Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 96/068791-12
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 augustus 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van bedreiging van twee politiemensen met een alarmpistool. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 153 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de strafbare feiten de verdachte in enigszins verminderde mate konden worden toegerekend. De zaak kwam aan het licht na een incident op 21 maart 2014 in Eindhoven, waar de verdachte met een alarmpistool dreigend op de hoofdagent en een brigadier van politie gericht had. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte in overweging genomen tijdens de zitting op 12 augustus 2014. De rechtbank achtte de tenlastelegging bewezen, waarbij de verdachte zich schuldig had gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en het voorhanden hebben van een alarmpistool. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerder strafbare feiten en het blijk van berouw dat hij toonde. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op aan de voorwaardelijke straf, waaronder een behandelverplichting. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, de hoofdagent, toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van €600,- als schadevergoeding. De rechtbank benadrukte de maatschappelijke onrust die het voorhanden hebben van een wapen met zich meebrengt en de noodzaak om streng op te treden tegen dergelijke feiten.