Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de rechtbank van 8 augustus 2014 op het beroep in de zaak tussen
[eiseres], mede namens haar minderjarig kind [kind 1], te ’s-Hertogenbosch,
Procesverloop
(SHE 13/5583 en SHE 13/4257) heeft de voorzieningenrechter het verzoek toegewezen, de besluiten van 30 oktober 2013 en van 4 december 2013 geschorst en bepaald dat verweerder aan eiseres met ingang van 3 oktober 2013 bij wijze van voorschot een WWB-uitkering dient toe te kennen naar de norm van een alleenstaande ouder. Het verzoek voor zover het gericht is tegen de primaire besluiten van 3 juli 2013 en 30 oktober 2013 is daarbij niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
C-256/11). De voorzieningenrechter heeft daarbij geoordeeld: