ECLI:NL:RBOBR:2014:484

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2014
Publicatiedatum
4 februari 2014
Zaaknummer
01/820181-13
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. J.H.P.G. Wielders
  • mr. P.J.H. Van Dellen
  • mr. M. Nuyten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door schuld en rijden zonder rijbewijs

Op 4 februari 2014 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer en het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs was ingenomen. De feiten vonden plaats op 29 augustus 2012 te Geldrop, waar de verdachte, op de vlucht voor de politie, met een te hoge snelheid een rotonde opreed. Hierdoor verloor hij de controle over zijn voertuig, wat leidde tot een aanrijding met een stilstaande personenauto, de Opel Corsa, bestuurd door het slachtoffer. Het slachtoffer liep door deze aanrijding zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een gebroken heiligbeen en diverse schaafwonden, wat resulteerde in langdurig herstel.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar. De rechtbank overwoog dat de verdachte zich geenszins bekommerde om de veiligheid van andere weggebruikers en dat zijn verkeersgedrag ernstige gevolgen had voor het slachtoffer. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de oriëntatiepunten die binnen de zittende magistratuur zijn ontwikkeld. De rechtbank legde een zwaardere straf op dan door de officier van justitie was gevorderd, omdat de rechtbank van oordeel was dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking bracht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/820181-13
Datum uitspraak: 04 februari 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1989],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 januari 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie .

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 december 2013
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 augustus 2012 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, althans elders in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, [straat 1] en/of [straat 2], zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- met een (veel) te hoge snelheid, althans met een (veel) te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, een rotonde (gelegen op/gevormd door de wegen [straat 1] en [straat 2]) op te rijden, waardoor, althans mede waardoor,
* zijn voertuig (ten gevolge van het overschrijden van de kritische bochtsnelheid) in de richting van de buitenzijde van de rotonde drifte/bewoog/schoof en/of
* het (rechter) (achter)wiel van zijn voertuig de (verhoogde) (af)scheiding tussen de rotonde en de (aldaar gelegen) berm raakte en/of (waardoor) zijn voertuig (vervolgens) (deels) werd omgezet, ten gevolge waarvan zijn voertuig (deels) van (rij)richting veranderde en/of
* hij, verdachte, de controle/macht over zijn voertuig verloor en/of
- ( vervolgens) over de (verhoogde) middenberm en/of het (aldaar gelegen) fietspad en/of trottoir te rijden en/of
- ( vervolgens) tegen een (op de rijbaan van [straat 1]) stilstaande, althans met (zeer) lage snelheid voortbewegende) personenauto (Opel Corsa) te botsen/rijden,
waardoor, althans mede waardoor, deze laatstgenoemde personenauto
* tegen een (aldaar gelegen) verkeersgeleider werd (op)gedrukt en/of tegen een (op de verkeersgeleider, althans aldaar staande) (verkeers)paal werd gedrukt en/of
* (waarna) deze laatstgenoemde personenauto op een (aldaar gelegen) lijnbusstrook tot stilstand kwam,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] (bestuurder van de Opel Corsa)) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken heiligbeen en/of (een) schaafwond(en) aan de (rechter)arm en/of een of meer glasverwonding(en) en/of een kneuzing aan de borstkast, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 augustus 2012 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, althans elders in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, [straat 1] en/of [straat 2],
- met een (veel) te hoge snelheid, althans met een (veel) te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, een rotonde (gelegen op/gevormd door de wegen [straat 1] en [straat 2]) is opgereden en/of
- ( waarbij) zijn voertuig (ten gevolge van het overschrijden van de kritische bochtsnelheid) in de richting van de buitenzijde van de rotonde is gedrift/bewogen/geschoven en/of
- ( waarbij) het (rechter) (achter)wiel van zijn voertuig de (verhoogde) (af)scheiding tussen de rotonde en de (aldaar gelegen) berm heeft geraakt en/of (waardoor) zijn voertuig (vervolgens) (deels) werd omgezet, ten gevolge waarvan zijn voertuig (deels) van (rij)richting is veranderd en/of
- ( waarna) hij, verdachte, de controle/macht over zijn voertuig is verloren en/of
- ( vervolgens) over de (verhoogde) middenberm en/of het (aldaar gelegen) fietspad en/of trottoir is gereden en/of
- ( vervolgens) tegen een (op de rijbaan van [straat 1] ) stilstaande, althans met (zeer) lage snelheid voortbewegende) personenauto (Opel Corsa) is gebotst/gereden en/of
- ( waardoor) de personenauto (Opel Corsa) tegen een (aldaar gelegen) verkeersgeleider is (op)gedrukt en/of tegen een (op de verkeersgeleider, althans aldaar staande) (verkeers)paal is gedrukt en/of
- ( waarna) de personenauto (Opel Corsa) op een (aldaar gelegen) lijnbusstrook tot stilstand is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, (voor (onder meer) [slachtoffer]) en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, op of omstreeks 29 augustus 2012, zijnde een tijdstip gelegen na het tijdstip als bedoeld in artikel 30, eerste lid van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, als degene van wie ingevolge die wet de inlevering van het rijbewijs was gevorderd, dan wel als degene wiens rijbewijs krachtens die wet was ingenomen, op de weg, [straat 3] en/of de [straat 4] en/of [straat 5] en/of [straat 6] en/of [straat 7] en/of [straat 1] en/of [straat 8], een motorrijtuig, voor het besturen waarvan het rijbewijs was afgegeven, heeft bestuurd;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
op 29 augustus 2012 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, [straat 1] en [straat 2], zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig
- met een te hoge snelheid een rotonde (gelegen op/gevormd door de wegen [straat 1] en [straat 2]) op te rijden, waardoor,
* zijn voertuig (ten gevolge van het overschrijden van de kritische bochtsnelheid) in de richting van de buitenzijde van de rotonde drifte/bewoog/schoof en
* het (rechter) (achter)wiel van zijn voertuig de (verhoogde) (af)scheiding tussen de rotonde en de (aldaar gelegen) berm raakte en (waardoor) zijn voertuig (vervolgens) (deels) werd omgezet, ten gevolge waarvan zijn voertuig (deels) van (rij)richting veranderde en
* hij, verdachte, de controle/macht over zijn voertuig verloor en
- ( vervolgens) over de (verhoogde) middenberm en het (aldaar gelegen) fietspad en/of trottoir te rijden en
- ( vervolgens) tegen een (op de rijbaan van [straat 1]) stilstaande personenauto (Opel Corsa) te botsen/rijden,
waardoor deze laatstgenoemde personenauto
* tegen een (aldaar gelegen) verkeersgeleider werd (op)gedrukt en tegen een (op de verkeersgeleider staande) (verkeers)paal werd gedrukt en
* (waarna) deze laatstgenoemde personenauto op een (aldaar gelegen) lijnbusstrook tot stilstand kwam,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] (bestuurder van de Opel Corsa)) zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken heiligbeen en schaafwonden aan de (rechter)arm en glasverwondingen en een kneuzing aan de borstkas werd toegebracht.
te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo, op 29 augustus 2012, zijnde een tijdstip gelegen na het tijdstip als bedoeld in artikel 30, eerste lid van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, als degene wiens rijbewijs krachtens die wet was ingenomen, op de weg, [straat 3] en de [straat 4] en [straat 5] en [straat 6] en
[straat 7] en [straat 1] en [straat 8], een motorrijtuig, voor het besturen waarvan het rijbewijs was afgegeven, heeft bestuurd.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

