Naar verwachting zal dit nog geruime tijd in beslag nemen.
Na het door het Pieter Baan Centrum uitgebrachte rapport van 2 november 2012 heeft het behandelteam de diagnostiek van betrokkene kritisch onder de loep genomen. Volgens het behandelteam is er nog immer sprake van een ernstige persoonlijkheidsstoornis, een obsessief-compulsieve stoornis en seksuele problematiek [parafilie]. De stoornis van betrokkene komt in het dagelijks gedrag tot uiting en is niet tot nauwelijks met hem bespreekbaar te maken. Ondanks de strakke structuur van de setting en de begrenzing op ongewenst gedrag, is het tot enkele agressieve impulsdoorbraken gekomen. Betrokkene weigert verder het gebruik van psychofarmaca en heeft lange tijd sterk getwijfeld aan zijn medewerking aan een seksuele anamnese zoals voorgesteld door het Pieter Baan Centrum. Op basis van de klinische indruk en risicotaxatie-instrumenten wordt het risico op recidive daarnaast nog steeds als hoog ingeschat.
Op het moment dat betrokkene op de afdeling terugkeert, zal waar mogelijk het uitgezette traject, inclusief de seksuele anamnese worden hervat. Het behandelteam zal kritisch blijven volgen in hoeverre de fysieke beperkingen van betrokkene in gunstige of ongunstige zin zullen bijdragen aan het recidivegevaar.
De kliniek adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling te verlengen met de duur van twee jaar.
Ter terechtzitting van 13 augustus 2014 is als deskundige gehoord mevrouw Van de Rijdt, psychologe en behandelcoördinator bij de [kliniek]. Zij heeft gepersisteerd bij het hiervoor weergegeven advies tot verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene en de gronden waarop dat advies berust. Ter zitting heeft zij benadrukt dat de eerste zorg van de kliniek is om het rouwproces van betrokkene over het verlies van een van zijn benen en de beperkingen die dat voor hem met zich meebrengt, te verwerken en op die manier voor hem weer emotionele stabiliteit te creëren. Daarna zal de behandeling in het kader van de terbeschikkingstelling weer worden opgepakt. Tevens heeft zij verklaard dat op dit moment moeilijk is in te schatten of de fysieke beperkingen waarmee betrokkene nu te maken heeft, tot een lager recidiverisico leidt en als dat zo is of het dan mogelijk zou zijn betrokkene in een regime met een lager beveiligingsniveau te plaatsen. Dit moet nader worden onderzocht omdat de onderliggende problematiek die tot de terbeschikkingstelling van betrokkene hebben geleid, nog steeds aanwezig is.
Op de terechtzitting van 13 augustus 2014 heeft de officier van justitie gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling en de dwangverpleging van betrokkene. Op die zitting heeft de raadsman gesteld dat, gelet op de over betrokkene uitgebrachte rapporten en de daarop door de deskundige ter terechtzitting gegeven toelichting, verlenging van de terbeschikkingstelling en de dwangverpleging van betrokkene voor de hand ligt. Hij heeft zich tegen de verlenging van zijn terbeschikkingstelling en de dwangverpleging niet verzet.
Gelet op de duur van de terbeschikkingstelling heeft de raadsman op gronden van proportionaliteit verzocht de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene tot een jaar te beperken. Betrokkene heeft zich bij dit standpunt van de raadsman aangesloten.
De rechtbank verenigt zich met de inhoud van de hiervoor weergegeven adviezen, de gronden waarop die berusten en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige en maakt die tot de hare. Gelet hierop en gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling en de verpleging van overheidswege van betrokkene eist.
Gelet op het recidivegevaar, de ernst van het indexdelict en de vertraging die in de behandeling van betrokkene is ontstaan door de medische problemen waarmee hij is geconfronteerd, is de rechtbank van oordeel dat ook bij voortzetting van de behandeling van betrokkene de verwachte duur van het behandel- en resocialisatietraject de termijn van twee jaar zal overschrijden.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene dan ook met twee jaar verlengen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
Verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. M.T. van Vliet en mr. W.T.A.M. Verheggen, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 27 augustus 2014.