(voor feit 1 primair en feit 2:)
Een taakstraf voor de duur van 180 uur, subsidiair 90 dagen hechtenis.
Een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
(voor feit 1 primair tevens:)
Een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden.
(Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.)

Het oordeel van de rechtbank.

Bij de beslissing over de straf en bijkomende straf die aan verdachte dienen te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, op de vlucht voor de politie, schuldig gemaakt aan het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer en aan het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs was ingenomen. Verdachte heeft zich geenszins bekommerd om de veiligheid van de overige weggebruikers onder wie die van het slachtoffer. Door zijn verkeersgedrag heeft het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel opgelopen, waarvan het herstel maanden heeft geduurd.
Verdachte heeft zijn slachtoffer [slachtoffer] veel leed aangedaan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank over de strafsoort en de hoogte van de straf aansluiting gezocht bij de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
Voorts heeft de rechtbank bij de strafoplegging rekening gehouden met de op de dagvaarding vermelde ad informandum feiten met parketnummer 01/820181-13, te weten het voorhanden hebben van een hoeveelheid hennep en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel.
De rechtbank zal de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, omdat de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking brengt.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat sinds het tijdstip waarop de door hem gepleegde strafbare feiten hebben plaatsgehad geruime tijd is verstreken, terwijl hij, voor zover nu bekend, in deze periode geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 62, 91
Wegenverkeerswet 1994 art. 6, 9, 179.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart het onder 1 primair en het onder 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
T.a.v. feit 1 primair:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht
en de overtreding:
T.a.v. feit 2:
overtreding van artikel 9, achtste lid, van de Wegenverkeerswet 1994
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf(fen) en bijkomende straf.
T.a.v. feit 1 primair:
Taakstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank waardeert een in verzekering doorgebrachte dag op 2 uur te verrichten arbeid.
T.a.v. feit 1 primair:
Gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
T.a.v. feit 1 primair:
Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (bromfietsen daaronder begrepen) voor de duur van 1 jaar.
T.a.v. feit 2:
Taakstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H.P.G. Wielders, voorzitter,
mr. P.J.H. Van Dellen en mr. M. Nuyten, leden,
in tegenwoordigheid van G.G. Dirks, griffier,
en is uitgesproken op 4 februari 2014,
zijnde mr. M. Nuyten buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.